|
||
You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God | ||
Devotional voor 12 juli 2000 Christus in de ware Tempel HET VRIJWILLIGE OFFER VAN JEZUS "Toen zeide Ik: Zie, Ik kom; in de boekrol is over mij geschreven; Ik heb lust om uw wil te doen, mijn God, en uw wet is in mijn binnenste." Psalm 40:8,9 De kinderen Israëls werd van ouds her bevolen een offerande te brengen voor de hele vergadering om hen te reinigen van de ceremoniële onreinheid. Dit offer was een rode vaars en deze stelde het meest volmaakte offer voor, dat zou verlossen van de bezoedeling van de zonde. Dit was een offerande, die bij gelegenheid plaatsvond voor de reiniging van allen die door noodzaak of per ongeluk met doden in aanraking waren gekomen. Al degenen, die op de een of andere wijze met de dood in aanraking waren geweest, werden ceremoniëel als onrein beschouwd. Dit had de bedoeling, de Joden ervan te doordringen, dat de dood een gevolg was van de zonde en deze dus ook de zonde vertegenwoordigde. De ene vaars, de ene ark, de ene koperen slang wezen met nadruk op het ene grote Offer, de Offerdood van Christus. De vaars moest rood zijn, als zinnebeeld van het bloed. Het moest zonder vlek of smet zijn, en moest nog nooit een juk gedragen hebben. Ook hierin werd Christus gesymboliseerd. Gods Zoon kwam vrijwillig het werk der verzoening voltrekken. Hij droeg geen verplicht juk op Zijn schouders, want Hij was onafhankelijk en boven alle wetgeving. De engelen echter droegen, als Gods intelligente boodschappers, het juk van dienstbaarheid. Zij konden niet door een persoonlijk offer de schuld van de gevallen mensheid voldoen. Alleen Christus stond vrij tegenover de eisen van de wet zodat Hij de verlossing van het zondige geslacht op Zich kon nemen... Jezus had aan de rechterhand van Zijn Vader kunnen blijven, waar Hij Zijn koninklijke kroon en Zijn Koninklijke mantel droeg. Maar Hij besloot om alle rijkdommen en eer in de hemel te verwisselen voor de armoede van het mensengeslacht. In plaats van Zijn hoge positie als Aanvoerder te behouden besloot Hij deze te verruilen voor de gruwelijke ervaringen van Getsemané en de vernedering en doodsstrijd van Golgotha... De gewonde handen, de doorstoken zijde en de doorstoken voeten, betekenen een welsprekend pleidooi voor de gevallen mens, voor wie zijn verlossing gekocht is voor zo'n oneindige prijs. O! Ongeevenaarde vernedering! Noch tijd, noch wat dan ook kunnen de waarde van het zoenoffer verminderen. |
||