You are home- www.agp-internet.com/react- sermonroom Nederlands (overdenkingen & Bijbelstudies)

 

Wandel in het Licht

 

Mij werd getoond dat Gods volk zich teveel onder een wolk ophoudt. Het is niet de wil van God dat zij in ongeloof leven. Jezus is licht, en in Hem is in het geheel geen duisternis. Zijn kinderen zijn de kinderen van het licht. Zij worden vernieuwd naar Zijn beeld, en uit de duisternis geroepen in het wonderbaarlijke licht. Hij is het licht der wereld, en degenen die Hem volgen zijn dat ook. Zij zullen niet in het duister wandelen, maar zullen het licht des levens hebben. Hoe meer het volk van God er naar streeft Christus na te bootsen, des te heftiger zullen zij door de vijand achtervolgd worden, maar hun hechte band met Christus geeft hun de kracht om de aanvallen van de sluwe vijand af te weren om hen bij Christus weg te halen.

 

Mij werd getoond dat wij onszelf te veel met elkaar vergelijken, en wij feilbare stervelingen als voorbeeld nemen, terwijl wij een zeker en onfeilbaar Voorbeeld hebben. Wij moeten ons niet met de wereld meten, en ook niet met de opvattingen van mensen, of met hetgeen wij waren voordat wij de waarheid aannamen. Daarentegen moeten ons geloof en onze positie in de wereld, zoals wij nu zijn, vergeleken worden met hoe ze geweest zouden zijn als onze weg steeds verder was gestegen sinds het aannemen van de waarheid. Dit is de enige veilige vergelijking die gemaakt kan worden. Met elke andere vergelijking zullen wij onszelf bedriegen. Als het morele gehalte van het karakter en de geestelijke toestand van Gods volk niet overeenkomen met de zegeningen, de voorrechten en het licht die hun gegeven zijn, dan zullen zij gewogen worden en zullen engelen de balans opmaken, te licht bevonden.

 

Sommigen schijnen geen enkele benul te hebben van hun geestelijke toestand. Zij zien de waarheid, maar doorzien niet het belang van hetgeen die waarheid van hen vraagt. Zij horen de waarheid, maar zij begrijpen die niet volledig, omdat zij hun leven er niet naar richten, en het daardoor niet heiligen door die waarheid te gehoorzamen. Toch maken zij zich geen zorgen en zijn zeer wel tevreden, alsof de wolkkolom overdag en de vuurko­lom 's nachts, als een bewijs van Gods goedkeuring, hen voorgaat. Zij belijden God te kennen, maar met hun werken ontkennen zij Hem. Zij rekenen zich tot Zijn bijzondere en uitverkoren volk, maar Zijn aanwezigheid en reddende kracht worden zelden bij hen gezien. Hoe groot is de duisternis waarin zulke lieden verkeren, en toch weten zij het zelf niet! Het licht schijnt, maar zij nemen het niet in zich op. Er is geen begoocheling die het menselijk denken zo kan misleiden, als het zelfbedrog dat de mens laat geloven dat hij op de goede weg is, en dat God aanneemt wat hij doet, terwijl hij juist tegen Hem zondigt. Zij houden uiterlijke godsdienstigheid voor de geest en de kracht die ware godsvrucht met zich meebrengt. Zij denken dat zij rijk zijn en aan niets gebrek hebben, terwijl zij arm, ellen­dig, blind en naakt zijn, en juist aan alles gebrek hebben.

 

Er zijn er die belijden volgelingen van Christus te zijn, maar zich toch niet op geestelijke zaken richten. Zij doen moeite voor alles wat zij op wereldse gebied ondernemen, en laten ambitie zien om hun doel te berei­ken en de gewenste resultaten te behalen, maar in de onderneming van het eeuwige leven, waar alles op het spel staat en hun eeuwige geluk afhanke­lijk is van hun succes, gaan zij zo onverschillig te werk, alsof zij er geen belang bij hebben, alsof anderen het spel van het leven voor hen speelt, alsof zij niets anders te doen hebben dan af te wachten hoe het allemaal afloopt. O, wat een dwaasheid, wat een krankzinnigheid! Als iedereen eens die mate van ambitie, ijver en gedrevenheid zou laten zien voor het eeuwige leven, die zij aan de dag leggen in hun wereldse bezighe­den, dan zouden zij als overwinnaars tevoorschijn komen. Ik zag dat iedereen zelf geloofservaring moet opdoen, en dat iedereen getrouw zijn aandeel moet leveren in zijn levenstaak. Satan wacht tot hij zijn kans schoon zien om de kostbare genadegaven weg te grissen als wij niet op onze hoede zijn, en wij zullen zware strijd moeten leveren met de machten van de duisternis om deze vast te houden, of opnieuw een hemelse genadegave te ontvangen als wij die eerder door gebrek aan waakzaamheid zijn kwijtge­raakt.

 

Mij werd echter getoond dat het het voorrecht is van de Christen, kracht te ontvangen van God om iedere kostbare genadegave vast te houden. Ijverig en aanhoudend gebed zal door de hemel worden gehoord. Wanneer de dienstknechten van Christus het schild van het geloof en het zwaard van de Geest opnemen om zich te beschermen in de strijd, dan dreigt er gevaar voor de vijand en moet er iets gedaan worden. Vervolging en bespotting wachten alleen degenen die kracht hebben ontvangen vanuit de hoge om hen tot actie aan te zetten. Wanneer de waarheid in al zijn eenvoud en kracht standhoudt onder de gelovigen, en wordt ingezet tegen de geest van de wereld, dan zal het duidelijk worden dat Christus en Belial niets met elkaar gemeen hebben. De discipelen van Christus moeten een levend voorbeeld zijn van het leven en de geest van hun Meester. 

 

Zowel jong als oud staat een strijd, een gevecht te wachten. Zij moeten geen moment in slaap vallen. Een geslepen vijand is steeds op zijn hoede om hen te misleiden en te overmeesteren. Gelovigen van de huidige waarheid moeten even waakzaam zijn als hun vijand, en wijsheid aan de dag leggen om Satan te weerstaan. Zullen zij zorgvuldig al het kwaad achter zich laten? Christus wordt op veel manieren ontkent. Wij kunnen Hem ontkennen door tegengesteld aan de waarheid te spreken, door kwaad van anderen te spreken, door dwaze praat of gescherts, of door woorden die ijdel zijn. Door deze dingen laten wij weinig slimheid of wijsheid zien. Wij verzwakken onszelf; onze inspanningen om onze grootste vijand te weerstaan, worden verzwakt en wij worden overmeesterd. "Uit de overvloed des harten spreekt de mond," en door gebrek aan waakzaamheid geven wij te kennen dat Christus niet in ons is. Zij die aarzelen om zich zonder reserve aan God te wijden, maken het volgen van Christus tot een armzalige verto­ning. Zij volgen Hem op zo'n grote afstand, dat zij de helft van de tijd niet echt weten of zij nou Zijn voetstappen of die van hun grootste vijand volgen. Waarom zijn wij zo traag in het opgeven van onze belangstelling voor de dingen van de wereld, en het uitsluitend aannemen van Christus? Waarom willen wij toch zo graag vriendschap houden met de vijanden van onze Heer, en hun gewoonten volgen en ons laten leiden door hun opvattingen? Er moet een volledige overgave aan God zijn, en dat zonder enige reserve, een afzweren en loslaten van de liefde voor de wereld en aardse dingen, of wij kunnen niet Christus' discipelen zijn.

 

Het leven en de geest van Christus is de enige standaard van voor­treffelijkheid en perfectie, en onze enige veilige koers is het volgen van Zijn voorbeeld. Als wij dit doen, dan zal Hij ons leiden door Zijn raad en ons daarna in Zijn heerlijkheid opnemen. Wij moeten er ijverig naar streven en er gewillig in zijn om veel te lijden, om in de voetstappen te treden van onze Verlosser. God is gewillig om voor ons te werken, om ons vrijelijk te geven van Zijn Geest, als wij er naar streven, leven en geloven; pas dan kunnen wij in het licht wandelen, zoals ook Hij is het licht is. Wij kunnen ons wentelen in Zijn liefde en drinken van Zijn rijke volheid, zoveel wij maar willen.  (Terstimonies 1, p. 406-408 E.G.White)