Devotional voor 20 december

Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde

HET LEVEN IN DE HOF VAN EDEN

"En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer." Openbaring 21:1

De hemel is een school, haar studieveld is het heelal, haar leraar is de oneindige God. Een deel van deze school werd in de hof van Eden gevestigd en wanneer het verlossingsplan zal zijn voltooid, zal de opvoeding weer worden hervat in de school van Eden.

Johannes, de profeet van Patmos, beschreef als volgt de ligging en plaats van de school van het hiernamaals: "Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan... En ik Johannes, zag de heerlijke stad,, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit de hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is" (Openb. 21:1,2)...

De gave van de boom des levens in de hof van Eden was op voorwaarde gegeven; de boom werd tenslotte van de mens weggenomen. De gave van het toekomstige leven is absoluut en eeuwigdurend...

Wanneer de mens in Zijn tegenwoordigheid zal zijn hersteld, dan zal hij, evenals in het begin, onderwezen worden door God: "Mijn volk zal in die dag kennen, dat Ik het zelf ben, Die spreekt: "Zie, hier ben Ik" (Jes. 52:6). Al de schatten van het heelal zullen worden opengelegd voor Gods kinderen, om ervan te leren. Met een onuitsprekelijke vreugde, zullen wij de blijdschap en de wijsheid leren verstaan van de nooit gevallen wezens. Wij zullen de schatten delen, die van eeuw tot eeuw gewonnen zijn, door het werk van Gods handen te overdenken. De jaren van de eeuwigheid, al voortgaande, zullen steeds meer heerlijke openbaringen brengen. Overvloedig "boven al wat wij bidden of denken" (Efez. 3:20), zal God ons tot in alle eeuwigheid Zijn gaven meedelen.

Het leven op aarde is het begin van het leven in de hemel, de opvoeding op aarde is een inwijding in de beginselen van de hemel, het levenswerk hier op aarde, is een oefening en voorbereiding voor het leven daarboven. Wat wij nu zijn, wat betreft ons karakter en onze heilige, toegewijde dienst aan God, is de zekere voorafschaduwing van wat wij zijn zullen.