|
||
You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God | ||
Devotional voor 7 juli 2000 Het heiligdom in Oudtestamentische tijden STERKTE EN SIERAAD IN ZIJN HEILIGDOM "Majesteit en luister zijn voor zijn aangezicht, sterkte en glorie in zijn heiligdom." Psalm 96:6 Vanaf de schepping en de val van de mens tot aan deze tegenwoordige tijd, vond er een voortdurende ontvouwing plaats van Gods plan ten behoeve van de verlossing van het gevallen mensdom, door Christus. De tent en tempel van God op aarde waren gemaakt naar het oorspronkelijke voorbeeld in de hemel. Rondom het heiligdom en de plechtige diensten, die er plaatsvonden, werden de grote waarheden als verborgenheden bewaard, die in de navolgende geslachten tot ontvouwing zouden komen. Er is geen tijdsperiode geweest dat God grotere bewijzen heeft geschonken van Zijn grootheid en Zijn verheven majesteit, dan in de tijd dat men Hem erkende als de Heerser van Israël. De openbaringen van een Koning die men niet kon zien waren groots en onuitsprekelijk ontzagwekkend. Er werd een scepter gezwaaid, maar deze bevond zich niet in de hand van een mens. De heilige ark, die de heilige wet van God bevatte, waarboven het verzoendeksel was aangebracht, was een zinnebeeld van Jehova Zelf. Hierin lag de macht van de Israelieten om in de strijd te overwinnen. Voor de ark werden afgoden neergeworpen terwijl duizenden mensen die een vluchtige blik in de ark wierpen omkwamen. Nooit heeft de Here op onze wereld zo'n openbare bekendheid gegeven aan Zijn almacht als toen Hij alleen, de erkende Koning van Israël was. De wet van God, die in de ark geborgen was, bevatte de grote standaard van gerechtigheid en oordeel. Deze wet sprak het doodvonnis uit over de overtreder. Maar boven de wet was het verzoendeksel waar de tegenwoordigheid van God werd geopenbaard en vanwaar, door de kracht van verzoening, vergeving werd geschonken aan de berouwvolle zondaar. Zo zien we dat in het verlossingswerk van Christus, dat verzinnebeeld werd in de dienst van het heiligdom, "genade en waarheid elkaar ontmoeten; gerechtigheid en vrede elkaar kussen" (Ps.85:11). Nu wij ons heden verblijden, dat de Heiland is gekomen en dat de offers van de vorige bedeling plaats hebben gemaakt voor het volmaakte Offer voor de zonde, zijn wij niet te verontschuldigen wanneer wij achteloos voorbijgaan aan die periode. |
||