You are home- www.agp-internet.com/react- sermonroom Nederlands (overdenkingen & Bijbelstudies)
 

De parel van grote waarde  (9)

 

Mattheüs 13: 45,46

 

Onze Heiland heeft de zegen van de verlossende liefde vergeleken met een kostbare parel. Hij illustreerde zijn les door de gelijkenis van de koopman die goede parels zoekt en ”toen hij een kostbare parel gevonden had, ging hij heen en verkocht al wat hij had en kocht die.”

Christus zelf is de parel van grote waarde. In Hem bevindt zich alle heerlijkheid van de Vader, de volheid van de God­heid. Hij is het schijnsel van de heerlijkheid van zijn Vader en het evenbeeld van zijn persoonlijkheid. De heerlijkheid van Gods eigen­schappen komt tot uiting in zijn karakter. Iedere bladzijde in de Heili­ge Schrift is verlicht door zijn glans. De gerechtigheid van Christus is als een zuivere, witte parel zonder enig gebrek of enige vlek. Geen enkel menselijk werk kan de grote en kostbare gave van God verbete­ren. In Christus zijn alle schatten van wijsheid en kennis verborgen. Hij is ons van God geworden “wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing.” (Kol. 2:3; 1 Cor. 1:30) 

Alles wat de noden en verlangens van het menselijk hart kan bevredigen, zowel voor deze wereld als voor de eeuwigheid, is te vinden in Christus. Onze Verlosser is de Parel, die zo kostbaar is dat in vergelijking hiermee alles als verlies beschouwd kan worden.

 

Christus is gekomen tot de zijnen, maar de zijnen hebben Hem niet aangenomen. (Joh. 1:11) Gods licht heeft in het duister van deze wereld geschenen, maar de duisternis heeft het niet begrepen. (Joh. 1:5)

Maar niet iedereen stond onverschillig tegenover Gods gave. De koopman uit de gelijkenis stelt degenen voor die ernstig verlangen de waarheid te ken­nen. Onder de verschillende volken waren oprechte en nadenkende mensen die in de literatuur, wetenschap en godsdienst van de heiden­wereld hadden gezocht naar dingen, die zij als schatten voor de ziel konden aanvaarden. Onder de Joden waren mensen die zochten naar hetgeen zij niet bezaten. Ontevreden met een godsdienst van vormen verlangden zij naar iets dat geestelijk was en hen kon opbouwen. De door Christus gekozen discipelen behoorden tot deze mensen, Cornelius en de kamerling tot de eerste groep. Zij hadden om licht uit de hemel gebeden en ernaar verlangd en toen Christus aan hen werd geopenbaard, namen zij Hem vol blijdschap aan.

 

In de gelijkenis wordt de parel niet voorgesteld als een geschenk. De koopman kocht deze ten koste van alles wat hij bezat. Velen vragen naar de betekenis hiervan omdat Christus in de Schrift wordt voorge­steld als een gave. Hij is ook een gave, maar slechts voor hen, die zich zonder voorbehoud aan Hem overgeven naar lichaam, ziel en geest. Wij moeten ons overgeven aan Christus om een leven te leiden van bereidwillige gehoorzaamheid aan al zijn geboden. Alles wat wij zijn, alle talenten en gaven die wij bezitten zijn van de Here om te worden gebruikt in zijn dienst. Als wij ons zo volkomen aan Hem overgeven, geeft Christus Zich met alle schatten van de hemel aan ons. Dan ver­krijgen wij de kostbare parel.

 

Verlossing is een vrije gave. Toch moet deze gekocht en verkocht worden. Op de markt waar Gods genade heerst, wordt deze kostbare parel voorgesteld als gekocht zonder geld en zonder prijs. Op deze markt kan iedereen de gaven van de hemel verkrijgen. De schatkamer van de edelstenen van de waarheid staat voor iedereen open. “Zie”, zegt de Heer, “Ik heb een open deur voor u gegeven en niemand kan die sluiten.” Voor deze deur staan geen schildwachten. Stemmen van bin­nen zowel als van buiten roepen: Kom. De stem van de Heiland nodigt ons vol liefde uit: “Ik raad u aan van Mij te kopen goud, dat in het vuur gelouterd is, opdat gij rijk moogt worden.” (Openb. 3:8,18)

 

Het evangelie van Christus is een zegen die iedereen kan bezitten. Zowel de armsten als de rijksten kunnen de zaligheid kopen, want wereldse rijkdommen kunnen deze niet verschaffen. Ze wordt verkre­gen door bereidwillige gehoorzaamheid, door ons aan Christus te geven als een bezit, dat Hij heeft gekocht. Zelfs de beste scholing kan op zichzelf niemand nader tot God brengen. De Farizeeën hadden alle tijdelijke en geestelijke zegeningen gekregen en zeiden vol trots: “Wij zijn rijk en verrijkt en hebben aan niets gebrek.” Toch waren zij “ellen­dig, jammerlijk, arm, blind en naakt.” (Openb. 3:17)

Christus bood hun de kostbare parel aan, maar ze verwaardigden zich niet deze te aanvaarden. Daar­om zei Hij tot hen: “De tollenaars en hoeren gaan u voor in het konink­rijk Gods.” (Matth. 21:31)

 

Wij kunnen de zaligheid niet verdienen, maar wij moeten er met evenveel ernst en volharding naar zoeken alsof wij bereid zouden zijn alles in de wereld daarvoor prijs te geven.

 

Wij moeten naar de kostbare parel zoeken, maar deze is niet te vinden in wereldse markten of op de manier van de wereld. De prijs die wij daarvoor moeten betalen bestaat niet uit zilver of goud, want dit alles is reeds van God. Laat de gedachte varen dat u uw zaligheid kunt winnen door aardse of geestelijke voorrechten. God vraagt van u bereidwillige gehoorzaamheid. Hij vraagt of u uw zonden op wilt geven. “Die overwint”, zegt Christus, “hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik overwonnen heb en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.” (Openb. 3:21)

 

Er zijn mensen die altijd op zoek schijnen te zijn naar de hemelse parel. Maar zij geven hun verkeerde gewoonten niet helemaal op. Zij doden niet hun oude natuur, zodat Christus in hen kan leven. Daarom vinden zij deze kostbare parel niet. Zij hebben hun onheilige eerzucht en liefde voor wereldse attracties niet overwonnen. Zij nemen niet hun kruis op om Christus te volgen op de weg van zelfverloochening en opoffering. Zij zijn bijna christenen en schijnen heel dicht bij het koninkrijk der hemelen te zijn, maar zij kunnen er niet binnengaan. Bijna behouden betekent niet bijna, maar helemaal verloren.

 

De gelijkenis van de koopman op zoek naar kostbare parels heeft een tweeledige betekenis. Deze gelijkenis slaat niet alleen op mensen die het koninkrijk der hemelen zoeken, maar ook op Christus die zijn verloren erfdeel zoekt.

 

Christus zag als de hemelse koopman die kostbare parels zoekt, in het verloren mensdom de parel van grote waarde. Hij zag in die mens die door de zonde verontreinigd en te gronde gericht was, mogelijkhe­den tot verlossing. Harten die het slagveld zijn geweest van de strijd met Satan en die verlost zijn door de macht der liefde, hebben voor de Verlosser meer waarde dan zij, die nooit gezondigd hebben. God ziet de mensheid niet als verworpen en waardeloos. Hij ziet de mens aan in Christus en ziet wat hij zou hebben kunnen worden door de verlossen­de liefde.

 

Hij heeft alle rijkdommen van het universum bijeengebracht en deze gegeven om de parel te kunnen kopen. En wanneer Jezus deze parel gevonden heeft, plaatst Hij deze weer in zijn kroon. “Zij zijn kroonjuwelen die zullen blinken in zijn land.” (Zach. 9:16)  “Zij zullen Mij ten eigendom zijn, zegt de Here der heerscharen, op de dag die Ik bereiden zal.” (Mal. 3:17)

 

Christus als de parel van grote waarde, en ons voorrecht om deze parel te kunnen bezitten is het thema waarbij wij ons het meest moeten bepalen. De Heilige Geest openbaart aan de mens de kostbaarheid van deze parel. De Heilige Geest heeft de grootste macht wanneer de hemelse gave op bijzondere wijze wordt gezocht en gevonden. In de dagen van Christus hebben velen het evangelie gehoord, maar hun geest was verduisterd door verkeerde leerstellingen en zij herkenden in de eenvoudige Leraar uit Galilea niet de door God gezondene.

Na de hemelvaart van Christus echter werd zijn troonsbestijging in zijn middelaarswerk gekenmerkt door de uitstorting van de Heilige Geest. Deze Geest werd op de dag van het Pinksterfeest gegeven. De getuigen van Christus verkondigden de macht van de opgestane Heiland. Het hemelse licht drong door in het duister van hen, die door de vijanden van Christus waren bedrogen. Zij zagen Hem nu verheven als “Leids­man en Heiland om Israël bekering en vergeving van zonden te schen­ken.” (Hand. 5:31) Zij zagen hoe Hij door de hemelse heerlijkheid was omgeven, met oneindige schatten in zijn handen om te geven aan allen die zich van hun opstand zouden bekeren.

Toen de apostelen de heerlijkheid van de Eniggeboren Zoon van de Vader predikten, werden driedui­zend mensen overtuigd. Zij zagen zichzelf zoals zij waren, zondig, onrein. Zij zagen Christus als hun Vriend en Verlosser. Christus werd verheven en verheerlijkt door de kracht van de Heilige Geest die op de mensen rustte. Door het geloof zagen deze gelovigen Hem als Degene die vernedering, lijden en dood had ondergaan, opdat zij niet verloren zouden gaan, maar eeuwig leven zouden hebben. De openbaring van Christus door de Heilige Geest bracht hun een levend besef van zijn macht en majesteit en zij strekten in geloof hun handen naar Hem uit terwijl zij zeiden: “Ik geloof.”

 

Vervolgens werd het blijde nieuws van een opgestane Heiland gepredikt tot de einden van de bewoonde wereld. De gemeente zag hoe bekeerlingen uit alle richtingen toestroomden. Gelovigen kwamen opnieuw tot bekering. Zondaars verenigden zich met de christenen in het zoeken naar de kostbare parel. De profetie ging in vervulling: “(De zwakke) zal zijn als David en het huis van David . . . als de Engel des Heren.” (Zach. 12:8)  

Iedere christen zag in zijn broeder het goddelijk beeld van weldadigheid en liefde. Eén belang overheerste. Eén deel nam al het andere in beslag. Alle harten waren één. De enige ambitie van de gelovigen was de gelijkenis van Christus' karakter te openbaren en te werken aan de uitbreiding van zijn koninkrijk. “En de menigte van hen die tot het geloof gekomen waren, was één van hart en ziel,…... En met grote kracht gaven de apostelen hun getuigenis van de opstanding des Heren Jezus, en er was grote genade over hen allen.” – “En de Here voegde dagelijks toe aan de kring, die behouden werden.” (Hand. 4:32,33; 2:47)  De Geest van Christus bezielde de hele gemeente, want zij hadden de parel van grote waarde gevonden.

 

Deze gebeurtenissen zullen met groter kracht herhaald worden. De uitstorting van de Heilige Geest op de dag van het Pinksterfeest was de vroege regen, maar de late regen zal nog overvloediger zijn. De Geest wacht op onze vraag en onze aanvaarding. Christus zal opnieuw in volheid geopenbaard worden door de kracht van de Heilige Geest. De mensen zullen de waarde van de kostbare parel onderscheiden en met de apostel Paulus zeggen: “Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus' wil schade geacht. Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus mijn Heer, dat alles te boven gaat.” (Fil. 3:7,8)

("Lessen uit het Leven van Alledag" - E.G. White)