You are home- www.agp-internet.com/react- sermonroom Nederlands (overdenkingen & Bijbelstudies)
 

Als zuurdesem  (7)

 

Mattheüs 13:33; Lucas 13:20,21

 

Veel ontwikkelde en invloedrijke mannen waren gekomen om naar de Profeet uit Galilea te luisteren. Sommigen van hen zagen met nieuwsgierige belangstelling naar de schare die zich rond Christus had verzameld, terwijl Hij aan het meer onderwees. In deze grote menigte waren alle rangen van de maatschappij aanwe­zig. Er waren armen, ongeletterden, de haveloze bedelaar, de dief met het stempel van schuld op zijn gelaat, de verlamde, de losbandige, de koopman en de man die vermaak zocht; hoog en laag, rijk en arm verdrongen elkaar voor een plaats om de woorden van Christus te horen. Terwijl deze ontwikkelde mensen naar die vreemde bijeen­komst keken, vroegen zij zich af: Is Gods koninkrijk samengesteld uit dergelijk materiaal? Weer antwoordde de Heiland met een gelijkenis: “Het koninkrijk der hemelen is gelijk een zuurdesem, welke een vrouw nam en in drie maten meel deed, tot het geheel doorzuurd was.”

 

Bij de Joden werd zuurdesem soms gebruikt als een beeld van de zonde. Ten tijde van het Pascha moesten de mensen alle zuurdesem uit hun huizen verwijderen, zoals zij de zonde uit hun hart moesten weg­doen. Christus waarschuwde zijn discipelen: “Wacht u voor de zuurde­sem, dat is de huichelarij, der Farizeeën.” (Luc.12:1)  En de apostel Paulus spreekt over het “zuurdeeg van slechtheid en boosheid.” (1Cor. 5:8) Maar in de gelijkenis van de Heiland wordt het zuurdesem gebruikt om het koninkrijk der hemelen voor te stellen. Het beeldt de levendmakende, absorberende kracht van Gods genade uit.

 

Niemand is zo slecht en zo diep gevallen dat hij buiten het bereik van deze macht valt. In allen die zich aan de Heilige Geest willen onderwerpen, wordt een nieuw levensbeginsel ingeplant. Het verloren beeld van God moet in de mens worden hersteld.

 

Maar de mens kan zich niet door eigen wilskracht veranderen. Hij bezit geen kracht waardoor deze verandering tot stand gebracht kan worden. Het zuurdeeg iets dat van buiten komt — moet in het meel worden gedaan eer de gewenste verandering daarin tot stand kan komen. Zo moet de zondaar eerst Gods genade ontvangen eer hij geschikt is voor Gods koninkrijk. Alle beschaving en opvoeding die de wereld kan bieden is niet in staat om van een ontaard kind van de zonde een kind van de hemel te maken. Die vernieuwende kracht moet van God komen. De verandering kan alleen tot stand komen door de Heilige Geest. Allen die gered willen worden, of zij hoog of laag, rijk of arm zijn, moeten zich onderwerpen aan de werking van deze macht.

 

Zoals het zuurdeeg, als het met het meel is vermengd, van binnen uit naar buiten werkt, is Gods genade door het vernieuwen van het hart aan het werk om het leven te veranderen. Velen proberen de een of andere slechte gewoonte te verbeteren en zij hopen op deze wijze chris­tenen te worden, maar zij beginnen op de verkeerde plaats. Ons eerste werk is te beginnen met het hart.

 

Een belijden van het geloof en het bezitten van de waarheid in het hart zijn twee verschillende dingen. Alleen het kennen van de waar­heid is niet voldoende. Wij kunnen deze kennis bezitten zonder dat de geest van ons denken veranderd is. Het hart moet bekeerd en geheiligd worden.

 

Iemand die ernaar streeft Gods geboden te houden uit een gevoel van verplichting alleen, omdat hij dit nu eenmaal moet doen, zal nooit de blijdschap van gehoorzaamheid kennen. Hij gehoorzaamt in feite niet. Als Gods geboden als een last worden gezien, omdat ze in botsing komen met menselijke neigingen, kunnen wij er zeker van zijn dat het leven in elk geval geen christelijk leven is. Ware gehoorzaamheid is het resultaat van innerlijke beginselen, en komt voort uit liefde voor gerechtigheid, liefde voor Gods wet. De kern van alle gerechtigheid is trouw aan onze Verlosser. Dit zal ons ertoe brengen goed te doen omdat het goed is, omdat goeddoen God behaagt.

 

De grote waarheid van de bekering van het hart door de Heilige Geest komt naar voren in Christus' woorden tot Nicodemus: “Voor­waar voorwaar Ik zeg u: tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het koninkrijk Gods niet zien…….  Wat uit het vlees geboren is, is vlees en wat uit de Geest geboren is, is geest. Verwonder u niet dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden. De wind blaast waarheen hij wil en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet wanneer hij komt of waar hij heengaat; zo is een ieder die uit de geest geboren is.” (Joh.3:3-8)

 

De apostel Paulus zegt, als hij schrijft door de Heilige Geest: “God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtre­dingen mede levend gemaakt met Christus, - door genade zijt gij behouden —, en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gege­ven in de hemelse gewesten in Christus Jezus, om in de komende eeu­wen de overweldigende rijkdom zijner genade te tonen naar zijn goe­dertierenheid over ons in Christus Jezus. Want door genade zijt gij behouden door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God.” (Efez. 2:4-8)

 

Het zuurdeeg dat in het meel verborgen is, werkt onzichtbaar om het geheel te betrekken in het gistingsproces. Zo werkt het zuurdeeg der waarheid in het verborgen, stil en gestadig, om de ziel te verande­ren. De natuurlijke gevoelens worden verzacht en onderworpen. Nieu­we gedachten, nieuwe gevoelens en drijfveren worden ingeplant. Er is een nieuwe maatstaf voor het karakter, het leven van Christus. De gedachten worden anders, de krachten worden gewekt om in een ande­re richting te werken. De mens krijgt geen nieuwe eigenschappen, maar de krachten die hij heeft, worden geheiligd. Het geweten wordt wakker geschud. Wij worden toegerust met karaktertrekken die ons in staat stellen God te dienen.

 

Vaak komt de vraag op: Waarom zijn er dan zo velen die beweren Gods Woord te geloven, terwijl er geen verandering zichtbaar is in woorden, in geest en karakter? Waarom zijn er zovelen die niet kun­nen hebben dat hun bedoelingen en plannen worden tegengewerkt, die een ongeheiligde geest bezitten en van wie de woorden hard, veeleisend en hartstochtelijk zijn?

In hun leven zijn dezelfde liefde voor zichzelf, dezelfde zelfzuchtige neigingen, dezelfde gesteldheid en overhaaste taal die in het leven van wereldse mensen zichtbaar zijn, te vinden. Er is dezelfde gevoelige trots, hetzelfde toegeven aan natuurlijke neigin­gen, hetzelfde verdorven karakter alsof zij de waarheid helemaal niet kenden. De reden van dit alles ligt in het feit, dat zij onbekeerd zijn. Het zuurdesem van de waarheid is niet in het hart verborgen. Het heeft niet de kans gehad zijn werk te doen. Hun natuurlijke en aange­kweekte neigingen tot het kwaad zijn niet aan zjjn veranderende macht onderworpen. Hun leven openbaart de afwezigheid van de genade van Christus en ongeloof in zijn macht om het karakter te veranderen.

 

“Het geloof is uit het horen en het horen door het Woord van God.” (Rom. 10:17)  De Schrift is het grote middel bij de verandering van het karak­ter. Christus had gebeden: “Heilig hen in uw waarheid; uw Woord is de waarheid.” (Joh. 17:17) 

Als Gods Woord bestudeerd en gehoorzaamd wordt, werkt het in het hart en neemt elke onheilige eigenschap weg. De Hei­lige Geest komt om te overtuigen van zonde en het geloof, dat in het hart ontspringt, werkt door liefde tot Christus en verandert in ons lichaam, ziel en geest naar zijn beeld. Dan kan God ons gebruiken om zijn wil te volbrengen. De kracht die ons gegeven wordt, werkt van binnen uit en brengt ons ertoe aan anderen de waarheid mee te delen die ons is toevertrouwd.

 

De waarheden van Gods Woord komen tegemoet aan de grote daadwerkelijke noden van de mens — de bekering van het hart door het geloof. Deze grote beginselen moet men niet zien als te zuiver en te heilig om in het dagelijks leven in praktijk te brengen. Het zijn waar­heden die tot de hemel reiken en die de eeuwigheid omvatten. Toch moet hun vitale invloed verweven worden met het menselijk leven. Zij moeten alle grote en kleine dingen in het leven doordringen.

 

Wanneer het zuurdesem van de waarheid in het hart is opgeno­men, zal het onze wensen regelen, onze gedachten zuiveren en het leven aangenaam maken. De hoedanigheden van het verstand en de energie van het hart worden verlevendigd. De mogelijkheid om te voe­len en lief te hebben wordt vergroot.

 

De wereld beschouwt iemand die met dit beginsel bezield is als een mysterie. De zelfzuchtige geldzoeker leeft alleen om voor zichzelf rijk­dom, eer en genot van deze wereld te verschaffen. Hij houdt geen rekening met de eeuwigheid. Maar voor de volgeling van Christus zul­len deze dingen niet overheersend zijn.

 

Ter wille van Christus zal hij werken en zichzelf verloochenen om te kunnen helpen bij het grote werk van het redden van zielen, die zonder Christus en zonder hoop in de wereld zijn. Zo iemand kan de wereld niet begrijpen, want hij houdt de werkelijkheid van de eeuwig­heid voor ogen. De liefde van Christus met zijn verlossende macht is in het hart gekomen. Deze liefde beheerst elke andere drijfveer en ver­heft zijn bezitter boven de verderfelijke invloed van de wereld.

 

Gods Woord moet een heiligende uitwerking hebben op onze omgang met elk lid van het menselijk geslacht. Het zuurdesem van de waarheid zal geen geest van rivaliteit, liefde voor eerzucht of verlan­gen om de eerste te zijn voortbrengen. Echte liefde die van God komt is niet zelfzuchtig of veranderlijk. Ze is niet afhankelijk van menselijke lof.

Het hart van iemand die Gods genade ontvangt, stroomt over van liefde voor God en voor hen, voor wie Christus is gestorven. Het eigen-ik vecht niet om erkend te worden. Hij heeft anderen niet lief, omdat zij van hem houden en hem behagen, omdat zij zijn verdiensten erken­nen, maar omdat zij door Christus gekocht zijn. Als zijn drijfveren, zijn woorden en daden verkeerd begrepen of uitgelegd worden, neemt hij daaraan geen aanstoot, maar gaat in dezelfde geest verder. Hij is vriendelijk en bedachtzaam en vertrouwt altijd op Gods barmhartig­heid en liefde.

 

De apostel vermaant ons: “Gelijk Hij die u geroepen heeft, heilig is, wordt zo ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig.” (1 Petr.1:15,16)   De genade van Christus moet de gedachten en de stem beheersen. Zijn werk zal zichtbaar zijn door voorkomendheid en teder ontzag, dat de ene broeder jegens de ander toont in vriendelijke en bemoedigende woorden. In huis is een engel aanwezig. Het leven heeft een aangename invloed die als een welrie­kende rook opstijgt tot God. Liefde komt tot uiting in vriendelijkheid, zachtaardigheid, verdraagzaamheid en lankmoedigheid.

 

Het gelaat is anders. Als Christus in het hart woont komt dat tot uitdrukking op het gezicht van hen die Hem liefhebben en zijn gebo­den bewaren. De waarheid staat daarop geschreven. De vrede des hemels is daarop openbaar. Er is een zachtheid en een meer dan men­selijke liefde zichtbaar.

 

Het zuurdesem van de waarheid bewerkt een verandering in heel de mens. Iemand die ruw is wordt beschaafd; wie grof is, zachtaardig; de zelfzuchtige wordt edelmoedig. De onreine wordt gereinigd en gewassen in het bloed van het Lam. Door zijn levengevende kracht brengt het alles van verstand en ziel en kracht in harmonie met het goddelijk leven. De mens met zijn menselijke natuur krijgt deel aan de godheid. Christus wordt geëerd door de uitnemendheid en volmaakt­heid van het karakter. Wanneer deze veranderingen tot stand komen, barsten engelen uit in vreugdezangen en God en Christus verblijden Zich over zielen die naar Gods beeld zijn gevormd.

("Lessen uit het Leven van Alledag" - E.G. White)