Devotional voor 29 augustus 2001

Het geloof van dag tot dag

DE HELPENDE HAND VAN GOD

"En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping." Marcus 16:15

"Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwig leven hebbe" (Joh. 3:16). "Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden" (Joh. 3:17). De liefde van God omvat de hele mensheid. Toen Christus Zijn opdracht gaf aan Zijn discipelen, zei Hij: "Gaat heen in de gehele wereld, en verkondigt het evangelie aan de ganse schepping" (Marc. 16:15)

Allen die hun leven aan Christus wijden, zijn gewijd aan het verlossingswerk van hun medemens. Hun hart zal in hetzelfde ritme kloppen als het hart van Christus. Hetzelfde verlangen om zielen te redden, dat Hij heeft gevoeld, zal ook in hen gezien worden. Wij kunnen niet allemaal dezá‚álfde plaats in het werk innemen, maar er is een plaats en een werk voor iedereen. Iedere gave moet worden besteed tot bevordering van Zijn Koninkrijk en de verheerlijking van Zijn Naam.

Christus wil de jeugd graag gebruiken in Zijn dienst. Hij heeft zendelingen nodig. Onbetreden velden over de gehele wereld roepen naar de hemel voor arbeiders. Wanneer de jeugd zich aan God wil geven, zal Hij de jonge mensen wijsheid en kennis geven, om hen voor te bereiden op deze dienst. Als zij zich aan Hem willen wijden, zal hij van hen 'vaten tot Zijn eer' maken, waarin Hij de kostbare olie van de Heilige Geest zal uitgieten, zodat deze weer aan anderen kan worden uitgedeeld. En wanneer u uzelf wilt overgeven aan Zijn leiding, dan kunt u Zijn helpende hand worden.

Een ieder, die zichzelf als offer geeft aan de Here om Hem te dienen en daarbij niets achterhoudt, aan zo iemand wordt macht gegeven om onmetelijke resultaten te bereiken. Voor deze persoon zal God grote dingen doen. 148) Aan jonge mannen en vrouwen, evenals aan hen, die ouder zijn, zal God een bovennatuurlijke kracht schenken. Met hun bekeerde geest, bekeerde handen, bekeerde voeten en bekeerde monden die aangeraakt zijn met een vurige kool van het goddelijk altaar, zullen zij aldoor voortgaan in dienst van de Meester, en zullen uiteindelijk het werk voltooien.