|
||
You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God | ||
Devotional voor 7 september Gegrondvest op de liefde VERRE BOVEN DE ROBIJNEN "Een degelijke vrouw, wie zal haar vinden? Haar waarde gaat koralen ver te boven. Op haar vertrouwt het hart van haar man, het zal hem aan voordeel niet ontbreken." Spreuken 31:10,11 Het geluk van het gezin hangt veelal af van de vrouw en moeder. Laat een jonge man een vrouw zoeken, die aan zijn zijde staat en bekwaam is haar deel te dragen in de lasten van het leven. Een vrouw waarvan een invloed uitgaat die hem veredelt en verfijnt, en die hem gelukkig zal maken door haar liefde. Het huwelijksleven bestaat niet alleen uit romantiek; het brengt zijn wezenlijke moeilijkheden en huiselijke kleine zorgen met zich mee. De vrouw moet haar plichten niet proberen te ontlopen, maar zij moet een vrouw zijn die haar schouders zet onder wezenlijke lasten. Zij zou moeten proberen een leven te leiden dat gericht is op beginselen, die kritisch nadenken bevorderen en waardoor zij ook voor anderen een steun en een toeverlaat kan zijn. Kennis van huiselijke plichten is in iedere vrouw bovenal te prijzen. Er bestaan talloze gezinnen waarvan het geluk schipbreuk heeft geleden door de onvolwaardigheid van de vrouw en moeder. Ieder meisje zou moeten leren de huiselijke zaken van het huisgezin op zich te nemen. Zij moet een grondige kennis bezitten van koken, en daarnaast moet zij een goede huishoudster en een bekwaam naaister zijn. Zij moet op de hoogte zijn van alle dingen, die een huisvrouw moet kennen. Als het niet anders kan, is het beter dat zij zich Frans, algebra en zelfs piano ontzegt. Maar het is onmisbaar dat zij goed brood leert bakken en passende kleding weet te maken, en alle werkzaamheden, die tot de huishouding behoren, kan volbrengen. "Een verstandige vrouw is van de Here" (Spreuken 19:14). "Op haar vertrouwt het hart van haar man... zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige handen... Met wijsheid opent zij haar mond, vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong. Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet. Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig, ook haar man roemt haar: Vele dochters gedragen zich wakker, maar gij overtreft haar alle" (Spreuken 31:11,12,26-29). Hij, die zo'n vrouw wint "heeft een goede zaak gevonden, en verkrijgt de gunst des Heren." |
||