|
||
You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God | ||
Devotional voor 16 juli 2000 Christus in de ware Tempel HIJ VERSCHIJNT IN DE HEMEL TERWILLE VAN ONS "Want Christus is niet binnengegaan in een heiligdom, met handen gemaakt, een afbeelding van het ware, maar in de hemel zelf, om thans, ons ten goede, voor het aangezicht Gods te verschijnen." Hebreeen 9:24 Gods volk moet duidelijk de leer van het heiligdom begrijpen. Allen moeten, ieder voor zichzelf persoonlijk, kennis hebben van de staat en het werk van hun grote Hogepriester. De voorbede of de bemiddeling van Christus ten gunste van de mens in het Heiligdom daarboven, is van even groot belang ten opzichte van het verlossingsplan als Zijn dood aan het kruis was. Vóór Zijn dood begon Hij met dát werk, dat Hij na Zijn opstanding en hemelvaart in de hemel wilde voltooien. Wij moeten in het geloof door de voorhang binnengaan, waar onze Voorloper ons is voorgegaan (Hebr. 6:20). Daarin wordt het licht van het kruis van Golgotha weerspiegeld. Daar kunnen wij een duidelijker inzicht verkrijgen in de verborgenheden van de verlossing. De verlossing van de mens heeft de hemel een oneindige prijs gekost. Het Offer echter weegt op tegen de meest uitgebreide eisen van Gods wet, die verbroken werd. Jezus heeft de weg geopend, die leidt tot de troon van de Vader. Door Zijn bemiddeling kunnen de oprechte verlangens van al degenen, die in het geloof tot Hem komen, voor God de Vader worden gebracht. "Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming" (Spr. 28:13). Wanneer degenen, die hun fouten verbergen en er een verontschuldiging voor zoeken, zouden zien hoe satan zich over hen verheugt, en hoe hij, Christus en Zijn heilige engelen, door hun wijze van doen smaad aandoet, dan zouden zij zich haasten hun zonden te belijden en weg te doen uit hun leven. Door de gebreken in het karakter, vindt satan gelegenheid om de gehele geest van de mens te beheersen, en hij weet, dat hij hierin zal slagen, zodra de mens aan zijn gebreken toegeeft en ze koestert. Daarom probeert hij voortdurend de navolgers van Christus te verleiden door zijn noodlottige leugens namelijk dat het onmogelijk zou zijn om de zonde te overwinnen. Maar Jezus pleit voor hen met Zijn gewonde handen en Zijn verbroken lichaam. Hij verklaart aan allen, die Hem willen volgen: "Mijn genade is u genoeg" (2 Cor. 12:9)... Laat dus niemand zijn gebreken als ongeneeslijk beschouwen. God zal geloof en genade schenken om deze gebreken te overwinnen. |
||