|
||
You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God | ||
Devotional voor 5 juli 2000 Het heiligdom in Oudtestamentische tijden HET DOEL VAN HET HEILIGDOM "En zij zullen Mij een heiligdom maken, en Ik zal in hun midden wonen." Exodus 25:8 "Ik zal in het midden der kinderen Israá‰áls wonen en Ik zal hun tot een God zijn... Het Heiligdom zal geheiligd worden door Mijn heerlijkheid" (Ex. 29:45,43). Deze verzekering werd aan Mozes gegeven. Bij de bouw van het heiligdom als een woonstede voor God, werd Mozes onderwezen, dat hij alle dingen zou maken naar het voorbeeld van de hemelse dingen. God riep hem op de berg te komen en openbaarde hem de hemelse dingen en naar deze gelijkenis werd het heiligdom met al wat daar voor nodig was, gemaakt. Op deze wijze openbaarde Hij aan Israël, het heerlijk ideaal van Zijn karakter, want Hij wilde hen tot Zijn woonstede maken. Het voorbeeld werd hun getoond op de berg, toen de wet hun werd gegeven vanaf de Sinaï. Dat ideale karakter konden zij in eigen kracht niet verkrijgen. De Openbaring, hun op de Sinaï geschonken, kon hun alleen een indruk geven van hun gebrek en hun hulpeloosheid. Het heiligdom zou hen, door de offerdiensten, nog een andere les leren nl. de les van vergiffenis van zonde, en de macht door middel van de Verlosser, om gehoorzaamheid te leren teneinde te leven. De tabernakel was het symbool van Gods plan, dat door Christus in vervulling zou gaan. Het heerlijke bouwsel met wanden van blinkend goud - de kleuren van de regenboog weerkaatsend - de gordijnen waarin engelenfiguren waren ingeweven - de geur van de gedurig brandende wierook doortrok de gehele ruimte - de priesters gekleed in smetteloos wit - de verborgenheid van het binnenste vertrek - de heerlijkheid van het Heilige der heiligen, de shekina boven het verzoendeksel tussen de in aanbidding knielende engelen. In dit alles wenste God dat Zijn volk zou leren wat Zijn plan was voor de menselijke ziel. Eeuwen later bracht de apostel Paulus ditzelfde plan naar voren, gedreven door de Heilige Geest: "Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig!" (1 Cor.3:16,17). |
||