|
||
You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God | ||
Devotional voor 27 juli 2000 De beëindiging van de zonde DE TIJD LOOPT NAAR HET EINDE! "Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad." Efeziërs 5:15,16 In de morgen van 23 oktober 1879 omstreeks 2 uur rustte de Geest van God op mij, en ik zag taferelen van het komende oordeel... Het scheen dat de voltrekking van Gods grote oordeelsdag was gekomen. Tienduizend maal tienduizenden waren vergaderd voor een grote troon waarop een persoon was gezeten van een majestueuze gedaante. Verscheidene boeken lagen voor Hem, en op elke omslag stond in gouden letters, die als een brandende vuurvlam waren: "Grootboek des hemels." Toen werd een van deze boeken geopend, die de namen bevatten van hen, die er aanspraak op maken in de waarheid te geloven... Toen deze personen werden genoemd, één voor één, en hun goede daden werden vermeld, straalden hun gezichten met een heilige blijdschap. Daarna werd een ander boek geopend, waarin de zonden stonden opgetekend van hen, die de waarheid belijden. Onder het algemene hoofd van 'zelfzucht' werd iedere verdere zonde gerangschikt... Als de Heilige, Die op de troon zat, langzaam de bladen omsloeg van het Grootboek, en Zijn ogen rustten voor een moment op de personen, scheen het dat Zijn blik tot in hun ziel brandde, en ogenblikkelijk ging ieder woord en iedere daad van hun leven aan hun geest voorbij, zo duidelijk, alsof ze voor hun gezicht stonden als in vurige letters geschreven... Een groep mensen stond aangetekend als 'hinderpalen'... Deze groep mensen had in zelfverheffing alleen voor hun eigen belang gewerkt. Vervolgens werd de vraag gesteld: 'Waarom heeft u uw kleren (van uw karakter) niet gewassen en witgemaakt in het bloed van het Lam?... U wilde geen deel hebben aan Zijn lijden, en nu kunt u geen deel hebben met Hem aan Zijn heerlijkheid.'... Vervolgens werd het boek gesloten, en de mantel gleed van de schouders van de Persoon Die op de troon zat, en onthulde de ontzagwekkende heerlijkheid van de Zoon van God! Het tafereel ging toen voorbij, en ik merkte dat ik nog op de aarde was. Ik was onuitsprekelijk dankbaar, dat Gods oordeelsdag nog niet gekomen was, en dat ons nog een kostbare genadetijd was geschonken, die ons de gelegenheid gaf ons voor te bereiden op de eeuwigheid. |
||