|
-
Christus onze Helper en Verlosser
"Want, gelijk door de ongehoorzaamheid van één mens zeer velen
zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van Een zeer
velen rechtvaardig worden." Romeinen 5:19
Omdat de gevallen
mens met zijn menselijke kracht satan niet kon overwinnen, kwam Christus
van de hemel om hem met Zijn verenigde menselijke en goddelijke kracht te
helpen. Christus wist dat Adam in Eden met zijn grotere voordelen de
verzoekingen van satan had kunnen weerstaan en hem had kunnen overwinnen.
Hij wist eveneens dat het voor de mens buiten Eden, die sinds de val
gescheiden van het licht en de liefde van God was, niet mogelijk was om de
verzoekingen van satan uit eigen kracht te weerstaan. Om nu hoop voor de
mensen te brengen en hem van de volledig ondergang te redden, vernederde
Hij Zichzelf om de natuur van de mens aan te nemen, zodat Hij Zijn
goddelijke kracht met de menselijke verenigde, zodat Hij de mens bereiken
kan daar waar hij is. Hij verkreeg voor de gevallen zonen en dochteren van
Adam die kracht, die oorspronkelijk door hen zelf verkregen kon worden,
zodat zij in Zijn naam de verzoekingen van satan konden overwinnen.....
Adam en Eva werden in Eden onder zeer gunstige omstandigheden geplaatst...
Zij waren vrij van de veroordeling van de zonde... De Schepper van hun
bestaan was hun Onderwijzer, maar zij vielen onder de macht en verzoekingen
van de listige vijand. Vierduizend jaar was satan aan het werk geweest
tegen het bestuur van God en hij had kracht en ervaring verkregen door
vastbesloten oefening. De gevallen mens had niet de voordelen van Adam in
Eden. Hij was al vierduizend jaar van God gescheiden. De wijsheid en de
macht om de verzoekingen van satan te weerstaan waren steeds minder
geworden, totdat satan triomfantelijk over de aarde scheen te regeren. Lust
en hartstocht, de liefde tot de wereld en aanmatigende zonden waren de
boosheden, waar iedere soort van verdorvenheid uit voort kwam.
Ons leven kan een doolhof lijken, maar als wij ons toevertrouwen aan de
wijze Meester, zal Hij ons een leven en karakter geven dat tot Zijn
heerlijkheid zal zijn. Dit karakter dat de heerlijkheid, het karakter van
Christus openbaart, zal hun deel zijn in Gods paradijs.
Iedereen die door geloof Gods geboden gehoorzaamt, zal de toestand van
zondeloosheid bereiken, waarin Adam vóór zijn overtreding leefde.
(Maranatha blz.224 - E.G.White)
|
|