Devotional voor 17 februari 2001

Gods Heilige Geest

EEN GEHEIMZINNIGE EN LIEFDEVOLLE TEGENWOORDIGHEID

"De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zó is een ieder, die uit de Geest geboren is." Johannes 3:8

De grootheid van God is voor ons onbegrijpelijk. "Des Heren troon is in de hemel" (Psalm 11:4). Toch is Hij door Zijn Geest overal aanwezig. Hij kent alle werken Zijner handen tot in bijzonderheden en heeft er een persoonlijke belangstelling voor...

De Maker van alle dingen schiep de menselijke ziel met het vermogen om te kennen en om lief te hebben. Zijn karakter is niet zodanig, dat Hij de verlangens van de ziel onvoldaan zou laten. Een ongerijmd beginsel, een onpersoonlijk of abstract begrip kunnen de noden en de verlangens in dit leven van worsteling met de zonde, droefheid en pijn niet bevredigen. Het is niet voldoende om te geloven in een wet en in een kracht, in dingen die geen medelijden kennen, en de kreten om hulp niet verstaan. Wij verlangen naar een Almachtige Arm Die ons zal ondersteunen en naar een Oneindige Vriend Die erbarmen met ons heeft. Wij hebben de greep nodig van een warme hand, wij willen vertrouwen in een liefhebbend hart. Juist op deze wijze heeft God Zichzelf in Zijn Woord geopenbaard.

Geestelijke dingen worden geestelijk onderscheiden. Het vleselijke verstand kan deze geheimen niet bevatten... Wereldwijze mensen hebben geprobeerd de invloed van Gods Geest in het hart van de mensen te verklaren, vanuit wetenschappelijke beginselen. De mens behoeft in deze richting niet ver te gaan of hij wordt gevangen in de verstrikkingen van het ongeloof. Het geloof in het Woord van God - de Bijbel - is het eenvoudige geheim van Godzaligheid. Geen menselijk hart kan het ten volle verstaan, en het is geheel onbegrijpelijk voor het niet-wedergeboren hart.

De aard van de Heilige Geest is een verborgenheid. Mensen kunnen Hem niet verklaren, omdat de Here het hun niet heeft geopenbaard. Omdat de mensen zichzelf voorstellingen maken, kunnen zij schriftgedeelten verzamelen en er een menselijk verzinsel omheen bouwen. Maar door zulke opvattingen te aanvaarden zal de gemeente niet versterkt worden in het geloof. Wat zulke verborgenheden betreft, die te diep zijn voor het menselijk verstand, is zwijgen hierover goud.