Wij citeren de
Bijbelteksten uit de N.B.G.-Vertaling (=
Nederlands Bijbelgenootschap Vertaling)
van 1951; indien een andere Vertaling
wordt toegepast, zal dit apart wow
vermeld. Wij vervolgen nu met het
citeren van zuster Ellen G. White. Zij
staat nu stil bij Romeinen 5:11. Daar
staat: "en dét niet alleen, maar wij
roemen zelfs in God door ons ~re Jezus
[Christus], door Wie wij nu de
verzoening ontvangen hebben." Einde
tekst. Zij haalt tenslotte nog aan
Romeinen 3:24 t/m 26. Vers 24: "en
worden om niet gerechtvaardigd uit Zijn
genade, door de verlos~ in Christus
Jezus." Vers 25: " Hem heeft God
voorgesteld als zoenmiddel door het
geloof, In Zijn bloed, om Zijn
rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de
zonden, die tevoren onder de
verdraagzaamheid Gods gepleegd waren,
had laten geworden" Vers 26: " - om Zijn
rechtvaardigheid te tonen, IN DE
TEGENWOORDIGE TIJD, ZODAT HIJZELF
ECHTVAARDIG IS, 6ÓK
ALS HIJ HEM RECHTVAARDIGT DIE UIT HET
GELOOF *4 JEZUS IS." Einde teksten.
Zuster Ellen G.
White vervolgt nu in haar
"BIJBELCOMMENTAAR, VOLUME 6, PAG. 1074."
"Een Goddelijk Geneesmiddel Voor de
Zonde, - - De verzoening van Christus Is
niet alleen maar een handige manier
waardoor onze zonden vergeven kunnen
worden.; HET IS EEN GODDELIJK
GENEESMIDDEL VOOR DE GENEZING VAN ZONDE
EN HET HERSTEL VAN GEESTELIJKE
GEZONDHEID. HET IS HET DOOR GOD
INGESTELDE MIDDEL WAARDOOR DE
GERECHTIGHEID VAN CHRISTUS NIET ALLEEN
OP ONS MAAR IN ONS HART EN KARAKTER KAN
ZIJN." (idem: Brief 406, 1906). Einde ~t.
Zij gaat nu haar Bijbelcommentaar geven
op Romeinen 5:12 t/m 19. Wij lezen
hierin Vers 12 "Daarom, ~ door één mens
de zonde de wereld is binnengekomen en d
zonde de dood, zo is ook de dood tot
alle mensen doorgegaan, OMDAT ALLEN
GEZONDIGD HEBBEN;"
Vers 13: "want
reeds vóór de Wet was er zonde In de
we~. Maar zonde wordt niet toegerekend,
als er geen Wet is." Vers 14: "Toch
heeft de dood als koning geheerst van
Adam tot Mozss, 66k over hen, die niet
gezondigd hadden op een gelijke wijze
als Adam overtrad, die een beeld is van
de komende." Vers 15: "Maar het is met
de genadegave niet zo als met de
overtreding; want, Indien door de
overtreding van die ene zeer velen
gestorven zijn, VEEL MEER 13 DE GENADE
GODS EN DE GAVE, BESTAANDE IN DE GENADE
VAN DE ENE MENS, JEZUS CRISTUS, VOOR
ZEER VELEN OVERVLOEDIG GEWORDEN." Vers
16: "En het is met het geschenk niet zo
als door het zondigen van één; want het
oordeel leidde van één overtreding tot
veroordeling, MAAR DE GENADEGAVE VAN
VELE OVERTREDINGEN TOT RECHTVAARDIGING."
Vers 17: "Want, indien door de
overtreding van de ene de dood als
koning is gaan heersen door die ene,
voel meer zullen zij, DIE DE OVERVLOEI?
VAN GENADE EN VAN DE GAVE DER
GERECHTIGHEID ONTVANGEN, LEVEN EN ALS
KONINGEN HEERSEN DOOR DE ENE, JEZUS
CHRISTUS." Vers 18: "Derhalve (Is dus),
derhalve, gelijk het door één daad van
overtreding voor ALLE MENSEN TOT
VEROORDELING GEKOMEN IS, ZO KOMT HET OOK
DOOR ÉÉN DAAD VAN GERECHTIGHEID VOOR
ALLE MENSEN TOT RECHTVAARDIGING TEN
LEVEN." Vees 19: "Want, gelijk door de
ONGEHOORZAAMHEID VAN ÉÉN MENS ZEER VELEN
ZONDAREN GEWORDEN ZIJN, ZO ZULLEN óóK
DOOR DE GEHOORZAAMHEID VAN ÉÉN ZEER
VELEN RECHTVAARDIGEN WORDEN." Einde
teksten, waarop haarBijbelcommentaar zal
slaan. Zij haalt tevens aan MatteGs 4:1
t/m 11. Daar staat in Vers "Toen werd
Jezus door de Geest naar de woestijn
geleid om verzocht te worden door de
duivel." Vers 2: "En nadat Hij veertig
dagen en veertig nachten gevast had,
kreeg Hij ten laatste honger." Vers 3:
"En de verzoeker (de Satan) kwam en
zeide tot Hem INMEN GIJ
GODS ZOON ZIJT, ZEG
DAN DAT DEZE STENEN BRODEN WORDEN." Vers
4: "Maar Hij
(Jezus)
antwoordde en zeide: ER STAAT
GESCHREVEN: NIET ALLEEN VAN BROOD ZAL DE
MENS LEVEN, MAAR VAN ALLE WOORD, DAT UIT
DE MOND GODS UITGAAT." Vers 5: "Toen nam
de duivel Hem mede naar de heilige stad
en hij stelde Hem op de rand van het dak
des tempels, en zeide tot Hem: INDIEN
GIJ GODS ZOON ZWT, WERP UZELF DAN NAAR
BENEDEN; ER STAAT IMMERS GESCHREVEN: AAN
ZIJN
ENGELEN ZAL HIJ
OPDRACHT GEVEN AANGAANDE U, EN OP DE
HANDEN ZULLEN
ZIJ U DRAGEN, OPDAT
GIJ UW VOET NIET AAN EEN STEEN STOOT."
Vers 7: "Jezus zeide tot hem: ER STAAT
OOK GESCHREVEN: GIJ ZULT DE HEERE, UW
000, NIET
VERZOEKEN." Vers 8:
"Wederom nam de duivel Hem mede naar een
zeer hoge berg en hij toonde Hem AL DE
KONINKRIJKEN DER WERELD EN HUN
HEERLIJKHEID," Vers 9.
"EN ZEIDE TOT HEM:
DIT ALLES ZAL IK U GEVEN, INDIEN GIJ U
NEDERWERPT
MIJ AANBIDT." Vers
10: "Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg
Satanl Er staat immers geschreven: DE
HEERE, UW GOD, ZULT GIJ AANBIDDEN EN HEM
ALLEEN DIENEN." Vers 11: "Toen liet de
duivel Hem met rust en zie, ENGELEN
KWAMEN EN DIENDEN HEM." Einde teksten.
Zuster Ellen G. White haalt tevens aan 1
Korintiërs 15:22 en 45. Vers
22: "Want evenals
in Adam allen sterven, zo zullen ook in
Christus allen levend gemaakt worden."
Vers 45: "Aldus staat er ook geschreven:
DE EERSTE MENS, ADAM, WERD EEN LEVENDE
ZIEL; DE LAATSTE ADAM EEN LEVENMAKENDE
GEEST." Einde teksten. Zij haalt nog een
aantal belangrijke teksten aan, n.i.
Filippenzen 2:5 tfm 8. Daar staat in
Vers 5: "Laat die gezindheid bij u zijn,
welke óók in Christus Jezus was," Vers
6: "Die, in de gestalte Gods zijnde, HET
GODE GELIJK ZIJN NIET ALS EEN Ram; HEEFT
GEACHT," Vers 7: 'WAAR ZICHZELF
ONTLEDIGD HEEFT EN DE GESTALTE VAN EEN
DIENSTKNECHT HEEFT AANGENOMEN, EN AAN DE
MENSEN GELIJK GEWORDEN IS." Vers 8: "EN
IN ZIJN UITERLIJK ALS EEN MENS BEVONDEN,
HEEFT HIJ ZICH VERNEDERD EN IS
GEHOORZAAM GEWORDEN TOT DE DOOD, JA TOT
DE DOOD DES KRUISES." Einde van deze
heerlijke teksten. (JA, Zó WAS JEZUS
CHRISTUS, LIEVE MENSEN 111). Nu verwijst
zuster Ellen G. White nog naar Hebreeën
2:14 t/m 18. Vers 14: "Daar nu de
kinderen aan bloed en vlees deel hebben,
heeft ook Ml (Christus) op gelijke wijze
daaraan deel gekregen, opdat (beoogt dus
weer een doel),
OPDAT HIJ DOOR ZIJN
DOOD, HEM, DIE DE MACHT OVER DE DOOD
HAD, DE DUIVEL, ZOU ONTTRONEN EN ALLEN
ZOU BEVRIJDEN," Vers 15: "DIE GEDURENDE
HUN GANSE LEVEN DOOR ANGST VOOR DE DOOD
TOT SLAVERNIJ GEDOEMD WAREN." Vers 16:
"Want over de engelen ontfermt Hij Zich
niet, maar Hij ontfermt Zich over het
nageslacht van Abraham." Vers 17:
"DAAROM (nu volgt die reden), DAAROM
MOEST HIJ (JEZUS CHRISTUS) IN ALLE
OPZICHTEN AAN ZIJN BROEDERS GELIJK
WORDEN, OPDAT (is weer een DOEL), OPDAT
HIJ EEN BARMHARTIG EN GETROUW
HOGEPRIESTER ZOU
WORDEN BIJ GOD, OM DE ZONDEN VAN HÈT
VOLK TE
VERZOENEN." Nu Vers
18, (daar staat een ENORME BELOFTE VOOR
U EN VOOR MIJ111): "WANT DOORDAT HIJZELF
IN VERZOEKINGEN GELEDEN HEEFT, KAN H J
(JEZUS CHRISTUS) HUN, DIE VERZOCHT
WORDEN TE HULP KOMEN." Einde teksten. Nu
haalt zij nog een TROOSTVOLLE TEKST AAN
VOOR ONS ARME ZONDAREN 111 In Hebreeën
4:15 staat n.l.: "WANT WIJ HEBBEN GEEN
HOGEPRIESTER, DIE NIET KAN MEDEVOELEN
MET ONZE ZWAKHEDEN, MAAR ÉÉN, DIE IN
ALLE DINGEN OP
GELIJKE WIJZE (ALS
WIJ) IS VERZOCHT GEWEEST, DOCH ZONDER TE
ZONDIGEN."
Einde tekst. Tevens
denkt zij aan Romeinen 5:12, 18 en 19.
Vers 12: "Daarom, gelijk door één mens
de zonde de wereld is binnengekomen en
door de zonde de dood, zo is óók de dood
tot alle mensen doorgegaan, omdat ALLEN
GEZONDIGD HEBBEN;" Vers 18 "Derhalve
(is: dus), derhalve, gelijk het door één
daad van overtreding voor alle mensen
tot veroordeling gekomen is, zo komt het
ook door één daad van gerechtigheid VOOR
ALLE MENSEN TOT RECHTVAARDIGING TEN
LEVEN." Vers 19:
"Want, gelijk door
de ongehoorzaamheid van één mens zeer
velen zondaren geworden zijn, ZO ZULLEN
OOK DOOR DE GEHOORZAAMHEID VAN ÉÉN ZEER
VELEN RECHTVAARDIGEN WORDEN." Einde
teksten.
Naar aanleiding v n
al deze voorafgaande teksten, geeft zuster
Ellen G. White haar Bijbelcommentaar in.
"BIJBELCOMMENTAAR,
VOLUME 6, PAG. 1074." "Kracht door
Samenwerking met God,
De Apostel stelt de
ongehoorzaamheid van Adam tegenover de
VOLLEDIGE, ABSOLUTE GEHOORZAAMHEID VAN
CHRISTUS. BEDENK WAT DE GEHOORZAAMHEID VAN
CHRISTUS VOOR ONS BETEKENT! HET WIL ZEGGEN
DAT óóK WIJ IN ZIJN KRACHT KUNNEN
GEHOORZAMEN. CHRISTUS WAS MENS. HIJ DIENDE
ZIJN HEMELSE VADER MET ALLE KRACHT VAN
ZIJN MENSELIJKE NATUUR. HIJ (DUS CHRISTUS)
HAD EEN TWEEDELIGE NATUUR EN WAS ZOWEL GOD
ALS MENS. CHRISTUS KWAM NAAR DEZE WERELD
OM ONS TE LATEN ZIEN WAT GOD KAN DOEN EN
WAT WIJ IN SAMENWERKING MET GOD KUNNEN
DOEN. ALS MENS GING HIJ NAAR DE WOESTIJN
OM DOOR DE VIJAND TE WORDEN VERZOCHT. HIJ
(JEZUS) WEET WAT HET IS OM HONGER EN DORST
TE HEBBEN. HIJ KENT DE ZWAKHEDEN EN
GEBREKEN VAN HET VLEES. HIJ WERD IN ALLE
DINGEN VERZOCHT ZOALS WIJ VERZOCHT WORDEN.
ONZE LOSPRIJS IS DOOR ONZE HEILAND
VOLDAAN. NIEMAND HOEFT EEN SLAAF VAN SATAN
TE ZIJN. CHRISTUS STAAT VOOR ONS ALS EEN
GODDELIJK VOORBEELD, ALS ONZE MACHTIGE
HELPER. WIJ ZIJN GEKOCHT MET EEN PRIJS DIE
ONMOGELIJK TE BEREKENEN IS. WIE KAN DE
GOEDHEID EN BARMHARTIGHEID VAN DE
VERLOSSENDE LIEFDE AFMETEN?" (idem:
Manuscript van Ellen G. White 76, 1903).
Einde citaat.
Zij vervolgt haar
commentaar met: "Christus een Vrij
Zedelijk Wezen, - - De tweede Adam (Jezus
Christus) was een vrij zedelijk wezen,
verantwoordelijk voor Zijn gedrag. Omringd
door intens sluwe en misleidende
invloeden, verkeerde Hij (Jezus) IN VEEL
ONGUNSTIGER OMSTANDIGHEDEN OM EEN
ZONDELOOS LEVEN TE LEIDEN DAN DE EERSTE
ADAM. TOCH WEERSTOND HIJ, TEMIDDEN VAN
ZONDAARS ALLE VERZOEKING TOT ZONDIGEN EN
HIJ HANDHAAFDE ZIJN ONSCHULD. HIJ WAS
ALTIJD ZONDELOOS. (idem: Sabbath School
Worker, 29 sept. 1903). Einde citaat. Zij
vervolgt haar commentaar met: "De Mens in
een Gunstige Positie ten Opzichte van God,
- Door zijn
betrekking tot de eerste Adam kreeg de
mens van hem slechts schuld en doodvonnis.
MAAR CHRISTUS KOMT EN GAAT OVER HET
TERREIN WAAR ADAM VIEL, TERWIJL HIJ
(JEZUS) ELKE BEPROEVING TEN BEHOEVE VAN DE
MENS HEEFT DOORSTAAN. HIJ VERLOST HET
SCHANDELIJKE FALEN EN ZONDIGEN VAN ADAM
DOOR ONBESMET UIT DE STRIJD TE VOORSCHIJN
TE KOMEN. DIT PLAATST DE MENS IN EEN
GUNSTIGE POSITIE TEN OPZICHTE VAN GOD. HET
PLAATST HEM (DE MENS) DAAR, WAAR HIJ DOOR
HET AANNEMEN VAN CHRISTUS ALS ZIJN
ZALIGMAKER, DEELGENOOT WORDT AAN DE
GODDELIJKE NATUUR. Op deze wijze wordt hij
MET GOD EN CHRISTUS VERBONDEN." (Idem:
Brief 68, 1899). Einde citaat. LIEVE
MENSEN, ZOALS U ZIET, ZIT IN DE
GELOOFSERVARING ÓóK EEN STIJGENDE LIJN!!!
DIT LAS U TERECHT IN HET VORIGE CITAAT VAN
ZUSTER ELLEN G. WHITE. DE LIEFDEVOLLE GOD
DE VADER EN ONZE HEERE EN HEILAND SCHENKEN
ZELFS DE DIEPSTGEVALLEN ZONDAAR GENADE,
WANNEER HIJ HEN AANROEPT IN ZIJN NOOD!!!
GENADE VAN DE GODHEID IS DUS ONVERDIENDE
GUNSTI!! GELOOF IS NIET ONZE ZALIGMAKER,
MAAR GELOOF VERBINDT ONS MET DE
ZALIGMAKER, JEZUS CHRISTUS!!! GELOOF IS
VOLGENS DE HEILIGE SCHRIFT, +óK EEN GAVE
VAN GOD. Dit zegt de Apostel Paulus in
Efeziërs 2:8 en 9. Vers 8: "WANT DOOR
GENADE ZIJT GIJ BEHOUDEN, DOOR HET GELOOF,
EN DAT NIET UIT UZELF- HET IS EEN GAVE VAN
GOD; Vers 9: "NIET UIT WERKEN, OPDAT
NIEMAND ROEME." Einde teksten.