|
||
You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God | ||
Devotional voor 21 december Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde GLANZENDE STRALEN VAN HEERLIJKHEID "Er is een glans als van zonlicht, lichtstralen heeft Hij aan zijn zijde en daar is het omhulsel zijner kracht." Habakuk 3:4 "Daar het satan gelukte de mens af te keren van het pad der gehoorzaamheid, werd hij de god van deze wereld" (2 Cor.4:4). De heerschappij, die eerst aan Adam geschonken was, ging over op de overweldiger. Maar de Zoon van God heeft voorgesteld naar deze aarde te komen, om de prijs van de zonde te betalen en op deze wijze niet alleen de mens te verlossen, maar ook de heerschappij die de mens had verbeurd, weer voor hem te herwinnen. De apostel Paulus heeft naar het herstel of de verlossing van de verloren heerschappij verwezen als "de verkregen verlossing tot lof Zijner heerlijkheid" (Efeze 1:14). Door de zonde was niet alleen de mens, maar ook de aarde onder de macht van de boze gekomen. Zij zou moeten worden hersteld door de uitvoering van het verlossingsplan. Het kruis van Golgotha, dat de wet onveranderlijk verklaart, verkondigt aan het heelal, dat het loon van de zonde de dood is. Bij de laatste kreet van de stervende Verlosser "Het is volbracht", werd de doodsklok van satan geluid. De grote strijd, die zolang in kracht was toegenomen, werd toen beslist en de zekerheid van de uiteindelijke uitroeiing van de zonde was verkregen. De Zoon van God ging door de poorten van het graf, "opdat Hij door de dood teniet doen zou degene, die het geweld des doods had, dat is, de duivel" (Hebr. 2:14). De begeerte naar zelfverheffing had Lucifer ertoe gebracht te zeggen: "Ik zal ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen... Ik zal de allerhoogste gelijk worden" (Jes. 14:13,14). God verklaart: "...Ik heb u gemaakt tot as op de aarde en u zult er niet meer zijn tot in eeuwigheid" (Ezech. 28:18,19). "Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde" (Openb. 21:11). Ieder spoor van de vloek was uitgewist... Eén ding dat ons doet herinneren, blijft: Onze Verlosser zal voor altijd de tekenen dragen van Zijn kruisdood. Op Zijn gewonde hoofd, aan Zijn zijde, aan Zijn handen en voeten, zijn de sporen te zien van het wrede werk, van de zonde. De profeet zegt, terwijl hij Christus in Zijn heerlijkheid ziet: "En er was een glans als van licht. Hij had horens aan Zijn hand en daar was Zijn sterkte verborgen." Het kruis van Christus zal het object tot studie zijn en het lied van de verlosten tot in alle eeuwigheid. |
||