Devotional voor 15 september

De gelukkigste plaats op aarde

HET GROOTSTE WERK VAN AL WAT TE DOEN IS

"Dat onze zonen zijn als planten, hoog opgegroeid in haar jeugd, onze dochters als hoekzuilen, gebeeldhouwd als voor een paleis." Psalm 144:12

De tederste aardse band is de band, die bestaat tussen de moeder en haar kind.

Iedere moeder ontvangt een heilige opdracht van God in de kinderen die aan haar zorg zijn toevertrouwd. 'Neem deze zoon, deze dochter', zegt Hij , 'voedt hem op voor Mij. Geef hem een karakter, dat is gepolijst naar de gelijkenis van een paleis, zodat deze voor eeuwig mag blinken in de hoven van de Here.'

Dit werk van vormen, verfijnen en polijsten van het karakter, is het werk van de moeder. Het karakter van het kind moet worden ontwikkeld. De moeder moet op de tafelen van het hart lessen ingriffen, die even duurzaam zijn als de eeuwigheid.

Een kind opvoeden is het grootste werk dat ooit aan sterfelijke wezens is opgedragen. Het kind behoort God toe, en vanaf de tijd dat het kind onwetend in de armen van de moeder is, moet het worden opgevoed voor Hem.

Het huisgezin moet voor de kinderen de aantrekkelijkste plaats van de wereld zijn, en van de tegenwoordigheid van de moeder moet de grootste aantrekkingskracht uitgaan. Door vriendelijke terechtwijzingen door middel van liefhebbende woorden en daden kunnen moeders hun kinderen aan hun hart binden.

Daarboven is een God, en het licht en de heerlijkheid, die van Zijn troon straalt, rust op de trouwe moeder, terwijl ze probeert haar kinderen te leren de invloed van het kwaad te weerstaan. Geen ander werk is zo belangrijk als het hare. Haar taak is niet, zoals die van een kunstenaar, om iets moois op een doek te schilderen of zoals die van een beeldhouwer iets fraais uit een stuk marmer te bijtelen. Zij moet niet, zoals een schrijver een geweldige gedachte in machtige woorden vormgeven of zoals de musicus een edel gevoel in een melodie tot uiting laten brengen. Hààr taak is om, met hulp van God, Zijn beeld in de menselijke ziel tot ontwikkeling te brengen.

Een koning op zijn troon heeft geen verhevener werk dan de moeder in het gezin. De moeder is koningin van het huisgezin. Zij heeft het vermogen om de karakters van haar kinderen te vormen, zodat deze bekwaam worden gemaakt voor het verheven, onsterfelijke leven. Een engel zou geen hogere opdracht kunnen verlangen.