evotional voor 14 november

Kijk uit voor de valstrikken

GRIJP GODS STERKTE AAN

"Of hij moest Mijn sterkte aangrijpen, hij zal vrede met Mij maken; vrede zal hij met Mij maken." Jesaja 27:5 (SV)

In de Bijbel wordt verklaard, dat satan "de aanklager onzer broederen is, die hen aanklaagde voor onze God dag en nacht" (Openb. 12:10). Deze strijd herhaalt zich bij ieder mens die uit de macht van satan bevrijd is en die in het boek des levens van het Lam geschreven is. Nooit zal er iemand uit het gezin van satan overgaan naar het gezin van God, zonder de hardnekkige weerstand van de boze op te wekken. Dan zet hij mensen aan tot twijfel, door hun het vertrouwen in God weg te nemen en hen op die manier te scheiden van Zijn liefde. Hij verleidt hen Zijn wet te breken en dan eist hij hen op als zijn gevangene en betwist hij Christus het recht ze hem te ontnemen. Hij weet, dat degene, die God in ernst vragen om hen te vergeven en in genade aan te nemen, ook worden verhoord. Daarom houdt satan hen de zonden voor om hen te ontmoedigen... Door middel van talloze listen, zo sluw en zo wreed als maar mogelijk is, probeert hij hun veroordeling zeker te stellen.

De mens kan zulke aanvallen niet zelf het hoofd bieden. Daar staat hij voor God in zijn met zonden bevlekte kleed, terwijl hij zijn schuld bekent. Maar Jezus, onze Advocaat, houdt een doeltreffend pleidooi ten gunste van allen die in berouw en geloof zichzelf aan Hem hebben overgegeven, dat Hij hen bewaren zal. Hij pleit voor hun zaak en hij overwint hun aanklager door het machtig argument van Golgotha. Zijn volmaakte gehoorzaamheid aan Gods wet, tot de kruisdood, heeft Hem alle macht gegeven, zowel in de hemel als op de aarde, en zo eist Hij van Zijn Vader genade en verzoening voor de schuldige...

Christus zal niet één mens, die in berouwvolle belijdenis van zonde en in geloof Zijn bescherming vraagt, in de macht van de vijand overgeven. Zijn Woord is getrouw: "Of hij moest Mijne sterkte aangrijpen, hij zal vrede met Mij maken; vrede zal hij met Mij maken." Aan allen is de belofte gedaan: "Indien gij in Mijn wegen wandelt en de door Mij opgedragen taak waarneemt... dan zal Ik u doen verkeren onder hen, die hier staan" (Zach.3:7). Engelen van God zullen hen aan beide zijden omringen, zelfs hier op deze aarde, en uiteindelijk zullen zij temidden van de engelen voor de troon van God staan.