HOOFDSTUK 34.
De Godheid verklaarde Zichzelf : " Heere, Heere God,harmhartig
en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, die de
weldadigheid bewaart aan vele duizenden, die de ongerechtigheid en overtreding
en zonde vergeeft; die den schuldige geenszins onschuldig houdt ". (VERS 6.)
" Mozes nu haastte zich en neigde het hoofd ter
aarde, en hij boog zich ". ( VERS 8 )
Opnieuw vroeg hij dat God de ongerechtigheid van Zijn
volk zou vergeven, en hen als Zijn erfgenamen wilde aanvaarden. Zijn gebed
werd verhoord. De Heer beloofde in genade Zijn gunst tegenover Israel te
vernieuwen en van wonderbare dingen te doen voor hen, die Hij nog niet gedaan
had " op de ganse aarde, noch onder eenige volken ". Mozes bleef veertig dagen
en nachten op de berg, en gedurende deze tijd, gelijk de eerste maal, werd hij
op een mirakuleuze wijze in stand gehouden. Niemand was met hem mogen opgaan
en niemand mocht de berg naderen bij zijn afwezigheid. Bij Gods bevel had hij
twee stenen tafelen voorbereid, en had ze met hem medegenomen op de top van de
berg ; en opnieuw " schreef Hij op de tafelen de woorden des verbonds, de tien
woorden ". 197
Gedurende deze lange tijd, die Mozes doorbracht met
God, had zijn aangezicht de heerlijkheid van de goddelijke Tegenwoordigheid
weerkaatst ; hij wist zelf niet dat zijn aangezicht schitterde met een
glanzend licht als hij van de berg afdaalde. Zulk een licht verlichtte het
aangezicht van Stefanus, als hij voor de rechters gebracht werd; " En allen,
die in de Raad zaten, de oogen op hem houdende, zagen zijn aangezicht als het
aangezicht eens engels ".Hand. 6 : 15.
Aaron zowel als het volk schrokken terug van Mozes en
" daarom vreesden zij tot hem toe te treden ".
Hun verwarring en schrik ziende, maar onwetend nopens
de oorzaak, drong hij aan dat zij nader zouden komen. Hij spiegelde hen de
belofte voor van Gods verzoening, en verzekerde hen van Zijn herstelde gunst.
Zij bemerkten in zijn stem niets dan liefde en vriendelijkheid, en ten laatste
was er een die het waagde hem te naderen. Te bevreesd om te spreken, wees hij
stilzwijgend naar het aangezicht van Mozes, en dan naar de hemel. De grote
leider verstond zijn mening. In hun bewuste schuld, zich steeds onder de
goddelijke misnoegdheid gevoelend,konden zij het hemelse licht niet
aanschouwen, dat,waren zij gehoorzaam geweest, hen met vreugde zou vervuld
hebben. Er is vrees in de schuld. De ziel, die vrij is van zonde wenst niet
van zich af te wenden van het licht van de hemel.
Mozes moest hen veel mededelen ; en medelijden
hebbend met hun vrees, legde hij een deksel op zijn aangezicht, en deed dit
achteraf ook telkens als hij naar het kamp terugkeerde na onderhoud met God.
Door deze schittering wilde God aan Israel duidelijk maken,welk een verheven
karakter de wet heeft, en welk een heerlijkheid het evangelie, geopenbaard
door Christus, bezit. Terwijl Mozes op de berg was, gaf God aan Mozes niet
alleen de tafels van de wet, maar ook het plan van verlossing. Hij zag dat het
offer van Christus,voorafgebeeld was door typen en figuren van de joodse tijd
; en het was het hemelse licht stromend van Kalvarie, niet minder dan de wet
van God, die zulk een glans bracht op het aangezicht van Mozes.
Deze goddelijke verlichting symboliseert de glorie
van de dispensatie, van dewelke Mozes de middelaar was, een vertegenwoordiger
van de ware Voorspreker. De heerlijkheid weerspiegeld op het aangezicht van
Mozes illustreert de zegeningen die moeten ontvangen worden door Gods geboden
houdende volk door de tussenkomst van Christus. Zij getuigt dat hoe dichter
onze gemeenschap is -met God en hoe klaarder onze kennis van Zijn eisen, hoe
vollediger wij gelijk zullen gemaakt worden aan het goddelijk beeld, en hoe
gemakkelijker wij deelnemers worden van de goddelijke natuur.
Mozes was een type van Christus. Als Israels
voorspreker zijn aangezicht dekte, omdat het volk er niet kon op zien, zo
Christus, de goddelijke voorspreker, hulde Zijn goddelijkheid met
menselijkheid als Hij naar de aarde kwam. Was Hij gekomen bekleed met hemelse
glans, zou Hij geen toegang kunnen gevonden hebben
bij de mens in zijn zondige staat. Zij zouden de
heerlijkheid van Zijn tegenwoordigheid niet kunnen verdragen hebben. Daarom
vernederde Hij Zich en werd gemaakt " in gelijkheid en des zondigen vleesches
" Rom 8 3, omdat Hij het gevallen mensenras mocht bereiken, en hen opheffen.
Patr. Proph. 329-30.
VERS 3.
De Heer wilde niet dat iemand gezien werd rond de
berg wegens hun laatste overtreding, opdat Zijn glorie hen niet zou verteren.
Dit kon aan ieder duidelijk maken hoe God de overtreding van Zijn wet aanziet.
Als het volk niet kon zien op Zijn glorie, die verscheen op de Sinai voor de
tweede keer, als Hij opnieuw Zijn wet neerschreef, hoe zullen de bozen, die
het gezag van God getrapt hebben, Zijn brandende heerlijkheid kunnen
verdragen, als zij moeten verantwoorden voor de grote Wetgever nopens Zijn
verbroken wet ? VERS 6 -29.
God bedoelt niet in deze bedreiging, dat de kinderen
verplicht zullen zijn om te lijden wegens de zonden van hun ouders, maar dat
het voorbeeld van de ouders zou nagevolgd worden door de kinderen. Als de
kinderen van boze ouders recht zullen handelen, zou Hij hun juist handelen
belonen. Maar de gevolgen van een zondig leven worden dikwijls overgeërfd door
de kinderen. Zij lopen in de voetstappen van de ouders. Een zondig voorbeeld
heeft invloed van vader tot zoon tot de derde en vierde generatie. Als ouders
toegeven aan verdorven eetlust, zullen wij in bijna ieder geval hetzelfde zien
doen van hun kinderen. De kinderen vormen dezelfde karakters als deze van hun
ouders ; en tenzij zij vernieuwd worden door de genade, en overwonnen, zijn ze
werkelijk ongelukkig. Als de ouders bestendig opstandig zijn, en geneigd zijn
om God ongehoorzaam te zijn, zullen hun kinderen over het algemeen hun
voorbeeld volgen. Godvruchtige ouders, die hun kinderen onderrichten door
voorschrift en voorbeeld op de weg van gerechtigheid, zullen over het algemeen
hun kinderen in hun voetstappen zien volgen. Het voorbeeld van godvrezende
ouders zal nagebootst worden door hun kinderen, en hun kinds kinderen zullen
het juiste voorbeeld van hun ouders volgen, en aldus wordt de invloed gezien
van generatie tot generatie.
Als de Heer op het hart van Mozes een klaar beeld gaf
van Zijn goedheid, Zijn barmhartigheid en medelijden, was hij vervuld met een
verrukkende vreugde, die hem ertoe bracht van God te aanbidden met diepe
eerbied. Hij vroeg opdat God de ongerechtigheid van zijn volk wilde vergeven,
en hen wilde aannemen als Zijn kinderen. Dan beloofde God genadevol aan Mozes,
dat Hij een verbond wilde maken voor gans Israel van grote dingen te zullen
doen voor dit volk en dat Hij wilde tonen aan alle andere naties welke
speciale zorg en liefde Hij voor hen heeft.
God legde dan aan Mozes op van geen verbond te maken
met andere naties, waar zij zouden doorgaan, opdat zij daardoor niet zouden
bekoord zijn. Maar zij moesten hun afgoden met hun altaren vernietigen en hun
beelden breken en hun bossen afbreken, die aan hun afgoden gewijd waren en
waar zij zich verzamelden om hun afgodenfeesten te houden, gegeven ter ere van
een afgod.
Hij zegde hen : " Gij zult niet buigen voor eenen
anderen god ; want des Heeren Naam is ijveraar, een ijverig God is Hij." God
eist, wat Hem verschuldigd is, de hoogste aanbidding. Hij geeft speciale
richtlijnen nopens de Sabbat. ( Vers 21 ).
De Heer weet, dat de Satan bestendig aan het werk is
om Zijn volk ertoe te brengen van de wet van God te overtreden, en Hij
verwaardigde zich van zeer bepaald te zijn in Zijn richtlijnen voor Zijn
dwalend volk, opdat zij niet mochten dwalen en Zijn geboden overtreden wegens
gebrek aan kennis. Hij wist, dat in het seizoen, dat zij het meest bezig
waren, als hun vruchten en granen moesten beveiligd worden, zij bekoord zouden
worden om de Sabbat te overtreden, en dat zij zouden werken gedurende de
heilige tijd. Hij wilde hen laten begrijpen, dat hun zegeningen zouden
vermenigvuldigen of verminderen volgens dat zij trouw waren
198.
in hun ziel, of ontrouw in de dienst.
God is nu niet minder nauwkeurig in verband met Zijn
Sabbat dan als wanneer Hij deze dingen eiste van Zijn volk van Israel. Zijn
oog rust op gans Zijn volk en over al de werken van hun handen. Hij zal dezen
niet onopgemerkt voorbij gaan, die de tijd van de Sabbat gebruiken voor hun
eigen nut, als deze aan God toebehoort. Sommige belijdende Sabbathouders
zullen zich opdringen aan de Sabbat door dingen te doen, die voor de Sabbat
hadden kunnen gedaan zijn. Deze kunnen denken,dat zij een beetje tijd
winnen,maar inplaats van bevoordeligd te zijn door God te beroven van Zijn
heilige tijd,die Hij voor Zichzelf voorbehouden heeft, zullen zij verlies
ondergaan. De Heer zal hen bezoeken wegens het overtreden van het vierde gebod
en deze tijd, die zij dachten te winnen, door de Sabbat te overtreden, zal
voor hen tot een vloek worden. Als Gods voorspoed gevende hand zich zal
terugtrekken, zullen zij een vermindering ondergaan in hun bezittingen,
inplaats van een vermeerdering. God zal de overtreder zekerlijk straffen.
Ofschoon Hij een tijd met hem geduld zal hebben, toch zal Zijn straf plots
komen. Zulke mensen realizeren zich dikwijls niet dat oordeel van God komt.
Hij is een jaloerse God, en eist dienst van een rechtszinnig hart en volmaakte
gehoorzaamheid aan al Zijn geboden.
3 Spir. Gifts 290-92.
VERS 6.
Door met ons te komen wonen, moest Christus God
openbaren zowel aan de mensen als aan de engelen. Hij was het Woord van God, -
Gods gedachten, die hoorbaar gemaakt werden. In Zijn gebed aan Zijn discipelen
zegt Hij : " Ik heb uwen naam geopenbaard den menschen ". Joh. 17 : 5. - "
barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid ". Ex.
34 : 6. - " opdat de liefde, waarmede Gij Mij lief gehad hebt, in hen zij, en
Ik in hen ". Joh. 17 : 26.
Deze openbaring was niet alleen gegeven aan Zijn
kinderen op de aarde geboren. Onze kleine wereld is een lesboek voor gans het
universum. Gods wonderbaar doel met Zijn genade, het geheim van de verlossende
liefde, is het thema waarin " engelen begeren te kijken " en het zal hun
studie uitmaken van een ganse eeuwigheid.
Desire of Ages 19.
De zichzelf zoekende geest oordeelt God alsof Hij
dezelfde zou zijn als hij is. Tenzij wij dit verloochend hebben, kunnen wij
Hem niet verstaan,die liefde is. Slechts het onzelfzuchtige hart, de nederige
en betrouw volle geest, zal God zien als " barmhartig en genadig, lankmoedig
en groot van weldadigheid en waarheid ". Als alles uit de hand van de Schepper
kwam, was niet alleen de hof van Eden maar de ganse aarde uitzonderlijk schoon
: Geen vlek van zonde, of een schaduw van de dood, bevlekte de mooie
schepping. Aldus was de aarde een geschikt symbool voor Hem, die " groot is
van weldadigheid en waarheid " ; een geschikte studie voor hen, die gemaakt
waren naar Zijn beeld en gelijkenis".
Education 22.
Ook aan Israel, dat Hij wenste een verblijfplaats te
maken voor Zichzelf, openbaarde Hij Zijn ideaal van karakter. Het patroon-was
getoond op de berg, als de wet gegeven werd op de Sinai en als God voorbij
Mozes ging en uitriep : " Heere, Heere God, barmhartig en genadig, lankmoedig
en groot van weldadigheid en waarheid ". Maar dit ideaal konden zij door
zichzelf niet bereiken. De openbaring op de Sinai kon hen alleen overtuigen
van hun nood en hulpeloosheid. Een andere les, het tabernakel, door zijn
dienst van offers, moest onderrichten - de les van vergiffenis van zonde, en
de macht door de Heiland tot gehoorzaamheid ten leven.
Idem 35-36.
In de wetten, die aan Israel gegeven werden, werd
volledig onderricht gegeven nopens de opvoeding.
God had zichzelf geopenbaard aan Mozes op de Sinai
als genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. Deze
princiepen, die in de wet belichaamd waren, moesten de vaders en de moeders in
Israel onderwijzen aan hun kinderen.
Idem 40.
De Hemel,naar beneden ziende,en het bedrog van Satan
bemerkend waar de mens in verleid werd, wist ,dat een goddelijke Onderrichter
moest komen op de aarde. De mens in onwetendheid en morele duisternis moest
licht, spiritueel licht hebben ; want de wereld kende God niet, en Hij moest
geopenbaard worden aan hun verstand. Waarheid keek vanuit de hemel en zag de
weerspiegeling niet van haar beeld ; want dikke wolken van morele duisternis
en nevel omringden de aarde, en de Heer Jezus alleen was in staat om de wolken
weg te rollen : want Hij was het Licht van de wereld. Door Zijn
tegenwoordigheid kon Hij de duistere schaduwen, die Satan tussen de mens en
God geplaatst had wegvegen. Duisternis vervulde de aarde en grote duisternis
het volk. Door de opeenvolgende verkeerde interpretaties van de vijand, waren
velen zo misleid dat zij valse goden aanbaden, gekleed met de kentekens van
een satanisch karakter. De Onderrichter van de hemel, geen mindere persoon dan
de Zoon van God, kwam naar de aarde om het karakter van de Vader aan de mens
te openbaren, opdat zij Hem in waarheid en in de geest mochten aanbidden.
Christus openbaarde aan de mens dat een strikt onderhouden van ceremonien en
vorm hen niet kon redden, want. het koninkrijk van God was geestelijk in zijn
natuur. Christus kwam naar de wereld om ze te bezaaien met waarheid. Hij hield
al de sleutels voor al de schatten van wijsheid, en was in staat van de deuren
te openen voor wetenschap, en van niet ontdekte voorraden van kennis te
openbaren, ware het essentieel voor de redding. Hij stelde aan de mens het
tegenovergestelde voor van wat de vijand getoond had in verband met het
karakter van God, en zocht van een indruk te geven aan de mens van de
Vaderlijke liefde, die " de wereld zo lief had, dat Hij Zijn enig geboren Zoon
gaf, opdat die in Hem gelooft niet zou verloren gaan, maar eeuwig leven
hebben". Hij drong de mens de noodzakelijkheid op van Lat gebed, de bekering,
de belijdenis, en het nalaten van de zonde. Hij
onderwees hen eerlijkheid, verur agzaamheid, barmhartigheid, medelijden, hen
ertoe leidend van niet alleen dezen te beminnen, die zij liefhadden, maar
deze, die hen haten, die hen boosaardig behandelen. Hierin openbaarde Hij het
karakter van de Vader, die barmhartig, genadig, lankmoedig is, traag in toorn,
en vol van goedheid en waarheid.
Fund. Chr. Ed. 176-77.
God is zelf de bron van alle
barmhartigheid. Zijn naam is " barmhartig en genadig ". Hij behandelt ons niet
naar gelang onze verdienste. Hij vraagt niet of wij waardig zijn van Zijn
liefde, maar Hij stort over ons de
199.
rijkdommen van Zijn liefde, om ons waardig te maken.
Hij is niet wraakzuchtig. Hij zoekt niet om ons te straffen, maar om te
verlossen. Zelfs de strengheid, die Hij openbaart door Zijn voorzienigheid is
bedoeld voor de redding van dezen, die dwars zijn. Hij verlangt met een intens
verlangen om de ellende van de mens te verlichten en Zijn balsem te leggen op
zijn wonden. Het is waar dat God " den schuldige geenszinds onschuldig houdt
", maar Hij wil de schuld wegnemen.
De barmhartigen zijn " Deelnemers van de goddelijke
natuur " en in hen vindt de medelijdende liefde van God haar uitdrukking.
Allen, wiens hart in overeenstemming is met het hart van de Oneindige Liefde
zullen zoeken om terug te brengen op het rechte pad en niet om te veroordelen.
De inwoning van Christus in de ziel is een bron, die nooit droog wordt. Waar
Hij verblijft, zal er een overvloeien zijn van weldadigheid. Op de oproep van
de dwalenden, de bekoorden, de verscheurde slachtoffers dan gebrek en zonde,
moet de christen zich niet afvragen : Zijn zij het waardig ? Maar, hoe kan ik
hen ten goede zijn ? In de meest verscheurde, de laagst gevallenen, ziet hij
zielen, voor wie Christus gestorven is om te redden en voor wien God aan Zijn
kinderen de bediening van verzoening geschonken heeft.
De barmhartigen zijn zij, die medelijden betuigen aan
de armen, de lijdenden en de gedrukten. The Mount of Blessing. 22.
Ofschoon Israel " spotten met de boden Gods en
verachtten zijn woorden, zij vealeidden zichzelf en tegen zijne profeten ", 2
Kron. 36 16, had Hij Hem steeds aan hen geopenbaard, als " de Heere God,
barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid " ;
niettegenstaande herhaalde verwerpingen was Zijn barmhartigheid voortgegaan
met pleiten. Met meer dan een medelijdende vaderliefde voor de zoon van zijn
zorgen, " zond God tot hen door de hand zijner boden, vroeg op zijnde om die
te vinden, want Hij verschoonde zijn volk, en zijne woning ". 2 Kron. 36 : 15.
Als vermaning, smeken en berisping faalden, zond Hij
naar hen de beste gaven van de hemel ;neen Hij stortte de ganse hemel uit in
deze ene Gift. De Zoon van God werd gezonden om te pleiten met de onbekeerde
stad.
Great Controversy 19.
Het is ons voorrecht van hoger en
steeds hoger te reiken voor klaarder openbaringen van het karakter van God.
Als Mozes bad : " Toon mij uwe glorie ", berispte de Heer hem niet, maar Hij
verhoorde zijn gebed. God verklaarde aan Zijn dienstknecht : " Ik zal al mijne
goedheid voorbij uw aangezicht laten gaan en zal de Naam des Heeren uitroepen
voor uw aangezicht ".
Het is de zonde, die onze geest verduistert en onze
waarnemingen verkleint. Als de zonde uit ons hart gezuiverd is, zal het licht
van de kennis van de glorie van God in het aangezicht van Jezus Christus, Zijn
woord verlichtend, en weerspiegeld in het aangezicht van de natuur, meer en
meer ten volle Hem verklaren als " barmhartig en genadig, lankmoedig en groot
van weldadigheid en waarheid ". In Zijn licht zullen wij licht zien, tot de
geest en het hart en de ziel omgevormd zijn in het beeld van Zijn heiligheid.
Wonderbare mogelijkheden zijnopen voor deze, die de
hand leggen op de goddelijke verzekeringen van Gods woord. Er zijn heerlijke
waarheden die moeten voor het volk van God komen. Voorrechten en plichten,
waarvan zij niet vermoeden dat zij in de bijbel vermeld staan, zullen voor hen
opengelegd worden. Als zij volgen op het pad van nederige gehoorzaamheid, Zijn
wil volbrengend, zullen zij meer en meer kennis opdoen nopens de orakels van
God.
8 Test. Church. 321, 22.
VERS 6-7.
Het was, als Mozes geborgen was in de spleet van de
rots, dat hij de glorie van God aanschouwde. Het is als wij geborgen zijn in
de gespleten Rots, dat Christus ons wil bedekken met Zijn eigen doorboorde
handen, er dat wij zullen horen wat de Heer zegt aan Zijn dienaren. Aan ons,
zoals aan Mozes, zal God zich openbaren als " barmhartig en genadig,
lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, die de weldadigheid bewaart
aan vele duizenden,die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft ".
Het verlossingswerk houdt gevolgen in, waarvan het moeilijk is voor de mens
van enig besef te hebben. " Hetgeen het oog niet heeft gezien en het oor niet
heeft gehoord, en in het hart des menschen niet is opgeklommen, hetgeen God
bereid heeft dien, die Hem liefhebben ". 1 Cor. 2 : 9...
Aan de menselijke wezens die streven naar
gelijkvormigheid met het goddelijke beeld is er een uitdeling van de schatten
van de hemel gegeven, een uitnemendheid van macht, die hen hoger zal plaatsen
dan zelfs de engelen, die nooit gevallen zijn.
Christ Object Lessons 162-63.
De hemelse princiepen die deze onderscheiden, die een
zijn met Christus van hen, die een zijn met de wereld is grotendeels niet meer
te onderscheiden. De belijdende volgelingen van Christus zijn niet langer een
afgescheiden en specifiek volk. De scheidingslijn is onherkenbaar. Het volk
onderwerpt zich aan de wereld in het overtreden van de wet, terwijl de wereld
naar de kerk zou moeten overgegaan zijn in gehoorzaamheid aan de wet. De kerk
bekeert zich dagelijks tot de wereld.
Al deze verwachten , dat zij zullen
gered zijn door de dood van Christus, terwijl zij Zijn zelfopofferend leven
niet willen leven. Zij prijzen de rijkdommen van vrije genade, en pogen zich
te bedekken met een schijn van gerechtigheid, hopend hun karaktergebreken te
verbergen ; maar hun inspanningen zullen van geen nut zijn op de dag van God.
De gerechtigheid van Christus zal geen enkele
lievelingszonde bedekken. Een mens kan een wetsbreker zijn in zijn hart ;
zelfs kan hij, als hij geen uiterlijke handeling van zonde doet, door de
wereld aanzien worden als bezittende grote integriteit. Maar de wet van God
kijkt in de geheimen van het hart: Iedere handeling is beoordeeld door de
motieven, die het drijven. Alleen dat wat in harmonie is met de princiepen van
Gods wet zal stand houden in het oordeel.
Idem 316.
Dezelfde geest die opstand veroorzaakte in de hemel
inspireert nog steeds opstand op aarde. Satan heeft met de mens hetzelfde
beleid gebruikt als dat met de engelen. Zijn geest heerst nu in de kinderen
van ongehoorzaamheid. Gelijk hij zoeken zij van de beperkingen van de wet te
breken en zij beloven vrijheid door overtreding van zijn voorschriften.
Berisping van zonde verwekt steeds een geest van haat en weer
200.
stand. Als Gods boodschappen van waarschuwing op het
geweten gelegd worden, leidt Satan de mens ertoe var zichzelf te
verrechtvaardigen en van sympathie te vinden bij anderen in hun manier van
zondigen. Inplaats van hun dwalingen te verbeteren, verwekken zij
verontwaardiging tegen de berisper, alsof hij de enige schuld ware van de
moeilijkheden. Vanaf de dagen van de rechtvaardige Abel tot op onze dagen is
dezelfde geest uitgespreid tegenover dezen,die het aandurven van zonde te
veroordelen. Door op dezelfde wijze het karakter van God verkeerd te
interpreteren zoals hij in de hemel deed, door Hem te laten aanzien als streng
en tyranisch, verleidde Satan de mens tot zonde. En als hij daarin geslaagd
was, verklaarde hij dat Gods onjuiste beperkingen geleid hadden tot de val van
de mens, zoals zij hem geleid hadden tot opstand. Maar de Eeuwige zelf spreekt
zijn eigen karakter uit : " De Heere God, barmhartig en genadig, lankmoedig en
groot van weldadigheid en waarheid, die de weldadigheid bewaart aan vele
duizenden, die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft ; die den
schuldige geenszinds onschuldig houdt ". Ex. 34 : 6, 7.
In het verbannen van satan uit de
hemel, verklaarde God Zijn gerechtigheid en hield de eer van Zijn troon in
stand. Maar als de mens gezondigd had door toegeving aan de verleidingen van
de afvallige geest, gaf God een bewijs van Zijn liefde door Zijn eniggeboren
Zoon te geven om te sterven voor het gevallen .ras. In de verzoening is het
karakter van God geopenbaard. Het machtige argument van het kruis bewijst aan
gans het universum dat het volgen van de zonde, die Lucier gekozen had, in
geen enkele zin kon gelegd worden op het bestuur van God.
Great Controversy 500-501.
God heeft aan de mens een verklaring gegeven van Zijn
karakter en van Zijn methode van omgaan met de zonde. " Lees Ex. 34 6, 7." "
Hij verdelgt alle goddelozen " Ps. 145 : 20. " Maar de overtreders worden
tezamen verdelgd, het einde der goddeloozen wordt uitgeroeid ". Ps. 37 : 38.
De macht en het gezag van het goddelijke bestuur zal gebruikt worden om
opstandigheid te onderdrukken ; toch zullen al de manifestaties van
vergeldende gerechtigheid in volmaakte overeenkomst zijn met het karakter van
God als een barmhartig, lankmoedig en weldadig wezen.
God dwingt de wil of het oordeel niet van niemand.
Hij neemt geen behagen in een slaafse gehoorzaamheid. Hij begeert dat de
schepselen van Zijn hand Hem zullen beminnen omdat Hij deze liefde waardig is.
Hij wil ze laten gehoorzamen omdat zij een intelligente waardering hebben van
Zijn wijsheid, rechtvaardigheid en welwillendheid. En allen, die een juiste
opvatting hebben van zijn hoedanigheden zullen Hem beminnen omdat zij naar Hem
getrokken worden in bewondering voor Zijn eigenschappen. De princiepen van
genegenheid, barmhartigheid en liefde, onderwezen en in voorbeeld omgezet door
onze Heiland, zijn een afschrift van de wil en het karakter van God.
Idem 541.
Door verschrikkelijke dingen in gerechtigheid zal hij
Zijn met de voet getrapte wet wreken. De strengheid van de vergelding, die de
overtreder wacht, kan geoordeeld worden door de tegenzin om oordeel uit te
voeren. De natie waarmede Hij lang geduld heeft, en die Hij niet wil slaan tot
zij de maat van gerechtigheid in het oog van God gevuld heeft, zal ten laatste
drinken van de beker van wraak, onvermengd met barmhartigheid.
Idem. 627.
De afvalligheid van Israel had zich trapsgewijze
ontwikkeld. Van generatie tot generatie had Satan zijn pogingen herhaald om te
veroorzaken, dat de uitgelezen natie " de geboden en inzettingen en de rechten
", die zij beloofd hadden te onderhouden, voor altijd zou vergeten. Deuter 6 :
1. Hij wist dat, als hij maar Israel er toe kon brengen van God te vergeten,
en van de '' andere goden na te volgen en te dienen, en u voor dezelve te
buigen ", dat zij " voorzeker zullen vergaan ". Deuter 8 : 19. De vijand van
Gods kerk op de aarde heeft evenwel niet ten volle rekening gehouden met de
medelijdende natuur van Hem die " den schuldige geenszinds onschuldig houdt ",
maar wiens glorie toch is van te zijn 11 barmhartig,
genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, die de weldadigheid
bewaart aan vele duizenden, die de ongerechtigheid en overtreding en zonde
vergeeft " ; Spijts de inspanningen van Satan om Gods doel met Israel te
dwarsbomen, desondanks, zelfs in sommige van de donkerste uren van hun
geschiedenis, als het scheen alsof de machten van het kwaad op het punt waren
van de overwinning te behalen, openbaarde zich de Heer als genadevol. Hij
spreidde voor Israel deze dingen, die voor het welzijn' van de natie waren. "
Ik schrijf hem de voortreffelijkheden mijner wet voor ", verklaarde Hij door
Hosea, " maar die zijn geacht als wat vreemds. "" Ik nochthans leerde Efraim
gaan ; Hij nam ze op zijne armen ; maar zij bekenden niet, dat Ik ze genas " .
Hosea 8 : 12 ; 11 : 3.
Tederlijk was de Heer met hen omgegaan, hen
onderrichtend door Zijn profeten lijn per lijn, voorschrift per voorschrift.
Prophets and Kings. 296.
Ofschoon God geen behagen schept in de wraak, zal hij
oordeel uitvoeren op de overtreders van Zijn wet.
Hij wordt verplicht dit te doen, om de bewoners van
de aarde van volledige verdorvenheid en verval te behou den. Om sommigen te
redden moet Hij dezen afsnijden die verhard geworden zijn in de zonde. " Lees
Nahum 1 : 3.
En het feit, dat Hij een afkeer heeft om
gerechtigheid uit te voeren getuigt voor de enormiteit van de zonde, die Zijn
oordelen oproept en voor de strengheid van de vergelding, die de overtreder te
wachten staat. Pat r. Pr. 628.
God heeft onze harten aan Hem verbonden door
ontelbare tekens in de hemel en op de aarde. Door de
dingen van de natuur, en de diepste en tederste
aardse banden, die het menselijk hart kan kennen, heeft Hij gezocht om
zichzelf te openbaren aan ons. Toch stelt dit slechts op een onvolmaakte wijze
Zijn liefde voor. Ofschoon al deze bewijzen gegeven geweest zijn, verblindt de
vijand van het goede de geest van de mens, zodat zij op God zien met vrees ;
zij denken over Hem als zijnde streng en onvergevingsgezind. Satan leidt de
mens ertoe te denken, dat Gods voornaamste kenmerk is van streng te oordelen -
iemand die een strenge rechter is -, is een onverbiddelijke schuldeiser. Hij
tekent de Schepper uit als een wezen, die met een jaloers oog waakt om de
fouten en gebreken van de mensen te vinden, opdat Hij hen zou kunnen bezoeken
met oordelen. Het was om deze donkere schaduw weg te nemen, door het openbaren
van de oneindige liefde
201.
van God, dat Jezus kwam om temidden van de mensen te
leven.
De Zoon van God kwam van de hemel om de Vader te
openbaren. Joh. 1 : 18. Matth. 11 : 27. Joh. 14 : 8. 9. Steps to Christ. 11.
Door de gift van zijn eniggeboren Zoon om te sterven
voor de zondaars, heeft God aan de gevallen mens liefde geopenbaard., zonder
vergelijk. Wij hebben volle vertrouwen in de schrift, die zegt : " God is
liefde " 1 Joh. 4:8.
En toch hebben velen schandelijk die woorden
verdorven, en zijn in een gevaarlijke dwaling vervallen,
omdat zij de betekenis van dit woord vals uitgelegd
hebben. Gods heilige wet is de enige standaard, die ons kan in staat stellen
van goddelijke genegenheid te schatten. Als wij de wet van God niet aanvaarden
als onze standaard, zetten wij een standaard op voor onszelf. God heeft ons
kostbare beloften gegeven van Zijn liefde, maar wij moeten Jehova geen
tederheid toeschrijven, die Hem ertoe zal leiden van schuld door de vingers te
zien of van geen mta te nemen van ongerechtigheid. De Schepper bemint Zijn
schepselen, maar hij die zonde liefheeft meer dan gerechtigheid, dwaling meer
dan waarheid, zet de overtredingen voort, die wee over de wereld gebracht
hebben, en kan niet gunstig aanzien worden door de God van waarheid. De wet
van waarheid en gerechtigheid gaat met een kruis gepaard. Velen interpreteren
op een verkeerde wijze de eisen van God, en doen hen iets betekenen, dat hun
geweten niet zal verstoren of hun ongemakken veroorzaken in hun zakelijke
aangelegenheden, maar waarheid is het enige middel tot heiligmaking. De liefde
van God, zoals geopenbaard in Jezus, zal ons leiden naar de ware opvatting van
het karakter van God. Als wij Christus aanschouwen, doorboord om onze zonden,
zullen wij zien, dat wij de wet niet kunnen breken en in Zijn gunst blijven ;
wij zullen voelen dat wij als zondaars de hand moeten leggen op de verdiensten
van Christus en ophouden met zondigen. Dan gaan wij dicht bij God. Van zohaast
wij een juiste zienswijze hebben over Zijn liefde, zullen wij niet gesteld
zijn om ze te misbruiken. Sel. Mess. 311-12.
Er zijn grote waarheden die lang onder de afval van
de dwaling gedoken geweest zijn, die moeten aan het volk verkondigd worden. De
leer van de rechtvaardigmaking door het geloof is uit het oog verloren geweest
door velen, die beleden hebben dat zij de derde engelenboodschap geloofden.
Het volk is gegaan tot een groot extreem nopens de Heiligheid. Met grote ijver
hebben zij geleerd :" Geloof juist maar in Christus, en wees gered ; maar weg
met de wet van God ". Dit onderwijst het woord van God niet. Er is geen grond
voor zulk een geloof. Dit is niet de kostbare edelsteen van waarheid, die God
aan Zijn volk gegeven heeft voor deze tijd. De leerstelling misleidt eerlijke
zielen. Het licht vanuit het woord van God openbaart het feit, dat de wet moet
verkondigd worden. Christus moet opgeheven worden, omdat Hij de Redder is, die
overtreding,ongerechtigheid en zonde vergeeft, maar die in geen geval de
schuldigen en onberouwvolle zielen vrijspreekt.
Idem 360, 61.
Er is een sluier voor de ogen van velen, die in de
zaak gewerkt hebben. Zoals zij de wet voorstelden, hebben zij geen zicht op
Jezus, en hebben het feit niet verkondigd,dat,waar zonde overvloedig is,de
genade nog meer zal overvloedig zijn. Het is op kruis van Kalvarie,dat
barmhartigheid en waarheid elkander ontmoeten, waar gerechtigheid en vrede
elkander kussen.
Idem 383-84.
VERS 7.
Welk een volheid van liefde en zekerheid worden
gevonden in deze woorden, van de lippen van God zelf, Zijn liefde, Zijn
medelijden en belangstelling in de kinderen van Zijn zorgen : " Lees Ex. 34 :
6, 7.
De Heer is vol medelijden voor Zijn lijdende
kinderen. Welke zonden zijn te groot dat Hij ze zou vergeven ? Hij is
barmhartig en aldusdanig meer gereed en meer bereid tot vergeving dan tot
veroordeling. Hij is genadevol, niet ziende naar het kwaad in ons ; Hij kent
onze gesteldheid ; Hij herinnert zich dat wij maar uit stof zijn. In zijn
onbegrensde medelijden en barmhartigheid heelt Hij onze tekortkomingen, ons
overvloedig lief hebbend, ofschoon wij zondaars zijn, Zijn licht niet
weerhoudend, maar het latend schijnen voor de zaak van Christus.
2 Sel. Mess. 229-30.
De alwijze en almachtige God, die in een
ontoegankelijk licht woont, is vol van liefde en goedheid. Daarom geeft glorie
aan God, gij die twijfelt en beeft, want Jezus leeft om voor ons tussen te
komen. Geeft glorie aan God om de gaven van Zijn Zoon en dat Hij niet om niet
stierf voor ons. 5 Test. Church.633.
Lees Ex. 33 : 18,19 en 34 : 6.7.
Dit zijn de vruchten die God begeert van Zijn volk.
In de reinheid van hun karakters, en de heiligheid van hun leven, in hun
barmhartigheid en beminnende vriendelijkheid en medelijden, moeten zij laten
uitschijnen dat " de wet des Heeren is volmaakt,bekeerende de ziel ". Ps. 19 :
7. 6 Test. Church. 221.
" Kom tot Mij op den berg ", vraagt God aan ons.
Vooraleer Mozes Gods instrument kon zijn om Israel te bevrijden werden hem
veertig jaar gegeven om met God gemeenschap te houden in het eenzame gebergte.
Vooraleer de boodschap te brengen aan de Farao, sprak hij met de engel in het
brandende braambos. Vooraleer Gods wet te ontvangen als vertegenwoordiger van
Zijn volk, werd hij naar de berg geroepen enaanschouwde Zijn glorie. Vooraleer
gerechtigheid te doen op de afgodendienaars, werd hij geborgen in de kloof van
de rots en de Heer zegde : " Ik zal de Naam des Heeren uitroepen voor uw
aangezicht ; barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en
waarheid ". Voor hij zijn leven neerlegde samen met de last van Israel, riep
God hem op de berg Misgah en spreidde voor hem de heerlijkheid van het
Beloofde Land.
V66r de discipelen voortgingen om hun
zending te volbrengen, werden zij op de berg geroepen met Jezus. V66r de macht
en de glorie van Pinksteren, kwam de nacht van vereniging met de Heiland, de
ontmoeting op de berg van Galilea, het afscheidstafereel op de olijfberg, met
de belofte van de engel, en de gebedsdagen en vereniging in de opperkamer.
Jezus, als Hij zich voorbereidde voor sommige
moeilijkheden of voor sommig belangrijk werk, nam Zijn toevlucht naar de
bergenen bracht de nacht door in gebed met de Vader. Een nacht van gebed ging
de
aanstelling vooraf van de apostels en het se rmoen op
de berg, de transfiguratie, de angst in de oordeelszaal en het kruis en de
heerlijke verrijzenis.
Ministry of Healing 508.
VERS 7.
En wee rust op de ouders, die hun kinderen niet
opgeleid hebben om Godvrezend te zijn, maar die toegelaten hebben van tot
volwassenheid te komen, ongedisciplineerd en onbeheerst. In hun eigen
kindertijd zijn zijzelf toegelaten geweest van passie en eigenzinnigheid te
manifesteren en van te handelen uit eigen impuls, en zij brengen deze zelfde
geest in hun eigen huisgezin binnen. Zij zijn gebrekkig in karakter en
gepassioneerd in het besturen. Zelfs als zij Christus aangenomen hebben,
hebben zij die passies nog niet overwonnen, die hen overheerst hebben in hun
kinderharten. Zij dragen het resultaat van hun vroegere opleiding doorheen hun
gans religieus leven. Het is een zeer moeilijke zaak van de indruk die aldus
gelegd werd op de plant van God weg te nemen ; want als de twijg gebogen is,
is ook de boom gebukt. Als zulke ouders de waarheid aannemen, hebben zij een
harde strijd te strijden. Zij mogen omgevormd zijn in karakter, maar het
geheel van hun religieuse bevinding is aangetast door het gebrek aan
discipline ondergaan in hun vroege levensjaren. En hun kinderen lijden onder
deze gebrekkige opleiding ; want zij stempelen hun fouten op hen tot de derde
en vierde generatie.
Child Guidance 275.
Velen hebben mij gevraagd : " Wat zal ik doen om een
goede gezondheid te verzekeren ?"
Mijn antwoord is : Houdt op met de wetten van uw
wezen te overtreden ; houdt op met toe te geven aan een verdorven eetlust ;
eet eenvoudig voedsel ; kleedt u gezond, wat eenvoudigheid zal vergen ; werk
gezond ; en gij zult niet ziek zijn. Het is een zonde, want alle ziekte is het
resultaat van overtreding. Velen lijden onder de gevolgen van de overtredingen
van hun ouders. Zij kunnen niet afgekeurd worden wegens de zonde van hun
ouders. Maar het blijft hun plicht van na te gaan, waarin hun ouders de wetten
overtreden hebben, wat op hun kinderen zo een ellendige erfenis gelegd heeft ;
en daar waar hun ouders verkeerd waren, moeten zij de levenswijze veranderen,
en zelf juiste gewoonten aankweken in betere relatie met hun gezondheid.
Mannen en vrouwen moeten zich inlichten nopens de
filosofie van de gezondheid.
De geest van rationele wezens schijnt gehuld in
duisternis in verband met hun eigen fysisch gestel, en ze weten niet op welke
manier zij een goede gezondheid kunnen verzekeren. De huidige generatie hebben
hun lichaam toevertrouwd aan de dokters en hun ziel aan de predikant. Betalen
ze de predikant niet goed opdat hij voor hen de bijbel zou bestuderen, opdat
zij zelf niet zouden moeten in verlegenheid zijn ? En is het zijn werk niet
van hen te vertellen wat zij moeten geloven, en van alle twijfelachtige
kwesties over theologie op te lossen zonder speciaal onderzoek van hun kant ?
Als zij ziek zijn roepen zij de dokter - geloven wat hij ook moge zeggen, en
zwelgen alles in wat hij ook voorschrijft ; want betalen ze hem geen vrij
honorarium, en is het zijn zaak niet van hun fysische ongesteldheden te
verstaan, en voor te schrijven wat hen terug goed kan maken, zonder dat zij
zich moeten bezorgd maken met de zaak ?
De gezondheid is zo nauw verbonden met ons geluk, dat
wij het laatste niet kunnen bezitten zonder het eerste. Een praktische kennis
van de wetenschap van het menselijk lichaam is noodzakelijk opdat wij God
zouden kunnen verheerlijken in ons lichaam. Het is daarom van het hoogste
belang, dat onder de studies, gekozen voor de opleiding van de kinderen, de
fysiologie de eerste plaats zou moeten innemen. Hoe weinigen kennen iets
nopens de struktuur en de funktie van hun eigen lichaam en nopens de wetten
van de natuur ! Velen drevelen rond zonder kennis, gelijk een schip op zee
zonder kompas en anker ; en wat meer is, zij zijn niet geinteresseerd van te
leren hoe zij hun lichaam in een gezonde konditie moeten behouden en ziekte
vermijden.
Counsels on Health 37-38.
De gezondheidshervorming is een belangrijk deel van
de derde engelenboodschap en als volk deze hervorming belijdend, mogen wij
niet achteruit gaan maar wij zouden moeten bestendig vooruit gaan. Het is een
groot ding van gezondheid te verzekeren door ons in juiste relatie te plaatsen
met de wetten van leven, en velen hebben dit niet gedaan. Een groot deel van
de ziekten onder ons is het resultaat van de overtreding van de fysische
wetten, en is op de individuen gebracht door hun eigen slechte gewoonten. Onze
voorouders hebben ons gewoonten gelegateerd en eetlusten,die de wereld vervuld
hebben met ziekte. De zonden van de ouders, door verdorven eetlust, hebben met
verschrikkelijke macht de kinderen bezocht tot het derde en vierde geslacht.
De slechte eetwijze van vele generaties, de gulzige en zelf toegevende
gewoonten van het volk, vullen onze armhuizen, onze gevangenissen en onze
krankzinnigheidsgestichten. Onmatigheid in het drinken van thee en koffie,
wijn, bier, rhum en sterke dranken, en het gebruik van tabak, opium en andere
narcotica, is uitgelopen op een grote mentale en fysische degenaratie en deze
degeneratie is bestendig aan het stijgen ( dit artikel is geschreven in 1884
). Komen deze kwalen op het mensenras door Gods voorzienigheid ? Neen ; zij
bestaan omdat het volk in tegenstelling gegaan isonet Zijn voorzienigheid, en
steeds voortgaat met sneller Zijn wetten te veronachtzamen. Met de woorden van
de apostel, zou ik dezen willen smeken, die niet verblind en verlamd zijn door
verkeerde onderrichtingen en praktijken, dezen, die aan God de beste dienst
willen geven, waartoe zij in staat zijn : " Ik bid u dan broeders, door de
ontfermingen Gods, dat gij uwe lichamen stelt tot eene levende,heilige en Gode
welbehagelijke offerande, welke is uwe redelijke godsdienst ". Rom. 12 : 1,2.
Wij hebben het recht niet van moedwillig één enkel princiep van de wetten van
gezondheid te overtreden. Christenen zullen de gewoonten en praktijken van de
wereld niet volgen. Idem 49 , 50.
In al de relaties van God met Zijn volk is er,
vermengd met Zijn liefde en barmhartigheid, de meest strikte
klaarblijkelijkheid van Zijn strikte en onpartijdige rechtvaardigheid. Hiervan
zien wij een voorbeeld in de geschiedenis van het Hebreeuwse volk. God heeft
grote zegeningen uitgestort over Israel. Zijn liefhebbende goedheid jegens hen
is weergegeven in de woorden : " Lees Deut. 22 : 11. En toch welk een snelle
en strenge vergeldingen ondergingen zij wegens hun overtredingen ! De
oneindige liefde van God is geopenbaard geweest in de gave van Zijn
eniggeboren Zoon om het mensen
203.
geslacht te redden. Christus kwam naar de aarde om
het karakter van Zijn Vader te openbaren, en Zijn leven was vervuld met daden
van goddelijke tederheid en medelijden. En toch verklaart Christus zelf
Het mensengeslacht gaat gebukt onder het gewicht van
opeenvolgende weeën, tengevolge van de zonden van vorige generaties. En nu, er
ternauwernood om denkend of er om bekommerd zijnde, geven de mensen van de
huidige generatie ( geschreven in 1876) toe aan onmatigheid in overeten en
drinken, en laten aldus een erfenis na voor de volgende generaties van ziekte,
verzwakte intellekten en bezoedelde zeden. Velen lijden als gevolg van de
overtreding van hun ouders. Ofschoon zij niet verantwoordelijk zijn voor wat
hun ouders gedaan hebben, is het toch hun plicht van na te gaan wat
overtreding is of geen van de gezondheidswetten. Zij moeten de slechte
gewoonten van hun ouders vermijden, en door korrekt te leven, moeten ze zich
in betere voorwaarden plaatsen.
De noodzakelijkheid voor de mens van deze generatie
om tot hun hulp de macht van de wil op te roepen, gesterkt door de genade van
Christus, om de bekoringen van Satan te weerstaan en de minste toegeving aan
verdorven eetlust te overwinnen, is veel groter dan dit het geval was
verschillende generaties vooraf. Maar de huidige generatie heeft minder macht
tot zelfcontrole dan deze, die vóór hen leefden. Deze, die toegegeven hebben
in deze opwekkende voeding hebben hun verdorven eetlust en passies
overgedragen aan hun kinderen, en er is nu grote morele kracht nodig om
onmatigheid in al zijn vormen te weerstaan. De enige veilige wet is van
beslist te blijven, en van nooit op het gevaarlijke pad te gaan. Temperance
171-75.
VERS 11- 17.
Wij moeten opgroeien in Christus door bestendige
verbinding met Hem . Wat ook de geest afwendt van God, of aanpast aan een
menselijke standaard, zal ons beletten van samen te werken met God in het werk
van onze eigen redding. Dit is het waarom de Heer verboden heeft aan Zijn volk
van enig verbond te maken met de heidenen, " dat hij misschien niet tot een
strik worde in het midden van u." Ex. 34 : 12. Hij zegde : " want zij zouden
uwe zonen van Mij doen afwijken " . Deuter 7 " 4. En hetzelfde princiep geldt
voor de Christenen, die omgaan met de goddelozen. Als wij Christus aangenomen
hebben als onze Verlosser, hebben wij de voorwaarden aanvaard om medearbeiders
te worden met God. Wij maakten een verbond met Hem van gans voor de Heer te
zijn , als getrouwe rentmeesters van de genade van Christus, van te werken
voor de opbouw van Zijn koninkrijk in de wereld. Iedere volgeling van Christus
staat verpand om al zijn krachten van zijn geest, ziel en lichaam aan Hem te
wijden, die het rantsoengeld betaalt heeft voor onze ziel.
Wij verbinden ons van soldaten te zijn, van in
aktieve dienst te treden, van moeilijkheden te doorstaan, schaamte, verwijt,
van het gevecht van het geloof te strijden, de Kapitein volgend van onze
redding.
Als gij u in verbinding brengt met wereldse
societeiten, houdt gij dan uw verbond met God ? Pogen deze gezelschappen van
uw geest of die van anderen naar God te richten, of verstrooien zij uw
belangstelling en aandacht van Hem weg ? Versterken zij uw verbinding met de
goddelijke bemiddelingen, of wenden zij uw geest naar het menselijke inplaats
van naar het goddelijke ?
Terwijl er in deze gezelschappen veel is dat goed
schijnt, is er , vermengd hiermede, veel dat het goede zonder uitwerking
maakt, en dat deze gezelschappen schadelijk maakt voor de belangen van de
ziel. Wij hebben een ander leven, dan dat wat in stand gehouden wordt door
tijdelijk voedsel...
Geestelijk leven moet in stand
gehouden worden door vereniging met Christus door Zijn Woord. De geest moet er
mede bezig zijn, het hart moet er vol van zijn. Het Woord van God in het hart
geprent en heilig geliefd en gehoorzaamd, door de macht van de genade van
Christus kan de mens recht maken, en hem
recht houden ; maar iedere menselijke invloed, iedere
wereldse uitvinding, is machteloos om kracht te geven en wijsheid aan de mens.
Zij kan de passie niet in bedwang houden, of misvorming van het karakter
verbeteren. Tenzij de -waarheid van God het hart beheerst, zal het
geweten ze verdraaien. Maar in deze wereldse gemeenschappen is de geest
weggenomen van het Woord van God. De mens wordt er niet toe gebracht van er de
studie en leidraad van te maken van zijn leven.
En de christenen, die zich verbinden met wereldse
gezelschappen, doen zichzelf kwaad aan evenals anderen. Deze, die God vrezen,
kunnen de goddelozen niet kiezen voor gezellen, en zelf onbeschadigd blijven.
In deze gezelschappen worden zij onder de invloed
gebracht van wereldse princiepen en gewoonten, en door de macht van associatie
en gewoonte wordt de geest meer en meer gelijkvormig aan de wereldse
standaard. Hun liefde voor God wordt koud, en zij hebben geen begeerte van met
Hem gemeenschap te houden. Zij worden geestelijk verblind. Zij kunnen geen
speciaal verschil zien tussen de overtreder van Gods wet en deze, die God
vreest en Zijn geboden onderhoudt. Zij noemen kwaad goed, en goed kwaad. De
schittering van de eeuwige dingen verbleekt. De waarheid mag hen op zo een
krachtige wijze getoond zijn, maar zij hongeren niet naar het brood des
levens, of dorsten niet naar de waters van redding. Zij drinken aan gebroken
vaten, die geen water kunnen houden. 0, het is een gemakkelijk iets, van door
verbinding met de wereld, hun geest op te nemen, van gevormd te worden door
hun zienswijze van de dingen, zodat wij de kostbaarheid van Jezus en van de
waarheid niet meer onderscheiden. En juist in de mate dat de geest van de
wereld in ons hart leeft, zal zij ons leven beheersen.
Als de mens niet onder de heerschappij van het Woord
en de Geest van God staat is hij gevangene van Satan, en wij weten niet hoever
hij hen kan leiden tot zonde. Lees Gen. 49 : 6 en Ef. 5 : 11 en 1 Cor. 15 :
33.
205.
Als gij wilt zien wat de mens zal doen als hij de
invloed van de genade van God verwerpt, kijk naar het tafereel in de
oordeelszaal,als de woedende menigte, aangevoerd door de Joodse priesters en
ouderlingen, riepen om het leven van de Zoon van God. Zie het goddelijke
Slachtoffer staande aan de zijde van Barabas, en Pilatus vragend wie hij voor
hen zou vrij laten. De heese roep, aangroeiend door honderden gepassioneerden
en door Satan geinspireerde stemmen, luidde als volgt : " Weg met Dezen, en
laat ons Bar-Abbas los !" Luk. 23 : 18.
En als Pilatus vroeg wat hij met Jezus moest doen ; "
Kruis Hem, kruis Hem !". De menselijke natuur dan is de menselijke natuur nu.
Als de goddelijke remedie, die had kunnen redden en de menselijke natuur
verheven hebben, misprezen wordt, leeft steeds dezelfde geest in de harten van
de mensen, en wij kunnen niet vertrouwen in hun leiding en terzelvertijde onze
trouw aan Christus behouden. 2. Sel. Mess. 121-130.
VERS 19,20.
Onder het Joodse systeem werd het volk onderwezen van
een geest van vrijgevigheid te beminnen zowel als in het onderhouden van de
zaak van God als in het voorzien in de noden van de behoeftigen. Bij speciale
gelegenheden werden vrijwillige offers gegeven. Bij de oogst en de wijnoogst,
werden de eerste vruchten van het veld - koren, wijn en olie - opgeofferd als
een offerande aan de Heer. Het aren lezen in de hoeken van het veld, was
voorbehouden voor de armen.
De eerste vruchten van de wol, als de schapen
geschoren werden, van het graan als de tarwe gedorst werd, werden apart gezet
voor God. Zo was het ook voor de eerstgeborenen van de dieren, en een
verzoeningsprijs werd betaald voor de eerstgeboren zoon. De eerste vruchten
moesten aan de Heer voorgesteld worden op het heiligdom en werden dan gewijd
tot gebruik van de priesters. Door het systeem van weldadigheid zocht de Heer
Israel te onderrichten, dat Hij in alles de eerste moest zijn. Zo werden zij
herinnerd dat God de eigenaar was van hun velden, van hun kudden,dat Hij het
was, die zonneschijn en regen zond, die de oogst ontwikkelde en deed rijpen.
Alles wat zij bezaten behoorde Hem toe ; zij waren slechts de gebruikers van
Zijn goederen.
Het is Gods doel niet, dat Christenen, wiens
voorrechten ver boven deze reiken van de Joodse natie, minder vrijgevig zouden
zijn dan zij. En eeniegelijk wien veel gegeven is, van dien zal veel geeischt
worden. Luk. 12 : 48.
De vrijgevigheid gevraagd van de Hebreeën was
voldoende voor hun eigen natie ; heden strekt zich het werk van God uit over
gans de aarde. Christus heeft in de handen van Zijn volgelingen de schatten
gelegd van het evangelie, en Hij heeft op hen de verantwoordelijkheid gelegd
van de goede tijding van redding aan de wereld te verkondigen. Zeker zijn onze
verplichtingen veel groter dan deze waren van oud Israel. Acts of the Apostles.
337-38.
VERS 23,24.
Als de Israelieten weggingen om God te aanbidden,
legde Goddelijke macht een beperking op de vijanden. Gods belofte was ; " Lees
Ex. 34 : 24. Patr. Pr. 537.
VERS 28.
In de woestijn van bekoring was Christus gedurende
veertig dagen zonder voedsel. Mozes was, in speciale gelegenheden ook zo lang
zonder voedsel geweest. Maar hij voelde de kwellingen niet van de honger. Hij
was niet bekoord en aangevallen door een gemene en machtige vijand, zoals het
was voor de Zoon van God. Hij was speciaal verheven boven het menselijke. Hij
werd speciaal in stand gehouden door de heerlijkheid van God, die hem insloot.
1 Sel. Mess. 269.
VERS 29-35.
De bedienaars van God moeten in een uitmuntende graad
nederigheid bezitten. Deze, die de diepste bevindingen hebben in de dingen van
God zijn het meest ontdaan van trots en zelfverheffing. Omdat zij een hoge
opvatting hebben van de glorie van God, voelen zij dat de laagste plaats in
Zijn dienst te eervol is voor hen. Als Mozes van de berg kwam, nadat hij er
veertig dagen doorbracht in communie met God, wist hij niet dat zijn
aangezicht schitterde, wat deze,verschrikte,die hem zegen.
Gospel Workers 142.43.
Onze Heiland vervulde in Zijn leven al de profetiën,
die naar Hem verwezen, en was de verwezenlijking van al de typen en schaduwen
die aangeduid waren. Hij onderhield de morele wet, en verhief hem door aan
zijn eisen te beantwoorden als de vertegenwoordiger van de mens. De
Israelieten,die zich naar de Heer keerden, en Christus aanvaardden als de
realiteit, voorafgebeeld door de offers, onderscheidden het einde van dat wat
moest afgeschaft worden. De duisterheid die het Joodse systeem dekte als met
een doek,was voor hen als het doek, dat de glorie op het aangezicht van Mozes
dekte. De glorie op het aangezicht van Mozes was de weerspiegeling van dat
licht, dat Christus in de wereld kwam brengen voor het voordeel van de mens.
Als Mozes op de berg was met God,werd hem het verlossingsplan, dat dateerde
van de val van Adam, geopenbaard op een zeer krachtige wijze. Hij wist dan dat
de engel, die de reizen van de Israelieten leidde moest geopenbaard worden in
het vlees. Gods dierbare Zoon, die een was met de Vader, moest alle mensen die
in Hen geloven en op Hem vertrouwen, een maken met de Vader. Mozes zag de ware
betekenis van de offerdiensten. Christus toonde hem het plan van evangelie en
de heerlijkheid van het evangelie,dóor Christus, verlichtte het aangezicht van
Mozes zodat het volk er niet op kon zien. Mozes zelf was onbewust van de
lichtende glorie die op zijn aangezicht lag, en wist niet waarom de kinderen
van Israel vluchtten, als hij hen nader kwam. Hij riep hen tot hem, maar zij
durfden niet zien op dat verheerlijkt aangezicht. Als Mozes begreep dat het
volk niet op zijn aangezicht kon zien, wegens de glorie, dekte hij het met een
doek.
De glorie op het aangezicht van Mozes was
uitzonderlijk pijnlijk voor de kinderen van Israel wegens hun overtreding van
Gods heilige wet. Zij begeerden van zich weg te trekken van het doordringende
zicht, dat een schrik is voor de overtreder, terwijl het heilig schijnt, juist
en goed voor de getrouwe. Alleen zij die een juiste inachtneming hebben voor
de wet van God kunnen op een rechte wijze de verzoening van Christus schatten,
die nodig gemaakt werd wegens de overtreding van de wet van de Vader.
Deze, die menen dat er geen Verlosser was in de oude
bedeling, hebben een donkere bedekking over, hun begrip
206.
zoals de Joden hadden, die Jezus verwierpen. De Joden
beleden hun geloof in de Messias, die moest komen, in de offeranden, die
Christus voorafbeeldden. En toch als Christus verscheen, alle profetien
vervullend nopens de beloofde Messias, en werken doende, die Hem tekenden als
de goddelijke Zoon van God, verwierpen zij Hem en weigerden van de volle
bewijzen van Zijn waar karakter te aanvaarden. De Christelijke kerk aan de
andere kant, die het volle geloof belijdend in Christus, ontkennen Christus
die aan de grondslag lag van de ganse Joodse bedeling, door het Joodse systeem
te minachten.
1 Sel. Mess. 231, 32.
Lees 2 Cor. 3 : 7-9.
De wet van God uitgesproken in eerbiedvolle
grootsheid van op de Sinai, is de uitspraak van veroordeling van de zondaar.
Het ligt in het gebied van de wet van te veroordelen, maar er is in hem geen
macht tot vergeving of verzoening. Hij is ingesteld ten le „,en; deze, die
wandelen in harmonie ermede zullen de beloning voor gehoorzaamheid ontvangen.
Maar hij brengt slavernij en dood aan hen, die onder zijn veroordeling
blijven.
Zo heilig en heerlijk is de wet, dat als Mozes
terugkeerde van de heilige berg, waar hij met God geweest was, de stenen
tafelen van Hem ontvangen hebbend, zijn aangezicht een heerlijkheid
weerkaatste, waarop het volk niet kon zien zonder pijn, en Mozes was verplicht
van zijn aangezicht te bedekken met een sluier. De glorie die scheen op het
aangezicht van Mozes was een weerspiegeling van de gerechtigheid van Christus
in de wet. De wet op zichzelf kon geen heerlijkheid bezitten, alleen dat in
hem Christus belichaamd is. Hij heeft geen macht tot redding, tenzij als
Christus erin voorgesteld wordt als vol van gerechtigheid en waarheid.
De typen en de schaduwen van de offerdienst, met de
profetien, gaven aan de Israelieten een bedekt en onklaar beeld van de
barmhartigheid en de genade, die aan de wereld moest gebracht worden bij de
openbaring van Christus. De betekenis van de typen en schaduwen, die naar
Christus verwezen, werden aan Mozes uitgelegd. Hij zag op het einde van
hetgeen weggedaan moest worden als bij de dood van Christus, type en antitype
elkaar ontmoet hadden. Hij zag dat de mens alleen door Christus in staat was
van de morele wet te houden. Door overtreding van Zijn wet bracht de mens de
zonde op de wereld, en met de
zonde kwam de dood. Christus verkreeg verzoening voor
de zonde van de mens. Hij stelde Zijn volmaaktheid van karakter in de plaats
van de zondigheid van de mens. Hij trok op Zich de vloek van ongehoorzaamheid.
De offers en offeranden verwezen naar het offer, dat Hij zou brengen. Het
geslachte lam verzinnebeeldde het Lam dat de zonden der wereld wegneemt. Het
was ziende het voorwerp van dat wat moest weggedaan worden, Christus ziende
zoals Hij in de wet geopenbaard wordt, dat het aangezicht van Mozes
verlichtte. De bediening van de wet, geschreven en gegrift in steen, was een
bediening van de dood. Zonder Christus was de overtreder onder zijn vloek,
zonder hoop van vergiffenis. De bediening had op zichzelf geen heerlijkheid,
maar de beloofde Verlosser, geopenbaard in de typen en schaduwen van de
ceremoniele wet, maakte de morele wet heerlijk.
Paulus wenst dat zijn broeders zouden zien dat de
grote heerlijkheid van een zonde-vergevende Verlosser betekenis gaf aan de
ganse Joodse bedeling. Hij wenste dat zij ook zouden begrijpen, dat, als
Christus naar de wereld kwam, en stierf als offer voor de mens, het type het
antitype ontmoet had.
Nadat Christus op het kruis stierf als zondeoffer,
kon de ceremoniele wet geen kracht meer hebben. Toch was hij verbonden met de
morele wet, en was heerlijk. Het geheel droeg de stempel van goddelijkheid.
En als de bediening van de dispensatie, die weggedaan
moest worden, heerlijk was, hoe veel te meer moet de realiteit heerlijk zijn,
als Christus geopenbaard was, Zijn leven gevende, heiligmakende Geest gevend
aan allen,die geloven ?
1 Sel. Mess. 236-38.
De stem van God wordt gehoord van uit de hemel, de
dag en het uur van Jezus' komst verkondigend, en het eeuwig verbond met zijn
volk uitsprekend. Zijn woorden rollen over de aarde gelijk slagen van de
luidste donder. Het Israel van God staat te luisteren met de ogen opwaarts
geheven. Hun aangezicht is verlicht met de heerlijkheid, en schijnt zoals het
aangezicht van Mozes, als hij van de Sinai kwam. De bozen kunnen niet zien op
hen. En als de zegening uitgesproken wordt op dezen, die God geëerd hebben
door Zijn Sabbat heilig te houden, is er een machtige kreet van o-,erwinning.
Great Controversy 640.
VERS 29-35.
Spoedig hoorden wij de stem van God gelijk vele
wateren, die ons de dag en het uur van de komst van Jezus mededeelde. De
levende heiligen, 144. 000 in getal, kenden en verstonden de stem, terwijl de
bozen dachten dat het donder en aardbeving was. Als God de tijd uitsprak,
stortte Hij over ons de Heilige Geest, en onze aangezichten begonnen zich te
verlichten en te schijnen met de glorie van God, zoals van Mozes, als hij van
de berg Sinai kwam.
De 144. 000 waren allen verzegeld en volmaakt
verenigd.
EW. 15.
Deze man, ( Korah ) zag Mozes van de berg komen,
nadat hij de twee tafelen van steen ontvangen had en als zijn aangezicht zo
schitterde met de glorie van God dat het volk hem niet wilde naderen, maar van
hem wegvluchtte. Hij toonde hen de stenen tafels en zegde : Ik pleitte ten
uwen gunste en heb de toorn van God van u afgewend. Ik drong aan, dat, als God
zijn volk zou verzaken en vernietigen, mijn naam ook mocht uitgewist worden
uit Zijn boek. Kijk, Hij heeft mij geantwoord, en deze stenen tafels, die ik
in mijn handen houd, zijn het onderpand, aan mij gegeven van Zijn verzoening
met Zijn volk. Het volk werd gewaar dat het de stem van Mozes was ; dat,
ofschoon hij getransformeerd was en verheerlijkt, hij toch Mozes was. Zij
maken hem bekend, dat zij niet op zijn aangezicht kunnen zien, want het
glinsterend licht op zijn aangezicht is buitenmate pijnlijk voor hen. Zijn
aangezicht is gelijk de zon ; zij kunnen er niet op zien. Als Mozes de
moeilijkheid begrepen heeft, dekt hij zijn aangezicht met een sluier. Hij
beweerde niet, dat het licht en de glorie die op zijn aangezicht scheen de
weerschijn was van de heerlijkheid van God, die Hij op hem geplaatst heeft ;
maar hij bedekt zijn glorie. De zondigheid van het volk maakt het moeilijk om
te kijken naar zijn verheerlijkt aangezicht. Zo zal het zijn als de heiligen
zullen verheerlijkt worden, voor de tweede komst van de Heer. De bozen zullen
zich terugtrekken en zich
207.
afschrikken van het zicht, want de glorie op de
aangezichten van de heiligen zullen hen pijnigen. 3 Test Church. 354-55.
HOOFDSTUK 35.
VERS 2, 3.
Gedurende het verblijf in de woestijn was het
verboden van op de Sabbat een vuur aan te steken. Dit verbod geldde niet meer
in Kanaan, waar de strengheid van het klimaat dikwijls het aansteken van een
vuur noodzakelijk maakte ; maar in de woestijn was er geen vuur nodig om te
verwarmen. Patr. Pr. 409.
VERS 3.
De Joden hadden de wet zo verdorven, dat zij er een
juk van slavernij van maakten. Hun zinloze eisen waren spreekwoordelijk bij de
andere naties. Speciaal was dit het geval voor de Sabbat, die ingekaderd was
met allerlei zinneloze beperkingen. De heilige van de Heer was voor hen geen
verlustiging en eerbaarheid. De schriftgeleerden en Farizeeën hebben ervan een
last gemaakt, die ondragelijk is.
Een Jood mocht geen vuur aansteken, noch een licht
aanmaken op de Sabbat. Als gevolg daarvan hing het volk af van de heidenen
voor vele diensten, die hun leiders hen verboden te doen. Zij redeneerden
niet, dat als deze handelingen zondig waren, dat deze, die anderen gebruikten
om ze te volbrengen, even schuldig waren dan deze, die het werk zelf deden.
Zij dachten dat de redding beperkt was voor het Joodse volk, en dat de
voorwaarden voor de anderen, reeds hopeloos zijnde, niet kon slechter gemaakt
worden. Maar God heeft geen geboden gegeven, die niet door allen kunnen
gehoorzaamd worden. Zijn wetten laten geen onredelijke of zelfzuchtige
beperkingen toe.
Desire of Ages 204.
Het plan van Mozes om middels te verzamelen voor het
bouwen van het heiligdom had zeer veel sukses. Hij moest niet aandringen. Hij
moest de middels niet gebruiken waartoe de kerken heden ten dage hun toevlucht
nemen. Hij richtte geen feestelijkheden in. Hij nodigde het volk niet uit om
deel te nemen aan feestelijke taferelen, dans of plezier in het algemeen ; ook
moest hij geen loterijen inrichten of iets van deze profane aard om de middels
bijeen te krijgen, om het heiligdom voor God op te richten. Patr. Pr. 529.