|
|
Er is één weg,die uit de diepte leidt, één hand,die u kan trekken uit het slik En van doffe wanhoop en van eenzaamheid: Die hand is Mijn hand en die Weg ben Ik.
Er is één waarheid,die niet wreed verwondt, en die genade gelden laat vóór recht: Ik ben de Waarheid,die de Vader zond, Ik heb de leugen ‘t zwijgen opgelegd.
Er is één leven,glanzend als de zon, waarin gij leven kunt verlost en blij: Ik ben het Leven,dat de dood overwon; en wie in Mij gelooft,- hij leeft met Mij
|
|