|
||
You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God | ||
Devotional voor 30 november De oordelen die over de aarde komen DE ZEVEN LAATSTE PLAGEN "De ellendigen en de armen zoeken water, maar het is er niet, hun tong verdroogt van dorst; Ik, de Here, zal hen verhoren; Ik, de God van Israël, zal hen niet verlaten." Jesaja 41:17 Wanneer Christus Zijn middelaarswerk beeïndigt in het hemels Heiligdom, zal de ongemengde toorn van God, op hen, die het beest en zijn beeld aanbidden en zijn merkteken dragen, worden uitgegoten. De plagen die over Egypte kwamen, toen God op het punt stond Israël te verlossen, waren van eenzelfde aard maar deze plagen, die over de wereld zullen komen vlak voor dat Gods volk zal worden verlost zijn nog erger en omvangrijker. De schrijver van de Openbaring zegt, als hij deze ontzagwekkende plagen beschrijft: "en er kwam een kwaad en boos gezweer aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld aanbaden." De zee werd bloed als van een dode en alle levende ziel is gestorven in de zee." "En de rivieren en de fonteinen der wateren... werden bloed" (Openb. 16:2-4). Hoe vreselijk deze kwellingen ook mogen zijn, Gods gerechtigheid is volkomen gerechtvaardigd... Deze plagen zijn niet overal op de wereld tegelijk, dan zouden de bewoners van de aarde geheel worden afgesneden. Wel zullen het de meest afgrijselijke plagen zijn, die stervelingen ooit beleefd hebben. Alle oordelen die over mensen gekomen zijn vóór de afsluiting van de genadetijd, waren gemengd met genade. Het pleitende bloed van Christus beschermde de zondaar ervoor dat de volle maat van zijn schuld zou worden vergolden, maar in het laatste oordeel wordt de gramschap ongemengd uitgestort, zonder genade. Het is onmogelijk een idee te geven van de ervaringen van Gods volk dat dan op aarde leven zal, wanneer de onbeschrijfelijke smarten en de hemelse heerlijkheid ineen zullen vloeien. Ze zullen wandelen in het licht dat uitgaat van Gods troon. Door bemiddeling van de engelen zal er voortdurend verband bestaan tussen hemel en aarde. Het leed zal aan Gods volk niet bespaard worden... maar ze zullen niet worden overgegeven aan de dood... Terwijl de goddelozen van honger en van pest sterven, zullen er engelen zijn die de rechtvaardigen beschermen en voorzien in hun noden. De belofte is geschonken aan hem, die 'in gerechtigheid wandelt', 'zijn brood wordt hem gegeven, zijn wateren zijn gewis' (Jes.33:16). |
||