De
beproeving van ons geloof
(7)
In
deze tijd van beproeving hebben
wij er behoefte aan door elkander
bemoedigd en getroost te worden.
De verleidingen van Satan zijn nu
groter dan ze ooit geweest zijn,
want hij weet dat zijn tijd kort
is en dat spoedig ieder geval
beslist zal zijn, of ten leven of
ten dode. Het is nu geen tijd ons
door ontmoediging of beproeving
te laten overweldigen; wij moeten
moed houden onder al onze
beproevingen en volkomen
vertrouwen op de machtige God van
Jacob. De Heer heeft mij getoond,
dat Zijn genade genoeg is voor al
onze beproevingen; en ofschoon die
groter zijn dan ooit tevoren,
kunnen wij elke verzoeking
weerstaan, indien wij slechts
volkomen op God vertrouwen en door
Zijn genade de overwinning
behalen.
Indien wij de moed niet opgeven
onder onze verdrukkingen en de
overwinning behalen over de
verzoekingen van Satan, dan
verduren wij de beproeving van ons
geloof, die veel kostelijker is
dat die van het goud en zullen
sterker en beter in staat bevonden
worden de volgende te doorstaan.
Maar wanneer wij bezwijken en
toegeven aan de verzoekingen van
Satan, dan zullen wij zwakker
worden en geen loon voor de
beproeving ontvangen en niet zo
goed voorbereid zijn voor de
volgende. Op die wijze zullen wij
zwakker en zwakker worden, totdat
wij in de strik des duivels
gevangen zijn tot zijn wil.
Wij
moeten de gehele wapenrusting Gods
aanhebben en ieder ogenblik klaar
staan voor een strijd met de
machten der duisternis. Wanneer
verzoekingen en beproevingen met
geweld op ons aandringen, laat ons
dan tot God gaan en met Hem
worstelen in het gebed. Hij zal
ons niet ledig van Zich doen gaan,
maar ons genade en kracht geven om
te overwinnen en de macht van de
vijand te breken O, dat iedereen
deze dingen in het ware licht
mocht zien en verdrukkingen wilde
lijden, als een goed krijgsknecht
van Jezus Christus! Dan zou Israël
voorwaarts gaan, krachtig in God
en in de sterkte Zijner macht.
God
heeft mij getoond, dat Hij Zijn
volk een bittere kelk te drinken
heeft gegeven, om hen te louteren
en te reinigen. Het is een bittere
teug en zij kunnen die nog
bitterder maken door te
murmureren, te klagen en
ontevreden te zijn. Maar degenen,
die hem op deze wijze aannemen,
moeten nog een tweede beker te
drinken krijgen, want de eerste
heeft niet de verlangde invloed op
het hart. En indien de tweede het
werk niet doet, dan moeten zij nog
een drinken en nog een, totdat hij
de verlangde uitwerking heeft; of
zij blijven vuil en onrein van
hart.
Ik
zag dat deze bittere beker verzoet
kan worden door geduld,
lijdzaamheid en gebed en dat hij
de gewenste uitwerking zal hebben
op de harten van degenen, die hem
op deze wijze aannemen en dat God
de eer ontvangen en verheerlijkt
worden zal. Het betekent niet
weinig een Christen te zijn, door
God als Zijn eigendom erkend te
worden en Hem welbehaaglijk te
zijn. De Heer heeft mij enkelen
getoond, die de waarheid voor deze
tijd belijden, wier leven niet
overeenkomstig hun belijdenis is.
Hun standaard van heiligheid is
gans en al te laag en zij blijven
ver van de heiligheid, waar de
Bijbel van spreekt. Sommigen
voeren ijdele en ongepaste
gesprekken en anderen laten hun
eigen ik op de voorgrond treden.
Wij moeten niet verwachten dat wij
onszelf kunnen behagen, kunnen
leven en handelen zoals de wereld,
of het genot van de wereld kunnen
smaken, genieten van het
gezelschap van degenen, die van de
wereld zijn en dat wij dan met
Christus zullen heersen in
heerlijkheid.
Wij
moeten hier gemeenschap hebben aan
het lijden van Christus, indien
wij hiernamaals deel wensen te
hebben aan zijn heerlijkheid.
Indien wij naar onze eigen
belangen zoeken en op welke wijze
wij onszelf het best kunnen
behagen in plaats van God te
zoeken en Zijn kostbare, lijdende
zaak voort te helpen, dan zullen
wij God en de heilige zaak, welke
wij belijden, oneer aandoen. Wij
hebben slechts nog weinig tijd
over voor God te werken. Niets
moet te kostbaar zijn om op te
offeren voor de redding van de
verstrooide en verwonde kudde van
Jezus. Zij, die nu een verbond met
God gemaakt hebben met offerande,
zullen spoedig thuis gehaald
worden, om het nieuwe koninkrijk
eeuwigdurend in bezit te nemen.
O,
laat ons geheel en al voor de Heer
leven en door een goed geregeld
leven en godzalige wandel tonen,
dat wij met Jezus zijn geweest en
Zijn zachtmoedige en nederige
volgelingen zijn. Wij moeten
werken terwijl het nog dag is,
want wanneer de donkere nacht van
moeite en benauwdheid komt, dan
zal het te laat zijn om te werken
voor God. Jezus is in Zijn heilige
tempel en zal nu onze offeranden,
onze gebeden en onze belijdenis
van bedreven fouten en zonden nog
aannemen en al de overtredingen
van Israël vergeven, dat zij
uitgewist kunnen worden, voordat
Hij het heiligdom verlaat. Wanneer
Jezus het heiligdom uittreedt,
zullen zij, die heilig en
rechtvaardig zijn, nog geheiligd
en gerechtvaardigd worden; want al
hun zonden zullen dan uitgewist
zijn en zij zullen verzegeld zijn
met het zegel van de levende God.
Maar zij die onrecht doen en die
vuil zijn, zullen nog onrecht doen
en nog vuil worden; want dan zal
er geen Priester in het heiligdom
zijn om hun offeranden, hun
belijdenis van zonden en hun
gebeden op te offeren voor de
troon des Vaders. Wat er dus
gedaan wordt om zielen te redden
van de komende storm van toorn,
moet gedaan worden vóórdat Jezus
het heilige der heiligen van het
hemels heiligdom verlaat.