|
||
You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God | ||
Devotional voor 14 februari 2001 De eeuwige Zoon DE OPSTANDING VAN JEZUS EN HET NIEUWE LEVEN "De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verderven; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed." Johannes 10:10 De opstanding van Jezus was een voorbeeld van de uiteindelijke opstanding van al degenen die in Hem slapen. Hij Die gezegd heeft: "Ik leg Mijn leven af, opdat Ik het wederom opneme", kwam uit het graf te voorschijn tot leven, dat in Hem zelf was. Zijn menselijkheid stierf, maar Zijn goddelijkheid stierf niet. In Zijn goddelijkheid bezat Christus de macht om de banden van de dood te verbreken. Hij zegt dat Hij leven heeft in Zichzelf waardoor Hij diegene kan opwekken die Hij wil... Hij is de oorsprong, de bron des Levens. Hij alleen, Die onsterfelijkheid bezit en Die woont in het licht en in het leven, kon zeggen: "Ik heb macht Mijn leven af te leggen en Ik heb macht het wederom op te nemen" (Johannes 10:18)... Christus was bekleed met het recht om onsterfelijkheid te schenken. Het leven dat Hij in Zijn menselijkheid had afgelegd, nam Hij weer op en gaf dit aan de mensen. Hij zei: "Ik ben gekomen opdat zij leven hebben en dat zij het overvloediger mogen hebben." Christus is het leven zelf. Hij, Die door de dood heenging om hem te vernietigen die de macht van de dood had, is de Bron van alle leven. Er is 'balsem in Gilead' en daar is 'een Heelmeester'. Christus doorstond een worsteling met de dood onder de meest vernederende omstandigheden, zodat wij 'leven' zouden ontvangen. Hij gaf Zijn kostelijk leven prijs om de dood te overwinnen. Maar toen Hij uit het graf oprees, kwamen er duizenden engelen om te zien, hoe Hij, Die het leven dat Hij afgelegd had, weer opnam. Zij hoorden de woorden van zegevierende vreugde die Hij verkondigde, terwijl Hij boven de gebarsten grafsteen van Jozef uitrees, zeggende: "Ik ben de opstanding en het leven." De opstanding en de hemelvaart van onze Here is een zeker bewijs van de overwinning van Gods heiligen over de dood en het graf, en het is een borg dat de hemel geopend is voor degenen die de klederen van hun karakters wit maken in het bloed van het Lam. Jezus is opgevaren tot de Vader, als Vertegenwoordiger van de mensheid, en God zal degenen die Zijn beeld weerspiegelen daar brengen waar ze aan Zijn heerlijkheid kunnen deelhebben en Hem in Zijn heerlijkheid kunnen zien. |
||