|
-
-
Wij citeren
de Bijbelteksten uit de N.B.G.-Vertaling (= Nederlands Bijbelgenootschap
Vertaling) van 1951; indien een andere Vertaling wordt toegepast, zal dit
apart worden vermeld. Wij herhalen nu de laatste regels van de "Roepstem"
nr. 59 over de maand april 2005 en gaan daarna verder. De meeste van de
mensen die naar de Woorden van Jezus luisterden, waren boerenarbeiders of
vissers, en hun nederige stulpjes (verblijven) bevatten slechts één vertrek,
waarin het ene licht op een kandelaar stond, en scheen op allen die in het
huis waren. "Zó" zei Jezus, "laat uw licht schijnen voor de mensen, opdat
(dit is dus weer een doel), opdat zij uw goede werken zien, en uw Vader Die
in de hemelen is, VERHEERLIJKEN." Geen ander licht heeft ooit op de gevallen
mens geschenen of zal ooit op hem schijnen, dan het LICHT, dat van Christus
uitstraalt; Jezus, de Heiland, is het ENIGE LICHT dat de duisternis kan
verlichten van een wereld, die geboeid ligt in de zonde. Van Christus staat
geschreven in Johannes 1:4: "In het Woord was leven, en het leven WAS HET
LICHT DER MENSEN;" Einde tekst. Door het ontvangen van Zijn leven konden de
discipelen LICHTDRAGERS WORDEN. HET LEVEN VAN CHRISTUS IN HUN ZIEL, ZIJN
LIEFDE GEOPENBAARD IN HUN KARAKTER, ZOU HEN TOT HET LICHT DER WERELD
MAKEN!!! DE MENSHEID HEEFT IN ZICHZELF GEEN LICHT. Zonder Christus zijn wij
als een kaars die niet is aangestoken, ALS DE MAAN WANNEER HAAR GELAAT IS
AFGEWEND VAN DE ZON; wij hebben geen enkele straal van licht om die in de
duisternis van de wereld te doen schijnen. Maar wanneer wij ons keren naar
de Zonne der Gerechtigheid, wanneer wij in contact komen met Christus,
straalt de gehele ziel van HET LICHT VAN DE GODDELIJKE TEGENWOORDIGHEID. De
volgelingen van Christus moeten meer zijn dan een licht te midden der
mensen. ZIJ ZIJN HET LICHT DER WERELD. Jezus zegt tot allen die Zijn Naam
aangeroepen hebben: "Gij hebt u zelf aan Mij gegeven, en Ik heb u aan de
wereld gegeven ALS MIJN VERTEGENWOORDIGERS." Zoals de Vader Hem (dus
Christus) in de wereld gezonden had, "zó", verklaart Christus, "heb óók Ik
hen gezonden
in de wereld." (Zie Johannes 17:18). Zoals Christus het kanaal is voor de
openbaring van de Vader, zo moeten wij het kanaal zijn voor de openbaring
van Christus. Vergeet niet christen, dat, hoewel onze Heiland DE GROTE
LICHTBRON IS, HIJ WORDT GEOPENBAARD DOOR DE MENSEN. Gods zegeningen worden
door menselijke werktuigen uitgestort. Christus ZELF kwam naar de wereld als
de ZOON des mensen. De mensheid moet, VERBONDEN MET DE GODDELIJKE NATUUR,
met de mensheid in contact komen. De Gemeente van Christus, iedere discipel
van de Meester persoonlijk, is het door de hemel verkoren instrument,
waardoor God zich openbaart aan de mensheid. Engelen der heerlijkheid
wachten om door u het licht en de kracht des hemels mee te delen aan zielen
die op HET PUNT STAAN OM VERLOREN TE GAAN. Zal de menselijke
vertegenwoordiger falen in het volbrengen van het hem toebedeelde werk? 0,
DAN WORDT DE WERELD IN DAT OPZICHT BEROOFD VAN DE BELOOFDE INVLOED VAN DE
HEILIGE GEEST! Maar Jezus gebood Zijn discipelen NIET: "Streef ernaar- uw
LICHT TE DOEN SCHIJNEN", Hij zeide: "LAAT HET SCHIJNEN." Indien Christus IN
HET HART WOONT, is het ONMOGELIJK OM HET LICHT VAN ZIJN TEGENWOORDIGHEID TE
VERBERGEN. Indien zij, die belijden volgelingen van Christus te zijn, niet
HET LICHT DER WERELD ZIJN, IS DAT ZO OMDAT DE LEVENGEVENDE KRACHT HEN HEEFT
VERLATEN; INDIEN ZIJ GEEN LICHT TE GEVEN HEBBEN, IS DAT ZO OMDAT ZIJ NIET
VERBONDEN ZIJN MET DE BRON VAN LICHT. DOOR ALLE EEUWEN HEEN, heeft "de Geest
van Christus IN HEN" (zie 1 Petrus 1:11), Gods ware kinderen GEMAAKT TOT HET
LICHT voor de mensen van hun geslacht. Jozef was een lichtdrager in Egypte.
In zijn reinheid, welwillendheid en
kinderliefde was hij een vertegenwoordiger van Christus temidden van een
volk van
2
afgodendienaars. Terwijl de Israëlieten op weg waren van Egypte naar het
beloofde land, waren de oprechten onder hen een licht voor de volken die hen
omgaven. DOOR HEN WERD GOD GEOPENBAARD AAN DE WERELD. Van Daniël en zijn
vrienden in Babylon, en van Mordechai in Perzië, STRAALDE HET LICHT TEMIDDEN
VAN DE DUISTERNIS VAN DE KONINGSHOVEN. Op dezelfde wijze zijn de discipelen
van Christus gesteld als lichtdragers op de weg naar de hemel; door hen
worden de barmhartigheid en
goedheid van de Vader geopenbaard aan een wereld die gehuld is in de
duisternis van een VERKEERD BEGRIP AANGAANDE GOD. Doordat zij hun goede
werken zien worden anderen ertoe geleid de Vader Die in de hemelen is TE
VERHEERLIJKEN; want het wordt duidelijk gemaakt, dat er een God is op de
troon van het heelal, WIENS KARAKTER LOF EN NAVOLGING WAARD IS. De
Goddelijke liefde die brandt in het hart, de Christelijke harmonie die
geopenbaard wordt in het leven, zijn als een glimp van de hemel gegeven aan
de mensen op aarde, opdat zij de heerlijkheid daarvan op de juiste waarde
zullen schatten. Op deze wijze worden de mensen ertoe gebracht de liefde te
onderkennen "die God jegens ons heeft." Dit zegt 1 Johannes 4:16. Zó worden
harten, die eens zondig en verdorven waren, GEREINIGD EN VERANDERD, OM TE
STAAN "ONBERISPELIJK VOOR ZIJN HEERLIJKHEID IN GROTE VREUGDE." Dit zegt
Judas vers 24. De Woorden van de Heiland: "GIJ ZIJT HET LICHT DER WERELD",
wijzen op het feit, dat Jezus Christus Zijn volgelingen een wereldwijde
zending heeft opgedragen. In de dagen van Christus hadden ZELFZUCHT, TROTS
EN
VOOROORDEEL EEN STERKE HOGE SCHEIDSMUUR GEBOUWD tussen de aangewezen
bewaarders van de heilige Godsspraken en IEDER ANDER VOLK OP DE AARDBOL.
Maar de Heiland was gekomen om dit alles te veranderen! De woorden die de
mensen van Zijn lippen hoorden waren anders dan wat zij ooit gehoord hadden
van priester of rabbi. Christus haalt de scheidsmuur neer, de eigenliefde,
het scheidingmakende vooroordeel van nationaliteit, en Hij leert een liefde
voor allen, die tot het menselijk geslacht behoren. Hij heft de mens uit
boven de enge kring die hun zelfzucht voorschrijft. Hij (Christus) doet alle
grenzen en kunstmatige scheidingen in de
maatschappij te niet. JEZUS MAAKT GEEN VERSCHIL TUSSEN BUREN EN
VREEMDELINGEN, VRIENDEN EN VIJANDEN. HIJ LEERT ONS IEDERE ZIEL IN NOOD TE
BESCHOUWEN ALS ONZE NAASTE, EN DE WERELD ALS ONZE AKKER. Zoals de
zonnestralen doordringen tot de meest afgelegen hoeken der aarde, ZO WIL GOD
DAT HET LICHT VAN HET EVANGELIE ZAL REIKEN TOT IEDERE ZIEL OP AARDE. Indien
de Gemeente van Christus de bedoeling van onze Heere ten uitvoer zou
brengen, zou het licht worden uitgegoten over ALLEN DIE IN DUISTERNIS ZITTEN
EN IN HET DAL DER SCHADUW DES DOODS. In plaats van samen te klitten en de
verantwoordelijkheid en het dragen van het kruis te mijden, moeten de leden
van de Gemeente zich verspreiden naar alle landen, en het licht van Christus
door hen laten schijnen, door evenals Hij dat deed te WERKEN VOOR DE REDDING
VAN ZIELEN, EN DIT "EVANGELIE DES KONINKRIJKS" zou spoedig aan de gehele
wereld gebracht zijn. Op deze wijze wordt Gods bedoeling met het roepen van
Zijn volk, van Abraham in de vlakte van Mesopotamië tot ONS IN DEZE EEUW
TOE, VERVULD. God zegt in Genesis
12:2 in de Staten Vertaling: "En IK zal u tot een groot volk maken, en u
zegenen, en` uw naam groot maken; EN WEES EEN ZEGEN!" Einde tekst. De
Woorden van Christus, Die Hij sprak door de Evangelieprofeet, en die slechts
als een echo klinken in de BERGREDE, ZIJN BESTEMD VOOR ONS IN DEZE LAATSTE
GENERATIE!!! Jesaja 60:1 zegt immers: "Sta op, word verlicht, WANT UW LICHT
KOMT EN DE HEERLIJKHEID DES HEEREN GAAT OVER U OP." Einde tekst. Indien de
heerlijkheid des Heeren is opgegaan over uw geest; indien gij de schoonheid
hebt ontvangen van Hem, Die de VOORNAAMSTE IS ONDER TIENDUIZENDEN, en Die
volkomen LIEF TE HEBBEN IS; indien in uw ziel de aanwezigheid van Zijn
heerlijkheid straalt, DAN IS DIT WOORD VAN DE MEESTER TOT U GERICHT. HEBT U
MET CHRISTUS GESTAAN OP DE BERG DER VERHEERLIJKING? Beneden in de vlakte
zijn mensen, die door Satan als slaven gevangen
3
gehouden worden; zij wachten op het woord van GELOOF en GEBED OM HEN TE
BEVRIJDEN. Wij moeten niet alleen de heerlijkheid van Christus overdenken,
maar 66k spreken over Zijn uitnemende eigenschappen. Jesaja aanschouwde NIET
ALLEEN DE HEERLIJKHEID VAN CHRISTUS, MAAR HIJ SPRAK OOK OVER HEM. Terwijl
David peinsde, brandde het vuur; toen SPRAK HIJ MET ZIJN MOND. Terwijl hij
PEINSDE over de wonderlijke liefde Gods, KON HIJ NIET ANDERS DAN SPREKEN
OVER DATGENE WAT HIJ ZAG EN GEVOELDE (VOELDE). David zegt in Psalm 29:9b:
"Maar in Zijn paleis zegt ieder: ERE!" Einde tekst. De zanger van Israël
prees de Heere God op de harp, zeggende in Psalm 145:5 en 6, Vers 5: "Ik zal
van de heerlijke luister Uwer majesteit en van Uw wonderdaden gewagen." Vers
6: "Zij zullen spreken van de macht Uwer geduchte daden, en Uw grootheid wil
ik vertellen." Einde teksten. Het kruis van Golgotha moet hoog verheven
worden boven de mensen, HUN GEDACHTEN GEHEEL IN BESLAG NEMEN! DAN ZULLEN
ALLE GEESTELIJKE VERMOGENS AANGEDAAN WORDEN MET GODDELIJKE KRACHT, DIE
RECHTSTREEKS VAN GOD KOMT. Dan zal
alle kracht zich samentrekken in oprechte arbeid voor de Heere. De arbeiders
zullen LICHTSTRALEN uitzenden in de wereld, als LEVENDE WERKTUIGEN OM DE
WERELD TE VERLICHTEN. Christus neemt vol blijdschap ieder menselijk wezen
aan, dat aan Hem wordt overgegeven. HIJ VERENIGT HET MENSELIJKE MET HET
GODDELIJKE, OPDAT HIJ AAN DE WERELD DE GEHEIMNISSEN KAN MEEDELEN VAN DE
VLEESGEWORDEN LIEFDE. SPREEK ERVAN, BIDT ERVAN, ZINGT ERVAN; VERKONDIG DE
BOODSCHAP VAN ZIJN HEERLIJKHEID WIJD EN ZIJD, EN BLIJF STEEDS OPTREKKEN NAAR
VERDER GELEGEN GEBIEDEN. Geduldig gedragen beproevingen, dankbaar ontvangen
zegeningen, moedig WEERSTANE VERLEIDINGEN, ZACHTMOEDIGHEID, VRIENDELIJKHEID,
BARMHARTIGHEID EN LIEFDE DIE VOORTDUREND GEOPENBAARD WORDEN, ZIJN DE
LICHTPUNTEN DIE STRALEN IN HET KARAKTER IN TEGENSTELLING TOT DE DUISTERNIS
VAN HET ZELFZUCHTIGE HART, WAAR HET LICHT DES LEVENS NOOIT IN HEEFT
GESCHENEN!!!
Tot zover de gedachtegang over Mattei s 5:14 t/m 16, waar wij lazen, in Vers
14: "GIJ ZIJT HET LICHT DER WERELD. Een stad, die op een berg ligt, kan niet
verborgen blijven." Vers 15: "Ook steekt men geen lamp aan en zet haar onder
de korenmaat, maar op de STANDAARD, en ZIJ SCHIJNT VOOR ALLEN DIE IN HET
HUIS ZIJN." Vers 16: "Laat ZO UW LICHT SCHIJNEN VOOR DE MENSEN, OPDAT ZIJ UW
GOEDE WERKEN ZIEN EN UW VADER, DIE IN DE HEMELEN IS, VERHEERLIJKEN." Einde
teksten. De gedachtegang voor deze overdenking was genomen uit het Hollandse
boekje: "Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, op pagina 39 t/m 44."
Dit is van zuster Ellen G. White. (Het vetgedrukte door mij aangebracht).
|
|