Bijbelkommentaar van Ellen White
Openbaring 4
3. Zie EGW over Rom. 3:24-26.
Openbaring 5
Vers 6 (Ef. 2:5, 6). Het
Lam in het midden van de troon. -- Het Lam van God wordt voorgesteld als
staande in het midden van de troon van God. Hij is het grote trefpunt waar
God en de mensen zijn verenigd en met elkaar omgang hebben. Zo worden de
mensen voorgesteld als gezeten in hemelse gewesten in Christus Jezus. Dit is
de aangewezen plaats van samenkomst tussen God en de mens (MS 7, 1898).
8. Zie EGW over Openb.
8:3, 4.
9-12. Zie EGW over
Hebr. 1:14.
11 (Openb. 7:1-3; 16:13-16;
Hebr. 1:14; zie EGW over Hebr.9:24). Handen van Engelen omspannen de wereld.
-- Johannes schrijft: “En ik zag en hoorde een stem van vele engelen
rondom de troon.” Engelen waren verenigd in het werk van Hem die de zegelen
verbroken had en het boek had genomen. Vier machtige engelen houden de
machten van deze aarde tegen tot de dienstknechten van onze God verzegeld
zijn aan hun voorhoofden. De volken der wereld verlangen naar de strijd;
maar ze worden in toom gehouden door de engelen. Als deze weerhoudende macht
wordt weggenomen, zal er een tijd van benauwdheid en zielsangst aanbreken.
Dodelijke oorlogswapenen zullen worden uitgevonden. Schepen zullen met hun
levende lading worden begraven in de diepten. Allen die niet de geest der
waarheid bezitten, zullen zich aaneensluiten onder de leiding van satanische
machten. Maar zij worden onder controle gehouden tot de dag van de grote
slag van Armageddon zal aanbreken.
Engelen omspannen de wereld en
ontzeggen Satan diens aanspraken op oppergezag, die hij heeft gedaan op
grond van de grote massa van zijn aanhangers. Wij horen de stemmen niet en
zien met het natuurlijk oog het werk van deze engelen niet, maar hun handen
omspannen de wereld en met grote waakzaamheid houden zij de legers van Satan
in bedwang, tot het verzegelingswerk van Gods volk zal zijn voltooid.
De dienaars van de Here, Zijn
engelen, zijn bekwaam en hebben macht en grote kracht en hebben de opdracht
om van de hemel naar de aarde te gaan om Zijn volk te dienen. Hun werk is om
de felle woede tegen te houden van hem, die gekomen is als een brullende
leeuw, zoekende wie hij kan verslinden. De Here is een toevlucht voor allen,
die in Hem vertrouwen. Hij zegt dat zij zich een korte tijd moeten
verbergen, tot de gramschap voorbij is. Spoedig zal Hij Zijn plaats verlaten
om de wereld voor haar ongerechtigheid te straffen. Dan zal de aarde haar
bloed onthullen en haar verslagenen niet langer bedekken (Brief 79, 1900).
De Hemel een plaats van
grote bedrijvigheid. -- Konden allen onze dierbare Heiland slechts zien
zoals Hij is - een VERLOSSER. Laten Zijn handen het gordijn dat Zijn
heerlijkheid voor onze ogen verbergt, opzij schuiven. Hij is in Zijn hoge en
heilige plaats. Wat zien wij? Wij zien onze Heiland, niet in een positie van
stilte en rust. Hij is omringd door hemelse wezens, door cherubs en serafs,
door tienduizend maal tienduizenden engelen.
Al deze hemelse wezens hebben
één doel boven alle andere dingen, waarvoor zij een intense belangstelling
hebben - Zijn gemeente in een wereld vol verderf. Al deze legers staan in
dienst van de Vorst des hemels, terwijl zij het Lam van God, dat de zonde
der wereld wegneemt, verheffen. Zij werken voor Christus, onder zijn
opdracht, om volkomen zalig te maken wie tot Hem opzien en in Hem geloven.
Deze hemelse wezens haasten zich in hun werk, terwijl zij voor Christus doen
wat Herodus en Pilatus tegen Hem deden. Zij beraadslagen samen om Gods eer
en heerlijkheid hoog te houden. Zij zijn verenigd in een heilige
verbondenheid, in een grootse en verheven eenheid, om de macht, het
medeleven, de liefde en heerlijkheid van een gekruisigde en opgestane
Heiland te tonen.
In hun werk laten deze hemelse
legers zien hoe Gods gemeente moet zijn. Christus werkt voor hen in de
hemel, terwijl Hij Zijn boodschappers naar alle delen van de wereld zendt om
elke lijder te helpen die naar Hem opziet om hulp, om geestelijk leven en
kennis.
De gemeente van Christus op
aarde bevindt zich temidden van de zedelijke duisternis van een ontrouwe
wereld, die Gods wet vertrapt. Maar hun Verlosser, die de losprijs heeft
betaald met Zijn eigen kostbaar bloed, heeft alle voorzieningen getroffen
opdat de gemeente een veranderd lichaam zal zijn, verlicht door het Licht
der wereld, in het bezit van de heerlijkheid van Immanuël. De heldere
stralen van de Zon der gerechtigheid, die door Zijn gemeente schijnt, zullen
elk verloren, afgedwaald schaap, dat tot Hem wil komen om in Hem een
toevlucht te vinden, in Zijn kudde bijeenbrengen. Zij zullen voor altijd
vrede, licht en blijdschap vinden in Hem die vrede en gerechtigheid is
(Brief 89c, 1897).
12. Zie EGW over 1 Kor.
15:51-55.
Openbaring 6
Vers 9 (Openb. 18:1-5; zie
EGW over Rom. 12:19). De opening van het vijfde zegel .-- Toen het
vijfde zegel werd geopend, zag Johannes in visioen onder het altaar de
schare die gedood was om het Woord Gods en het getuigenis van Jezus
Christus. Hierna kwamen de tonelen, beschreven in Openbaring 18, waar zij,
die waarachtig en getrouw zijn, uit Babylon worden geroepen (Openb. 18:1-5
aangehaald) (MS 39, 1906).
13-17. Zie EGW over
Openb. 16:1-2 1.
14-17. Zie EGW over
Mat. 28:2-4.
15-17. Zie EGW over
Rom. 3:19.
16. Zie EGW over Mat.
27:21, 22, 29.