Devotional voor 22 augustus 2001

In contact met anderen

@HOOFDSTUK = GOD EN DE KEIZER

"Is het ons geoorloofd de keizer schatting te geven of niet? En Hij, hun arglistigheid merkende, zeide tot hen: Wat zoekt gij Mij? Toont Mij een penning, wiens beeld en opschrift heeft hij? En zij antwoordden, en zeiden: Van de keizer. En Hij zeide tot hen: Geeft dan de keizer wat des keizers is, en Gode wat Gods is!" Lucas 20:22-25 (SV)

Het weerwoord van Christus was... een oprecht antwoord. Terwijl Hij de Romeinse penning in Zijn hand hield die de afdruk droeg van de naam en het beeld van de keizer, verklaarde Hij, dat, zolang zij onder de bescherming van de Romeinse macht leefden, zij ook steun aan die macht moesten geven, voorzover dit niet in strijd was met een hogere plicht. Maar terwijl zij in vrede leefden, onderworpen aan de wetten van het land, moesten zij altijd in de eerste plaats God trouw bewijzen.

Wij moeten de instelling van de menselijke regering erkennen als een goddelijke voorziening, en wij moeten anderen leren dat gehoorzaamheid aan dit gezag een heilige plicht is, binnen haar rechtmatige grenzen. Maar als haar eisen in strijd zijn met de eisen van God, moeten wij God meer gehoorzaam zijn dan mensen. Gods Woord moet boven alle menselijke wetgeving verheven worden. Een 'zo zegt de Here' moet niet opzij gezet worden voor een 'zo zegt de kerk' of een 'zo zegt de staat'. De kroon van Christus moet hoog verheven worden boven die van de aardse machthebbers.

Het gezag en de wijsheid van de goddelijke wet staan boven elk menselijk gezag... De tien voorschriften van Jehovah vormen het fundament van alle rechtvaardige en goede wetten. Degenen, die Gods geboden liefhebben, zullen voldoen aan elke goede wet van het land.

Er wordt niet van ons verlangd om gezagsdragers uit te dagen. Wij moeten voorwaarts gaan in de Naam van Christus, terwijl wij pleiten voor de waarheden die ons zijn toevertrouwd. Wanneer dit werk ons door mensen wordt verboden, dan kunnen wij zeggen met de apostelen "Beslist zelf, of het recht is voor God, meer aan u dan aan God gehoor te geven; want wij kunnen niet nalaten te spreken van wat wij gezien en gehoord hebben" (Hand. 4: 19,20).

Ons Koninkrijk is niet van deze wereld. Wij verwachten onze Here uit de hemel, Die komt om Zijn eeuwig Koninkrijk op te richten.