Devotional voor 9 augustus 2001

Een gezond lichaam als de tempel van God

GODS WOONPLAATS

"Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?" 1 Corinthiers 6:19

Door een prachtige symbool laat Gods Woord ons zien met welk een eerbied Hij ons lichaam bekijkt. Hij zegt dat wij verantwoordelijk zijn, dit lichaam in zijn beste staat te bewaren.

Het lichaam is een tempel, waarin God verlangt te wonen. Zij moet daarom rein gehouden worden; het moet de plaats zijn waar hemelse, edele gedachten kunnen verblijven.

Te weten, dat de mens een tempel van God is, een woning die Zijn heerlijkheid openbaart, zou ons ertoe moeten aanzetten om ons lichaam zo goed mogelijk te verzorgen en te trainen. Het is een ongelooflijk wonder, hoe de Schepper ons lichaam heeft samengesteld. Hij gebiedt ons hier een studie van te maken, om te leren begrijpen wat het nodig heeft en hoe wij het kunnen beschermen tegen letsel en verderf.

Onze eerste plicht tegenover God en tegenover onze medemens is om onszelf te trainen. Ieder vermogen dat de Schepper ons gegeven heeft moet tot het uiterste toe worden ontwikkeld, zodat wij in de hoogste mate bekwaam worden het goede te doen waartoe wij in staat worden geacht. Wij besteden onze tijd goed als we die gebruiken om onze lichamelijke en geestelijke gezondheid te bevorderen en te bewaren. Wanneer wij in ons lichaam één enkel orgaan laten verschrompelen of verlammen, door nalatigheid, dan zullen we de gevolgen daarvan zeer zeker moeten dragen.

Gods wens voor het welzijn van ieder mens is uitgedrukt in de woorden: "Geliefde, ik bid, dat het u in alles wel ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wel gaat"; "Vóór alle dingen wens ik, dat gij welvaart en gezond zijt, gelijk uw ziel welvaart" (3 Joh. 2; NBG en SV).

Hij is het "Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw krankheden geneest, Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden" (Ps. 103:3,4 SV).

'Vóór alle dingen', wenst God voor ons, dat wij 'gezond zijn', gezond naar lichaam en geest. En zo moeten wij met Hem samenwerken voor het welzijn van onze gezondheid van zowel lichaam als geest.