|
HOOFDSTUK 32.
Hun hulpeloosheid voelend in de afwezigheid van hun
leider, keerden zij terug naar hun oud bijgeloof. De
" gemengde menigte " was het eerst geweest om toe
te geven aan gemopper en ongeduld, en zij waren de
.
leiders in de afvalligheid die nu zou volgen. Onder
de voorwerpen, die door de Egyptenaren als symbolen van de godheid beschouwd
werden, waren de os en het kalf ; en het was onder het voorstel van
dezen,die deze vorm van afgoderij in Egypte in de praktijk gesteld hadden,
dat er nu een kalf gemaakt werd en aanbeden. Het volk begeerde een beeld om
God voor te stellen, en dat in de plaats dat Mozes hen zou voorgaan. God had
geen manier gegeven van afbeelden van Zichzelf, en Hij had iedere materiale
voorstelling die dit tot doel had verboden. De machtige mirakels in Egypte
en aan de Rode Zee hadden de bedoeling van geloof in Hem te bevestigen als
de onzichtbare, almachtige helper van Israel, de enig ware God. De begeerte
van een zichtbare veropenbaring van Zijn tegenwoordigheid was toegestaan
geweest in de wolkkolom en de vuurkolom en een vuur, dat het heir leidde, en
in het openbaren van Zijn Heerlijkheid op de berg Sinai. Maar nog steeds met
de wolk van Zijn tegenwoordigheid voor hen, keerden zij in hun hart terug
naar afgoderij van Egypte, en stelden de heerlijkheid van de onzichtbare God
voor door het beeld van een os !
In de afwezigheid van Mozes, waren de juridische
gezaghebbers gedelegeerd naar Aaron en een grote menigte vergaderde rondom
zijn tent, met de vraag : " maak ons goden, die voor ons aangezicht gaan ;
want dezen Mozes,dien man,die ons uit Egyptenland uitgevoerd heeft, wij
weten niet, wat hem geschied zij". Nota 4 in verband met dit vers in Patr.
and Pr. zegt het volgende : De Israelieten beweerden, als zij het gouden
kalf aanbaden, dat zij God aanbaden. Zo riep Aaron, als zij de aanbidding
van het idool inhuldigden : " Morgen zal den HEERE een feest zijn ". Vers 5.
Zij namen zich voor van God te
aanbidden zoals de Egyptenaren Osiris aanbaden, in de afbeelding van een
beeld. Maar God kan deze dienst niet aanvaarden. Ofschoon geofferd werd in
Zijn naam, was de zonnegod en niet Jehova het werkelijke voorwerp van hun
aanbidding. '
Het aanbidden van Apis was vergezeld met de grofste
losbandigheid, en de Schrift verhaalt dat de aanbidding van het kalf door de
Israelieten vergezeld was met de losbandigheid, die gebruikelijk was bij de
heidense aanbidding. Wij lezen : " Lees Ex. 32 : 6.
Het Hebreeuwse woord voor "spelen" betekent spelen
met springen, zingen en dansen. Deze dansen speciaal bij de Egyptenaren,
waren sensueel en onzedig. Het woord dat gebruikt wordt voor " verdorven "
Vers 7 in het Hebreeuws is hetzelfde dat gebruikt wordt in Genesis 6 : 11,
12, waar wij lezen dat de aarde verdorven was. Dit legt de verschrikkelijke
toorn uit van de Heer, en waarom Hij begeert het volk ineens te verteren (
tot hier de nota 4 ).
Zij zegden, dat de wolk die nu op de berg was daar
zou blijven en hen van nu af niet meer zou leiden. Zij moesten een beeld
hebben in de plaats, en indien, zoals reeds voorgesteld geweest was, zij
zouden beslissen van terug te keren naar Egypte, zouden zij de gunst krijgen
van de Egyptenaren, door dit beeld voor hen te dragen en het te erkennen als
hun god.
Zulk een crisis vroeg een man met beslistheid en
doordrijvendheid en onwankelbare moed ; iemand, die de eer van God boven
algemene gunstverkrijging,persoonlijke veiligheid of boven zijn eigen leven
stelt. Maar de huidige leider van Israel was niet van deze aard. A~ron
maakte slechts zwakke tegenwerpingen tegen het volk, maar zijn aarzelen en
bedeesdheid op het kritieke ogenblik, maakte hen te meer beslist. Het
gerucht steeg. Een blinde onberedeneerde razernij scheen bezit te nemen van
de menigte. Er waren er die trouw bleven aan hun verbond met God, maar het
grootste deel van het volk verenigde zich in de afvalligheid. Een klein
aantal die het waagden van het voorgesteld beeld als afgoderij te
beschouwen,werden aangevallen en ruw behandeld, en in de verwarring en
ophitsing verloren zij ten laatste hun leven. Atron vreesde voor zijn eigen
veiligheid ; en in plaats van edel stand te houden voor de eer van God, gaf
hij toe aan de vraag van de menigte. Zijn eerste handeling was van te
bevelen dat al de gouden oorringen moesten verzameld van al het volk en naar
hem gebracht worden, hopend dat trots hen zou leiden van zulk een offer te
weigeren. Maar zij gaven vrijwillig hun ornamenten ; en hiervan maakte hij
een gesmolten kalf, een nabootsing van de goden van Egypte. Het volk riep
uit : " Dit zijn uwe goden, Israel, die u uit Egypteland opgevoerd hebben ".
Vers 4.
En Aaron, op een lage wijze, liet deze belediging
aan God toe. Hij deed meer. Ziende met welk een voldoening de gouden god
ontvangen werd, maakte hij een altaar ervoor, en vaardigde uit : " Morgen
zal den Heere een feest zijn ". Vers 5.
De aankondiging werd door trompetten van kamp tot
kamp medegedeeld. " En zij stonden des anderen daags vroeg op en offerden
brandoffer, en brachten dankoffer daartoe ; en het volk zat neder om te eten
en te drinken ; daarna stonden zij op om te spelen ". Vers 6.
Onder voorwendsel, dat zij een feest hielden voor
de Heer, gaven zij zich over aan overdaad en braspartij. Hoe dikwijls, in
onze dagen, is de liefde voor genot weggeborgen onder de " vorm van
godsvrucht " ! Een godsdienst, die toelaat aan de mens,terwijl hij de
ritussen van aanbidding volbrengt, van zich over te geven aan zelfzuchtige
of sensuele toegevingen, is nu even aangenaam aan de menigte als in de tijd
van Israel. En er zijn nog altijd buigende A~rons,die,tervvijl zij een
autoriteitspositie innemen in de kerk, zullen toegeven aan de begeerten van
de oningewijden en hen aldus aanwakkeren tot zonde. Er zijn slechts enkele
dagen voorbij sedert de Hebreeën een plechtig verbond met God gemaakt hebben
om Zijn stem te gehoorzamen. Zij stonden bevend van schrik voor de berg,
luisterend naar de woorden van de Heer :" Gij zult geene andere goden voor
mijn aangezicht hebben ". Ex. 20 : 3.
De heerlijkheid van God hing nog steeds over de
Sinai ten aanschouwen van de vergadering, maar zij wendden zich af, en
vroegen naar goden. " Zij maakten een kalf bij Horeb, en zij bogen zich voor
een gegoten beeld, en zij veranderden hunne Eer in de gedaante van eenen os,
die gras eet ". Ps. 106 : 20. Hoe kon een grotere ondankbaarheid getoond
worden, of een gedurfder belediging toegestuurd worden, aan Hem,die Zichzelf
geopenbaard had aan hen als een tedere vader en een almachtige koning !
Mozes op de berg werd gewaarschuwd nopens de afvalligheid in het kamp en
werd opgedragen van zonder oponthoud onmiddellijk naar beneden te gaan ."
Lees Vers 7 en 8.
God kon de beweging beteugeld hebben bij het begin
, maar Hij liet toe dat ze tot haar hoogtepunt kwam, opdat Hij allen een les
zou kunnen geven in Zijn straf voor verraad en afvalligheid. Gods verbond
met Zijn volk was vernietigd geweest, en Hij verklaarde aan Mozes " en nu
laat Mij toe,dat mijn toorn tegen hen ontsteke en hen vertere, zoo zal ik u
tot een groot volk maken ". Vers 9. Het volk van Israel, in het bijzonder de
gemengde menigte, zou bestendig in staat zijn om tegen God'op te
staan. Zij zouden ook mopperen
tegen hun leider, en zouden hem bedroeven door hun ongeloof en koppigheid,
en het zou een lastig en zielescheurend werk zijn om hen te leiden naar het
beloofde land. Hun zonden hadden reeds de gunst van God verbeurd en
gerechtigheid riep om vernietiging. Daarom stelde de Heer voor van hen te
vernietigen, en van Mozes een machtige natie te maken.
" Laat Mij toe... dat ik hen vertere ", waren de
woorden van God. Als God voorgesteld had van Israel te vernietigen,wie kon
voor hen pleiten ? Niet weinigen zouden de zondaars aan hun lot overgelaten
hebben !
Niet weinigen zouden gaarne een lot van inspanning
en last en offer, betaald met ondankbaarheid en gemopper, verwisseld hebben
voor een positie van gemak en eer,want het was God Zelf, die het ontslag
voorstelde. Maa,- Mozes onderscheidde een grond voor hoop waar er slechts
ontmoediging en wraak verscheen.
De woorden van God " Laat Mij toe ", verstond hij
niet dat God verbood van tussen te komen, maar aanmoedigde, aanduidende dat
slechts de gebeden van Mozes Israel konden redden, maar dat, indien hij
aldus gebeden stortte, God Zijn volk zou sparen. " Doch Mozes aanbad het
aangezicht des Heeren, zijn Gods, en hij zeide O Heere,waarom zou uw toorn
ontsteken tegen uw volk,hetwelk Gij met groote kracht en met een sterke hand
uit Egypteland uitgevoerd hebt ?"
God had aangeduid dat Hij Zijn volk ontkende. Hij
had gesproken van hen tot Mozes als uw volk, data uit Egypteland
opgevoerd hebt, maar Mozes ontkende nederig het leiderschap van Israel. Zij
waren niet van hem, maar van God : " Uw volk dat Gij met groote kracht en
met eene sterke hand uit Egypteland uitgevoerd hebt. Waarom zouden de
Egyptenaren spreken, zeggende : In kwaadheid heeft Hij hen uitgevoerd,dat
Hij hen doodde op de bergen, en opdat Hij hen vernielde van den aardbodem ?"
Gedurende de enkele maanden, dat Israel Egypte
verlaten had, was het verhaal van hun wonderbare bevrijding verspreid onder
de heidenen. Allen wachtten om te zien wat de God van Israel zou doen voor
Zijn volk. Moesten ze nu vernietigd worden, dan zou de vijand triomferen, en
God zou onteerd worden. De Egyptenaren zouden beweren dat hun
beschuldigingen juist waren - dat inplaats van Zijn volk te leiden naar de
woestijn om te offeren, Hij hen zou opgeofferd hebben. Zij zouden de zonden
van Israel niet in acht nemen ; het vernietigen van het volk, dat Hij op een
merkwaardige wijze geëerd had, zou verwijt op Zijn naam brengen. Hoe groot
is de verantwoordelijkheid van deze, die God hoog geëerd heeft, van Zijn
naam als een prijzing te maken voor de aarde ! Hoe zullen zij zich met zorg
afhouden van de zonde, opdat zij Zijn oordeel niet over hen trekken en dat
Zijn naam zou onteerd worden door de goddelozen !
Als Mozes tussenkwam voor Israel, was zijn
bedeesdheid opgelost in zijn diepe belangstelling en liefde voor dezen, voor
wien hij, in de handen van God, het middel geweest was om zoveel te doen. De
Heer luisterde naar zijn pleiten en verhoorde zijn onzelfzuchtig gebed. God
had Zijn dienaar op de proef gezet ; Hij had zijn geloof en zijn liefde voor
dat dwalend en ondankbaar volk getest en Mozes had op een edele wijze de
proef doorstaan. Zijn belangstelling voor Israel kwam niet voort uit eigen
beweegredenen. De voorspoed van Gods uitgelezen volk was dierbaarder voor
hem dan het voorrecht van de vader te worden van een machtige natie. God was
voldaan met zijn getrouwheid, zijn eenvoud van hart en zijn onwrikbaarheid,
en hij vertrouwde hem, als een getrouwe herder, de grote opdracht toe van
Israel te leiden naar het Beloofde Land. Als Mozes en Jozua de berg
afdaalden,terwijl de eerste de " tafels van getuigenis " droeg,hoorden zij
de kreten en geroep van de opgehitste menigte, klaarblijkelijk in een
toestand van wild misbaar. Jozua, de soldaat dacht onmiddellijk aan een
aanval van hun vijanden. " Daar is een krijgsgeschrei in het leger ", zegde
hij. Maar Mozes oordeelde juister over de natuur van de opschudding. Het
geluid was niet dat van een strijd maar van een braspartij. " Het is geene
stem des roepens van overwinning, het is ook geen stem des roepens van
nederlaag : ik hoor een stem des zingens bij beurte ".
Als zij het kamp naderden, zagen zij het volk,
springend en dansend rond hun idool. Het was een tafereel van heidense
uitspatting, een nabootsing van de afgodenfeesten van Egypte ; maar hoe gans
anders is dan de eerbiedvolle aanbidding van God. Mozes was overweldigd. Hij
kwam juist van de tegenwoordigheid van Gods glorie, en ofschoon hij
verwittigd geweest was van wat plaats greep, was hij onvoorbereid voor dit
verschrikkelijk schouwspel van de degradatie van Israel. Zijn toorn was
heet. Om zijn afkeer voor hun misdaad te tonen sloeg hij de stenen tafels op
de grond, en zij werden stuk geslagen in het zicht van het volk, aldus
aantonend dat, als zij hun verbond verbroken hadden met God, ook God Zijn
verbond met hen verbroken heeft.
Binnen komend in het kamp, ging Mozes door de
menigte vierders, en ziende op het idool, gooide hij het in het vuur. Nadien
maalde hij het tot poeder, en het uitgestrooid hebbend op de stroom, die van
de berg afdaalde, deed hij er het volk van drinken. Aldus werd de volslagen
waardeloosheid van de god die zij aanbaden hadden getoond. De grote leider
ontbood zijn schuldige broeder en vroeg streng : " Wat heeft u dit volk
gedaan, dat gij zulke eene groote zonde over hetzelve gebracht hebt ?" Aaron
poogde zich te beschermen door de eisen van het volk te verhalen, dat als
hij niet toegegeven had aan hun wensen, hij ter dood zou gebracht geweest
zijn. " Mijns heeren toorn ontsteke niet", zegde hij, " gij kent dit volk,
dat het in het booze ligt. Zij dan zeiden tot mij : maak ons goden, die voor
ons aangezicht gaan ; want dezen Mozes, dien man, die ons uit Egypteland
opgevoerd heeft, wij weten niet, wat hem geschied zij . Toen zeide ik tot
hen Wie goud heeft, die rukke het af en geve het mij ; en ik wierp het in
het vuur, en dit kalf is er uit gekomen." Hij wilde Mozes doen geloven, dat
er een mirakel gebeurd was, dat het goud in het vuur geworpen werd en door
bovennatuurlijke macht veranderd werd in een kalf. Maar zijn
verontschuldigingen en draaierijen waren van geen tel. Hij werd terecht
bejegend als de hoofdbelediger.
Het feit dat At ron gezegdn en geëerd geweest was
zo ver boven het volk, maakte zijn zonde zo hatelijk.
Het was Aaron " den heilige des Heeren " Ps. 106 :
16. , die het idool gemaakt had en het feest aangekondigd had. Het was hij,
die aangeduid geweest was als spreekbuis voor Mozes, en waaromtrent God zelf
getuigd had :" Ik weet dat hij zeer wel spreken zal ", Ex. 4 : 14.
die erin gefaald had van de
afgodendienaars in hun hemeltergende bedoeling te beletten. Hij door wien
God gewerkt had om de oordelen over de Egyptenaren en hun goden te brengen,
had geluisterd, onbewogen naar de uitspraak voor het gesmolten beeld : " Dit
zijn uwe goden, die u uit Egypteland opgevoerd hebben !"
Het was hij die met Mozes op de berg geweest was en
daar de heerlijkheid Gods aanschouwd had, die gezien had, dat in de
veropenbaring van zijn glorie er niets was waar een beeld kon van gemaakt
worden - hij was
het, die de glorie veranderd had in het beeld van
een os. Hij aan wie God het bestuur van het volk had
183.
opgedragen in de afwezigheid van Mozes,werd
bevonden dat hij hun opstand toeliet. " Ook vertoornde zich de Heere zeer
tegen Aaron om hem te verdelgen". Deut. 9 : 20.
Maar in antwoord op de ernstige voorbede van Mozes,
werd zijn leven gespaard ; en door boete en vernedering voor zijn grote
zonde,werd hij in de gunst van God hersteld.
Had Aaron moed gehad om voor het recht te staan,
zonder rekening te houden met de gevolgen, zou hij die opstandigheid kunnen
voorkomen hebben. Had hij zonder aarzelen zijn eigen band met God in stand
gehouden, had hij het volk gewezen op de gevaren van Sinai,en hen herinnerd
aan hun plechtig verbond met God van Zijn wet te gehoorzamen, dan zou het
kwaad in bedwang gehouden geweest zijn. Maar zijn toegeven aan de begeerten
van het volk en de kalme zekerheid met dewelke hij te werk ging om hun plan
ten uitvoer te brengen, maakte hen stoutmoediger om tot verdere zonde over
te gaan, die vooraf in hun gedacht niet opgekomen was. Als Mozes,wanneer hij
naar het kamp terugkeerde, het hoofd bood aan de rebellen, zijn strenge
berispingen en verontwaardigingen uitdrukte door het breken van de heilige
tafelen van de wet, werd dit in tegenstelling geplaatst met het aangenaam
spreken van zijn broeder en het waardig gedrag, en hun sympathie ging naar
Aaron. Om zichzelf te verrechtvaardigen poogde Aaron om het volk
verantwoordelijk te maken voor het feit, dat hij toegegeven had aan hun
vraag ; maar niettegenstaande dit, waren zij vol van bewondering voor zijn
vriendelijkheid en geduld. Maar God ziet niet zoals de mens ziet. De geest
van toegeven van Aaron en zijn begeerte om te behagen heeft zijn ogen
verblind voor de enormiteit van de misdaad, die hij aan het toegeven was.
Zijn handelwijze in het geven van zijn invloed aan de zonde in Israel kost
het leven van duizenden. In welk een tegenstelling hiermede was de
handelwijze van Mozes,die,terwijl hij getrouw het oordeel van God uitvoert,
aantoont, dat de welstand van Israel hem dierbaarder was dan voorspoed of
eer of leven. Van al de zonden, die God wil straffen, is geen bedroevender
in Zijn ogen dan deze, die anderen aanwakkert tot kwaad. God wil dat Zijn
dienaren hun loyaliteit bewijzen door getrouw overtreding te berispen, hoe
pijnlijk de daad ook moge wezen. Deze, die vereerd zijn met een goddelijke
opdracht mogen geen zwakke buigende weerhanen zijn. Zij moeten niet zoeken
naar zelfverheffing, of onaangename plichten schuwen, maar zij moeten Gods
werk volbrengen met onwankelbare getrouwheid.
Alhoewel God het gebed van Mozes verhoord had om
Israel te sparen van verdelging, moest zijn afvalligheid bijzonder gestraft
worden. De wetteloosheid en ononderworpenheid waarin Aaron hen had laten
vervallen, als deze niet spoedig onderdrukt werd, zou woekeren tot boosheid,
en zou een onvermijdelijke ondergang bezorgen aan het land. Door een
verschrikkelijke strengheid moest het kwaad weggedaan worden. Staande in de
poort van het kamp, riep Mozes het volk : " Wie den Heere toebehoort, kome
tot mij !" Deze, die niet akkoord gegaan waren met de afval moesten hun
positie kiezen aan de rechterzijde van Mozes ; deze, die schuldig waren maar
berouwvol aan de linkerzijde. Het bevel werd gehoorzaamd. Er werd gezien dat
de stam van Levi geen deel genomen had in de afgoden aanbidding. Van de
andere stammen waren een groot aantal
die, ofschoon zij gezondigd hadden,nu een berouw
betoonden. Maar een grote menigte, meest van de gemengde menigte die
aangedrongen hadden om het kalf te maken bleven koppig vasthouden aan hun
opstandigheid. In de naam van " de Heer God van Israel " beval Mozes nu aan
dezen, die aan zijn rechterzijde waren, die zich zuiver gehouden hadden van
afgoderij, van hun zwaard om te doen en al deze te doden, die volhielden in
hun opstandigheid. " en daar vielen van het volk op dien dag omtrent drie
duizend man ". Vers 28. Zonder rekenschap te geven met positie,verwantschap
of vriendschap,werden de belhamels in boosheid afgesneden, maar allen, die
zich bekeerden en zich vernederden,werden gespaard. Deze, die dit
verschrikkelijke werk van oordeel uitvoerden, handelden door de goddelijke
autoriteit, de uitspraak uitvoerend van de Koning van de hemel. De mens moet
oppassen hoe hij, in zijn menselijke blindheid, oordeelt en zijn naaste
veroordeelt ; maar als God hen beveelt van Zijn uitspraak over
ongerechtigheid uit te voeren, dan moet dit bevel gehoorzaamd worden. Deze,
die dit pijnlijk werk volbrachten, duidden hiermede hun afschuw aan voor
opstand en afgoderij, en wijdden zich toe op een getrouwer wijze aan de
dienst van de ware God. De Heer eerde hun getrouwheid door een speciale
onderscheiding te plaatsen op de stam van Levi. De Israelieten waren
schuldig geweest aan verraad, en dat tegen een koning, die hen overladen had
met weldaden en wiens gezag zij vrijwillig beloofd hadden te gehoorzamen.
Opdat het goddelijk bestuur zou kunnen behouden worden moet rechtvaardigheid
uitgevoerd worden op de verraders. Zelfs hier was Gods barmhartigheid tot
uiting gebracht. Terwijl Hij Zijn wet in stand houdt, geeft Hij vrijheid van
keuze en gelegenheid tot bekering aan allen. Alleen zij werden weggetnaaid,die
volhielden in hun opstandigheid. Het was noodzakelijk dat deze zonde
gestraft werd als een getuigenis voor de omringende landen hoe God de
afgoderij miskende. Door het uitvoeren van gerechtigheid op de schuldigen,
moest Mozes als Gods instrument, het verhaal nalaten van de plechtige en
publieke weerstand tegen hun kwaad. Als de Israelieten achteraf de afgoderij
van hun naburige stammen zouden veroordelen, dan zouden hun vijanden hun
verwijten dat het volk dat beweert Jehova als God te hebben, een kalf
gemaakt hadden in Horeb en het aanbeden hadden. Dan, ofschoon zij verplicht
zouden zijn van de onaangename waarheid te bekennen, kon Israel verwijzen
naar het verschrikkelijke lot, dat de overtreders ondergaan hadden, als
bewijs dat aan hun zonde niet toegegeven was of dat zij niet verontschuldigd
werd.
Liefde niet minder dan rechtvaardigheid vraagt, dat
voor deze zonde oordeel zou opgelegd worden. God is de behoeder zowel als de
soeverein van Zijn volk. Hij snijdt dezen af, die blijven vasthouden aan
opstandigheid, opdat zij anderen niet tot de ondergang zouden brengen. Door
het sparen van het leven van Kain, heeft God aan het universum bewezen, wat
het zou betekenen moest hij de zonde haar gang laten gaan in de wereld,
indien zij ongestraft bleef. De invloed uitgeoefend op zijn nakomelingen
door zijn leven en onderricht leidde
tot de toestand van verderf die de
vernieling van de ganse wereld vereiste door de zondvloed. De geschiedenis
van de antedulivianen bewijst dat een lang leven niet een zegen is voor de
zondaar ; Gods grote verdraagzaamheid beteugelde hun boosheid niet. Hoe
langer de mens leefde hoe verdorvener hij werd.
Zo was het ook met de opstandigheid aan de Sinai.
Moest er geen spoedige straf gevolgd zijn op de overtreding, zou hetzelfde
resultaat gezien geweest zijn. De aarde zou zo verdorven geweest zijn als in
de tijd van Noah. Moesten deze overtreders gespaard geweest zijn, dan zouden
er boosheden op gevolgd geweest zijn, die groter waren dan het resultaat bij
het sparen van het leven van Kain. Het was een gevolg van Gods
barmhartigheid dat er duizenden zouden lijden om de noodzakelijkheid te
voorkomen van milioenen te bezoeken met het oordeel. Om velen te redden
moest hij er weinigen straffen. Temeer, als i.--t volk hun verbinding met
God opzij
184.
gezet had, hadden zij de goddelijke bescherming
verbeurd, en beroofd van deze verdediging, was de ganse natie blootgesteld
aan de macht van de vijanden. Was het kwaad niet onmiddellijk weggedaan
geweest, zouden zij spoedig gevallen zijn als een prooi van ontelbare en
machtige vijanden. Het was nodig voor het goed van Israel, en ook voor alle
daaropvolgende geslachten, dat misdadigheid onmiddellijk gestraft werd. En
het was zelfs een barmhartigheid tegenover de zondaars zelf, dat zij kordaat
afgesneden werden in hun kwade handelingen. Moest hun leven gespaard geweest
zijn, zou dezelfde geest die hen geleid heeft om tegen God op te staan
geopenbaard geweest zijn in haat en strijd onder elkander, en ze zouden zich
eventueel
o ider elkander uitgemoord hebben. Het was uit
liefde voor de wereld, in liefde voor Israel, en zelfs voor de overtreders
dat misdaad gestraft werd met snelle en verschrikkelijke strengheid. Als het
volk tot bewustheid gebracht werd van de enormiteit van hun schuld, overviel
angst het ganse kamp. Er werd gevreesd dat iedere overtreder zou
uitgeschakeld worden. Medelijden hebbend met hun angst, beloofde Mozes eens
te meer met God te pleiten voor hen.
" Gijlieden hebt eene groote zonde gezondigd ; doch
nu, ik zal tot den Heere opklimmen, misschien zal ik eene verzoening doen
voor uwe zonden." Hij ging, en in zijn belijdenis voor God zegde hij :" Och,
dit volk heeft een groote zonde gezondigd, dat zij zich gouden goden gemaakt
hebben : nu dan, indien Gij hunne zonden vergeven zult ! Doch zoo niet, zoo
delg dan mij nu uit uw boek, hetwelk Gij geschreven hebt."
Het antwoord was : " Dien zou ik uit mijn boek
delgen, die aan Mij zondigt. Doch ga nu heen, leidt dit volk waarheen Ik u
gezegd heb : zie Mijn engel zal voor uw aangezicht gaan ; doch ten date
mijns bezoekens, zoo zal Ik hunne zonden bezoeken ".
In het gebed van Mozes worden onze gedachten
gericht naar de hemelse boeken, waar de namen van alle mensen opgeschreven
staan, en hun daden hetzij goed of kwaad. Het boek van leven bevat dezen,
die in de dienst van God binnengegaan zijn. Als er een van hen, van Hem
weggaat, en door koppig volhouden in zonde volhardt en ten laatste verhard
wordt tegenover de invloed van de Heilige Geest, dan zal zijn naam uitgewist
worden uit het boek van leven, en hij zelf zal overgegeven worden aan de
vernietiging. Mozes realiseerde zich hoe wreed het lot van de zondaar zou
zijn ; toch als het volk van Israel moest verworpen worden door de Heer,
begeerde hij zijn eigen naam uitgewist te zien met de hunne. Hij kon niet
uitstaan dat het oordeel van God viel op dezen,die zo genadevol bevrijd
geweest waren. De tussenkomst van Mozes voor zijn volk stelt het
middelaarschap van Christus voor voor de zondige mens. Maar de Heer liet
niet toe dat Mozes de schuld droeg van de overtreder zoals Christus het
deed. " Dien zou Ik uit Mijn boek delgen, die aan Mij zondigt", zegde Hij.
Patr. Pr. 315-27.
Aaron had gedacht dat Mozes te ontoegevend geweest
was voor de wensen van het volk. Hij dacht dat als Mozes minder beslist
geweest was somtijds, en dat, als hij een compromis gemaakt zou hebben met
het volk, en hun wensen zou ingewilligd hebben, hij minder moeilijkheden zou
gehad hebben, en er meer vrede en harmonie zou geheerst hebben in het kamp
van Israel. Daarom had hij dat nieuwe systeem geprobeerd. Hij werkte zijn
eigen temperament uit door toe te geven aan de wensen van het volk, oni
onvoldaanheid te voorkomen en hun goede wil te verzekeren, en daarbij een
opstand te vermijden, die, zoals hij dacht zekerlijk zou komen, als hij aan
hun wensen geen gev<olg gaf. Maar had Aëron zonder aarzelen voor God
gekozen; had hij de vreesaanjagingen van het volk voor hem om goden te maken
om hen voor te gaan naar Egypte, wederstaan met de juiste verontwaardiging
en afschrik die hun voorstel verwekten ; had hij hen verwezen naar de
verschrikking van de Sinai, waar God Zijn wet uitgesproken had in zulk een
glorie en majesteit ; had hij hen herinnerd aan hun plechtig verbond met God
van te gehoorzamen aan alles wat Hij hen bevolen had ; had hij hen gezegd
dat hij niet, zelfs tenkoste van zijn leven, zou toegeven aan hun vraag, zou
hij invloed gehad hebben bij het volk om een verschrikkelijke afvalligheid
te voorkomen. Maar als, in de afwezigheid van Mozes, zijn invloed gevergd
werd om gebruikt te worden in de juiste richting, als hij zo stevig en
ontoegefelijk moest staan als Mozes, om het volk te beletten van een zondige
richting te volgen, werd zijn invloed aangewend in de slechte richting. Hij
was machteloos om zijn invloed te laten voelen in verdediging van Gods eer
door het onderhouden van Zijn heilige wet. Maar hij verspreidde een slechte
invloed aan de verkeerde kant. Hij leidde en het volk gehoorzaamde.
Als Atron de eerste stap zette in de verkeerde
richting, doordrong de geest hem, die het volk ondergaan had, en hij mam de
leiding en leidde hen als een generaal, en het volk was uitzonderlijk
gehoorzaam. Hier gaf Altron toe aan de slechtste zonde, omdat het
gemakkelijker was dan in verdediging te staan van het recht. Als hij afstand
deed van zijn integriteit door toe te geven aan het volk in hun zonden,
scheen hij bezield te zijn met een ernst, beslistheid en een ijver die gans
nieuw was voor hem. Zijn schuchterheid scheen plots te wijken. Met een ijver
die hij nooit getoond had in het in verdediging staan voor de eer van God
tegen het kwaad, nam hij de instrumenten ter hand om het goud te vormen tot
het beeld van een kalf. Hij beval van een altaar te bouwen en, met den
zekerheid waardig voor een betere zaak, riep hij uit voor het volk, dat er
morgen een feest zou plaats grijpen. De trompetten namen het woord van
Atlron uit zijn mond en luidden de verkondiging van compagnie tot compagnie
van de legers van Israel. Aarons kalme zekerheid in een verkeerde richting
gaf hem grotere invloed bij het volk dan Mozes zou kunnen gehad hebben als
hij hen zou geleid hebben in de juiste richting en als hij hun opstandigheid
zou in onderwerping gebracht hebben.
Welk een verschrikkelijke geestelijke blindheid was
over Aaron gekomen, dat hij licht plaatste voor duisternis en duisternis
voor licht ! Welk een verwaandheid in hem van een feest af te kondigen voor
de Heer over hun afgodendienst van een gouden beeld ! Uier wordt de macht
gezien, die Satan heeft over de geesten, die niet volledig onder toezicht
staan van de Heilige Geest van God. God heeft zijn banier geplaatst in het
midden van het kamp van Israel, en ze werd verheven als de banier van God. "
Dit ", zegde Aaron zonder aarzelen of schaamte, " zijn uwe goden, o Israel,die
u uit Egyptenland opgevoerd hebben!" Aaron beinvloedde de kinderen van
Israel van in grotere mate tot afgoderij over te gaan
dan zij zelf voorzien hadden. Zij waren niet langer
bekommerd of de brandende heerlijkheid gelijk vlammend vuur hun leider niet
verteerd had. Zij dachten nu hebben wij een generaal, die ons past, en zij
waren bereid alles te doen wat hij voorstelde. Zij offerden aan hun goden,
zij offerden vredeoffers en gaven zich over aan plezier, dansen en
dronkenschap. Zij hadden nu in het gedacht dat het niet was, omdat zij
verkeerd
185.
waren, dat zij zobeel moeilijkheden hadden in de
woestijn ; maar de moeilijkheid lag na alles in hun leider. Hij was de
juiste man niet. Hij gaf niet genoeg toe en bracht bestendig hun zonden voor
ogen, waarschuwende, berispend, en hen bedreigend met Gods ontevredenheid.
Een nieuwe schikking der dingen was gekomen, en zij waren voldaan met Aaron
en met zichzelf. Zij dachten : was Mozes maar zo vriendelijk en mild geweest
als Aaron,welk een vrede en harmonie zou er geheerst hebben in het kamp van
Israel ! Zij maakten zich nu geen zorgen meer of Mozes ja dan neen van de
berg zou afdalen.
Als Mozes de afgoderij vanlsrael zag en zijn
verontwaardiging in zijn hart bij
hun schaamtevol vergeten van God zodanig opkwam, dat hij de stenen tafelen
naar beneden wierp en zij braken, stond Aaron daarbij, zachtmoedig, de
kritiek van Mozes met afkeurenswaardig geduld verdragend. Het volk was
gevleid met Aarons beminnelijke geest en waren afkerig van de kwaadheid van
Mozes. Maar God ziet niet zoals de mens ziet. Hij veroordeelde de hardheid
en de verontwaardiging var. Mozes niet tegen de lage afvalligheid van Israel
.
De ware generaal nam nu zijn positie in voor God.
Hij kwam onmiddellijk van de tegenwoordigheid van God, waar hij gepleit had
met Hem om Zijn wraak van Zijn dwalend volk weg te nemen. Nu heeft hij een
ander werk te doen, als bedienaar van God,van Zijn eer voor het volk te
verdedigen, en van hen te laten zien dat zonde zonde is, en gerechtigheid
gerechtigheid. Hij had een werk te doen : van de verschrikkelijke invloed
van Aaron tegen te gaan. " Lees Vers 26-29 ".
Hier toont Mozes dat de ware toewijding bestaat in
gehoorzaamheid aan God, het staan in verdediging van het recht en in het
tonen van gereed te zijn om Zijn doeleinden te verwezenlijken in de minst
aangename plichten, aantonend dat de eisen van God hoger staan dan deze van
vrienden of het leven van de dichtste verwanten. De zonen van Levi wijdden
zich toe aan God om Zijn gerechtigheid uit te voeren tegen misdaad en zonde.
Het leven van deze beide leiders kan een illustratie zijn voor het einde der
tijden. Zij zijn grotelijks verheven en geëerd geweest ; toch
verontschuldigt God geen zonde bij dezen, die in verheven positie zijn niet
meer dan bij dezen, die een meer nederige positie innemen. Vele belijdende
christenen zien op naar mannen die het kwaad niet berispen of veroordelen,
als zijnde mannen van godsvrucht en toch christenen, terwijl zij denken, dat
deze, die stoutmoedig uitkomen in verdediging van het recht, en hun
integriteit niet willen opgeven aan ontoegewijde invloeden, gebrek hebben
aan godsvrucht en christelijke geest. Deze, die in verdediging staan van de
eer van God en de reinheid van de waarheid behouden ten koste van wat ook,
zullen vele moeilijkheden ondergaan, zoals Christus in de woestijn van
bekoring. Terwijl deze, die toegevende temperamenten hebben, die geen moed
hebben om het kwaad te veroordelen, maar blijven zwijgen als hun invloed
moet in verdediging staan van het recht tegen gelijk welke dwang, kunnen
veel hartzeer ontgaan en vele verslagenheden ontkomen, maar zij zullen ook
een rijke beloning verliezen, als het niet hun eigen ziel is. Deze, die in
harmonie zijn met God, en die door geloof in Hem kracht ontvangen om het
kwaad tegen te gaan en in verdediging te staan van het recht, zullen altijd
strenge konflikten hebben en zullen dikwijls moeten alleen staan. Maar
kostbare overwinningen zullen de hunne zijn, als zij zich afhankelijk maken
van God. Zijn genade zal hun kracht uitmaken. Hun morele gevoeligheid zal
intens zijn en klaar. en hun morele machten zullen in staat zijn om
verkeerde invloeden te weerstaan. Hun integriteit, gelijk deze van Mozes,
zal van de zuiverste soort zijn.
Het milde en toegevende karakter van Aaron, en zijn
begeerte om het volk te behagen, verblindde zijn ogen voor hun zonden en
voor de enormiteit van de misdaad, die hij toeliet. Zijn gedragslijn in het
geven van invloed aan het verkeerde en de zonde in Israel, kost het leven
van drieduizend mannen. In welk een tegenstelling staat het gedrag van Mozes.
Nadat hij aan het volk aangetoond had dat zij niet konden met God spelen
zonder gestraft te worden ; nadat hij hen de juiste mistevredenheid van God
wegens hun zonden getoond had, door het verschrikkelijk dekreet uit te
vaardigen om vrienden en verwanten te doden, die volhouden in hun
afvalligheid ; na het werk van gerechtigheid om de wraak van God af te
wenden zonder rekening te houden met hun gevoelens van sympathie voor
geliefde vrienden en verwanten, die in hun koppigheid volhielden - was Mozes
hierna bereid voor een ander werk. Hij bewees wie de ware vriend van God was
en de vriend van het volk.
" Lees Vers 30 tot 35 ".
Mozes smeekte ten gunste van het zondige Israel.
Hij poogde niet om hun zonden te verminderen voor God ; hij verontschuldigde
hen niet in hun zonde. Hij bekende vrijuit, dat zij een grote zonde begaan
hadden en dat zij goden van goud gemaakt hadden. Dan verloor hij zijn
bedeesdheid, en het belang van Israel is zo samengeweven met zijn leven dat
hij met stoutmoedigheid tot God komt en bidt bij Hem om Zijn volk te
vergeven. Als hun zonde zo groot is, zo pleit hij, dat God ze niet kan
vergeven, als hun namen moeten uitgewist worden uit Zijn boek, bidt hij de
Heer, dat zijn naam ook uitgewist worde. Als de Heer Zijn belofte vernieuwt
met Mozes, dat zijn Engel voor hem zou gaan om het volk te leiden naar het
Beloofde Land, wist Mozes dat zijn verzoek toegestaan was. Maar de Heer
verzekerde Mozes dat al s Hij zou uitgedaagd worden om het volk te bezoeken
wegens hun overtredingen, Hij hen zekerlijk zou straffen ook voor deze
grievende zonde. Maar als zij van dan af gehoorzaam waren, Hij deze grote
zonde uit Zijn boek zou uitwissen. 3. Test Church 298-304.
De Hebreeën waren vreselijk ongelovig en laag
ondankbaar in hun ongodsdienstige vraag : " Maak ons goden die voor ons
aangezicht gaan ". Als Mozes afwezig was bleef de tegenwoordigheid van God
aanwezig ; zij. waren niet achtergelaten. Het manna bleef vallen en zij
werden door een goddelijke hand gevoed morgen en avond. De wolkkolom bij dag
en de vuurkolom 's nachts betekende de tegenwoordigheid van God, die een
levende gedenkenis was voor hen. De goddelijke tegenwoordigheid hing van
Mozes niet af. Maar gedurende het ogenblik, dat Mozes aan het pleiten was op
de berg ten hunnen behoeve bij God, vielen zij in schaamtevolle
vergissingen, in overtreding van de wet die nog maar pas afgekondigd was in
plechtige grootsheid. Hier zien wij de zwakheid van Aaron. Had hij stand
gehouden in morele moed en in stoutmoedigheid de leiders van dit verzoek
berispt, zouden zijn woorden uitgesproken op het geschikte ogenblik, deze
verschrikkelijke afvalligheid vermeden hebben. Maar zijn begeerte om
populair te zijn bij het volk, en zijn vrees van hun mistevredenheid te
verwekken bracht hem er toe van lafhartig dit verbond van de Hebreeën te
offeren op dit beslissend ogenblik. Hij richtte een altaar op, maakte een
gesneden beeld als voorwerp van aanbidding en riep een dag uit om dat
gesneden beeld te aanbidden en om voor gans Israel uit te roepen
Deze zijn de goden, die u uit Egypte geleid hebben.
Terwijl de top van de berg steeds verlicht is met de glorie van God, is hij
stilzwijgend en kalm getuige van de vrolijkheid en het gedans voor dit
gevoelloze beeld ; en Mozes is naar beneden gestuurd van de berg door de
Heer om het volk te berispen. Maar Mozes wil de berg niet verlaten,
vooraleer zijn pleiten voor Israel gehoord zijn en zijn bede opdat God hen
wilde vergeven, toegestaan werd.
Mozes kwam van de berg met de kostbare stukken pan
opname in zijn hand, een belofte van God aan de mens op voorwaarde van
gehoorzaamheid. Mozes was de zachtste man op de wereld, maar als hij de
afvalligheid van Israel zag, was hij kwaad en naijverig voor de glorie van
God. In zijn verontwaardiging sloeg hij de kostbare belofte op, de grond,
die hem dierbaarder was dan zijn leven. Hij zag hoe de wet verbroken was
door de Hebreeen, en in zijn ijver voor God, om het idool dat zij aanbaden
te ontmaskeren, offerde hij de stenen tafels op. Aaron stond daar kalm en
vol geduld bij, de strenge afkeuring van Mozes verdragend. Dit alles had
kunnen voorkomen geweest zijn door een woord van Aaron ten gepaster tijde.
Trouwe edele beslissing voor het recht op het uur van Israels gevaar zou hun
geest overgeheld hebben naar de juiste _.richting. Veroordeelt God Mozes ?
Neen, neen ; de grote goedheid van God vergeeft de haast en de ijver van
Mozes, want het was alles tengevolge van zijn getrouwheid en zijn
ontgoocheling en droefheid bij het zien van Israels afvalligheid. De man,
die de Hebreeën had kunnen verlossen in het uur van gevaar is kalm. Hij
toont geen verontwaardiging wegens de zonden van het volk, noch verwijt hij
zichzelf en toont hij berouw onder het gevoel van kwaad ; maar hij zoekt om
zijn handelwijze te verrechtvaardigen. Hij maakt het volk verantwoordelijk
voor zijn zwakheid in het toegeven aan hun begeerte. Hij was niet gewillig
om het gemopper van het volk te verdragen en van onder hun druk te staan van
smeken en onredelijke wensen, zoals Mozes gedaan had. Hij ging binnen in de
geest en de gevoelens van het volk, zonder protest, en dan zocht hij om het
volk verantwoordelijk te maken. De vergadering van Israel aanzagen Aaron als
een aangenamer leider dan Mozes. Hij was niet zo ontoegefelijk. Zij dachten
dat Mozes een slechte geest bezat, en hun sympathie was voor Aaron, die
Mozes zo streng bekritiseerde. Maar God vergaf de onvoorzichtigheid van
eerlijke ijver in Mozes, terwijl Hij Aaron verantwoordelijk achtte voor zijn
zondige zwakheid en zijn gebrek aan integriteit onder de druk van de
omstandigheden. Om zichzelf te kunnen redden, offerde Aaron duizenden
Israelieten. De Hebreeën gevoelden de straf van God voor deze daad van
afvalligheid, maar na een korte tijd waren zij weer vol van misnoegdheid en
opstandigheid.
3 Test. Church. 340-42.
VERS 1-6.
VERS 1-2.
Wij herhalen de zonde van Aaron, vrede brengend,
als het uitzicht klaar zou moeten zijn om kwaad te zien en het volledig vast
te stellen, zelfs als dat ons in een onaangename positie brengt, omdat onze
beweegredenen kunnen misverstaan worden. Wij mogen geen kwaad verdragen bij
een broeder of bij gelijk welk een ziel, waar wij mede verbonden zijn. Deze
verwaarlozing van krachtig en beslist op te komen voor de waarheid was de
zonde van Aaron. Had hij de waarheid tenvolle gesproken, zou dat gouden kalf
nooit gemaakt geweest zijn. Dezelfde geest, die hem geleid had van te
vermijden van de ganse waarheid te spreken, leidde hem van een leugen te
spreken door naar het gouden kalf te wijzen als een voorstelling van de Ene,
die hen uit Egypte leidde. Zo leidt de ene ontrouw naar de andere.
Brief 10, 1896.
Niettegenstaande de gunst die God toonde aan de
Hebreeën, kwam het oordeel van God op hen, wegens hun lust voor weelde
achtergelaten in Egypte, en wegens hun zonde van opstandigheid. De apostel
wakkerde de Corintiers aan acht te slaan op de les, begrepen in de
bevindingen van Israel. " En deze dingen zijn geschied ons tot voorbeelden,
opdat wij geenen lust tot het kwaad zouden hebben, gelijkerwijs als zij lust
gehad hebben". 1. Cor. 10 : 6.
Hij toonde hoe de liefde voor gemak en plezier de
weg bereid had voor de zonden,die de wraak van God opgeroepen hebben. Het
was als de kinderen van Israel neder zaten en aten en dronken, en opstonden
om te spelen, dat zij de vreze Gods opzij zetten, die zij gevoeld hadden als
zij luisterden naar het geven van de wet ; en, een gouden kalf makend om God
voor te stellen, aanbaden zij het. En het was nagenoten te hebben van een
pralerig feest verbonden met de aanbidding van Baalpeor, dat vele
Israelieten vielen door losbandigheid. De toorn van God was opgewekt, en op
Zijnbevel werden er drieduizend gedood door de plaag in een dag.
De apostel wakkert aan : " Die meent te staan, zie
toe dat hij niet valle ". Vers 2.
Als zij trots en zelfvertrouwend werden,
verwaarlozend van te waken en te bidden, zouden zij vallen in grove zonden,
de wraak van God op zich roepend. Toch wilde Paulus hen niet overgeven aan
ontmoediging en mismoedigheid. Hij gaf hen de zekerheid :" God is getrouw,
welke u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt, maar Hij
zal met de verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen." 1
Cor. 10 : 28.
Paulus wakkert zijn broeders aan van zichzelf af te
vragen welke invloed hun woorden en daden zouden kunnen hebben op anderen en
van niets te doen, hoe onschuldig het ook moge schijnen op zichzelf, dat zou
kunnen schijnen van afgoderij toe te laten of de bezwaren van dezen zou
ergeren, die zwak zijn in geloof. " Hetzij dat gijlieden eet, hetzij dat gij
drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het alles ter eere Gods". Vers
31.
De woorden van de apostel van waarschuwing aan de
kerk van Corinthe zijn toepasselijk in alle tijden en zijn speciaal
aangepast voor onze tijd. Door afgoderij bedoelt hij niet alleen het
aanbidden van idolen, maar ook het zichzelf dienen, liefde voor gemak, de
toegeving aan eetlust en passie. Een louter belijden van geloof in Christus,
een trotse kennis van de waarheid, maken van een mens geen christen. Een
godsdienst, die alleen zoekt het oog, het oor, en de smaak te voldoen, of
die zelftoegevendheid toelaat, is geen religie van Christus. Acts of the
Apostles : 315-17.
Vers 1-8.
Satan en zijn engelen waren op hun
post. Als God Zijn wet verkondigde op de Sinai, beraamde Satan om hen tot
zonde te leiden. Dit volk, dat God gekozen had, wilde hij wegrukken, voor
het aangezicht van de hemel. Door hen tot afgoderij te leiden, wilde hij de
doeltreffendheid van alle aanbidding vernietigen ; want hoe kan een mens
verheven worden door iets te aanbidden, dat niet hoger is dan wat hijzelf
is, en dat kan gesymboliseerd worden door zijn eigen handwerk ?
Als de mens zo verblijd kon zijn voor de macht, de
majesteit , en de glorie van de oneindige God, dat hij Hem voorstelt door
een gesneden beeld, of door een dier of reptiel ; als zij zo hun eigen
goddelijke verbinding, gevormd in het beeld van hun maker konden
vergeten,dat zij zich buigen voor deze weerzinwekkende en zinneloze
voorwerpen - dan was de weg open voor dwaze losbandigheid ; de kwade passies
van het hart zouden onbeteugeld zijn en Satan zou vrije teugel krijgen. 187.
Aan de voet van de Sinai begon Satan zijn plannen
om de wet van God te overmogen, aldus hetzelfde werk volbrengend, dat hij
begonnen was met te doen in de hemel. Gedurende de veertig dagen, waarop
Mozes op de berg was met God,was Satan bezig met twijfel, afvalligheid en
opstandigheid te strooien. Terwijl God Zijn wet aan het neerschrijven was,
om overhandigd te worden aan Zijn verbondsvolk, de Israelieten, vroegen
deze, hun loyaliteit tegenover God ontkennend naar gouden goden !
Als Mozes terugkeerde van de eerbiedwaardige
tegenwoordigheid van de goddelijke heerlijkheid, met de voorschriften van de
wet, waar zij beloofd hadden aan gehoorzaam te zijn, vond hij hen, in open
overtreding van zijn geboden, zich in aanbidding buigend voor een gouden
beeld. Door Israel te leiden naar deze gedurfde belediging en lastering aan
God, had Satan zich voorgenomen van hun val te verwezenlijken aangezien zij
bewezen hadden dat zij zelf zo volslagen ontaard geworden zijn. zo beroofd
van alle zin voor (ie voorrechten en zegeningen, die God hen aangeboden had,
en tegenover hun eigen plechtige en herhaalde beloften van trouw, zou de
Heer, zo geloofde hij, hen van Hem afscheiden en hen overgeven aan de
vernietiging. Zo zou de uitdoving van het zaad van Abraham verzekerd worden,
dat zaad van belofte dat de kennis van de levende God moest in stand houden
en door hetwelk Hij moest komen - het ware Zaad, dat Satan moest
overmeesteren. De grote afvallige had plan gemaakt om Israel te vernietigen,
en aldus de doeleinden van God gedwarsboomd. Maar opnieuw werd hij
verijdeld. Hoe zondig het volk Israels was, het werd toch niet vernietigd.
Terwijl deze. die zich koppig aan de zijde van Satan plaatsten, afgesneden
werden, werd het volk, dat zich nederig bekeerde in barmhartigheid vergeven
door God.
Gans het universum was getuige geweest van het
schouwspel aan de Sinai. In de werking van de twee besturen werd de
tegenstelling gezien tussen de regeringen van God en deze van Satan. Opnieuw
zagen de bewoners van de andere werelden de resultaten van de afvalligheid
van Satan, en het soort van goevernement hij zou ingesteld hebben in de
hemel was hij toegelaten geweest van de scepter te zwaaien. Door de mens er
toe te leiden van het tweede gebod te overtreden. poogde Satan hun
opvattingen over het Goddelijke Wezen te ontaarden. Door het vierde gebod
opzij te zetten, wilde hij bewerkstelligen dat zij God heel en al zouden
vergeten. Gods aanspraak tot eerbied en aanbidding, boven de goden van de
heidenen , is gebaseerd op het feit dat Hij de Schepper is en dat alle
andere schepselen hun bestaan aan Hem verschuldigd zijn. Aldus wordt het in
de bijbel voorgesteld. De profeet Jeremia zegt : " Lees verzen 10-12 en
14-16 van Hoofdstuk 10.
De Sabbat als een gedenkenis van Zijn scheppende
macht, verwijst naar Hem als de maker van de hemelen en de aarde, vandaar is
de Sabbat een bestendige getuigenis voor Zijn bestaan en een verwijzing naar
Zijn grootheid, Zijn wijsheid en Zijn liefde. Was de Sabbat altijd heilig
onderhouden geweest, zou er nooit ergens een atheist of een afgodendienaar
geweest zijn.
Patr. Pr. 334-36.
Mozes voelde het belang van het grote werk, dat hem
toevertrouwd werd, zoals geen ander man het ooit gevoeld had. Hij
realiseerde zijn eigen zwakheid, en maakte God zijn raadgever. Atron schatte
zichzelf hoger en vertrouwde minder op God.
Idem 383.
VERS 1-28.
Bemerk de invloed van hun extremen en fanatisme in
de dienst van de grote meesterwerker Satan. Van zohaast de boze het volk
onder zijn toezicht had, waren er vertoningen van satanisch karakter. Het
volk at en dronk zonder te denken op God of op Zijn barmhartigheid, zonder
te denken op de noodzakelijkheid van de duivel te weerstaan, die hen bezig
was met te leiden naar schaamtevolste daden. Dezelfde geest werd
veropenbaard als op het heiligschennende feest van Betsazar. Er was
vrolijkheid en dans, hilariteit en gezang, tot een verdwaasdheid opgevoerd
die de zinnen verlokt ; dan het toegeven aan buitensporige lustige gevoelens
- dit alles vermengende zich in deze schandelijke vertoning. God is onteerd
geweest ; Zijn volk is tot schande geworden in de ogen van de heidenen.
Oordelen waren op het punt te vallen op deze verdwaasde en bedwelmde
menigte. Toch gaf God in Zijn barmhartigheid gelegenheid om aan hun zonden
te verzaken...
Deze, die zo weinig zin getoond hebben voor de
tegenwoordigheid van God en voor Zijn grootheid, en die, na de veropenbaring
van Zijn majesteit, gereed waren om af te wijken van de Heer zouden een
bestendige valstrik zijn voor Israel. Zij werden gedood als een berisping
voor de zonde, en om een vreze op het volk te leggen van God te onteren.
Test. Min. 102-103.
VERS 1-30.
Bevindingen van recente datum in onze colleges en
sanatoria leidden er mij toe om opnieuw instrukties te geven die de Heer mij
gaf voor de leraars en studenten in onze scholen te Cooranbong in Australie.
In april 1900, werd een verlofdag vastgesteld in de Avondale school voor
Christen arbeiders. Het programma voor deze dag voorzag een vergadering in
de kapel in de morgen, waar Ikzelf en anderen de studenten aanspraken, hun
aandacht trekkend op wat God gedaan had tot de opbouw van deze school, en op
hun voorrechten en gunstige gelegenheden als studenten.
Na de vergadering werd het overblijvende van de dag
doorgebracht in verschillende spelen en sporten, onder dewelke sommige,
frivool, ruw en grotesk waren. Gedurende de nacht scheen het mij, dat ik
getuige was van de spelen van deze namiddag. Het schouwspel werd mij
duidelijk uitgelegd en er werd mij een boodschap gegeven voor de bestuurder
en de onderrichters van deze school. Er werd mij getoond dat in het
amusement van die namiddag de vijand een overwinning behaalde, en de
leraars werden in weegschaal gewogen en te licht
bevonden.
Ik was zeer ontsteld en belast als ik dacht dat
deze, die in verantwoordelijke posities staan, de deur openen en als het
ware de vijand binnen laten ; want dit deden zij door deze vertoningen toe
te laten. Als leraars zouden zij moeten vastberaden gestaan hebben tegen het
plaats laten aan de vijand op zulk een gebied. Door wat zij toelieten
bevlekten zij hun getuigenis en bedroefden de Geest van God. De studenten
werden aangewakkerd in een richting, waarvan de gevolgen niet gemakkelijk
uitgewist worden. Er is geen einde aan het pad van ijdelijk amusement, en
iedere stap erin geplaatst is een stap op het pad, dat Christus niet
bewandeld heeft.
Dit invoeren van verkeerde plannen
was hetgeen angstvallig moest vermeden geweest zijn. De Avondale school was
ingericht, niet om gelijk de scholen van de wereld te zijn, maar, zoals God
geopenbaard had, van een school tot voorbeeld te zijn. En aangezien ze een
school tot voorbeeld moest zijn, moesten deze
die in opdracht waren in deze school alles
vervolmaakt hebben volgens Gods plan, alles vermijdend wat niet in harmonie
was met Zijn wil. Waren hun ogen gezalfd geweest met de ogenzalf van de
hemel, zouden zij zich vergewist hebben dat zij de vertoningen, die plaats
grepen in de namiddag, niet konden toestaan zonder God te onteren.
De woensdagmorgen als ik de studenten aansprak en
dezen, die zich verzameld hadden, met de woorden die de Heer mij gaf, wist
ik nog niets van wat nadien gebeurd was ; want er was geen kennisgeving tot
mij gekomen. Hoe konden deze die aan het hoofd van de school staan, in
harmonie zijn met de woorden gesproken als al wat nadien volgde van een
zulkdanig karakter was om de instrukties die juist voor hen van God kwamen
zonder effekt te maken ? Als hun waarnemingsvermogens niet grotelijks
beneveld geweest waren. zouden zij al deze instrukties als berispingen
verstaan hebben op alles wat zou volgen. Ik voelde diep het belang van de
woorden, die de Heer mij gaf gedurende die tijd voor de leraars en de
studenten. Deze inlichtingen gaven aan de studenten plichten van de hoogste
orde ; en om door de amusementen nadien beoefend, de goede indrukken die
gemaakt werden,weg te vegen, werd in feite gezegd 11 Wij
willen uw weg niet, o God ; wij willen onze eigen weg, onze eigen wijsheid
". Gedurende de nacht was ik getuige van de vertoningen, die uitgeoefend
werden op de grond van de school. De studenten, die meededen aan die
groteske mimicry die gezien werd,werkten de geest van de vijand uit,
sommigen op een zeer onbetamelijke manier. Een zicht van de dingen werd mij
naar voor gebracht waarin de studenten tennis en cricket speelden. Dan was
er mij instruktie gegeven in verband met het karakter van deze amusementen.
Zij werden mij voorgesteld als een soort van afgoderij, gelijk de idolen van
de naties. Er waren meer dan zichtbare toeschouwers op het terrein. Satan en
zijn engelen waren daar, indrukken leggend in de geesten van de mensen.
Engelen van God, die bedienen voor deze,die erfgenamen zullen zijn van
redding,waren ook aanwezig,niet om goed te keuren,maar om af te keuren. Zij
waren beschaamd dat zulk een vertoon gegeven werd door de belijdende
kinderen van God. De krachten van de vijand behaalden een besliste
overwinning, en God was onteerd. Hij die Zijn leven gaf om te verfijnen, te
veredelen, en om menselijke wezens te heiligen, was bedroefd bij die
opvoering.
Een stem horend draaide ik mij, om te zien wie tot
mij sprak. Dan zegde Iemand met waardigheid en plechtigheid : " Is dit de
viering van de verjaring van de opening van de school ? Is dit het
dankoffer, dat gij brengt aan God voor de zegeningen die hij u geschonken
heeft ? De wereld kon een zelfde offer brengen als gegeven werd ter
gelegenheid van deze gedenkenis. De leeraars hebben dezelfde fout gemaakt,
die altijd opnieuw gemaakt geweest is. Zij moeten wijsheid leren uit de
bevindingen van het verleden. De zorgeloze, goddelijke wereld kan een
overvloed van zulke offers brengen als deze, op een veel aanvaardbaarder
manier ".
Terugkerend op de leeraars zegde hij :" Gij hebt
een fout gemaakt, waarvan de gevolgen moeilijk zullen uit te wissen zijn. De
Heer God van Israel is niet gei;erd in de school. Moest op dit ogenblik de
Heer een einde stellen aan uw leven, zouden velen verloren gaan, voor eeuwig
gescheiden van God en de rechtvaardigen". Deze dingen zijn een herhaling van
de gedragslijn van Aaron, als hij aan de voet van de Sinai de eerste inzet
van het kwaad toeliet door een geest van feest vieren en gemeen doen in het
kamp van Israel binnen te laten. Mozes was op de berg met God, en A9ron had
opdracht gekregen. Hij toonde zijn zwakheid door niet krachtdadig stand te
houden tegenn de voorstellen van het volk. Hij kon zijn gezag gebruiken om
de vergadering af te houden van kwaad doen, maar 'uist zoals hij in zijn
huisgel;n met zijn kinderen faalde, zo toonde hij hetzelfde
gebrek in het besturen van Israel. Zijn zwakheid als generaal werd gezien in
zijn begeerte van te behagen aan het volk, zelfs ten koste van princiepen.
Hij verloor de macht tot bevelen bij de eerste toelating die hij gaf, die
hen liet in tegenstelling gaan met de geboden van God in de kleinste
bijzonderheden. En als resultaat kwam de geest van afgoderij op, en de
stroom in beweging gebracht kon niet tot stilstand gebracht worden tot
strenge en besliste maatregelen getroffen werden. Het kostte tijd en een
heel deel werk en moeite om de invloed van de gebeurtenissen in de Avondale
school op deze woensdagnamiddag buiten te gooien. Maar de ondervinding was
een les, die deze hielp die de lasten van de school op zich genomen hadden
om de tendens van zulk een amusement te realizeren.
Welk een vertoning was dit om de studenten te
verhalen aan hun op afstand zijnde vrienden en bekenden ! Het was een
getuigenis die toonde, niet wat God in de school volbrengt, maar wat Satan
teweeg gebracht heeft. Ernstig is het gevolg van zelfs maar een afwijking
van de richtlijnen van God nopens de scholen. Eens dat de slagbomen
doorgebroken zijn, zal de vooruitgang van de vijand kenmerkend zijn, tenzij
de Heer de harten zal tot nederigheid brengen en de geest bekeren.
De inspanning om te herwinnen wat verloren was op
deze namiddag, kostte de leeraars veel arbeid. Zij werden streng beproefd.
De studenten kregen een begeerte naar plezier en minder inachtneming voor de
instrukties van Gods woord. De Heer van de hemel was aldus onteerd, en het
toegeven van de begeerten van het menselijk hart aan zonde en liefde voor
plezier maakte de opvoeding uit die ontvangen werd. Dat deze, die de jeugd
opvoeden, zichzelf beheersen, volgens de hoge en heilige princiepen, die
Christus gegeven heeft in Zijn woord. Dat zij zich herinneren dat, zo ver
als het mogelijk is, zij de grond, die verloren is, moeten herwinnen, opdat
zij in onze scholen de geestelijkheid mogen brengen, die gezien werd in de
profetenscholen. 189.
Counsels to Par.and Teachers.348-352.
VERS 6.
Ik smeek de studenten in onze scholen van sober te
zijn van geest. De frivoliteit van de jongeren behaagt God niet. Hun doen
aan sport en spelen opent de deur voor een vloed van bekoringen. Zij zijn in
bezit van hemelse gaven in hun intellektuele mogelijkheden, en zij mogen hun
gedachten niet toelaten van nietig te zijn en laag. Een karakter gevormd in
overeenstemming met de voorschriften van Gods woord zal standvastige
princiepen, reine en edele aspiraties openbaren. De Heilige Geest werkt mede
met de machten van de menselijke geest, en hoge en heilige impulsen zijn het
zeker resultaat... Mijn ziel is zeer bewogen door de dingen, die mij
voorgesteld geweest zijn. Ik ben verontwaardigd dat in onze instituten zo
weinig eer gegeven geweest is aan de levende God, en zoveel eer aan dat, wat
verondersteld wordt een hoger talent te zijn, maar waarmede de Heilige Geest
niets te maken heeft. De Geest van God wordt niet erkend en geëerbiedigd ;
de mensen hebben Hem beoordeeld ; Zijn werkingen zijn aanzien geweest als
fanatisme, enthousiasme, overdreven opwinding. God ziet wat de blinde ogen
van de opvoeders niet onderscheiden, dat immoraliteit van elke soort en
graad streeft naar het meesterschap , werkend tegen de openbaringen van de
macht van de Heilige Geest. Het ordinaire in de gesprekken, en de lagere
verdorven gedachten zijn geweven in het weefsel van het karakter en
bevlekken de ziel. De lage ordinaire plezier partijen, vergaderingen om te
eten en te drinken, te zingen en op muziekinstrumenten te spelen, zijn
ingegeven door de geest van beneden. Zij zijn een offergave aan de Satan. De
vertoningen in de fietscourse zijn een belediging voor God. Zijn wraak is
ontstoken tegen dezen, die zulke dingen doen. Want als men hieraan toegeeft
wordt de geest bedwelmd, juist zoals bij het drinken van alkohol. De deur is
geopend voor gemene gezelschappen. De gedachten die toegegeven worden om in
een laag kanaal te lopen, verderven spoedig al de machten van het wezen.
Gelijk Israel van ouds, eten en drinken de liefhebbers van plezier, en staan
zij op om te spelen. Daar is vrolijkheid en drinkgelag, opgewektheid en
vrolijk gezang. In dit alles doen de jongeren na wat zij gelezen hebben bij
goddeloze auteurs van boeken, die in hun handen komen voor studie. Dit alles
heeft zijn weerslag op het karakter. Deze, die de leiding nemen in deze
frivoliteiten brengen op de zaak een vlek, die niet gemakkelijk weg
te nemen is. Zij verwonden hun eigen ziel, en zullen de lidtekens ervan
meedragen hun ganse leven. De kwaaddoener mag zijn zonde zien en zich
bekeren, en God mag de overtreder vergeven, maar de macht van onderscheid
die eenieder moet intens en gevoelig behouden, om onderscheid te maken
tussen het heilige en het gewone, is in een grote mate verdelgd...
Ik doe beroep op allen, die deze woorden lezen :
Herzie uw eigen handelwijze " En wacht uzelven, dat uwe harten niet te
eeniger tijd bezwaard worden met brasserij en dronkenschap en
zorgvuldigheden des levens, en dat u die dag niet onvoorziens overkome. Want
gelijk een strik zal hij komen over al degenen, die op den ganschen
aardbodem gezeten zijn ".
Lukas 21 1 34-35.
Special Testimonies on Education. blz. 202-212 ;
geschreven voor de leeraars in Battle Creek College. Het is een bestendige
strijd van altijd klaar te staan om kwaad te weerstaan, maar het loont de
moeite om de ene overwinning na de andere te bekomen over zichzelf en over
de machten van de duisternis. En als de jeugd beproefd en getest wordt,
zoals Daniel, welk een eer kunnen zij niet weerkaatsen voor God door
krachtig het recht voor te staan !
Counsels to Par. Teachers. 366-68.
VERS 7-14.
Mozes toonde door zijn tussenkomst bij God dat hij
de vooruitgang van God gekozen volk hoger schatte dan een grote naam, of van
de vader genoemd te worden van een groter natie dan Israel. Spir. Gifts.
276-78.
VERS 15-16.19 .
Mozes was een middelaar voor zijn volk, dikwijls
geplaatst tussen hen en de wraak van God. Als de toorn van de Heer
grotelijks ontstoken was tegen Israel voor hun ongeloof, hun gemopper en hun
grievende zonden, werd Mozes' liefde voor hen getest. God stelde voor van
hen te vernietigen en van hem een machtige natie te maken. Mozes betuigde
zijn liefde voor Israel door zijn ernstig pleiten ten hunnen behoeve. In
zijn angst bad hij God van hevige toorn af te wenden en van Israel te
vergeven, of anders van zijn naam uit te vegen uit het boek.
Early Writings 162-63.
De wet van God in het heiligdom in de hemel is het
grote originele, waarvan de voorschriften geschreven op de stenen tafels en
opgenomen door Mozes in de Pentateuch een onfeilbaar afschrift zijn. Great
Controversy 434.
Als al onze medische missionarissen
het vernieuwd leven zullen leven in Christus en Zijn woorden zullen opnemen
in de betekenis, die zij bedoelen, dan zal er een klaarder en begrijpelijker
begrip zijn voor wat waar medich werk uitmaakt. En toch kan dit soort werk
het best begrepen worden door het in eenvoud uit te oefenen. Het ontplooien
van dit werk zal een diepere betekenis hebben voor hen nadat zij gehoorzaamd
hebben aan de wet geschreven op de stenen tafels door de vinger van God, met
inbegrip van de Sabbatswet, waarover Christus zelf aan Mozes sprak tot de
kinderen van Israel.
Medical Ministry 31.
Aangaande de wet verkondigd op de Sinai zegt
Nehemia : " Lees Nehemia 9 : 13 ".
En Paulus de apostel van de heidenen verklaart : "
Alzoo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed
". Rom 7 : 12.
Dit kan niet anders zijn dan de
Decaloog ; want het is de wet die zegt :" Gij zult niet begeren ". Vers 7.
Terwijl de dood van de Heiland een einde maakte aan de wet van typen en
schaduwen, doet dit niet in het minst afbreuk aan de verplichting van de
morele wet.
Patr. Pr. 365.
Om Zijn volk zonder verontschuldigingen te laten,
kwam de Heer zelf neder op de Sinal, gehuld in glorie, en omgeven van Zijn
engelen, en maakte Zijn wet van de tien geboden op de subliemste en
eerbiedwaardige manier bekend. Hij vertrouwde het verkondigen ervan aan
niemand toe, zelfs niet aan de engelen, maar sprak Zijn wet uit met een
hoorbare stem ten aanhoren van gans het volk. Hij liet hem ook niet over aan
het kort geheugen van een volk, die gereed waren
van zijn vereisten te vergeten, maar schreef zij neer met Zijn eigen heilige
vinger op tafels van steen. Hij wilde hen beletten van enig welke traditie
te vermengen met zijn wet, of van zijn eisen te verwarren met praktijken van
mensen. 3 Spir. Gifts. 298-99.
Terwijl God aan Mozes een kopij gaf van Zijn wet,
bewaarde Hij het grote originele in de hemel in het heiligdom.
Story of Redemption 380.
VERS 16.
De leeraars in de scholen zouden moeten met God
bekend zijn door een proefondervindelijke kennis. Zij zouden Hem kennen
omdat zij gehoorzamen aan al de geboden,die Hij gegeven heeft. Jehova grifte
deze tien geboden op stenen tafels opdat al de inwoners van de aarde Zijn
eeuwig-, onveranderlijk, karakter zouden mogen verstaan. De
leeraars, die begeren vooruit te gaan in het leren en in de vaardigheid
moeten de hand leggen op deze wonderbare openbaringen van God. Maar het is
slechts als hart en geest in harmonie gebracht worden met God, dat zij de
goddelijke voorschriften zullen verstaan. Niemand moet zich ongerust maken
nopens de dingen, die de Heer niet geopenbaard heeft aan ons. In deze dagen
zal speculatie in overvloed aanwezig zijn, maar God verklaart : " De
verborgene dingen zijn voor den Heer, onzen God ". Deuter 29 : 29.
De stem die tot Israel sprak van de Sinai spreekt
in de laatste dagen tot de man en de vrouw : Gij zult geen andere goden voor
Mijn aangezicht hebben.
De wet van God was met Zijn eigen vingers
geschreven op tafels van steen, om aldus aan te tonen, dat de wet nimmer kon
veranderen of afgeschaft worden. Hij moet behouden worden voor alle
eeuwigheid, zo onveranderlijk als de princiepen van Zijn bestuur. De mens
heeft zijn wil tegen de wil van God geplaatst, maar dat kan Zijn woorden van
wijsheid en bevel niet tot zwijgen brengen, ofschoon zij hun bespiegelende
theorieën in tegenstelling plaatsen tegen de onderrichtingen van de
openbaring, en dat zij menselijke wijsheid verheffen boven een vol : " Zo
zegt de Heer ".
Het zal een voornemen zijn van iedere ziel, niet zo
zeer van te verstaan alle voorwaarden die zullen heersen in de toekomstige
staat, als van te weten wat de Heer van hem vraagt in dit leven. Het is de
wil van God dat iedere belijdende christen een karakter zal tot volmaaktheid
brengen naar het voorbeeld van het goddelijke. Door het karakter van
Christus te bestuderen geopenbaard in de bijbel, door Zijn deugden te
beoefenen, zal de gelovige veranderd worden naar hetzelfde beeld van
goedheid en barmhartigheid. Christus voorbeeld van zelfbeheersing en offer
in het dagelijks leven zal het geloof, dat werkt door de liefde en de ziel
reinigt, ontwikkelen. Er zijn er velen, die het kruisdragen gedeeltelijk
willen schuwen, maar de Heer spreekt aan allen als Hij zegt : " Zoo iemand
achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en ne „ -`•1
knu cn Pn volge Mij". Matth. 16 : 24.
Couns&s te Parents ans 1 tachers 248-49.
VERS 19.
Als Mozes va : de berg kwam met de twee *enen
tafels en zag dat Israel het gouden kalf aanbad, was zijn te:;. n grotelijks
e'tstoken, en hij gooide de ste.._ r tafels aan stukken. Ik zag dat Mozes
geen zonde deed door c,;t te doen. hi -vas toornig voor God, ijverzueI ig
voor Zijn glorie. "arly WriJ'igs 163.
VERS 25.
Hij zag dat het volk , rtbloot wa=
: dat is, dat zij ontdaan waren van hun ornamenten, want Aaron had hen naakt
gemaakt tot hun , ^haamte bij hun vijanden. Hij had hen beroofd van hun
ornamenten en ze gebruikt voor een schaamteloos geun.'ik. Zij 'radden niet
alleen hun ornamenten verloren, maar zij waren
ontdaan van hun verdediging teg.`' Satan, want zij
hadden hun godsvrucht en toewijding aan God verloren ; en zij hadden Zijn
bescherming verbeurd. Hij had in Zijn mistevredenheid Zijn behoudende hand
weggetrokken, en zij waren blootgesteld aan de verachting en de macht van
hun vijanden. Hun vijanden waren wel bekend met de wonderbare werken door de
hand van Mozes volbracht in Egypte. En zij wisten, dat Mozes hen uit Egypte
geleid had, in gehoorzaamheid aan een bevel van de God van de Hebreeën, om
hen af te trekken van afgoderij en hun onverdeelde genegenheid en hun
heilige aanbidding voor Hem te verzekeren. De kinderen van Israel hadden hun
verbond met God verbroken, en als Hij het geschikt vond zou Hij hen straffen
zoals zij het verdienden.
Spir, Gifts. 282-83.
VERS 26.
De Heer heeft een afschuw voor onverschilligheid en
ontrouw in een tijd van crisis in Zijn werk. Gans het universum waakt met
onuitsprekelijke belangstelling op de sluitingstaferelen van de grote strijd
tussen goed en kwaad. Het volk van God staat aan de rand van de eeuwigheid ;
wat kan van meer belang zijn voor hen dan dat zij getrouw zijn aan de God
van de hemel ? Door gans de geschiedenis door heeft God morele helden gehad
en Hij heeft er nu ook. Deze, die gelijk Jozef en Eliah en Daniel, niet
beschaamd zijn om zich zelf te erkennen als Gods specifiek volk. Zijn
speciale zegen vergezelt de werken van aktieve mensen, mensen die niet
willen afgeleid worden van de rechte weg van plicht, maar die met goddelijke
energie willen vragen : " Wie behoort den Heere toe ?", mannen, die niet
willen stoppen na de vraag gesteld te hebben, maar die zullen vragen, dat
deze, die gekozen hebben van zich met Gods volk te vereenzelvigen voorwaarts
zullen gaan en onmiskenbaar hun verbondstrouw aan de Koning der koningen en
de Heer der Heeren openbaren. Zulke mensen maken hun wil en plannen
onderworpen aan de wet van God. Uit liefde tot Hem aanzien ze hun leven niet
dierbaar voor zichzelf. Hun werk is van het licht van het Woord op te nemen
en het te laten schijnen aan de wereld in klare en bestendige stralen. Trouw
aan God is hun motto. Pr. and Kings 148.
Er is meer betekenis in de woorden : " Aan den
Heere toebehoren " dan het louter zo maar te zeggen in een vergadering. De
zijde van de Heer is altijd de zijde van barmhartigheid, godsvrucht en
medegevoelen met de lijdenden, zoals het gezien is in het voorbeeld ons
gegeven in het leven van Jezus. Wij worden gevraagd van Zijn voorbeeld te
volgen. Maar er zijn er die niet aan de zijde van de Heer zijn in verband
met deze dingen ; zij zijn aan de zijde van de vijand. " Lees Matth. 25 -
40-46 "' 191.
In dit sermoen vereenzelvigt Christus zich met de
lijdende mensheid en laat ons duidelijk zien, dat onverschilligheid of
onrechtvaardigheid tegenover de minsten van Zijn heiligen, gedaan is aan
Hem. Hier is de zijde van Christus, en dat; wie aan de zijde des Heren wil
zijn, dat hij met ons kome. De dierbare Heiland is gewond als wij een van
Zijn nederige heiligen wonden.
3 Test. Church. 518.
Wie wil zich nu aan de zijde van de
Heer plaatsen ? Wie als Zijn helpende hand, met gans zijn hart anderen
verheffend ? Wie wil de onderdrukten aanmoedigen te vertrouwen in de Heer ?
Wie zal dit geloof openbaren dat noch falen noch struikelen zal, maar dat
voorwaarts dringt naar de overwinning ? Wie wil nu streven van op te bouwen
dat wat Satan poogt naar beneden te halen, een werk, dat moet vooruit gaan
met sterke kracht ? Wie wil medewerken met de bedienende engelen ?
6. Test. Church. 465.
VERS 26-29.
Een van de zonen van Jakob, Levi was een van de
wreedste en strijdlustigste, een van de schuldigste in de bedriegelijke
moord van de Shemenieten. De karaktertrekken van Levi weerspiegeld in zijn
afstammelingen, riepen de uitspraak van God op hen :" Ik zal hen verdeelen
onder Jakob, en zal hen verstrooien onder Israel". Gen. 49 : 7.
Maar bekering werkt hervorming uit ; en door hun
getrouwheid aan God temidden van de afval van de andere stammen, werd de
vloek omgevormd tot een teken van hoge eer.
Lees Deuter. 10 : 8. en Mal. 2 : 5, 6.
Education 148.
VERS 27-29.
God had de Levieten geëerd om dienst te doen in het
heiligdom, omdat zij geen deel namen in het maken en in het aanbidden van
het gouden kalf, en wegens hun getrouwheid in het uitvoeren van het bevel
van God op de afgodendienaars.
4 Spir. Gifts - a 29.
VERS 33.
Als de boeken van gedenkenis geopend worden in het
oordeel, komen de levens van allen, die in Jezus geloofd hebben ter nazicht
voor God. Beginnende met dezen, die het eerst op de aarde woonden, stelt
onze Advokaat de gevallen van ieder opeenvolgende generatie voor, en hij
eindigt met de levenden. Iedere naam wordt vermeld, ieder geval grondig
onderzocht. Namen worden aanvaard,namen worden verworpen. Als iemand zonden
heeft die op de gedenkenisboek blijven staan zijn, waar hij zich niet van
bekeerd heeft en die niet vergeven zijn, zal zijn naam uitgewist worden van
het boek deze levens, en de relazen over de goede daden zullen uitgeschrapt
worden uit het boek van gedenkenis. De Heer verklaart aan Mozes " Dien zou
Ik uit Mijn boek delgen, die aan Mij zondigt ".
En Ezechiel zegt : " Lees Ez. 18 : 24 ".
Allen die zich waarlijk bekeerd hebben van zonde,
en die door het geloof beroep doen op het bloed van Christus als hun
verzoenend offer, hebben vergiffenis gekregen en hun naam wordt opnieuw
opgenomen in het boek van de hemel ; als zij deelnemers geworden zijn van de
gerechtigheid van Christus, en hun karakters worden bevonden in harmonie te
zijn met de wet van God, zullen hun zonden uitgewist zijn, en zij zelf
zullen waardig bevonden zijn voor het eeuwig leven. " Lees Jes. 43 : 24. Op.
3 : 5. Matth. 10 32-33.
Great Controversy 483.
HOOFDSTUK 33.
In diepe droefheid had het volk zijn doden
begraven. Drieduizend waren gevallen door het zwaard ; spoedig nadien was
een plaag uitgebroken in het kamp ; en nu kwam de boodschap tot hen dat de
goddelijke tegenwoordigheid hen niet langer zou vergezellen op hun reis.
Jehova had gezegd : " Ik zal in het midden van u niet optrekken, want gij
zijt een hardnekkig volk ; dat Ik u op dezen weg vertere ". En het bevel
werd gegeven :"Leg uw sieraad van u af, en Ik zal weten wat Ik u doen zal. "
Nu was er zuchten doorheen het kamp. In berouw en vernedering ; de kinderen
Israels dan beroofden zichzelf van hunne versierselen, ver van den berg
Horeb.
Onder goddelijk bevel werd de tent, die gediend had
als een tijdelijke plaats voor aanbidding, weggenomen
" ver van het leger afwijkend ". Dit was een nog
groter bewijs dat God Zijn tegenwoordigheid van hun weggetrokken had. Hij
wilde zich vertonen aan Mozes, maar niet aan zulk een volk. De berisping
werd scherp aangevoeld, en voor de menigte, geslagen door hun geweten,
scheen dit een voorbode te zijn van nog grotere ramp. Had de Heer Mozes niet
verwijderd uit het kamp, opdat Hij hen zou kunnen vernietigen? Maar zij
werden niet zonder hoop gelaten. De tent werd buiten het kamp geplaatst,
maar Mozes noemde ze " de tent der samenkomst ". Allen die waarlijk met
berouw bezield waren en begeerden naar de Heer terug te keren, weiden
aangeraden van de plaats te vervoegen en hun zonden te belijden en Zijn
barmhartigheid te zoeken. Als zij naar hun tenten terugkeerden, ging Mozes
het tabernakel binnen. Met angstige belangstelling wachtte het volk op een
teken, dat zijn tussenkomst voor hen aanvaard werd. Als God zou toestaan van
met hem een ontmoeting te hebben, mochten zij hopen, dat zij niet totaal
verteerd zouden worden. Als de wolkkolon nederdaalde en aan de ingang van
het tabernakel stond, sprong het volk op van vreugde, en zij stonden op " en
zij bogen zich, eenieder in de deur zijner tent ". Mozes kende zeer goed het
verderf en de blindheid van deze,die onder zijn zorgende hand toevertrouwd
waren ; hij kende de moeilijkheden die hij te bekampen had. Maar hij had
geleerd, om te kunnen overkomen met het volk,hij de hulp moest hebben van
God. Hij pleitte om een klaarder openbaring van Gods wil en voor een
verzekering van Zijn tegenwoordigheid.
" Lees vers 12 en 13 ".
Het antwoord was : " Zou Mijn aangezicht moeten
medegaan om u gerust te stellen ?"
Maar Mozes was nog niet voldaan. Er kwam bij hem
een verschrikkelijk gevoel op van de verschrikkelijke gevolgen, indien God
Israel overgaf aan zijn verharding en onbekeerdheid. Hij kon niet verdragen,
dat
Het is Gods bedoeling dat deze,die
verantwoordelijkheden dragen dikwijls elkander ontmoeten om met elkander te
beraadslagen, en om ernstig te bidden om wijsheid die Hij alleen kan geven.
Spreek minder ; veel kostelijke tijd is verloren gegaan in het spreken, dat
geen licht verschafte. Dat de broeders zich verenigen in vasten en bidden om
de wijsheid die God beloofd heeft vrijelijk te verschaffen. Maak uw
moeilijkheden bekend aan God. Vertel Hem zoals Mozes deed : " Ik kan dit
volk niet leiden tenzij Uw tegenwoordigheid met mij gaat ". En dan vraag
steeds meer ; bidt met Mozes : " Toon mij nu Uw heerlijkheid ". Wat is deze
heerlijkheid ? Het karakter van God. Dit is wat Hij aan Mozes bekend maakte.
Gospel Workers 417.
Lees vers 17.
N.i, inderdaad, zouden wij verwachten, dat de
profeet zou ophouden met bidden, maar neen, stoutmoedig geworden door zijn
sukses,waagt hij het steeds naderderte komen bij God met een heilige
familiariteit, die meestal beneden ons begripsvermogen is. Nu vraagt hij
iets dat geen menselijk wezen vooraf gevraagd heeft : " Toon mij nu uwe
heerlijkheid ". Welk een smeking om te komen van een eindig, sterfelijk
wezen ! Maar wordt de vraag afgestoten ? Berispt God hem van verwaandheid ?
Neen, wij horen de gratievolle woorden : " Ik zal al mijne goedheid voorbij
uw aangezicht laten gaan ". 4 Test. Church. 532-33.
Het juk wordt op de ossen geplaatst om hen te
helpen de last te dragen, om hen te verlichten. Zo is het met het juk van
Christus. Als onze wil opgenomen is in de'wil van God, en als wij zijn gaven
gebruiken om anderen te zegenen, zullen wij de last van het leven licht
vinden. Hij die op de weg van Gods geboden wandelt, wandelt in het
gezelschap van Christus en in Zijn liefde komt het hart tot rust. Als Mozes
bad : " laat mij uwen weg weten, en ik zal u kennen ". De Heer antwoordde
hem : " Zou Mijn aangezicht moeten medegaan om u gerust te stellen ? " En
door de profeten werd de boodschap gegeven " Lees Jer. 6 : 16 ".
En Hij zegde : " Lees Jes.48 : 18 ".
Deze, die Christus bij Zijn woord nemen, en hun
ziel aan Hem toevertrouwen tot hun behoud met hun leven om door Hem in orde
gebracht te worden, zullen vrede en rust vinden. Niets in de wereld kan hen
teleur stellen als Jezus hen gelukkig maakt door Zijn tegenwoordigheid. In
volmaakte berusting is er volmaakte rust. De Heer zegt : Lees. Jes. 26 : 3.
Ons leven kan een warreboel lijken, maar als wij
ons toevertrouwen aan een wijze Meester Werker, zal hij ons het patroon van
leven en karakter uittekenen, dat zal dienen tot Zijn eigen glorie. En dat
karakter, dat de heerlijkheid - karakter - van Christus uitdrukt, zal
ontvangen worden in het Paradijs van God. Een vernieuwd ras zal wandelen met
Hem in wit, want zij zijn waardig.
Als wij door Jezus binnengaan in de rust, dan
begint de hemel hier. Wij beantwoorden aan Zijn uitnodiging Kom ,leer van
Mij, en door te komen beginnen wij het eeuwig leven. De hemel is een
onophoudelijk naderen tot God door Christus. Hoe langer wij in de hemel van
zegen zijn, hoe meer en steeds meer zal van zijn glorie voor ons opengezet
worden ; en hoe meer wij God kennen, hoe meer intens ons geluk zal zijn. Als
wij met Jezus wandelen in dit leven, kunnen wij vervuld worden met Zijn
liefde, voldaan met Zijn tegenwoordigheid. Alles, wat de menselijke natuur
kan dragen, zullen wij hier ontvangen. Maar wat is dit vergeleken met het
hiernamaals ? Daar zijn zij voor den troon Gods en dienen Hem dag en nacht
in Zijnen tempel ; en die op den troon zit, zal hen overschaduwen. Zij
zullen niet meer hongeren en zullen niet meer dorsten, en de zon zal op hen
niet vallen, noch enige hitte. Want het Lam, dat in het midden des troons
is, zal hen weiden, en zal hun een Leidsman zijn tot levende fonteinen der
wateren ; en God zal alle tranen van hunne oogen afwisschen ".
Openb. 7 : 15-17.
Desire of Ages 331-32.
Deze, die bedienen voor anderen, zullen ook bediend
worden door de Opperherder. Zijzelf zullen drinken van het levend water, en
zullen voldaan worden. Zij zullen niet meer verlangen naar opwindende
amusementen, of een andere verandering in hun leven. De grote top van
interesse zal zijn : hoe kan ik zielen redden, die op het punt staan van te
vergaan ? Sociale omgang zal tot nut gebracht worden. De liefde van de
Verlosser zal de harten samen brengen in eenheid.
Als wij ons vergewissen dat wij medewerkers zijn
met God, zullen Zijn beloften niet met onverschilligheid gesproken worden.
Zij zullen in ons hart branden, en onze lippen doen ontbranden. Aan Mozes
gaf God, als hij een ongedisciplineerd, onwetend en opstandig volk moest
leiden, de belofte : " Zou mijn aangezicht moeten medegaan om u gerust te
stellen ?" Deze belofte is voor allen, die in Christus' plaats werken voor
Zijn bedroefden en lijdenden.
Desire of Ages 641.
Gods glorie, Zijn karakter, Zijn barmhartige
goedheid en tedere liefde - alles wat Mozes gevraagd had
voor Israel moest geopenbaard worden aan gans het
mensdom. En deze belofte van Jehova was dubbel zeker ; ze was bevestigd door
een eed. Zo waar als God leeft en heerst, Zijn glorie zal verkondigd worden
" onder de heidenen, Zijne wonderwerken onder alle volkeren ". Kronieken 16
: 24. My life to Day 288.
Mijn broeders en zusters, zoek gemeenschap met God,
opdat gij moogt vervuld worden met de Heilige Geest, en dan moogt
vooruitgaan om aan anderen de genade over te dragen, die gij ontvangen hebt.
Het voorbeeld van onze Heiland zou ons moeten
inspireren om ernstige zelfopofferende inspanningen te doen voor anderen.
Hij kwam naar deze wereld als de onvermoeibare dienaar van de menselijke
noden. Liefde voor het verloren ras was geopenbaard in alles wat Hij zegde
en deed. Hij bekleedde zijn Godheid met menselijkheid,opdat Hij temidden van
de menselijke wezens moge verblijven als één met hen, een drager van hun
armoede en hun moeiten. Wat een druk leven leed Hij ! Dag na dag ging Hij de
nederige woningen binnen, die behoefte hadden en droefheid, hoop gevend aan
de nedergedrukten en vrede aan de belaster. Dit is het werk, dat Hij vraagt,
dat Zijn volk zou doen heden ten dage. Test. Church 221.
VERS 16.
Wij horen dikwijls de opmerking : " Gij zijt te
exclusief ". Als volk zouden wij moeten elk offer brengen om
194.
Z (den te
redden o: Heit toe Ac e hielt eu "~ ar piet
ben ~,creingen, om de dingen lief te hebben,
e ze tic: lmwwn te
n lu neuwt, ire: i, !iiet,\\,atit dan
zouden wij in \ijandilup .'ini lpei (I'
0.
het heen ran h- -n( te, '.e.; c i,
„i, ls ,d mt1 sraut aanzag Lees Ps. 135 : 4
)e ((111101 is' 1:, het
00(10 t likt ts ((aren zij 1W,zoela roei
oordelen en
11 verden
geloot' heM e eewrie, „a: (—:, in_i \,
:kiel' .lig, die hen gelkozen had
11,2t Israel an ('od m (00, laruwe ('lagee
s ?ie~woog i bevaar tw, ren
0 ~wegen met de wereld en van
1) le tekens fl!(' kan hen li( . 1-nse .:zei zei,.
oM 0 ""non re v '_ebra'.Al[ naar (:u
lartime ~cu, z- ~--i nul ce!, ~;pec,joi,
reinigt (oor Zichzelf.
Zullen i ,'!i I .hagen :/oals
het WWC lsrzte ,< ZIh-j.
"i ii wraak op ors krengen door (an
Item af te
(kijken c r; - l','-
ie een ie !„, innen ie ~en tap de naties (10 ons omringen i
l),-, deer !keft deze algenwbenWe 4011'
I-W. e
1 omze; : ieuvalding aan God en afscheiding
":-!" (1e t( ~ pl i' ,
ten( offi, ('n ip "(,i. zovel in het oude
als in het nieuwe testament. Lt is een r)i,iiil- au schinWinn We
d( Lol 7e0 cel' na,e!
iweli tussen de dogen eau de wereld, en dingen die Mi „(lozer heelt na (le
ncirio en ~ wr vap e,onAae heer.
10 rolping en "t karakter van Gods volk z in slieciliei- hun lenkachi1ii,4en
zij' aworent "izi bkz,nderhedeo ronderscheiden hen van andere (Weren.ers
WW \= op deze aaide tonnen éin i ~~rkwm, aan het 1)egii tot het
einde der tijden. Zij 1jAwn één W~He hei geheel bestuurt en (eidl. k
,;i-de Qdr<aehien die het oude Israel kreeg, risten nu
ook op (WW- sol,mii = de ,(erelel aigesjonlen te
zie. W groot 1")k1 van de kerk is niet \ -luwle riL 10 helmding "n de
eh nswnen in a ze &gei 0 hazOWe " de reizenden van oud Israel.
1 ';es als het u bel icH
1 ( nr : 1(1 , speelaal ~ 1" (cri, 1:ï,
1 ces ook 1 Ach, 2 : 1. 1 00, 2 - 15 17, 2 lei r,
2 2- 00 1 i 0 , 1 : 2n 'nies 2 : 12. Iloni.
12 : 2.
i 1, 17 . 1 1, 11, t , 1 MW 0 22 , 23 U At,
t:> , 1, u A. 1, el. lid" 2:50. 11~2:9.
'v["~ km hei „,i[, (;o i= loe duiden,
..r !t i', (''al /A,l, colt atgezondeid en afgescheiden is
1 kn. (IC olli,>ejotre'
wc geld rand ( 'UZe p.'-in i . ' (' Ossanr (,;i
li' , azen : Wend m de laatste dagen,
t' )e belangol, is liet
(fat \\'o! liet '()(irbeebi kail (_h. si s , a' ogcp, !; zoal,.,
(lij gewandeld heeft.
' ,*kls iemand reil
achter .\Ijl omen, (lat hii ziet al 0 w er
zwl1000 opieme en M" volge -.
Ge uil de ',k iisll(-,i(1 kan
Uize„ on,j
ii( 1,-, licli e-, oi, loze leider afrijd af van het knus. Ee dienaar van
('1111 lus heen iweh z: in huis nnei ni i schat hier op deze aarde. Moesten
allen kunnen
rijpen dal het aHZ,C'~ !y
0111(lii
de deer til , , ~oegeinie- zi i \ au in
vrede te wonen en in
teluidden jan onze \ Hel
1 teel
,'(t1 koor ,ns \ai: op speciale Gunsten alt de
cruld beroep te. doen. 1,\
]i moeten nalireinen wl: , ii :inc zOn en (eracht
leiridden onder de uiensen, tot (Ie strijd geduidigd is en de uncir innog
bemaal, m aleenaren \nr, ('hristus (korden geroepen om uit te
1, ,incll en 'ligc'schelden c /Op kaal -1e , rien'i:~ChrI)
n, _eest de heul kracht ern macht bestaat ij het
klil<'CkoZeti
zijn ell aninaarli d(1,1, (oef.
1 C /(jon (UI) God tras
evlgellatten var' alle (111)ter en le heerschappij
ei, je kan de koninkrijken kan deze
'verden heul beloofd. ; .)('h'ik H!'
lr! (0-/0 :' (e',(;
heen, liet rijkdoninien en pracht. I -e wereld \ersloird
/1111 eenhuid n:'et niet de \ adel, 4, t :x(111e:uie un (ie tarn
Zon goddelijk karakter maren ~ren ~ hen, i" aas daare, - mispi'/'.--,ji
(eiworpen door de mens'' en " (('ti achtten llem,
(I.ti 111i geplaagd, van Wi
>"mmm cr
nenliekt e, .a klij"us in de ,verend aas, zo zijn /.ijn
ul dingen. /'ij zij]] de runen (rui' ")(1«
Cr nieniee
'al :(-li kan ('luikut, ; (-,n liet koninkrijk en de likeer
behoren hen toe. [)c (00101(1
(ers.atii hun I.ur Lier en hun roeping met , zij
zien huil aannelning niet in (11' ialYldie
\:i,) ('o(I. ill1:1 eenhei(
+±i ,..i?4c'ii schap incl de \
(uier en de Zoon is niet te zien, en als de 'vink! 111,1
inningroiil 00 (c:.' el---VOOI W Mt uil (val ze zdn,of wat ze
zullen zon.
/o Zen \ reelinielingell. [)g, kent ren
niel ,(n h;v de he\\uc,1r(Aenen niet die tien bezielen.
I 't' wereld Is rijp \001 ha-al ~el-l11C11t1114,
(;<,(i int langer hebben niet de zondaars. /,ij moeten
de trond (II-inken kan (IC van /.ij:] (kraai, oIvi
:nel !ru'rtharligheid. Deze, die erfgenamen
'lillen zitli \an God, en eredl' erltenarren nier
('1 1 is['. 'oor de erfenis, zullen bijzonder zijn. Ja, '() specifiek dal
God een eieik of) een plaats! ;An iun .oenctwrewl, geheel aan llein. I)enkt
gij dat God
cell tolk zal onlkangc;n, eren en ('11M,iplen,
dat zo is met (Ie wereld dat zij van haar alleen te onderscheiden;
, .c 'n
ogen ,iiiI)ij paart '.' l'e)~' opnlemk ritus 1 1-] ).
I ei zal gekend zijn '1 0 aan de zijde var d2 Wor
ram, olie niet lwsdaamd zal zon aan Jezus.
ie/'C, (ij(' geen lariveje moed hebben „i]] (,t
gun pospl i<, ijl te neuten in het gezicht kan de
kant de -an lo, acht,',
c a(Cp, en kalt ;ci zeffierloochend leien (ai]
h rislus na ie \olgen,zini lieschaanisi tm: Wor
en limAwi stiel kan /en ~weld.
PCI tolk 1311 1 (;(>(1 Zat getest er beproekl
\0orden. i uil ~londig en onderzoekend moet gedaan worden
onder de Sal)halhouders. GelsAk oud 1',rarl, sine' ai ~) \el4ei,ii k, il
(,()(1 en /,int wonderbaar werk, en rebel
1 'ren wij 104011 heul. tienenigen zien naar d(
k\er,'ld ' _r eeleren haar
gewooraen over w nemen, en deel te nemen in haar plerier, fijnst oW de
Limieren %a isenel teint zg"i naar VgsWe en lust hadden rn de i)c(le
(liegen, die zij (jaar gekend hadden, en di( o,~ \cdams aap hei af ie houden
om hen te beproeven el daarbij huil gel rouMicid aan Ment te lesten. Ijl
1 'k 'os c li, /i(?"[ of /.ijl) \,)& Zon d&"" cm de
vrijheid die hij hen op zink Cel] lol rakuleuze 1,\ 1 zC 'laA,-(er
naar waarde schatte (fan de toegevingen die zij enloten als ze in
sd\cri 1 ((aren '.ais een i "um"i k en afgoden yulo,
~'alle t 1110 (c \olt„elingen (au ('jij doet,.
k,o(1 zal heil beproeven en de waarachtig1 eid likt[] <geloof lle+,
is pili ;-'ei[oond Int 'w ,care \,-ingelingen (art Jezus zich
zijden onthouden (alt
i-i( nje \ lonal 1c-, s!i,w - 0', an(wie,
,c. ruleriijgen kan plezier. Zi1 kunnen daar Jezus niet
noch een jukleed, die !'eil beniels ' ti maken
en die hen zal doen groeien li) genade.
,',is hei woord alt God ehnorza<inid wordt, l( len'-11
fe,i ons toi, een uitkomen uit al deze dingen en er van
gescheiden te ZOU Lr monb gmoeM ~ de .inleen '.uw de (Gereld en ze
((orden „(,aaii-lig geacht om 1,et\onder(i te, (volden
eil ~oegC\Aiele lielliebliers zijn \mi ket kruis en die geen geestelijke
aanbidders Vurk \an "- geler us"de (11 iwine.
Er is kaf onder ons en dat is de reden waarom wij
zo zwak zijn. Sommigen leunen bestendig over naar de wereld. Hun zienswijzen
en gevoelens harmonizeren veel beter met de geest van de wereld dan met deze
van de zelfverloochende volgelingen van Christus. Het is zeer natuurlijk
voor hen van het gezelschap te verkiezen van dezen, wiens geest het best met
de hunne overeenkomt. En deze hebben absoluut te veel invloed onder
Gods volk. Zij nemen deel met hen, en hebben een naam onder hen, en zijn een
test voor ongelovigen en de zwakken en ontoegewijden in de kerk. Deze
personen, dubbel gericht, zullen altijd opwerpingen hebben voor de volle op
punt gezette getuigenis, die individuele verkeerdheden berispt. In deze tijd
van loutering zullen deze personen ofwel gans bekeerd en geheiligd worden
door de waarheid, of zij zullen achtergelaten worden met de wereld, daar,
waar zij toe behoren, om met hen hun vergelding te ontvangen. " Aan hun
vruchten zult gij ze kennen ". Al de volgelingen van Christus dragen
vruchten tot Zijn glorie. Hun leven is getuige dat een goed werk
verwezenlijkt is in hen door de Geest van God, en hun vrucht leidt naar
heiligheid. Hun leven is verheven en rein. Deze, die geen vruchten dragen,
hebben geen bevinding in de dingen van God. Zij zijn niet ingeënt in de
wijnstok. Lees Joh. 15 : 4, 5.
Als wij geestelijke aanbidders willen zijn van
Jezus, moeten wij iedere afgod opofferen en tenvolle de vier eerste geboden
gehoorzamen. Lees Matth. 22 : 37.38.
De eerste vier geboden van God laten geen scheiding
toe van de genegenheid van God. Er is ook niets toegelaten, dat ons hoogste
behagen in Hem verdeelt. Wat ook de gevoelens verdeelt, en aftrekt van de
opperste liefde aan God, maakt een vorm uit van een idool. Ons vleselijk
hart zal zich willen vasthechten aan onze idolen en zoeken om ze met ons
mede te nemen ; maar wij kunnen niet vooruitgaan vooraleer wij ze weggooien
; want zij scheiden ons af van God. Het grote Hoofd van de kerk heeft Zijn
volk uit de wereld uitgekozen en vraagt van ervan gescheiden te zijn. Hij
wenst dat de geest van zijn geboden hen tot Hemzelf zou trekken en hen van
de elementen van de wereld zou scheiden. God te beminnen en Zijn geboden
onderhouden is verre van de plezieren en de vriendschap van de wereld lief
te hebben. Er is geen verwantschap van Christus met Belial. Het volk van God
mag veilig op Hem alleen betrouwen, en zonder vrees op de weg van
gehoorzaamheid voort gaan.
1. Test. Church. 282-289.
VERS 18.
Als de studenten naar Battle Creek komen van op
zeer verre afstand met grote uitgaven, verwachtend van onderricht te
ontvangen om goede missionarissen te worden, moet dit doel niet uit het
zicht verloren worden in een -verscheidenheid van studies. Zie
naar Mozes ; de grootste kommer van zijn ziel was dat de tegenwoordigheid
van God mocht aanwezig zijn met hem, en dat hij Zijn glorie mocht
aanschouwen. Fund. Chr. Ed. 337.
Wandel nederig met God. Laat ons voor de Meester
werken met belangeloze energie, voor ons een gevoel van Zijn bestendige
tegenwoordigheid houdend. Denk op Mozes, welk een uithouding en geduld zijn
leven kenmerkten. Paulus zegt in zijn epistel aan de Hebreeën : " want hij
hield zich vast als ziende de Onzienlijke ". Hebr. 11 : 27.
Het karakter, dat Paulus daar
toeschrijft aan Mozes betekent niet alleen louter weerstand aan het kwaad,
maar volhouden in het recht. Hij nam de Heer altijd voor zich en de Heer was
altijd aan zijn rechterhand om hem te helpen.
Mozes had een diep besef van de persoonlijke
tegenwoordigheid van God. Hij keek niet alleen door de eeuwen heen naar
Christus, die moest geopenbaard worden in het vlees, maar hij zag Christus
op een speciale manier de kinderen van Israel vergezellen in hun reis. God
was een realiteit voor hem, altijd tegenwoordig in zijn gedachten. Als hij
misverstaan werd, als hij het hoofd moest bieden aan gevaar en als hij
verwijt moest ondergaan voor de zaak van Christus, verdroeg hij het zonder
wedervergelding. Mozes geloofde in God als in iemand, die hij nodig had en
die hem zou helpen omdat hij er nood aan had. God was voor hem een
tegenwoordige hulp.
Veel geloof dat wij zien is maar bij naam , het
werkelijk vertrouwend, volhoudend geloof is zeldzaam. Mozes realizeerde in
zijn eigen persoonlijke bevindingen de belofte, dat God een beloner zal zijn
voor dezen, die hem ijverig zoeken. Hij had eerbied voor de beloning. Hier
is er een ander punt in verband met het geloof, dat wij wensen te bestuderen
: God wil de mens van geloof en gehoorzaamheid belonen. Als dit geloof in de
bevindingen van het leven gebracht worden, zal het eenieder in staat
stellen, die God vrezen en geloven, van beproevingen te doorstaan. Mozes was
vol vertrouwen in God omdat hij een geloof had, die de dingen eigen maakt.
Hij had hulp nodig, en hij bad erom, greep deze door het geloof, en
verwerkte in zijn bevindingen het geloof, dat God hem bezorgde. Hij
geloofde, dat God zijn leven in het bijzonder bestuurde. Hij zag en erkende
God in ieder detail van zijn leven en voelde dat hij onder het oog van de
alziende God was, die de beweegredenen afweegt en het hart beproeft. Hij
keek naar God op en betrouwde op Hem dat hij kracht zou ontvangen om hem
onbevlekt door iedere vorm van bekoring te brengen. Hij wist dat hem een
speciaal werk opgedragen werd en hij begeerde zoveel mogelijk om dat werk zo
volledig mogelijk te maken. Maar hij wist dat hij dit niet kon doen zonder
goddelijke hulp, want hij moest rekening houden met een verdorven volk. De
tegenwoordigheid van God was genoeg voor hem om doorheen de moeilijkste
situaties.waar een mens kon in geplaatst worden te helpen. Mozes dacht niet
alleen op God ; hij zag Hem. God was de bestendige visie voor hem ; hij
verloor nooit Zijn aangezicht uit het oog. Hij zag Jezus als Zijn Verlosser,
en hij geloofde dat de verdiensten van de Heiland hem zouden toegeschreven
worden. Dit geloof was voor Mozes geen gissing, het was een' realiteit. Dit
is het soort van geloof dat wij nodig hebben, dat de test zal ondergaan. 0
hoe dikwijls geven wij toe aan bekoring omdat wij het oog niet op Jezus
gevestigd hebben ! Ons geloof is niet bestendig omdat wij door aan ons zelf
toe te geven zondigen, en dan kunnen wij het niet uithouden " als ziende den
Onzienlijke ".
Mijnbroeder,maak Christus uw dagelijkse gezel, die
u uur na uur bijstaat en gij zult niet klagen, dat
gij geen geloof hebt. Beschouw Christus. Zie op
Zijn karakter. Spreek van Hem. Hoe minder gij uzelf zult verheffen, hoe meer
gij in Jezus de dingen zult ontdekken, die geloofd moeten worden. God heeft
een werk te doen voor u. Stel de Heer altijd voor u. Broeder en zuster,
stijg steeds hoger en hoger op om een klaarder beeld te hebben van het
karakter van Christus. Als Mozes bad : " Toon mij nu uwe heerlijk
heid ".berispte de Heer hem niet, maar Hij
verhoorde zijn gebed. God verklaarde aan Zijn dienaar : " Ik zal al mijne
goedheid voorbij uw aangezicht laten gaan, en zal de Naam des Heeren
uitroepen voor uw aangezicht ". Wij houden ons afgezonderd van God en het is
daarom dat wij de openbaringen van Zijn macht niet zien.
Test. 5 : 651-53.
VERS 19.
Allen , die gewillig zijn om zichzelf te
vernederen, worden de beloften van God gegeven :" Ik zal al mijne goedheid
voorbij uw aangezicht laten gaan, en zal de Naam des Heeren uitroepen voor
uw aangezicht ". Ex. 33 : 19.
Lees Jer. 33 : 3 . Ef. 3 : 20. 1 : 17. 3 : 18,19 .
8 Test. Church 335.
VERS 20.
Ik zag een troon waarop de Vader en de Zoon gezeten
waren. Ik zag op Jezus aangezicht en bewonderde Zijn lieflijke persoon. De
persoon van de Vader kon ik niet zien, want een wolk van heerlijk licht
overdekte Hem. Ik vroeg aan Jezus als de Vader een vorm had als Hijzelf. Hij
zegde dat Hij dezelfde vorm had, maar ik kon Hem niet aanschouwen,want,zegde
Hij " moest gij eens de heerlijkheid van Zijn persoon aanschouwen, zoudt gij
ophouden te bestaan ".
Early Writings 54.
VERS 22.
Ook de apostels waren zo verblind door de zelfzucht
van hun hart, dat zij traag waren om Hem te verstaan, die gekomen was om de
Vaders liefde aan hen te openbaren. Zo kwam het dat Jezus in eenzaamheid
wandelde in het midden van de mensheid. Hij werd slechts tenvolle begrepen
in de hemel. Als Christus in Zijn glorie zal komen, zullen de bozen Hem niet
kunnen verdragen. Het licht van Zijn tegenwoordigheid, dat leven is voor
dezen, die Hem liefhebben, is dood voor de goddelozen. De verwachting van
Zijn komst is voor hen ' een schrikkelijke verwachting des oord'eels, en
hitte des vuurs '. Hebr. 10 : 27.
Als Hij zal verschijnen zullen zij bidden om gedekt
te worden voor het aangezicht van Hem die stierf voor hen te redden.
Maar voor de harten, die gereinigd werden door de
inwoning van de Heilige Geest, is alles veranderd. Deze kunnen God Kennen.
Mozes was gescholen in de spleet van de rots, als de glorie des Heren
geopenbaard werd aan hem ; en het is als wij in Christus geborgen zijn, dat
wij de liefde van God zullen aanschouwen.
Die de reinheid des harten lief heeft, wiens lippen
aangenaam zijn, diens vriend is de koning." Spr. 22 : 11. Door het geloof
beschouwen wij Hem hier en nu. In onze dagelijkse bevindingen onderscheiden
wij Zijn goedheid en medelijden in de openbaring van Zijn voorzienigheid.
Wij erkennen Hem in het karakter van Zijn Zoon. De Heilige Geest neemt de
waarheid aangaande God en Hem, die Hij gezonden heeft, en legt ze open aan
het begripsvermogen en aan het hart. De reinen van hart zien God in een
nieuwe en innemende relatie, als hun Verlosser ; en terwijl zij de reinheid
en liefelijkheid van Zijn karakter onderscheiden, verlangen zij van Zijn
beeld te weerspiegelen. Zij zien Hem als een Vader die begeert een bekerende
zoon te omhelzen, en hun hart is vervuld met onuitsprekelijke vreugde en
volheid van heerlijkheid. De reinen van hart onderscheiden de Schepper in de
werken van Zijn machtige hand, in de dingen van schoonheid, die in het
universum te vinden zijn. In Zijn geschreven woord lezen zij in klaarder
lijnen de openbaring van Zijn barmhartigheid, Zijn goedheid en Zijn genade.
De waarheden, die gedoken zijn voor de wijzen en verstandigen, worden
geopenbaard aan kinderen. De schoonheid en kostbaarheid van de waarheid, die
niet onderscheiden worden door de wereldwijzen, worden bestendig opengelegd
aan dezen, die een vertrouwende en kinderlijke begeerte hebben om te kennen
en om de wil van God te doen. Wij onderscheiden de waarheid door zelf
deelnemers te worden van de goddelijke natuur.
De reinen van hart leven als in de
zichtbare tegenwoordigheid van God gedurende de tijd die hij hen in deze
wereld verleent. En zij zullen Hem ook van aangezicht tot aangezicht zien in
de toekomstige eeuwige staat, zoals Adam als hij wandelde met God in Eden. "
Wij zien nu door eenen spiegel in een duistere rede, maar aldan zullen wij
zien aangezicht tot aangezicht ". 1. Cor. 13 : 12.
The Mount of Blessings 25-27.
Al te zwak is de greep, die de vertegenwoordigers
van Christus hebben op de eeuwige realiteiten. Als de mens met God wil
wandelen, zal Hij hen bergen in de spleet van de rots. Aldus geborgen,
kunnen zij God zien, zoals Mozes hem zag. Door de macht en het licht dat Hij
meedeelt, kunnen zij meer begrijpen dan het voor hun eindig oordeel mogelijk
schijnt.
Acts of the Apostles. 363.
HOOFDSTUK 34.
De Godheid verklaarde Zichzelf : " Heere, Heere
God,harmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid,
die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, die de ongerechtigheid en
over-, treding en zonde vergeeft ; die den schuldige geenszins
onschuldig houdt ". (VERS 6.)
"Mozes nu haastte zich
|
|