Christus onze Rechtvaardigheid
"Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en
rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle
ongerechtigheid." (1 Johannes 1:9.)
God
verlangt dat we onze zonden belijden en onze harten.' voor Hem
verootmoedigen; maar tegelijkertijd moeten we op Hem vertrouwen als
een medelijdend Vader, Die degenen die op Hem betrouwen, niet zal
verlaten. Velen van ons wandelen door aanschouwen en niet door het
geloof. We geloven de dingen die gezien worden, maar stellen de
kostelijke beloften die ons in Gods Woord gegeven worden, niet op
prijs. En toch kunnen we God niet méér oneer aandoen dan door te
laten zien dat we wantrouwen hetgeen Hij zegt en ons afvragen of de
Here nu werkelijk met ons is of ons misleidt.
God
geeft ons niet op uit hoofde van onze zonden. Wij mogen fouten maken
en Zijn Geest bedroeven, maar wanneer we berouw tonen en met een
verslagen hart tot Hom komen, zal Hij ons niet wegzenden. Er zijn
hinderpalen die moeten worden weggenomen. Aan verkeerde gevoelens
heeft men toegegeven, en daar was hovaardij, zelfvoldaanheid,
ongeduld en murmurering. Dat alles scheidt ons van God. Zonden
moeten beleden worden, er moet zich in het hart een dieper werk der
genade voltrekken, Die zich zwak en ontmoedigd voelen, kunnen sterke
mannen Gods worden en een nobel werk voor de Meester doen. Maar zij
moeten op een hoger peil werken. Zij moeten niet door zelfzuchtige
motieven beïnvloed worden.
De verdiensten van Christus onze enige hoop
Wij
moeten leren in de school van Christus. Niets anders dan Zijn
rechtvaardigheid kan ons aanspraak doen maken op de zegeningen van
hef genadeverbond. Lang hebben we verlangd en getracht deze
zegeningen te verkrijgen, maar we hebben ze niet ontvangen omdat we
de gedachte koesterden dat we zelf iets konden doen om ze waardig te
worden. Wij hebben ons persoonlijk niet weggecijferd en niet geloofd
dat Jezus een levende Heiland is. We moeten niet denken dat onze
deugden, en verdiensten ons zullen redden; de genade van Christus is
onze enige hoop op zaligheid. Door Zijn profeet belooft de Here: "De
goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten;
en hij bekere zich tot de Here, zo zal Hij Zich zijner ontfermen, en
tot onze God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk." (Jes.55:7) We
moeten de onverbloemde belofte geloven en geen gevoelens voor geloof
accepteren. Wanneer we God volkomen vertrouwen, wanneer we ons
verlaten op de verdiensten van Jezus als een Heiland Die de zonde
vergeeft, zullen we al de hulp ontvangen die we maar kunnen
verlangen.
Wij zien
op onszelf als hadden we macht onszelf te reden; maar Jezus stierf
voor ons omdat wij niet bij machte zijn dit te doen. in Hem ligt
onze hoop, onze rechtvaardiging, onze rechtvaardigheid. We
moeten niet moedeloos worden en vrezen dat we geen Heiland hebben of
dat Hij ten aanzien van ons geen gedachten der genade koestert.
Juist in deze tijd is Hij bezig met Zijn ,Werk te onzen gunste, ons
uitnodigend om in onze hulpeloosheid tot Hem te komen en zalig te
worden. Door ons ongeloof doen we Hem oneer aan. Het is meer dan
verwonderlijk hoe we onze allerbeste Vriend behandelen, hoe weinig
vertrouwen we hebben in Hem Die ons volkomen kan zalig maken en ons
elk bewijs van Zijn grote liefde heeft gegeven.
Mijn
broeders, verwacht u dat uw verdienste u zal aanbevelen in de gunst
van God, door te denken dat u vrij van zonde moet zijn alvorens te
kunnen vertrouwen op Zijn kracht om zalig te maken? Als dat de
strijd is in uw binnenste, ben ik bang dat u geen kracht zult
verkrijgen en uiteindelijk geheel ontmoedigd zult worden.
Toen de
Here in de woestijn de opstandige Israëlieten door giftige slangen
liet bijten moest Mozes op Zijn bevel een koperen slang oprichten,
en al de gewonden
moesten daarop zien om
in leven te blijven. Maar velen zagen geen heil in dit door de Hemel
gegeven geneesmiddel. Rondom hen heen lagen de doden en de
stervenden, en zij wisten dat zonder goddelijke hulp hun lot was
beslist; maar ze klaagden liever over hun wonden, hun pijnen, hun
gewisse dood, tot ze geen kracht meer hadden en hun ogen
verglaasden, terwijl ze toch ogenblikkelijke genezing hadden kunnen
verkrijgen.
"Gelijk
Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft", zo moest "de Zoon des
mensen verhoogd worden, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet
verderve, maar het eeuwige leven hebbe." (Joh.3:14,15) Indien u
zich uw zonden bewust bent, verbruikt dan niet al uw kracht om
daarover te treuren, maar ziet op en leeft. Jezus is onze enige
Heiland; en hoewel miljoenen die de genezing van node hebben, Zijn
aangeboden genade verwerpen, zal niemand die zich op Zijn
verdiensten verlaat, aan de ondergang worden prijsgegeven. Wanneer
we onze hulpeloze toestand zonder Christus" beseffen, moeten we niet
ontmoedigd worden, we moeten vertrouwen op een gekruisigde en
verrezen Heiland. Arme, door de zonden zieke, ontmoedigde ziel, zie
naar boven en leef., Jezus heeft Zijn woord gegeven; Hij zal allen
die tot Hem komen, zalig maken.
Kom tot
Jezus en ontvang rust en vrede. Zelfs nu kunt u in het bezit komen
van die zegen. Satan fluistert u in dat u hulpeloos is en van uzelf
geen zegen kunt verkrijgen, Het is waar; u bent hulpeloos. Maar
verhef Jezus voor Zijn ogen: Ik heb een verrezen Heiland; op Hem
stel ik mijn vertrouwen en Hij zal mij nooit teleurstellen. In Zijn
naam, triomfeer ik. Hij is mijn rechtvaardigheid en de kroon van
mijn blijdschap Laat niemand hier voelen dat zijn geval hopeloos is,
want dat is niet zo. U kunt uzelf als zondig, en verloren zien, maar
juist daarom hebt u een Heiland nodig. Hebt u zonden te belijden
verlies dan geen tijd Dit zijn gulden ogenblikken. "Indien wij onze
zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig dat Hij ons de
zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid." 1 Johannes
1:9. Die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, zullen verzadigd
worden, want Jezus heeft dat beloofd. Dierbare Heiland!! Zijn armen
staan open om ons te ontvangen en Zijn groot hart vol liefde om ons
te zegenen.
Sommigen
schijnen het gevoel te bezitten dat ze aan beproeving moeten
blootstaan en de Here moeten bewijzen dat ze veranderd zijn alvorens
ze op Zijn zegen kunnen aanspraak maken. Maar deze kostbare zielen
kunnen zelfs nu op Zijn zegen aanspraak maken Zij moeten Zijn genade
de Geest van Christus bezitten om aan hun zwakheden tegemoet te
komen anders kunnen ze geen Christelijk karakter opbouwen. Jezus
heeft zo graag dat we tot Hem komen precies, zoals we zijn zondig,
hulpeloos, afhankelijk.
Berouw
zowel als vergiffenis is de gave Gods door Christus. Juist door de
invloed van de Heilige Geest worden we van zonden overtuigd en
gevoelen we onze behoefte aan vergeving. Alleen de boetvaardige
ontvangt vergiffenis; maar het is Gods genade die het hart tot
berouw verwekt. Hij is bekend met al onze zwakheden en krankheden en
Hij zal ons helpen.
Sommigen
die door berouw en belijden tot God komen en zelfs geloven dat hun
zonden vergeven zijn, maken nog geen aanspraak zoals dat moest, op
de beloften Gods. Zij zien niet dat Jezus een altijd aanwezige
Heiland is, en ze zijn niet bereid hun zielen onder Zijn hoede te
stellen en zich te verlaten op Hem om het werk der genade in hun
harten begonnen, te voleinden
Terwijl ze denken dat ze zich,aan God hebben overgegeven, schuilt
daaronder nog zo heel veel zelfvertrouwen. Er zijn gewetensvolle
zielen die gedeeltelijk op God en gedeeltelijk op zichzelf
vertrouwen. Zij zien niet op God om in Zijn kracht te worden
bewaard, maar bouwen op hun waakzaamheid tegen verleiding en het
doen van bepaalde plichten om door Hem aangenomen te worden. In
zo'n, geloof liggen geen overwinningen. Het tobben van zulke mensen
is doelloos, hun zielen liggen aanhouden in banden en ze vinden
geen, rust tenzij ze hun lasten afleggen aan de voeten van Jezus.
Nodig is
voortdurende waakzaamheid en ernstige, liefdevolle toewijding; maar
dat alles zal langs natuurlijke wijze komen wanneer de ziel bewaard
wordt in Gods kracht door hef geloof. Wij kunnen niets maar ook
absoluut niets doen om onszelf in de Goddelijke gunst aan te
bevelen. Wij, moeten in het geheel niet op onszelf vertrouwen, noch
op onze goede werken; maar, wanneer we als dwalende, zondige wezens
tot Christus komen, kunnen we rust vinden in Zijn liefde. God zal
een iegelijk aannemen die tot Hem komt en geheel vertrouwt op de
verdiensten van een gekruisigde Heiland. Liefde ontkiemt in het
hart. Er kan geen verheffing van de geest zijn die gebaseerd is op
gevoelens, maar er is: een aanhoudend, vredevol vertrouwen. Elke
last is licht want het juk dat Christus oplegt, draagt gemakkelijk.
Plicht wordt een blijdschap en offers brengen een genoegen.
Het pad
dat voordien in het duister scheen te liggen, komt nu in het volle
licht door de stralen van de Zon der Gerechtigheid. Dit is wandelen
in hef licht, zoals Christus in het licht is.
(Een morgenwijding
voor de predikanten, bij een op de Generale Conferentie te Battle
Creek, Michigan, 1883. "1892, Gospel Workers, ed. van 1892, blz.
411--415")