|
||
You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God | ||
Devotional voor 29 juli 2000 De beëindiging van de zonde DE HEILIGEN ZULLEN DE WERELD OORDELEN "Daarom, velt geen oordeel vóór de tijd, dat de Here komt, die ook hetgeen in de duisternis verborgen is, aan het licht zal brengen en de raadslagen der harten openbaar maken. En dan zal aan elk zijn lof geworden van God." 1 Corinthiërs 4:5 Gedurende de duizend jaren, die verlopen tussen de eerste en de tweede opstanding, geschiedt het oordeel over de goddelozen. De apostel Paulus wijst op dit oordeel, als op een gebeuren dat volgt na de wederkomst. "Daarom, velt geen oordeel vóór de tijd, dat de Here komt." Daniël verklaart: "dat de Oude van dagen kwam en recht verschaft werd aan de heiligen des Allerhoogsten..." (Dan. 7:22). Dan regeren de rechtvaardigen als koningen en priesters voor God. Johannes zegt in Openbaring 20:4: "Ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven." Dit is de tijd, die door Paulus werd voorzegd: "Of weet gij niet, dat de heiligen de wereld zullen oordelen?" (1 Cor. 6:2,3). Verenigd met Christus oordelen zij de goddelozen, door hun handelingen te vergelijken met het Wetboek, de Bijbel; zij beslissen over iedere zaak gerekend naar de daden die ze gedaan hebben. Vervolgens wordt de straf, die de goddelozen zullen moeten lijden, bepaald naar hun werken. Dit staat vermeld achter hun namen in het boek des doods. De aanklacht die wij zullen horen zal niet tegen ons gericht zijn vanwege onze losbandige zonden, nee, we zullen beschuldigd worden wegens het nalaten van goede en edele plichten, die de God van liefde ons heeft opgelegd. De tekortkomingen in onze karakters zullen ons voor ogen worden gesteld. Het zal dan openbaar worden, dat allen die op deze wijze veroordeeld worden, licht en kennis hadden ontvangen, en dat de goederen des Heren hun waren toevertrouwd en dat zij ontrouw bevonden werden over hetgeen hun was toevertrouwd. Satan en de boze engelen worden eveneens door Christus en Zijn volk geoordeeld. Paulus zegt: "Weet gij niet, dat wij over engelen oordelen zullen?" (1 Cor. 6:3). Wanneer de Rechter over de gehele aarde aan satan verantwoording zal vragen, 'Waarom bent u opgestaan tegen Mij en waarom heeft u Mij beroofd van de onderdanen van Mijn Koninkrijk?' zal de bewerker van het kwade, geen verontschuldigingen kunnen aanbrengen. Iedere mond zal verstomd worden, en het gehele leger van opstandigen zal sprakeloos zijn. |
||