Devotional voor 26 december

Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde

OPVATTINGEN OVER HET TOEKOMSTIGE LEVEN

"Want wanneer zij uit de doden opstaan, huwen zij niet, en worden niet ten huwelijk genomen, maar zij zijn als engelen in de hemelen." Marcus 12:25

Er zijn heden ten dage mensen, die zeggen dat ze geloven, dat er op de nieuwe aarde huwelijken zullen zijn en dat er kinderen geboren zullen worden; maar zij die in de Schrift geloven kunnen een dergelijke leer niet aanvaarden. De leer, dat er op de nieuwe aarde kinderen zullen worden geboren, maakt geen deel uit van "Het vaste woord der Profetie." De woorden van Christus zijn te eenvoudig om ze verkeerd te kunnen verstaan. Zij moeten voor altijd het vraagstuk over het trouwen en kinderen krijgen op de nieuwe aarde beantwoorden. Noch degene die uit de doden zullen worden opgewekt, noch zij die zonder de dood te ervaren zullen worden meegenomen, zullen huwen of ten huwelijk worden gegeven. Dezen zullen zijn als Gods engelen, leden van het Koninklijke gezin.

Ik zou tot hen, die een opvatting hebben die in strijd is met deze duidelijke verklaring van Christus, willen zeggen: 'In dergelijke zaken is stilzwijgen welsprekend.' Het is aanmatigend om toe te geven aan een voorkeur voor veronderstellingen en theorieën over dingen die God in Zijn Woord niet aan ons bekend heeft gemaakt. Wij moeten niet speculeren wat betreft onze toekomstige levensstatus.

"Verkondig het woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen" (2 Tim.4:2). Leg geen hout, stro of stoppels op het fundament - uw eigen waanvoorstellingen en bespiegelingen, die voor niemand van nut zijn. Christus heeft niet één waarheid achter gehouden, die noodzakelijk is voor onze verlossing. Die zaken, die geopenbaard zijn, zijn voor ons en onze kinderen, maar wij mogen onze verbeeldingskracht niet toestaan leerstellingen te maken betreffende dingen, die niet zijn geopenbaard. De Here heeft voorzien in al wat nodig is voor ons geluk in het toekomstige leven. Maar Hij heeft omtrent deze plannen geen verdere openbaring gegeven, en het is ons niet veroorloofd hierover te speculeren. Evenmin mogen we de toestanden van dit leven als maatstaf nemen voor de toestand in het toekomstige leven... Mij is getoond, dat velen in de strikken vallen van geestelijke fabels of verzinsels... Tegen een ieder die zich openstelt voor zulke onheilige verzinsels, wil ik zeggen: Stop, om Christus wil. Stop! Ga geen stap verder. U staat op verboden grond!"