Het wezen
van een
zedelijk
karakter
“Zonder de
perken te
buiten te
gaan door
te roemen
op arbeid
van
anderen.
Maar wij
hebben
goede
hoop, dat
wij, als
uw geloof
blijft
toenemen,
onder u,
ons
houdende
aan onze
regel, een
grote naam
zullen
krijgen.”
2
Corinthiërs
10:15
U moet
zich ver
van de
betoverde
grond van
satan
houden en
niet
toestaan
dat uw
geest
afgeleid
wordt van
trouw aan
God.
Door
Christus
kunt u en
behoort u
gelukkig
te zijn en
moet u
zelfbeheersing
leren.
Zelfs uw
gedachten
moeten
onderworpen
zijn aan
de wil van
God en uw
gevoelens
onder de
beheersing
van het
verstand
en van de
godsdienst.
Uw
verbeeldingsvermogen
werd u
niet
gegeven om
toe te
staan dat
ze de
vrije loop
hebben of
hun eigen
weg gaan,
zonder die
te
beperken
of onder
tucht te
stellen.
Wanneer
de
gedachten
verkeerd
zijn, zijn
ook de
gevoelens
verkeerd
en
gedachten
en
gevoelens
samen
vormen het
zedelijke
karakter...
Wanneer u
zich door
uw
verbeelding
laat
leiden en
uw
gedachten
toestaat
om
achterdocht,
twijfel en
ontevredenheid
te
koesteren,
behoort u
tot de
meest
ongelukkige
stervelingen...
Geliefde
zuster F,
u heeft
een
ziekelijke
verbeelding
en u
onteert
God door
uw
gevoelens
te laten
heersen
over uw
verstand
en
oordeel. U
heeft een
vastbesloten
wil, die
uw geest
ertoe
brengt uw
lichaam te
beïnvloeden.
De
bloedsomloop
wordt uit
het
evenwicht
gebracht
en in
bepaalde
organen
vindt een
opeenhoping
van
verkeerde
stoffen
plaats. U
offert uw
gezondheid
op aan uw
gevoelens.
U maakt
een fout,
die,
wanneer ze
niet
gecorrigeerd
wordt, zal
eindigen
met het
verwoesten
van niet
alleen uw
eigen
geluk. U
brengt
niet
alleen
uzelf
grote
schade
toe, maar
ook aan de
andere
leden van
uw
gezin... U
heeft uw
verbeeldingskracht
laten
heersen
over uw
verstand...
Wanneer u
geen macht
over uw
gevoelens
had, zou
dit geen
zonde
zijn. Maar
het mag
niet zo
zijn dat u
zich aan
de vijand
overgeeft.
Uw wil
moet
geheiligd
en
onderworpen
worden, in
plaats van
zich tegen
de wil van
God op te
stellen...
De mens is
in een
wereld van
verdriet,
zorg en
verbijstering
geplaatst.
Hij is
hier
geplaatst
om
getoetst
en
beproefd
te worden,
zoals dit
bij Adam
en Eva het
geval was,
zodat hij
een juist
karakter
kan
ontwikkelen
en
harmonie
mag
brengen
daar waar
wanorde en
verwarring
is. Er is
voor ons
veel te
doen wat
noodzakelijk
is... En
er is veel
om ons
over te
verheugen.
Door
Christus
worden we
in
verbinding
met God
gebracht.
Zijn
barmhartigheden
plaatsen
ons onder
een
voortdurende
verplichting.
Doordat
wij ons
onwaardig
voelen
Zijn
gunsten te
ontvangen,
moeten wij
ook de
geringste
gunst
waarderen.
(Maranath
p.222)