Devotional voor 9 juli 2000

Het heiligdom in Oudtestamentische tijden

EEN DAGELIJKSE TOEWIJDING AAN GOD

"Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst." Romeinen 12:1

De bediening van het heiligdom bestond uit twee afdelingen of twee soorten diensten nl. een dagelijkse en een jaarlijkse dienst. De dagelijkse dienst werd verricht op het brandofferaltaar in de voorhof van de tabernakel en in het heilige, terwijl de jaarlijkse dienst in het heilige der heiligen werd verricht. De dagelijkse dienst bestond uit het ochtend- en avondbrandoffer, het wierookoffer op het gouden altaar en de speciale offers voor individuele zonden. Ook waren er offers voor de Sabbatten, nieuwe maan en speciale feesten.

Iedere ochtend en avond werd een eenjarig lam verbrand op het altaar, met zijn daarbij behorende spijsoffer (Num. 15), aldus werd de dagelijkse toewijding van de natie aan God gesymboliseerd en hun constante afhankelijkheid van het verzoenende bloed van Christus. God legde er de nadruk op dat ieder offer dat werd aangeboden voor de heiligdomsdienst 'zonder smet' moest zijn... Alleen een offer dat 'zonder smet' is kon een symbool zijn van Zijn volmaakte reinheid die Zichzelf zou offeren als een onberispelijk en vlekkeloos Lam (1 Petr. 1:19). Paulus verwijst naar deze offers als een weergave van hoe Christus' volgelingen zouden moeten worden.

"Ik vermaan u dan broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst." De uren voor het ochtend- en avondoffer werden beschouwd als heilig, en zij werden beschouwd als de gezette tijden voor de wijding door de gehele Joodse natie.

In deze gewoonte hebben de christenen een voorbeeld voor ochtend- en avondgebed. Terwijl God ceremoniën, zonder de geest van aanbidding, verafschuwt, ziet Hij met groot genoegen op diegenen die Hem liefhebben en zich 's morgens en 's avonds buigen om vergeving te vragen voor bedreven zonden, om voor de nodige zegeningen te bidden.