You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God

Devotional voor 7 juni 2001

De goddelijke Levengever

DE BRON VAN AL HET LEVEN

"Want bij U is de bron des levens, in uw licht zien wij het licht." Psalm 36:10

Alle geschapen wezens leven door de wil en door de kracht van God. Hun leven is geheel afhankelijk van God. Zowel de hoogste serafijn als het nederigste levende wezen, wordt in stand gehouden door de Bron des Levens.

Vooral jonge mensen moeten leren begrijpen welke diepzinnige waarheid ten grondslag ligt aan het Bijbelwoord, dat zegt: "God is de bron des levens". Hij is niet alleen de Levengever, maar Hij verzorgt ook al het geschapene. Het is Zijn levenskracht, die wij ontvangen in de zonneschijn, de zuivere, heerlijke lucht en het voedsel, dat ons lichaam opbouwt en onze krachten onderhoudt. Door Zijn leven bestaan wij, het ene uur na het andere en ogenblik na ogenblik. Behalve wanneer Zijn gaven zijn verdorven door de zonde, streven zij allen tot het in stand houden van leven, gezondheid en vreugde.

De gehele natuur is doortrokken van een geheimzinnig Leven - een Leven, dat de talloze werelden onderhoudt in de onmetelijke ruimte, in het kleinste insect dat leeft en dat meezweeft in de zwoele zomerwind en de jongen raven voedt op hun geschreeuw, dat de knop doet ontluiken en de bloem ontwikkelt tot vrucht.

Dezelfde kracht, die de natuur ondersteunt, werkt ook in de mens. De wetten, die de werkingen van het hart beheersen en de levensstroom naar het lichaam leiden, zijn wetten van de almachtige God, die de rechtmatige macht over de mens heeft. Uit Hem komt alle leven voort. Alleen in harmonie met Hem kan het leven de ware sfeer vinden, waarin het tot volledige uiting kan komen. De voorwaarde voor het bestaan, van al het geschapene, is dezelfde namelijk het leven wordt onderhouden door leven van God te ontvangen en heeft haar bestaansrecht alleen wanneer het met Zijn wil harmoniseert (Ps. 36:9-10). Door Zijn wet in lichamelijke, verstandelijke of zedelijke zin te overtreden, zal het eigen ik niet meer in harmonie zijn met de regels die het heelal regeren en besturen...

Voor een ieder, die op deze wijze de onderwijzing van de natuur heeft leren verstaan, wordt de gehele natuur verlicht. De wereld is dan een schoolboek en het leven een school. De eenheid tussen de mens, de natuur en God is de universele heerschappij van de wet over het gehele heelal. De gevolgen van de overtreding van deze wet, maken dan een diepe indruk op het verstand en vormen het karakter.