1. De genegeerde nood …
Mensen wachten op ons! – “Er zijn velen die de Schriften lezen en toch de waarheid niet begrijpen. Over de hele wereld kijken mannen en vrouwen verlangend op naar de hemel. Gebeden en tranen en zelfonderzoek stijgen uit de verlangende zielen naar boven voor licht en genade, voor de Heilige Geest. Velen staan aan de grenzen van het Koninkrijk, en wachten alleen maar tot iemand ze binnenbrengt.” -- AA 109
Velen gaan te gronde – “Er zijn velen die de dienst van liefdevolle christenen nodig hebben. Er zijn velen te gronde gegaan, die gered hadden kunnen worden, als buren, gewone mannen en vrouwen, hun persoonlijke plicht voor hen hadden gedaan. Velen wachten op het moment dat ze persoonlijk aangesproken worden. In het eigen gezin, de buurt, de stad, waar we wonen is er voor ons werk aan de winkel als zendelingen van Christus. Als wij christenen zijn, zullen we vreugde vinden in dit werk. Zodra iemand bekeerd is, wordt er in hem een verlangen gewekt om aan anderen bekend te maken wat voor waardevolle vriend hij in Jezus heeft gevonden. De reddende, heiligmakende waarheid kan niet in het hart opgesloten blijven.” – DA 141
Het pijnlijke probleem .. Waarom voegt God geen nieuwe leden toe? – “De Heer voegt nu weinig nieuwe zielen toe, omdat de gemeenteleden die niet bekeerd zijn en zij die eens bekeerd waren, aan het afglijden zijn. Welk een invloed zouden deze ongeheiligde leden hebben op de nieuwe bekeerlingen? Zouden ze de door God gegeven boodschap, die zij zouden moeten uitdragen, niet krachteloos maken?” CD 455.2
Verspilde mogelijkheden en verwaarloosde voorrechten – “Het werk dat de kerk heeft nagelaten te doen in een tijd van vrede en voorspoed, zal zij moeten doen tijden verschrikkelijke crises, onder de meest ontmoedigende en verboden omstandigheden. De gemeenteleden zullen individueel getoetst en beproefd worden. Zij zullen in situaties terechtkomen waarin zij gedwongen zullen zijn om te getuigen voor de waarheid. Velen zullen voor besturen en gerechten gedaagd worden, soms in groepen en soms alleen. De ervaring,die hen zou moeten helpen in dit noodgeval, hebben ze nagelaten op te doen en hun zielen zijn bezwaard met wroeging voor verspilde mogelijkheden en verwaarloosde voorrechten.”—5T 463
Doe alles in de juiste volgorde! – “Zo gaf Christus zijn discipelen hun zendingsopdracht. Hij voorzag volledig in alles wat nodig was voor de uitvoering van het werk en nam zelf de verantwoordelijkheid voor het succes daarvan op zich. Zo lang ze zijn woord gehoorzaamden en in verbondenheid met Hem bezig waren, konden ze niet falen … De zendingsopdracht die de Heiland aan zijn discipelen gaf, had betrekking op alle gelovigen. Die opdracht slaat op alle gelovigen in Christus tot het eind der tijden. De veronderstelling dat het redden van zielen staat of valt met wat de aangestelde geestelijke doet, is een rampzalige misvatting. Aan allen tot wie de hemelse inspiratie gekomen is, is het evangelie toevertrouwd. Allen die het leven van Christus ontvangen, zijn aangesteld om te werken voor de redding van hun medemensen … Hoe iemands roeping in het leven er ook uitziet, het winnen van zielen voor Christus zou voor hem de eerste prioriteit moeten hebben. Misschien kan hij geen gemeenten toespreken, maar hij kan wat doen voor afzonderlijke personen. Aan hen kan hij het onderwijs dat hij van zijn Heer ontving, overbrengen. Het uitoefenen van een bediening is niet alleen preken … Christus wil graag dat zijn dienaren mensen, die vanwege de zonde ziek zijn, voorzien van het nodige.” – DA 822.3
Zelfs niet één poging – “Er zijn mensen die een leven lang beleden Christus te kennen, maar die toch nooit een persoonlijke poging ondernomen hebben om zelfs maar één persoon tot de Heiland te leiden. Ze laten alles aan de voorganger over. Misschien is hij zeer geschikt voor datgene waartoe hij geroepen is, maar hij kan niet doen wat God aan de gemeenteleden heeft opgedragen.” – CS 118
De heilzame oplossing … Wat moeten we doen? Kom in actie als nooit tevoren – “Vandaag vragen boodschappers van Gods, in de geest en kracht van Elia en Johannes de Doper, de aandacht van een in het oordeel gebonden wereld, voor de indrukwekkende gebeurtenissen die weldra zullen gebeuren als de periode van het onderzoekend oordeel Christus Jezus voorbij is en Hij op komt als Koning der Koningen en Here der Heren. Spoedig moet iedereen beoordeeld worden naar wat hij of zij in het vlees gedaan heeft. Het uur van Gods oordeel is gekomen en op de leden van zijn kerk op aarde rust de belangrijke verantwoordelijkheid degenen, die als het ware helemaal op de rand van eeuwige ondergang staan, te waarschuwen … In deze laatste uren van de periode van onderzoek voor de mensenkinderen, wanneer het lot van iedere ziel weldra voor altijd bepaald wordt, verwacht de Heer van hemel en aarde van Zijn kerk dat zij als nooit tevoren in actie komt. Degenen die in Christus vrijgemaakt zijn door kennis van kostbare waarheid, worden door de Here Jezus als zijn uitverkorenen beschouwd, die meer dan alle andere mensen op het aardoppervlak bevoorrecht zijn. En Hij rekent erop dat zij Hem zullen prijzen, die hen vanuit duisternis in wonderbaar licht geroepen heeft. De zegeningen die zo vrijelijk worden geschonken, moeten ook aan anderen worden doorgegeven. Het goede nieuws over het heil moet naar elke natie, stam, taal en volk gaan.” –PK 716
Kijk naar het kruis en wees gebroken – “Als we naar de gekruisigde Verlosser kijken, begrijpen we de grootsheid en betekenis van het door de Majesteit des hemels gebrachte offer beter. Het heilsplan wordt vóór onze ogen verheerlijkt en de gedachte aan Golgotha roept levendige en heilige emoties in ons wakker. Lofprijzing aan God en het Lam zal in onze harten en op onze lippen zijn; want trots en zelfverheerlijking kunnen niet bloeien in de ziel die de taferelen van Golgotha in zijn herinnering levend houdt. Wie oog blijft houden voor de weergaloze liefde van de Heiland zal verheven gedachten krijgen, een gereinigd hart en een veranderd karakter. Hij zal uitgaan om een licht voor de wereld te zijn, om in zekere mate deze mysterieuze liefde te weerspiegelen.” – DA 661.3
Niet langer onverschillig! – “De veranderende kracht van de genade van Christus vormt degene die zichzelf in dienst van God stelt. Vervuld van de Geest van de Verlosser is hij bereid zichzelf te verloochenen, zijn kruis op zich te nemen en voor de Meester elk denkbaar offer te brengen. Hij kan niet langer onverschillig staan tegenover de zielen die rondom hem, hun ondergang tegemoet gaan. Hij wordt uitgetild boven dienst aan zichzelf. Hij is opnieuw geschapen in Christus en er is in zijn leven geen plaats voor dienst aan zichzelf. Hij is zich ervan bewust dat ieder deel van zijn wezen het eigendom van Christus is, die hem van de slavernij der zonde verlost heeft, dat ieder moment van zijn toekomst met het kostbare levende bloed van Gods eniggeboren Zoon gekocht is.” – LHU 58.3
Sta op & ga aan de slag! – “De Kerk heeft de belofte dat Christus in haar aanwezig is, als zij zijn werk doet. Hij zei: “Ga … op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen … En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.” Zijn juk op je nemen is een van de eerste voorwaarden voor het ontvangen van zijn kracht. Juist het leven van de kerk hangt af van de trouw waarmee ze de zendingsopdracht van de Heer vervult. Veronachtzaming van dit werk betekent zonder meer een kans dat geestelijke zwakte en geestelijk verval binnen zullen komen. Waar geen inzet voor anderen bestaat, neemt de liefde af en verflauwt het geloof.” – DA 825.2
Pinksteren, Hij zal het opnieuw doen! – “ De eerste discipelen gingen erop uit om het Woord te prediken. Ze lieten in hun leven zien wie Christus was. En de Heer werkte met hen samen … Deze discipelen bereidden zichzelf voor op hun werk. Vóór de Pinksterdag kwamen ze bij elkaar en zetten ze alle verschillen opzij. Ze waren eensgezind. Ze geloofden in de belofte van Christus dat er een zegening zou plaatsvinden en ze baden in geloof. Ze vroegen niet om een zegen voor zichzelf alleen, ze vonden het zeer belangrijk zielen te redden. Het evangelie moest gebracht worden tot aan de uithoeken van de aarde en ze maakten aanspraak op de uitstorting van kracht die Christus beloofd had. Toen werd de Heilige Geest uitgestort en in een dag werden er duizenden bekeerd.
Zo kan het vandaag gaan. - Laat, in plaats van dat de beschouwingen van de mens worden uitgedragen, het woord van God worden verkondigd. Laten christenen hun meningsverschillen opzijzetten en zichzelf aan God geven voor de redding van de verlorenen. Laten ze in geloof om de zegen vragen en die zal komen. De uitstorting van de Geest in de tijd van de apostelen was de “vroege regen” en het resultaat was groots, maar de “late regen” zal overvloediger zijn (vgl. Joël 2:23).” DA 827.2
|
|
|