You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God

Devotional voor 18 juni 2001

De tussenpoos van stilte

DE TOESTAND VAN DE MENS GEDURENDE DE DOOD

"De levenden weten tenminste, dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets; zij hebben geen loon meer te wachten, zelfs hun nagedachtenis is vergeten. Zowel hun liefde als hun haat en hun naijver zijn reeds lang vergaan; en zij hebben nimmer deel aan iets, dat onder de zon geschiedt." Prediker 9:5,6

De theorie van 'de onsterfelijkheid van de ziel' was één van de valse leringen die Rome ontleende aan het heidendom en ingang deed vinden in de christelijke godsdienst. Maarten Luther deelde deze leer in bij de monsterachtige verzinsels, die deel uitmaken van de Roomse mesthoop der pauselijke verordeningen. De Hervormer zegt in zijn commentaar over de woorden van Salomo in Prediker, naar aanleiding van de gedachte dat de doden niet met al weten: "Salomo oordeelt dat de doden slapen en in het geheel niets voelen. Want de doden liggen daar, zij berekenen dagen noch jaren, en als zij worden opgewekt zal het hun zijn of zij nauwelijks een ogenblik geslapen hebben."

De martelaar Tyndale verklaarde, wanneer hij verwees naar de toestand van de doden: "Ik belijd openlijk, dat ik niet overtuigd ben, dat zij reeds verkeren in de volledige heerlijkheid van Christus of bij de engelen van God. Ook kan men dit niet in enig artikel van mijn geloofsbelijdenis terugvinden, want als dat zo zou zijn, dan zou de Bijbelse leer van 'de opstanding des vlezes' totaal geen nut meer hebben."

Volgens het volksgeloof, zijn de verlosten in de hemel op de hoogte van al wat plaats vindt op de aarde en in het bijzonder van het leven van vrienden die zij achter lieten. Maar hoe zou dit een bron van geluk voor de doden kunnen zijn, de moeiten te kennen van de levenden? Te zien hoe zij verdriet en teleurstellingen en benauwdheid hebben te doorstaan? Hoe weerzinwekkend is het te geloven dat, zodra de adem het lichaam verlaat, de ziel van de onboetvaardige wordt prijsgegeven aan de vlammen van de hel! In welk een hopeloze gemoedstoestand moeten zij dan wel verkeren, die hun vrienden of familie onvoorbereid naar het graf moeten dragen, waarvan zij veronderstellen dat zij in alle eeuwigheden in de hel zullen moeten lijden!

Jezus zegt dat voor de gelovige kinderen de dood een slaap is. Hun leven is geborgen met Christus in God en totdat de laatste bazuin zal klinken, zullen zij die sterven, in Hem slapen.