|
||
You are - home - My.agp - Devotional Room/ Dagelijks met God | ||
Devotional voor 2 februari 2001 De wonderbare Vader ZIJN MAJESTEIT EN ZIJN GROOTHEID "U, o Here, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja, alles wat in de hemel en op de aarde is; van U is de heerschappij, o Here, en Gij zijt als hoofd boven alles verheven." 1 Kronieken 29:11 God is onze Vader, Die ons liefheeft en voor ons zorgt als voor Zijn kinderen. Hij is ook de grote Koning van het heelal. Men kan God niet vergelijken met de dingen die Zijn handen hebben gemaakt. Dat zijn slechts aardse dingen, die lijden onder de vloek van God, vanwege de zonden van de mens. Men kan de Vader niet beschrijven door middel van aardse dingen. De Vader is "al de volheid der Godheid lichamelijk" en Hij is voor sterfelijke ogen onzichtbaar. Wij moeten niet in een verwaand pogen de hand uitsteken om het gordijn op te lichten, waarachter Hij Zijn majesteit versluiert. De apostel roept uit: "Hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen" (Romeinen 11:33). Het is een bewijs van Zijn genade, dat Zijn macht wordt verborgen en dat Hij Zich omringt met wolken van geheimzinnigheid en ondoordringbaarheid; immers voor wie het gordijn zou oplichten, dat de goddelijke tegenwoordigheid verbergt, volgt de dood. Het sterfelijk verstand kan niet doordringen in het geheim, waar de Machtige God woont en werkt. Wij kunnen niet meer van Zijn omgang met ons en de drijfveren die Hem bewegen begrijpen, dan Hij goed acht te openbaren. Hij regelt alle dingen in gerechtigheid en wij mogen niet onvoldaan noch wantrouwend worden, maar wij moeten ons buigen in een eerbiedige onderwerping. Hij zal ons zoveel openbaren van Zijn plannen, als voor ons goed is om te weten. Verder moeten wij vertrouwen op de hand die almachtig is, op het hart dat vol liefde is. God is de bron van alle wijsheid en van alle waarheid... De mens kan nu alleen aan de rand van deze uitgestrekte ruimte rondhangen, en dan zijn verbeelding de vrije vlucht laten. De beperkte mens kan de oneindige diepe dingen van God niet doorgronden. De ware eerbied voor God wordt ingegeven door een begrip van Zijn oneindige grootheid en een bewustzijn van Zijn aanwezigheid, zodat ieder hart diep onder de indruk zal zijn van dit besef van de Onzienlijke. |
||