Het
karakter een
kwaliteit
van de ziel
“Parelmoer
noch kristal
komen (naast
haar) in
aanmerking,
en het bezit
van wijsheid
gaat koralen
te boven.”
Job 28:18
Een
karakter,
gevormd naar
goddelijke
gelijkenis
is de enige
schat die
wij uit deze
wereld
kunnen
meenemen
naar de
volgende.
Degenen, die
in deze
wereld in de
leer bij
Christus
zijn, zullen
elke
goddelijke
verworvenheid
met zich
meenemen
naar de
hemelse
woningen. En
in de hemel
zullen wij
nog
voortdurend
vooruitgaan...
Intellectuele
bekwaamheid
en talent
vormen niet
het
karakter,
want deze
kwaliteiten
worden
dikwijls
gevonden bij
diegenen die
het
tegengestelde
van een goed
karakter
bezitten.
Reputatie is
ook niet het
karakter.
Het ware
karakter is
een
kwaliteit
van de ziel,
dat zich
openbaart in
het gedrag.
Een goed
karakter is
een kapitaal
van meer
waarde dan
goud of
zilver. Het
wordt niet
beïnvloed
door angst
of
mislukkingen,
en op die
dag, waarop
aardse
bezittingen
weggevaagd
worden, zal
het rijke
beloning
brengen.
Onkreukbaarheid,
vastberadenheid
en
doorzettingsvermogen
zijn
kwaliteiten
die allen
ijverig
zouden
moeten
ontwikkelen.
Want zij
bekleden de
bezitter met
een macht
die
onweerstaanbaar
is - een
macht die
hen sterk
maakt om
goed te
doen, sterk
om het kwade
te
weerstaan,
sterk om
tegenspoed
te dragen.
Een sterk
karakter
bestaat uit
twee dingen:
1)
wilskracht
en
2)
zelfbeheersing.
Vele jonge
mensen
houden een
sterke
ongecontroleerde
hartstocht
ten onrechte
voor een
sterk
karakter. De
waarheid
echter is,
dat degene
die
overmeesterd
wordt door
zijn
hartstochten
een zwak
mens is.
De ware
grootheid en
adel van de
mens wordt
gemeten naar
zijn
vermogen om
zijn
gevoelens te
beheersen en
niet naar de
kracht van
zijn
gevoelens
die hém
beheersen.
De sterkste
man is hij,
die, hoewel
gevoelig
voor
beledigingen,
toch zijn
hartstochten
beheerst en
zijn
vijanden
vergeeft.
Als het van
evenveel
belang werd
geacht dat
jonge mensen
een
aangenaam
karakter en
een
vriendschappelijke
instelling
zouden
bezitten,
als dat zij
de mode van
de wereld
navolgen in
kleding en
gedrag,
zouden wij
nu honderden
op het
toneel van
het actieve
leven zien
opkomen, om
een
veredelende
invloed op
de
samenleving
uit te
oefenen,
waar wij er
nu maar één
zien. (Maranatha
p.223)