Toewijding

 

Het volk van God zal op de proef worden gesteld. De Sabbatvierders zullen aan een nauwgezet onderzoek onderworpen worden. Hoe snel vergeten wij, net zoals het oude Israël, God en Zijn wonderbaarlijke werken, en komen wij tegen Hem in opstand. Sommigen kijken verlangend naar de wereld en verlangen ernaar haar gewoonten over te nemen en deel te nemen aan haar genoegens, net zoals de kinderen terugkeken naar Egypte, en verlangden naar de goede dingen die zij daar genoten hadden, en die God hun wilde onthouden om hen op de proef te stellen, om daarmee hun trouw aan Hem te beproeven. Hij wilde zien of Zijn volk Zijn eredienst wel waardeerde, en de vrijheid die Hij hun op zo'n wonderbaarlijke wijze had gegeven, die meer waarde hadden dan de geneugten die zij in Egypte genoten toen zij slaven waren van een tiranniek en afgodisch volk.

 

Alle ware volgelingen van Jezus zullen offers moeten brengen. God zal hen op de proef stellen en de echtheid van hun geloof beproeven. Mij is getoond dat de ware volgeling van Christus af zal zien van partijtjes, feesten en shows, en andere samenkomsten waarop het maken van plezier centraal staat. Daar is Jezus niet te vinden, en er gaat ook niets van uit dat hun gedachten op de hemel richt of hen zal doen toenemen om hemelse genade. Als het woord van God gehoorzaamd wordt, dan zal dat ons ertoe brengen om afstand te nemen van al deze dingen en anders te zijn. De dingen van de wereld worden nagestreefd en de moeite waard geacht door iedereen die geen toegewijde volgeling is van het kruis en niet de gekruisigde Jezus aanbindt.

 

Er is kaf onder ons, en dit is de reden waarom wij zo zwak zijn. Som­migen hellen voortdurend over naar de wereld. Hun standpunten en gevoelens passen veel beter bij de geest van de wereld dan bij volgelingen van Christus die zichzelf verloochenen. Het is voor hen volkomen natuurlijk om voorkeur te geven aan het gezelschap waarvan de geest het beste overeenkomt met die van hen. Zulke mensen oefenen echter veel te veel invloed uit op Gods volk. Zij gaan met hen om, hebben naam, en worden met bewondering bekeken door ongelovigen en de ongeheiligde mensen in de gemeente. De gespleten mensen zullen altijd wat in te brengen hebben tegen het duidelij­ke en gerichte getuigenis dat persoonlijke fouten berispt. In deze tijd van zifting zullen deze mensen ofwel volledig bekeerd en geheiligd worden door de waarheid te gaan gehoorzamen, ofwel in de wereld achterblijven, waar zij thuishoren om daar hun beloning te ontvangen.

 

"Aan hun vruchten zult gij hen kennen." Alle volgelingen van Christus dragen vruchten tot Zijn eer. Hun leven getuigt ervan dat er wat bij hen is veranderd door de Geest van God, en hun vruchten getuigen van heiliging. Zijn leven is hoogstaand en zuiver. Zij die geen vruchten dragen hebben geen geloofservaring met de dingen Gods. Zij zijn niet van de wijngaard. Lees Johannes 15:4,5: "Blijft in Mij, gelijk Ik in u. Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft. Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen."

 

Als wij vanuit ons hart Jezus Christus willen aanbidden en dienen, dan moeten wij elke afgod opofferen en de vier geboden volkomen gehoorza­men. Mattheüs 22:37,38: "Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod." De eerste vier geboden staan geen verdeeldheid toe in de toewijding aan God. Ook wordt niets toegestaan dat onze volkomen gerichtheid op Hem splitst of afzwakt. Wat het ook is dat afbreuk doet aan onze onvoorwaardelijke liefde voor God, heeft de kenmerken van een afgod. Ons hart van vlees is geneigd onze afgoden aan te hangen en ze met ons mee te dragen, maar wij kunnen geen vorderingen maken tot wij ze aan de kant zetten, want zij scheiden ons af van God. Het grote Hoofd van de gemeente heeft Zijn volk uitverkoren uit de wereld en verwacht van hen dat zij zich afgezonderd houden. Het is Zijn opzet dat de geest van Zijn geboden hen dichter tot Hem zal trekken en hen zal afzonderen van de elementen van de wereld. God liefhebben en Zijn geboden onderhouden staat ver af van het houden van de wereldse genoegens en vriendschappen. Christus en Belial hebben niets met elkaar gemeen. Het volk van God kan gerust alleen op Hem vertrouwen, en zonder vrezen doorzetten op de weg van de gehoorzaamheid. (Testimonies 6, p.288-289 E.G.White)