HOOFDSTUK 21.
VERS 1.
Hij vertrouwde zijn voorschriften niet toe aan het
geheugen van een volk,die vlug vergeten,maar schreef ze op tafels van steen.
Hij wilde van Israel alle mogelijkheden wegnemen om heidense tradities te
vermengen met Zijn heilige voorschriften of van Zijn voorschriften te
verwarren met menselijke verordeningen of' gewoonten. Maar Hij hield niet op
als Hij de tien geboden gegeven had. Het volk had laten blijken, dat zij zo
gemakkelijk af te leiden waren, zodat Hij geen deur voor bekoring onbewaakt
liet. Mozes moet schrijven, ;vat God hem zou vragen : oordelen en wetten,
die precies instrukties gaven nopens hetgeen gevergd werd van hen. Deze
leidraden in verband met hun plicht tegenover God,tot elkander en tegenover
de vreemdeling,waren eigenlijk de princiepen van de tien geboden, uitgebreid
en gegeven op een speciale wijze, zodat niemand kan dwalen. Zij waren
bestemd om de heiligheid van de tien geboden te bewaken,die op stenen tafels
geschreven waren.
Had de mens de wet van God onderhouden, zoals hij
gegeven was aan Adam, bewaard door Noah en onderhouden door Abraham, zou het
niet nodig geweest zijn van een verordening van besnijdenis toe te passen.
En hadden de nakomelingen van Abraham het verbond gehouden,waarvan de
besnijdenis het teken was,dan zouden zij nooit verleid geweest zijn tot
afgoderij ,noch zouden zij een leven van slavernij en lijden moeten
doorgebracht hebben in Egypte ; zij zouden Gods wet behouden hebben in de
geest, en het zou niet nodig geweest zijn hem te verkondigen op de berg
Sinai of moest hij geschreven worden op stenen tafelen. En moest het volk
van God de princiepen van de tien geboden in praktijk gezet hebben, zouden
er geen bijkomende voorschriften moeten
157.
gegeven geweest zijn.
VERS 1-6.
De Heer wenst van de belangen van de dienaren te
vrijwaren. Hij beveelt de Israelieten van barmhartig te zijn, en van in hun
hoofd te prenten, dat zij zelf dienaren geweest zijn. Zij worden erop
gewezen van de rechten te gedenken van hun dienaren. Zij mochten in geen
geval misbruik maken van hen. Als zij met hen omgingen moesten zij niet te
veeleisend zijn, zoals de Egyptische werkleiders voor hen geweest waren. Zij
moesten tederheid en medelijden uitoefenen in het behandelen van hun
dienaren. Zij moesten zich in de plaats stellen van de dienaren, en met hen
omgaan als zij zouden willen dat anderen met hen omgingen in dezelfde
omstandigheden.
Wegens armoede werden sommigen verk.-)cht in
slavernij door hun ouders. Anderen, die veroordeeld werden voor misdaad door
de rechters werden verkocht in slavernij. De Heer bepaalde ook dat zelfs
deze niet langer in slavernij mochten gehouden worden dan zeven jaar. Op het
einde van die tijd werd aan iedere slaaf de vrijheid gegeven,of,als hij het
wenst,mecht hij bij zijn meester blijven. Zo beschermde God de belangen van
de minder bedeelden en de verdrukten. „!o bracht hij een geest van
weldadigheid, en wakkerde allen aan van een geest voor vrijheid te vormen,omdaL
de Heer hen vrij gemaakt had. Eenieder, die vrijheid weigerde als zij hem
geboden werd, was getekend. Het was geen teken van eer voor hem, maar teken
van ongenade. Aldus wakkerde de Heer de opbouw van een hoge en edele geest,
eerder dan een geest van slavernij. God begeert, dat de Christen de vrijheid
respekteert die Hij op zo een wonderbare wijze gegeven heeft. In Christus is
het eigendomsrecht van ieder mens gevestigd. De mens zal niet een anders
eigendom zijn. God heeft het mensdom gekocht. De geest van de mens en zijn
macht mogen niet heersen noch iemand anders geweten controleren, In het
zicht van Goa stelt weelde en rang een mens niet boven een andere. De mens
is vrij van de dienst van God te kiezen, de Heer te beminnen en de geboden
te onderhouden. Patr. Pr. 364.
VERS 12 - 14.
De veiligheid en de reinheid van de natie
vraagt,dat de zonde van moord streng gestraft wordt. Het menselijke
leven,dat God alleen kan geven,moet heilig biwaakt worden.
Idem 516.
VERS 28-29.
Wij lezen van ongelukken op wegen en zeeën en op
het spoorwegnet, en wat is de oorzaak ? In vele gevallen heeft iemand een
benevelde geest door bedwelmende dranken ( moeten wij er in onze tijd, 1976
, niet bijvoegen door drugs in alle vormen ?). Hij voelde de draagwijdte
niet van de verantwoordelijkheid,die op hem rustte. Vele levens zijn
verloren gegaan tengevolge van het feit,dat iemand gedronken had. Deze
levens zullen gelegd worden op de man, die de fles aan de lippen zette van
zijn gebuur. In de oude tijden, als iemand een kwaadaardig dier had,betaalde
hij ervoor : " Lees Ex. ?8-29." Nu wensen wij deze princiepen uit te werken
op deze,die het dodelijk vergif brouwt. Hier gaat het om een wet, die de God
van de hemel gaf om te bepalen, wat met kwaadaardige dieren moest gedaan
worden. Christus zoekt te redden en Satan om te vernietigen. Ik vraag u,die
redelijk verstand hebt van hierover na te denken. De man, die beneveld is,
is beroofd van zijn rede. Satan komt bij hem en neemt bezit van hem en
doordrenkt hem met zijn geest en zijn eerste begeerte is, van iemand te
kwetsen of te doden van zijn geliefden. Toch laat men toe, dat dit vervloekt
iets voortgaat, dat de mens lager stelt dan het dier. Wat heeft de dronkaard
bereikt ? Niets anders dan een krankzinnige geest. En in dit land zijn de
wetten zo, dat de bekoringen bestendig voor hem komen. De likeurverkoper zal
moeten verantwoorden voor al de zonden van de dronkaard en de dronkaard zal
moeten rekenschap geven van zijn daden. Hun enige hoop is van hun ziel op de
gekruisigde en verrezen Verlosser te leggen. Temperance 288.
De man, die een kwaadaardig dier heeft en dit weet
en het vrij laat lopen, is voor de wet van het land verantwoordelijk voor
het kwaad, dat het dier kan doen. In de wetten aan Israel gegeven, zegde de
Heer, dat de houder van een dier,waarvan geweten was,dat het kwaadaardig
was, zou gedood worden wegens zijn zorgeloosheid of zijn kwaadwilligheid.
Steunend op hetzelfde princiep zou het gouvernement, dat likeurverkoop
toelaat, moeten verantwoordelijk gehouden worden voor het resultaat van de
verkoop van de alkoholische dranken. En als het een misdaad is, die
terdoodveroordeling eist van een kwaad dier de vrijheid te geven, hoeveel
groter is de misdaad van het werk toe te laten van de likeurverkoop.
Toelating wordt gegeven onder voorwendsel, dat zij een grote inkomst bezorgt
aan de staatskist. Maar wat is dit inkomen vergeleken met de enorme uitgaven
voor de criminelen, de zinnelozen, de armen, die de vrucht zijn van de drank
! Een mens, die onder invloed is van de drank, begaat een misdaad ; hij
wordt naar het gerechtshof gebracht ; en deze, die de drankverkoop toelaten,
moeten oordelen over het resultaat van hun eigen werk. Zij laten de verkoop
van drank toe, die een gezond man zot maakt, en nu moeten zij de man naar
het gevang zenden, terwijl dikwijls zijn vrouw en kinderen achtergelaten
worden ten koste van de staatsgemeenschap,waar zij wonen.
Alleen nog maar de financiële kant in acht genomen,
wat dwaas is het van zulk een zaak te dulden ! Maar welk een opbrengst kan
instaan voor het verlies van de rede van een mens, voor het misvormen van
het beeld van God in de mens, voor de ellende van de kinderen, die geleid
worden tot degradatie om in hun kinderen de kwade neigingen van hun dronken
vaders voort te zetten ?
Min. Healing. 344-45.
HOOFDSTUK 22.
Aan de apostel Paulus werden speciale goddelijke
gunsten gegeven in zijn arbeiders te Efeze. De macht van God begeleidde hun
inspanningen, en velen werden genezen, van fysische ziekten. " En God deed
ongewone krachten door de handen van Paulus, alzoo dat ook van zijn lijf op
de kranken gedragen werden de zweetdoeken of gordeldoeken, en dat de ziekten
van hen weken en de booze geesten van hen uitvoeren." Deze openbaringen van
bovennatuurlijke kracht waren veel machtiger dan ooit tevoren te Efeze
gezien geweest waren, en waren van zulk een karakter, dat zij niet konden
nagebootst worden door de handigheid of de betove ringen van tovenaars. Als
deze mirakels gedaan werden in de naam van Jezus van Nazareth,
158.
had het volk de gelegenheid te zien dat de God van
de hemel machtiger was dan de magiërs, die aanbidders waren van de godin
Diana. Aldus verhoogde de Heer Zijn dienaar, zelfs boven de afgodendienaars
zelf, onmetelijk boven de machtigste en meest begunstigde van de magiërs.
Maar Hij, aan wie alle kwade geesten onderworpen
zijn, en die aan Zijn dienaren gezag gegeven heeft over hen, was bezig met
nog veel grotere schaamte een nederlaag te bezorgen aan deze, die zijn
heilige naam verachtten en profaniseerden. Toverij was verboden door de
Mozaische wet, Ex. 22 : 18. op straf van dood, toch was ze in het geheim
door sommige afvallige Joden toegepast. Ten tijde van het bezoek van Paulus
aan Efeze,waren er in de stad " omzwervende Joden zijnde duivelbezweerders "
die de wonders ziende,die door hen gewrocht werden " hebben zich ondervonden
den naam des Heeren Jezus te noemen over degenen, die booze geesten hadden
". Een poging werd gedaan door " zeven zonen van Sceva, een Joodschen
overpriester". Een man ontdekkend die door de duivel bezeten was, richtten
zij tot hem het woord : " Wij bezweren u bij Jezus, die Paulus predikt ."
Maar de'booze geest antwoordende zeide : Jezus ken ik en Paulus weet ik,
maar gijlieden wie zijt gij ? En den mensch, in welken den booze geest was,
sprong op hen, en hen meester geworden zijnde kreeg de overhand op hen,
alzoo dat zij naakt en gewond uit dat huis ontvloden ". Acts of the Apostels
287-88.
De sterke dranken bedeler aarzelt niet van de
schulden van de dronkaard af te houden van zijn lijdende familie en zal de
noodwendigheden van het huis gebruiken om de drank te betalen van de zieke
en ontaarde vader. Wat geeft het hem als de kinderen sterven ? Hij ziet ze
als ontaarde en onwetende schepsels, die misbruikt geweest zijn, eruit
getrapt en ontaard, en hij heeft geen zorg voor hun welzijn. Maar de God die
heerst in de hemel heeft het zicht niet verloren op de eerste oorzaak of het
laatste effekt van de onuitgesprokene ellende en ontaarding, die gekomen is
op de dronkaard en zijn familie. Het grootboek van de hemel bevat ieder
detail van de geschiedenis.
Temperance 33.
Dat deze, die een betrekking bekleden van algemeen
welzijn oppassen dat zij de wet vergeten door het drinken van sterke
dranken,en hun oordeel verderven. Bestuurders en rechters moeten altijd in
een toestand zijn om de instruktie van de Heer te vervullen. Ex. 22 : 22 :
24.
VERS 29-30.
Door het systeem van vrijgevigheid poogt de Heer
aan Israel aan te tonen dat zij in alles de eerste moet zijn. Aldus worden
zij eraan herinnerd dat Hij de eigenaar was van hun velden, hun kudden en
hun troepen, dat Hij het was die zonneschijn zond en de regen die de oogst
ontwikkelt en doet rijpen. Alles wat zij bezaten behoorde Hem toe ; zij
waren slechts de administrateurs van Zijn goederen. Acts of the Apostels
337.
VERS 31.
Maar om de Sabbat heilig te kunnen houden. moet de
mens zelf heilig zijn. Door het geloof moeten zij deelnemers zijn van de
gerechtigheid van Christus. Als het bevel gegeven wordt aan Israel :" Gedenk
de Sabbat, dat gij die heilig houdt, zegde de Heer ook tot hen " gij nu zult
Mij heilige lieden zijn " Ex. 22 : 31. Alleen op deze wijze kon de Sabbat
Israel onderscheiden als de aanbidders van God. Desire of Ages. 283.
God heeft het doel van Zijn wet geopenbaard, als
Hij aan Israel verklaarde : " Gij nu zult Mij heilige lieden zijn." Ex. 22 :
31.
Mount of Blessings. 46.
VERS 2.
HOOFDSTUK 23.
Het kiezen van gezellen is een zaak, die de
studenten ernstig zouden moeten in acht nemen. Bij de jeugd, die onze
scholen bezoeken, zullen er altijd twee soorten gevonden worden : deze, die
zoeken God te behagen en hun leeraars te gehoorzamen en deze, die vervuld
zijn met een geest van wetteloosheid. Als de jeugd meedoet met de menigte om
kwaad te doen, zal hun invloed langs de kant van de tegenstander van zielen
geplaatst zijn ; zij zullen deze misleiden, die de princiepen van
onvoorwaardelijke getrouwheid aanhangen. Het is werkelijk juist gezegd
geweest : " Toon mij uw gezelschap en ik zal uw karakter tonen ." De jeugd
vergewist zich niet hoe op een gevoelige wijze hun karakter en reputatie
beinvloed worden door de keuze van hun gezelschap. Men zoekt het gezelschap
van dezen, wiens gewoonten neigingen en praktijken gemeen zijn. Hij die het
gezelschap verkiest van de onwetenden en de ondeugenden, voor dat van de
wijzen en goeden,toont dat zijn eigen karakter gebrekkig is. Zijn goestingen
en gewoonten kunnen eerst gans verschillend zijn van deze van het
gezelschap,dat hij zoekt maar als hij zich met dit soort vermengt,
veranderen zijn gevoelens en gedachten ; hij geeft juiste princiepen op en
onopgemerkt doch onvermijdelijk zinkt hij tot op het niveau van zijn
gezellen. Zoals een stroom altijd deel heeft aan de eigenschappen van de
grond waardoor hij vloeit, zo worden de princiepen en gewoonten van de jeugd
onvermijdelijk getint met het karakter van het gezelschap,waarmede zij
omgaan.
Aan de jeugd moet gezegd worden dat zij krachtig
moeten reageren tegen de bekoringen tot kwaad, die komen langs de omgang met
andere jongeren. Als zij zo omringd zijn door bekoringen, is de inwonende
Christus hun enige veiligheid tegen kwaad. Zij moeten leren bestendig op
Jezus te zien, Zijn deugden te bestuderen, van Hem hun dagelijks voorbeeld
te maken. Dan zal de waarheid ingang vinden in het inwendige van het
heiligdom van de ziel,die het leven heiligt.
Counsels to Pr. and Teachers.220-21.
De mode vernietigt het intellekt en Kreet de
spiritualiteit uit van ons volk. Gehoorzaamheid aan de mode verpest onze
zevendedags adventisten kerken en doet meer dan gelijk welk andere macht om
ons volk van God af te trekken. Ik heb gezien dat onze kerkregels te kort
schieten. Alle veruitwendigheden, in pronk van klederdracht, die verboden
zijn in het woord van God, moeten een voldoende reden zijn tot
kerkdiscipline. Als er voortgegaan wordt, spi jts waarschuwingen en oproepen
en smekingen met steeds de verdorven wil te volgen,mag het als een bewijs
aanzien worden,dat het hart geenszins versmolten is met Christus. Het eigen
ik en alleen het eigen ik, is het voorwerp van aanbidding, en een zulkdanige
belijdende Christen zal
159.
elen van God afleiden.
i _r is een verschrikkelijke zonde op ons als volk,
dat wij onze kerkleden toegelaten hebben zich te kleden op een manier,die
niet overeenkomt met hun geloof. Wij moeten eenmaal opstaan en de deur
sluiten tegen de bekoringen van de mode. Als wij dit niet doen zullen onze
kerken gedemoraliseerd worden. 4 Test.647-48.
God is de maker niet van iets zondigs. Niemand zal
vrezen van eigenaardig te zijn, als het vervullen van de plicht het vergt.
Als het ons eigenaardig maakt van zonde te vermijden,dan is onze
eigenaardigheid louter het onderscheid tussen reinheid en onreinheid,
gerechtigheid en ongerechtigheid. Omdat de menigte het pad van overtreding
verkiest, zullen wij dan hetzelfde kiezen ? Wij worden tenvolle gezegd door
de Schrift " Gij zult de menigte tot boze zaken niet volgen. " ( Vers 2 ).
Onze positie moet klaar uitgestippeld zijn : "
aangaande mij en mijn huis, wij zullen den Heer dienen." Josua. 24 : 14.
" In den beginne was het Woord, en het Woord was
bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne
bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en
zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. In Hetzelve was het
leven, en het leven was het licht der menschen ; en het licht schijnt in de
duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. " En het Woord is
vleesch geworden en heeft onder ons gewoond ( en wij hebben zijne
heerlijkheid aanschouwd, eene heerlijkheid als des Eeniggeborenen van den
Vader ) vol van genade en waarheid. " Moest eenieder, wiens naam
opgeschreven is op het kerkregister deze woorden vanuit zijn ziel uiten. De
kerkleden moeten weten wat de Heilige Geest voor hen zal doen uit hun
bevinding. Hij zal deze, die Hem ontvangt zegenen. Het is triestig dat
iedere ziel niet bidt voor de levende adem van de Geest, want wij staan op
het punt van te sterven als Hij op ons niet blaast. Wij moeten bidden om de
bedeling van de Geest als een remedie voor de zonde-zieke ziel. De kerk moet
bedeeld worden, en waarom zouden wij ons niet neder buigen voor de troon van
genade, als vertegenwoordigers van de kerk, en met een gebroken hart en met
eenberouwvolle geest ernstige smekingen maken, dat de Heilige Geest van
omhoog op ona moge neergestort worden ?Laten wij bidden, dat als Hij
genadiglijk neder zal dalen,dat onze koude harten mogen kunnen levendig
gemaakt worden, en wij mogen kunnen onderscheiden dat het van God komt, en
wij Hem met vreugde mogen ontvangen. Sommigen hebben de Heilige
Geest als een onwelkome gast behandeld, weigerend
de rijke gave te ontvangen, weigerend Hem te herkennen, zich van Hem
afkerend, en Hem veroordelend als fanatisme.
Als de Heilige Geest de mens bewerkt, dan vraagt
Hij ons niet op welke manier Hij moet werken.
Somtijds begeeft Hij zich op
onverwachte wegen. Christus kwam niet zoals de Joden het verwachtten. Hij
kwam niet op een wijze om hen te verheerlijken als een natie. Zijn voorloper
kwam om de weg voor Hem voor te bereiden door het volk op te roepen om zich
van hun zonde te bekeren en gedoopt te worden.
De boodschap van Christus was : " Het Koninkrijk
van God is op komst : bekeer u en geloof het evangelie." De Joden weigerden
van Christus te aanvaarden, omdat Hij niet kwam in overeenstemming met hun
verwachtingen. De ideeën van eindige mensen werden als onfeilbaar beschouwd,
omdat zij grijs waren van de ouderdom.
Dit is het gevaar waar de kerk nu aan blootgesteld
is, dat de uitvindingen van eindige mensen, de weg zullen uitstippelen,die
de Heilige Geest moet volgen. Ofschoon zij niet bezorgd waren, om Hem te
erkennen, hebben sommigen dat gedaan. En omdat de Geest niet gekomen is om
mensen te prijzen, maar om de wereld te overtuigen van zonden en van
gerechtigheid en oordeel, keren zich velen van Hem af. Zij willen niet
ontdaan worden van hun klederen van hun eigen zelfgerechtigheid. Zij willen
hun eigen gerechtigheid, die ongerechtigheid is,niet omwisselen voor
gerechtigheid van Christus, die reine onbevlekte waarheid is.
De Heilige Geest vleit geen mensen, noch werkt Hij
volgens de plannen van mensen, Eindige, zondige mensen moeten de Heilige
Geest niet doen werken. Als Hij zal komen als een berisper, door iedere
menselijke vertegenwoordiger die God zal kiezen, dan moet de mens luisteren
en Zijn stem gehoorzamen. Test. Min. 63-65.
VERS 4,5.
In de gewonde door de rovers ( zie geschiedenis van
de barmhartige Samaritaan . Lukas 10 : 25-37 ) stelt Jezus een geval voor
van een lijdende broeder. Hoeveel meer zou hun hart moeten bewogen geweest
zijn met medelijden voor hem dan voor een lastdier ! De boodschap is hen
gegeven geweest door Mozes dat de Heer hun God " een grote, machtige,
vreselijke God ", " die het recht der wezen en der weduwen doet en den
vreemdeling liefheeft." Daarom beveelt hij " gij zult de vreemdeling
liefhebben als uzelven ." Deuter 19 : 34.
Desire of Ages.500.
VERS 6, 8.
Onmatige mannen zullen niet gesteund worden door
het volk om geplaatst te worden in een positie van vertrouwen. Hun invloed
verderft anderen en grote verantwoordelijkheden vloeien eruit voort. Met een
hoofd en zenuwen genarkotiseerd door de tabak en stimulans maken zij een wet
van hun eigen natuur, en als de onmiddellijke invloed verdwenen is, is er
een mislukking. Dikwijls hangt een menselijk leven ervan af, het leven en de
vrijheid of slavernij en wanhoop hangen af van de beslissing van een man in
een positie van vertrouwen. Hoe noodzakelijk is het dat allen,die deel nemen
in deze transakties mannen zouden zijn, die bewijs geleverd hebben, mannen
van zelfkultuur, mannen van eerlijkheid en waarheid, van betrouwbare
onkreukbaarheid, die omkoping zullen afwijzen, die niet zullen toelaten, dat
hun oordeel of overtuiging van het recht zal afgedreven worden door
partijdigheid of vooroordeel. Alsdus zegt de Heer : " vers 5-6. Temperance
47.
VERS 10en11.
Na verschillende jaren bewerkt geworden te zijn en
de schatten afgegeven te hebben aan de mens, moeten delen van het land
toegelaten worden van te rusten, en dan zou de oogst gans anders zijn. Wij
kunnen veel leren van het oude testament in verband met het probleem van
werken. Als de mens de richtlijnen van Christus wilde volgen van de arme te
gedenken en te voorzien in hun behoeften doen, welk een gans andere plaats
zou deze wereld zijn ? Chr. Ed. 323.
Iedere zeven jaar moest speciale voorzorg genomen
worden voor de armen. Het Sabbatjaar zoals dit ge
160.
noemd werd, begon niet het einde van de oogst. Bij
de zaaitijd, die volgde op de inzameling, mocht het volk niet zaaien ; zij
mochten de wijngaard niet opzetten in dit jaar ; en zij moesten geen oogst
en wijnoogst verwachten. Van wat het land spontaan opbracht mochten zij
eten, als het vers was, maar zij mochten niets in bewaring leggen. De
opbrengst van dit jaar was vrij voor de vreemdeling, de vaderloze, en de
weduwe en ook voor de schepsels van het veld.
Maar gezien het land gewoonlijk niet meer opbracht
dan het volk nodig had, hoe konden zij dan leven gedurende het jaar als geen
oogst verzameld werd ? Hiervoor gaf de belofte van God genoeg voorraad "
Lees Lev. 25 : 21.22.
Het in acht nemen van het Sabbatjaar moest een
zegen zijn voor het land en voor het volk. Het land, stil liggend voor een
seizoen, zou nadien meer opbrengen. Het volk werd onthe.ien van een drukkend
werk op het veld ; en gezien verschillende andere soorten werk konden
volbracht worden in deze tijd,beschikten allen over meer vrije tijd, dat
gelegenheid gaf om hun fysische krachten te herstellen, die moesten gebruikt
worden het jaar erop. Zij hadden meer tijd voor meditatie en gebed, om zich
de onderrichten en eisen van God eigen te maken en ook voor het onderwijs
van hun huishouden.
Patr. Pr. 531-32.
VERS 14.
De feesten van Israel namen een voorname plaats in
als middels tot opvoeding. In het gewone leven was de familie een school en
een kerk, de ouders als onderrichters in gewone en religieuse dingen. Maar
driemaal in het jaar werden tijdstipten vastgelegd voor sociale omgang en
aanbidding. Eerst te Silolh, en daarna te Jerusalem,werden deze
vergaderingen gehouden. Alleen de vaders en de zonen werden gevraagd
aanwezig te zijti ; maar niemand wilde deze gelegenheden van de feesten
missen en voor zover het mogelijk was,was gans het huishouden aanwezig ; en
met hen, als deelnemers van hun gastvrijheid, was de vreemdeling, de Leviet
en de arme.
De reis naar Jerusalem, in de eenvoudige
patriarchale stijl,temidden van de schoonheid van de lentetijd,
de rijkdom van de middenzomer, of de rijpende
heerlijkheid van de herfst,was een verlustiging. Met dankoffers kwamen zij,
van de man met de witte haren tot het Hebreeuwse kind. De gezangen, die in
de woestijn weerklonken hadden,werden gezongen. Onder de reis werden de
bevindingen van het verleden, de geschiedenissen die oud en jong steeds
begeerden te horen,herverteld aan de Hebreeuwse kinderen. De geboden van God
werden gezongen, verbonden met de gezegende invloeden van de natuur en van
aangename menselijke gemeenzaamheid,werden zij voor altijd in het geheugen
vastgezet van vele kinderen en jongeren. De ceremoniën bijgewoond te
Jerusalem in verbinding met de Paasdienst, - de nachtvergadering, de mannen
met hun lenden omgord, de schoenen aan de voeten, de staf in de hand, de
haastige maaltijd, het lam, de ongedesemde broden, en de bittere kruiden, en
in de plechtige stilte het relaas van de geschiedenis van het gesprenkelde
bloed ,de dooduitdelende engel, en de grote tocht uil. het land van
slavernij, - alles was aldus, dat het de inbeelding opwekte en het hart
onder de indruk bracht.
Het feest van Ie Tabernakels,of oogstfeest,met zijn
offers van boomgaard en veld,het verblijf voor een week in de loofrijke
tenten, de sociale bijeenkomsten, de heilige gedenkenis dienst, en de
weldadige hospitaliteit voor Gods werkers, Co- Levieten van het heiligdom,
en voor Zijn kinderen, de vreemdelingen en de armen, verhief aller geest in
da,,kbaarheid naar Hem,die het jaar vervuld had met Zijn goedheid en wiens
paden vetheid druipten.
Een volle maand in het jaar werd door de
godvruchtigen in Israel doorgebracht op deze wijze. Het was een tijd vrij
van zorgen en werk, en meestal gans gewijd, in de meest werkelijke zin, aan
opvoedingsdoeleinden. Education 41-42.
VERS 14-17.
Driemaal in het jaar vergaderden de Joden te
Jerusalem voor religieuse doeleinden. Gedoken in de wolkkolom,had Israels
onzichtbare Leider de leidraad gegeven in verband met deze vergaderingen.
Gedurende de gevangenschap van de Joden, konden deze niet waargenomen
worden, maar als het volk in zijn land hersteld was, werd het houden van
deze gedenkenissen eens te meer hervat. Het was Gods doel, dat deze
verjaardagen Hem in het geheugen zouden brengen...
Het feest van de Tabernakels was de
sluitingsvergadering van het jaar. Het was Gods begeerte dat het volk dan
zou denken op Zijn goedheid en barmhartigheid. Het gehele land was onder
Zijn leiding geweest, Zijn zegeningen ontvangend. Dag en nacht was Zijn
zorgzaamheid werkzaam. De zon en de regen hadden de aarde vruchten laten
voortbrengen. De oogst was ingezameld van de valleien en de vlakten van
Palestina ... Het feest duurde zeven dagen, en om het te vieren verlieten
vele inwoners van Palestina, met velen van andere landen,hun huizen en
kwamen naar Jerusalem. Van ver en bij kwam het volk met een vreugdeteken in
hun hand. Oud en jong, rijk en arm, allen brachten gaven als een teken van
dankzegging aan Hem .. . alles wat het oog kon bevallen en uitdrukking geven
aan algemene vreugde, werd meegebracht uit de bossen ; de stad gaf het
uitzicht van een mooi bos.
Het feest was niet alleen de dank voor de oogst,
maar de gedenkenis van Gods beschermende zorg over Israel in de woestijn. In
gedenkenis van hun leven in tenten, leefden de Israelieten gedurende het
feest in tenten of tabernakels van groen. Deze waren op de straten
opgericht, in de tempelhoven,of op de daken vgn de huizen. De heuvels en de
valleien rond Jerusalem waren ook bezaaid met deze liefelijke woonsten en
schenen te wemelen van volk.
Een tijdje voor het feest was de dag van
Verzoening, als na belijdenis van de zonden,het volk aanzien wordt als in
vrede met de hemel. Aldus werd de weg voorbereid voor de vreugde op het
feest. Desire of Ages 447-48.
Het volk was omringd door woeste oorlogszuchtige
stammen, die gretig hun land wilden bemachtigen ;
toch werd gevraagd dat driemaal in het jaar alle
lichamelijk geschikte mannen en gans het volk, dat de reis kon maken, om hun
verblijfplaatsen te verlaten en zich te begeven naar de plaats van
vergadering, dicht bij het centrum van het land. Wat kon de vijand beletten
het land binnen te vallen en de onbeschermde huisgezinnen te verwoesten met
zwaard en vuur ? Wat kon een inval in het land tegenhouden, dat Israel in
gevangenschap zou brengen onder een vreemde vijand. God had beloofd van de
Beschermer te zijn van Zijn volk. " De Engel des Heeren legert zich rondom
degenen, die Hem vreezen en rust hen uit." Ps. 24 : 8. 161.
Terwijl de Israelieten optrokken om te aanbidden,
legde de goddelijke macht een beperking op hen. Gods belofte was : " Wanneer
Ik de volken voor uw aangezicht uit de bezitting zal verdrijven en uwe
landpalen verwijden,dan zal niemand uw land begeren,terwijl gij heen opgaan
zult om te verschijnen voor het aangezicht des Heeren,uws Gods, driemaal in
het jaar." Ex. 34 : 24.
Het eerste van deze feesten, het Paasfeest, het
feest van de ongezuurde broden, greep plaats in Abib,de eerste maand van het
Joodse jaar,wat overeenkomt met de laatste dag van Maart en het begin van
April. De koude van de winter was voorbij,de eerste regen was over en gans
de natuur verheugde zich in de frisheid en de schoonheid van de lente. Het
gras was groen op de heuvels en in de valleien, en wilde bloemen waren
overal verspreid op de velden. De maan was nu bijna vol, de avonden
aangenaam makend. Het was de tijd,die zo mooi beschreven wordt door de
gewijde zanger : Lees Hooglied van Salomon : 2 : 11-13. Door gans het land
richtten groepen van pelgrims hun weg naar Jerusalem. De schaapherders weg
van hun kudden,de veehoeder van de bergen, de vissers van langs de zee van
Galilea, de landman van zijn velden, en de zoon van de profeet vanuit de
profetenschool - allen richtten hun stappen naar de plaats waar Gods
tegenwoordigheid geopenbaard werd. Zij reisden korte stukken, want velen
waren te voet. De karavanen vermeerderden bestendig, en werden zeer groot
vóór de heilige stad bereikt werd. De schoonheid van de natuur verwekte
vreugde in de harten van Israel en dankbaarheid voor de Gever van alle goed.
De grote Hebreeuwse zangen werden aangeheven, de glorie en majesteit van God
bezingend. Bij het geluid van de trompet, met de muziek van cymbalen,begon
het koor van dankzegging zijn lied,uitdeinend met honderden stemmen : Lees
Ps. 122 : 1-6.
Als zij rondom hen de heuvels zagen, waar de
heidenen gewoon waren hun altaarvuren aan te steken, zongen de kinderen van
Israel : Lees Ps. 122 : 1-6. 121 : 1, 2 ; 125 : 1, 2. de heuvels bestijgend
in het zicht van Jerusalem,keken zij met eerbied op de slierten van
aanbidders, die op weg waren naar de tempel. Zij zagen de rook van de
wierook opstijgen,en als zij de trompetten hoorden van de Levieten,tot de
heilige dienst hun oproep doende, namen zij de inspiratie van het uur in
zich op en zongen : Lees Ps. 48 : 1,2 ; 122 7 ; 118:19; 116 : 18,19.
Al de huizen van Jerusalem werden opengesteld voor
de pelgrims en kamers werden vrij verschaft ; maar dit was niet voldoende
voor de grote menigte, en tenten werden opgezet op iedere gangbare plaats in
de stad of op de omliggende heuvels.
Op de veertiende dag van de maand, 's avonds,werd
het paasmaal gevierd,dat in zijn plechtige indrukwekkende ceremonie de
bevrijding uit de slavernij van Egypte herdacht, en wijzend naar het offer,
dat zou bevrijden van de slavernij van de zonde. Als de Heiland Zijn leven
gaf op Kalvarie , nam de betekenis van het paasfeest een einde, en de
instelling van het Avondmaal van de Heer werd ingesteld als gedenkenis van
dezelfde gebeurtenis waar het Paasfeest een symbool van geweest was. Het
Paasfeest werd gevolgd door het feest van de zeven dagen van ongedesemde
broden, de eerste en de zesende dag waren dagen van heilige samenroeping,
waarop geen slafelijk werk mocht verricht worden. Op de tweede dag van het
feest,werden de eerste vruchten van de oogst aangeboden aan de Heer. Gerste
was het eerste graangewas in Palestina, en bij de opening van het feest
begon het te rijpen. Een schoof van dit graan werd gezwaaid door de priester
voor het altaar van God, als een bekentenis, dat alles van Hem was. De oogst
mocht niet ingezameld worden voor deze ceremonie voltrokken was. Vijftig
dagen na de offering van de eerste vruchten kwam Pinksteren, ook het feest
van de oogst en het feest van de weken genoemd. Als een uitdrukking van
dankbaarheid voor het graan bereid als voedsel, werden twee broden gebakken
met desem, aangeboden aan God. Pinksteren nam maar een dag in beslag, die
gewijd was aan religieuse diensten.
In de zevende maand kwam het feest van de
Tabernakels, of van de inzameling.
Het feest van de tabernakels was niet alleen
herdenkend maar typisch. Het wees niet alleen naar het verblijf in de
woestijn, maar zoals het feest van de oogst, vierde het de inzameling van de
vruchten van de aarde en verwees naar de grote dag van de eindinzameling,
als de Heer van de oogst Zijn maaiers zal zenden om het onkruid te
verzamelen in bundels voor het vuur, en de tarwe voor Zijn schuur. Dan
zullen alle bozen vernietigd worden. Zij zullen zijn " alsof zij er niet
geweest waren " Obadja 16.
En iedere stem in gans het universum zal zich
verenigen in vreugdevolle prijzingen aan God. De openbaarder zegt : " Lees
Op. 5 : 13.
Het volk van Israel prees God op het Feest van de
Tabernakels, als zij zich in de geest opriepen Zijn barmhartigheid in hun
bevrijding van de slavernij van Egypte en Zijn tedere zorg voor hen
gedurende hun pelgrimsleven in de woestijn. Zij verheugden zich in de
gedachte dat zij vergeving en aanvaarding bekomen hadden, door de dienst van
de grote Verzoendag die juist beëindigd was. Maar als de verlosten van de
Heer veilig zullen ingezameld zijn voor het hemelse Kanadn, voor altijd
bevrijd van de slavernij van de vloek,waaronder " het gansche schepsel te
zamen zucht en te zamen als in barensnood is tot nu toe ; " Rom. 8 : 22.
Zullen zij zich verheugen met onuitsprekelijke vreugde en vol van
heerlijkheid. Christus'groot werk van verzoening voor de mens zal dan
volledig zijn, en hun zonden zullen dan voor altijd uitgewist geweest zijn.
Lees Jesaja 35 : 1,2,5-10.
Patr. Proph. 537-542.
VERS 16.
De stromen van bloed, die vloeiden bij de
dankzegging van de oogst, als de offeranden in zulk een groot aantal
geofferd werden,moesten een grote waarheid aantonen. Zelfs de produkten van
de aarde, overvloedig voorzien voor het onderhoud van de mens, zijn wij
verschuldigd aan het offer van Christus op Kalvarie. God leert ons,dat alles
wat wij ontvangen van Hem de gift is van verlossende liefde. RH 1896.
VERS 20-23.
De Zoon van God, of schoon
onzichtbaar voor de gemeenschap van de Israelieten, was hun Leider, Zijn
tegenwoordigheid ging hen voor en leidde al hun trektochten, terwijl Mozes
hun leider was. Hij ontving zijn richtlijnen van de Ene, die Christus was.
3 Test. Church 339.
" Wij kunnen kostbare lessen leren uit het lange
geduld van Jezus, de Engel die de Hebreeuwen voorging in de woestijn. "
162.
3 Test. 356.
Maar zijn haastige woorden aan de rots " zullen wij
water voortbrengen "waren een virtuele aanneming van hun aanklacht ( aan
Mozes en aan God) en bevestigde hen dus in hun ongeloof en verrechtvaardigde
hun gemopper. De Heer wilde deze indruk wegnemen voor altijd uit hun brein,
door aan Mozes te verbieden van het beloofde land binnen te gaan. Hier bleek
het met een onmiskenbare klaarblijkelijkheid dat hun leider Mozes niet was,
maar de machtige Engel van wie de Heer zegt : Zie ik zend eenen Engel voor
uw aangezicht, om u te behoeden op dezen weg en om u te brengen tot de
plaats, die Ik bereid heb ; hoedt u voor zijn aangezicht en wees zijner stem
gehoorzaam... Want mijn Naam is in het binnenste van hem." Ex. 23 : 20, 21.
Patr. Pr. 419.
Ofschoon er typen waren,die verwezen naar de
Heiland,die komen moest, was er ook een Heiland, die tegenwoordig was, die
bevel gaf aan Mozes voor het volk en die bij hen was als het enige kanaal
van zegeningen. Patr. Pr. 311.
Zij vergaten, dat de Engel van het verbond hun
onzichtbare leider was, dat, verscholen in de wolkkolon, de tegenwoordigheid
van Christus voor hen uitging, en dat Mozes van Hem alle richtlijnen
ontving. Patr. Pr. 396.
Jezus, de Engel die de Hebreeën voorging, zocht om
hen te redden van vernietiging. Patr. Pr. 401.
Grote verontwaardiging en schrik vervulde het hart
van Mozes, als hij de hypokrisie en de satanische haat vooruitzag tegen hun
Verlosser ( tijdens Zijn leven ), de machtige Engel die hun voorvaders
voorgegaan was. Hij hoorde Christus' angstige kreet : "Mijn God, Mijn God,
waarom hebt Gij Mij verlaten ? " Patr. Pr. 476.
VERS 20-33.
Lees Vers 24, 25.
God wilde zijn volk laten begrijpen, dat Hij alleen
het voorwerp van aanbidding moest zijn ; en als zij de afgodische naties die
rondom hen waren, zouden overwinnen, zij geen enkele van de beelden van hun
aanbidding mochten behouden, maar totaal moesten vernietigen. Vele van die
heidense afgoden waren zeer kostelijk, en schone kunstwerken, die hen konden
bekoren, die getuige geweest waren in Egypte van afgoderij, van toch deze
zinneloze voorwerpen te aanzien met een zekere graad van eerbied. De Heer
wilde dat Zijn volk zou weten, dat het wegens afgoderij van deze naties,wat
hen geleid had tot alle graden van boosheden, dat Hij de Israelieten wilde
gebruiken als Zijn instrumenten om hen te straffen en hun goden te
vernietigen. Lees Vers 22-33.
Deze beloften van God aan Zijn volk waren op
voorwaarde van gehoorzaamheid. Als zij de Heer tenvolle wilden dienen, wilde
Hij grote dingen doen voor hen.
Story of Redemption 143-44.
VERS 25.
Als God de kinderen van Israel uit Egypte leidde,
was het Zijn doel hen in het land van Kanaan te brengen als een rein,
gelukkig en gezond volk. Laten we zien met welke middels Hij dit wilde
verwezenlijken. Hij onderwierp hen aan een discipline,die, had ze moeten
blijmoedig gevolgd geweest zijn,ten goede zou uitgelopen zijn, voor henzelf
en voor hun nakomelingen. Hij nam vleesvoeding van hen weg in een grote
mate. Hij had hen vlees gegeven als antwoord op hun geroep, juist v66r zij
de Sinai bereikten, maar zij kregen er maar voor één dag. God kon hen zowel
vlees als manna verschaffen, maar een beperking werd opgelegd op het volk
voor hun goed. Het was Zijn doel van hen te voorzien met voedsel, dat beter
geschikt zou zijn voor hen dan het koortsachtig dieet,welke velen gewoon
waren in Egypte. De verdorven eetlust moest in een gezonde staat gebracht
worden, dat zij mochten genieten van het voedsel, dat oorspronkelijk voor de
mens voorzien was ,de vruchten van de aarde, dat God aan Adam en Eva gaf in
Eden.
Waren zij gewillig geweest van de eetlust te
bedwingen in gehoorzaamheid aan Zijn beperkingen, zou ziekte en zwakheid bij
hen niet gekend geweest zijn. Hun nakomelingen zouden fysische en mentale
kracht gekend hebben. Zij zouden een klaar inzicht hebben nopens de waarheid
en de plicht, een scherp onderscheidingsvermogen en een gezond oordeel. Maar
zij waren niet gewillig om zich te onderwerpen aan Gods eisen, en zij
bereikten de standaard niet, die Hij voor hen bestemd had, en zij ontvingen
de rijke zegeningen niet,die de hunne hadden kunnen zijn. Zij mopperden
wegens de beperkingen,die God oplegde en zij hadden lust naar de vleespotten
van Egypte,maae deze bewezen dat zij een vloek op hen brachten. " En deze
dingen zijn geschied ons tot voorbeelden, opdat wij geenen lust tot het
kwaad zouden hebben, gelijkerwijs als zij lust gehad hebben. " " En deze
dingen alle zijn hun overkomen tot voorbeelden, en zijn beschreven tot
waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn. "
1.Cor10":7,11.
Counsels on Diet and Foods. 377-78.
Als zij gehoorzaam geweest waren, zouden zij
beschermd geweest zijn tegen de ziekten, die andere naties aantastten en zij
zouden gezegend geweest zijn met kracht en intellekt. De heerlijkheid van
God, Zijn majesteit en macht, moesten geopenbaard worden in al hun
voorspoed. Zij moesten een koninkrijk zijn van priesters en prinsen. God
verschafte hen elke mogelijkheid om de grootste natie van de aarde te
worden. 6 Test. Church.222.
HOOFDSTUK 24.
Lees Vers. 3.
Deze beloften, samen met de Woorden van de Heer,
waar zij zich toe verbonden gehoorzaam aan te zijn, werden door Mozes in een
boek geschreven. Dan volgt de bekrachtiging van het verbond. Een altaar werd
gebouwd aan de voet van de berg, en vervolgens werden twaalf pilaren
opgericht " naar de twaalf stammen Israels " als getuigenis van hun
aanvaarding van het verbond. Dan werden offeranden opgedragen door jonge
mannen, gekozen voor de dienst.
Nadat Mozes het altaar met
bloed van de offeranden
besprenkeld had nam hij "
het boek des verbonds, en
hij 163.
las het voor de ooren des volks ; ( Vers 7 ) "
Aldus werden de voorwaarden van het verbond plechtig herhaald en gelezen in
de tegenwoordigheid van het volk en allen konden vrij kiezen of zij wel of
niet het verbond zouden volgen. Zij hadden eerst beloofd de belofte van God
te volgen ; maar zij hadden sindsdien Zijn wet horen verkondigen; en de
princiepen ervan waren gedetailleerd, opdat zij mochten weten wat dit
verbond inhield. Opnieuw antwoordden zij : " Al wat de Heere gesproken heeft
zullen wij doen en gehoorzamen. " VERS 7.
Want als al de geboden naar de wet van Mozes tot al
het volk uitgesproken waren,nam hij het bloed... besprengende beide het boek
en het volk,zeggende : Dit is het bloed des testaments,hetwelk God aan
ulieden heeft geboden.
Hebr. 9 : 19-20 of Ex. 24 : 8.
Schikkingen moesten nu getroffen worden voor de
volle vestiging van de uitgelezen natie onder Jehova als hun koning. Mozes
had het bevel ontvangen :" Klim op tot den Heere, gij en Aaron, Nadab en
Abihu, en zeventig van de oudsten Israels ; en buigt u neder van verre ".
Vers 1.
" En dat Mozes alleen nadere tot den Heere ".
Terwijl het volk aanbad aan de voet,werden deze uitgekozen mannen geroepen
om de berg te bestijgen. De zeventig ouderlingen moesten Mozes bijstaan in
het bestuur van Israel, en God gaf hen de Heilige Geest, en vereerde hen,
doordat zij Zijn macht en grootheid zagen. " En zij zagen den God Israels,en
onder zijne voeten als een werk van saffierstenen en als de gestaltenis des
hemels in zijne klaarheid " .
VERS 10.
Zij zagen de Godheid niet , maar zij zagen de
glorie van Zijn tegenwoordigheid. Vooraf zouden zij zulk geen tafereel
kunnen verdragen hebben ; maar de veruitwendiging van Gods macht had hen
geimponeerd tot bekering, zij hadden Zijn heerlijkheid aanschouwd, Zijn
reinheid, en barmhartigheid, tot zij nader tot Hem
konden komen die het voorwerp was van hun
overwegingen. Mozes en " zijn dienaar Jozua " werden nu uitgenodigd om God
te ontmoeten. En als zij een zekere tijd afwezig waren, stelde de leider
Aaron en Hur aan, bijgestaan door de ouderlingen, om in hun plaats te
handelen. " En Mozes klom op de berg Gods,... zoo heeft eene wolk den berg
bedekt. En de heerlijkheid des Heeren woonde op de berg Sinai."
Gedurende zes dagen bedekte de wolk de berg als een
teken van Gods speciale tegenwoordigheid ; toch was er geen openbaring van
Hem of een mededeling van Zijn wil. Gedurende deze tijd bleef Mozes wachtend
tot hij opgeroepen werd in de ontvangstkamer van de Allerhoogste. Hem werd
voorgeschreven : " Kom tot Mij op den berg en wees aldaar." Vers 12.
En ofschoon zijn geduld en gehoorzaamheid op de
proef gezet werden,werd hij niet moe van wachten, of gaf hij zijn post op.
Deze wachtperiode was voor hem een voorbereiding van diep zelfonderzoek.
Zelfs deze uitmuntende dienaar van God kon niet ineens in Zijn
tegenwoordigheid naderen en het vertoon van Zijn heerlijkheid verdragen. Zes
dagen waren nodig om hem zelf aan God te wijden door onderzoek van het hart,
meditatie en gebed voor hij kon voorbereid zijn tot onmiddellijke
gemeenschap met zijn Maker. Op de zevende dag,die de Sabbat was,werd Mozes
opgeroepen in de wolk. De dikke wolk opende zich in het gezicht van gans
Israel, en de heerlijkheid van de Heer kwam te voorschijn gelijk verterend
vuur. " En Mozes ging in het midden der wolk nadat hij op de berg geklommen
was ; en Mozes was op dien berg veertig dagen en veertig nachten." Vers 18.
De veertig dagen doorgebracht op de berg bevatten
de zes dagen van voorbereiding niet. Gedurende de zes dagen was Jozua met
Mozes, en zij aten samen het manna en dronken " uit de beek, die van de berg
afdaalde". Maar Jozua ging de wolk niet binnen met Mozes. Hij bleef buiten,
en at verder en dronk dagelijks terwijl hij de terugkeer van Mozes
afwachtte,maar Mozes vastte gedurende volle veertig dagen. Gedurende zijn
verblijf op de berg ontving Mozes richtlijnen om het Heiligdom te
bouwen,waar de tegenwoordigheid God speciaal zou geopenbaard worden.
Terwijl Mozes afwezig was,was het een tijd van
wachten en van spanning voor Israel. Het volk wist dat hij de berg
opgeklommen was met Jozua,en was binnengegaan in de wolk van dikke
duisternis, die van de vlakte beneden kon gezien worden, terwijl ze op de
top van de berg rustte, van tijd tot tijd verlicht door de bliksems van de
goddelijke tegenwoordigheid. Zij wachten vurig naar zijn terugkeer. Gewoon
geweest zijnde in Egypte aan materiële voorstelling van goden,was het hard
geweest voor hen van vertrouwen te stellen op een onzichtbaar wezen, en zij
waren ertoe gekomen van op Mozes te steun nen om hun geloof te versterken.
Nu was hij van hen weggenomen. Dag na dag gingen voorbij ,week na week en
hij was nog niet terug. Ofschoon de wolk nog steeds zichtbaar was, scheen
het aan velen in het kamp dat hun leider hen verlaten had, of dat hij
verteerd was door het verslindende vuur.
Gedurende deze wachtperiode was er tijd voor hen om
op de wet van God te mediteren, die zij gehoord hadden en om zich voor te
bereiden in hun hart om de verdere openbaringen te ontvangen,die Hij hen zou
geven. Zij hadden geen tijd te veel voor dit werk en hadden zij dan gezocht
om een klaarder inzicht te verkrijgen in Gods eisen en hadden zij hun hart
voor Hem vernederd,dan zouden zij beschut geweest zijn tegen bekoring. Maar
zij deden dit niet, en zij werden vlug zorgeloos, onoplettend en wetteloos.
Dit was vooral het geval met de gemende menigte.
Zij waren ongeduldig om op weg te gaan naar het beloofde land,het land dat
overliep met melk en honing. Het was alleen op voorwaarde van gehoorzaamheid
dat het goede land beloofd was, maar zij hadden dit niet meer in acht
genomen. Er waren er die een voorstel deden om terug te keren naar Egypte,de
massa van het volk was beslist niet langer op Mozes te wachten . Patr. Pr.
311-315.
Van eeuw tot eeuw worden mannen, door God
geinspireerd, gezonden om het volk te onderrichten en hen te leiden tot de
handhaving van de wetten.
Idem 603.
Nadib en Abihu, A9.rons zonen waren speciaal
begunstigd geweest, van bij het getal geweest te zijn van de ouderlingen,die
de heerlijkheid van God aanschouwden op de berg. Zij verstonden dat zeer
zorgvuldige voorbereiding en zelfonderzoek en heiliging gevraagd werd van
hunne kant voor zij zich konden begeven in het Heiligdom waar Gods
tegenwoordigheid gemanifesteerd werd.
4. Spir. Gif. 5 - 12.
VERS 4-8.
164.
Voorbereidingen werden nu gemaakt voor de
bevestiging van het verbond, volgens de richtlijnen van de Heer. Hier
ontving het volk de voorwaarden van het verbond. Zij maakten een plechtig
verbond met God,het verbond voorstellend dat gemaakt werd tussen God en
iedere gelovige in Jezus Christus. De voorwaarden werden tenvolle voorgelegd
aan het volk. Zij waren niet aan misverstand overgegeven. Als zij gevraagd
werden te beslissen of zij met al de voorwaarden, die gegeven werden,
overeenstemden, gingen zij eensgezind akkoord van aan iedere verplichting te
gehoorzamen. Zij hadden reeds toegestemd van God geboden te gehoorzamen. Nu
werden de princiepen van de wet gespecifiëerd, opdat zij mochten weten
hoeveel begrepen was in het sluiten van een verbond van gehoorzaamheid aan
de wet ; en zij aanvaardden de uitdrukkelijk bepaalde partikulariteiten van
de wet.
Als de Israelieten de eisen van God gehoorzaamd
hadden, zouden zij christenen in de praktijk zijn geweest. Zij zouden
gelukkig geweest zijn ; want zij zouden Gods wegen gevolgd hebben, en niet
de neigingen van hun eigen natuurlijke hart. Mozes liet niet toe,dat zij de
woorden van de Heer verkeerd zouden opvatten of dat zij Zijn eisen verkeerd
zouden toepassen. Hij schreef al de woorden van de Heer in een boek, opdat
zij er nadien konden naartoe verwezen worden. Hij had ze op de berg
geschreven, als Christus zelf ze hem gedikteerd had. Dapper spraken de
Israelieten de woorden van belofte tot gehoorzaamheid aan de Heer uit,nadat
zij Zijn verbond hadden horen voorlezen in tegenwoordigheid van het volk.
Zij zegden : " Al deze woorden, die de Heere gesproken heeft. zullen wij
doen. " Dan werd het volk afgezonderd en verzegeld voor God. Er werd een
offer opgedragen aan de Heer. Een deel van het bloed van het offer werd
gesprenkeld op het altaar. Dit betekent, dat het volk zichzelf - lichaam,
geest en ziel - toegewijd had aan God. Een deel werd gesprenkeld op het
volk. Dit betekende dat door liet gesprenkelde bloed van Christus, God
genadevol hen aanvaardde als zijn speciale schat. Aldus traden de
Israelieten in een plechtig verbond met God. MS 126,1901.
VERS 7.
God had Israel gekozen als Zijn volk, en zij hadden
Hem gekozen als hun koning. Proph. and Kings 293.
Lees Math. 21 : 25-32.
VERS 3-8.
In de zoon die zegde " Ik ga Heer " en die niet
ging,was het karakter van de Fariseeërs geopenbaard. Gelijk deze zoon,waren
de Joodse leiders zonder berouw en zelfvoldaan. Het religieuse leven van de
Joodse natie was een voorwendsel geworden. Als de wet verkondigd werd op de
berg Sinai door de stem van God, beloofde gans het volk van gehoorzaam te
zijn. Zij zegden " Ik ga Heer " maar zij gingen niet. Als Christus in
persoon tot hen kwam om voor hen de princiepen van de wet voor te leggen,
verwierpen zij Hem. Christ Object Lessons 276.
VERS 8.
Aldus door een zeer plechtige dienst werden de
kinderen van Israel afgezonderd als een specifiek volk. Het sprenkelen van
het bloed stelt het vergieten voor van het bloed van Christus waardoor de
menselijke wezens gereinigd worden van de zonde.
Fund. to Chr. Education 507.
Nadat de Heer aan Mozes de richtlijnen gegeven had
in verband met het heiligdom gaf Hij hen ook opnieuw richtlijnen nopens de
Sabbat. En dan gaf Hij vanuit de wolk met Zijn eigen handen de stenen tafels
aan Mozes, waarop Hij met Zijn eigen vinger de tien geboden geschreven had.
Maar terwijl Mozes richtlijnen van God ontving was
het volk bezig met zich te verderven aan de voet van de berg.
Spir. Gifts 273
VERS 9-11.
Mozes was grotelijk vereerd geweest
door God. Hij had het voorrecht gehad van met God van aangezicht tot
aangezicht te spreken, als een mens spreekt met zijn vriend. En God had aan
hem zijn uitnemende heerlijkheid geopenbaard, zoals Hij aan niemand anders
gedaan had.
4 sir. Gifts - a 58.
De speciale onderrichtingen gegeven aan Mozes
inverband met wat Hij vroeg dat zij zouden volbrengen,waren gegeven opdat
Hij Zijn volk niet alleen met de tien geboden wilde laten, maar om dwalende
mensen te trekken naar de gehoorzaamheid aan de morele wet, die zij zo
gemakkelijk overtreden. Story of Redemption 148.
HOOFDSTUK 25.
Voor het bouwen van het heiligdom,waren uitgebreide
voorbereidingen nodig ; een grote hoeveelheid van de kostbare en kostelijke
materialen werden gevraagd maar de Heer aanvaardde slechts vrijwillige
offers. Devotie voor God en een geest van offervaardigheid waren de eerste
vereisten om een woonplaats te maken voor de Allerhoogste.
Pr.Kings 61.
Het bevel werd gegeven aan Mozes, als hij met God
op de berg was :" En zij zullen Mij een heiligdom maken dat Ik in het midden
van hen wone " Ex. 25 : 8.
Er werden volledig aanwijzingen gegeven voor de
opbouw van het tabernakel. Door hun afval verbeurden de Israelieten de
zegeningen van de goddelijke tegenwoordigheid, en maakten het dan onmogelijk
van een heiligdom op te richten voor God in hun midden. Maar als zij weder
in Gods gunst gekomen waren, begon de grote leider het goddelijke bevel uit
te voeren.
Patr. Pr. 343.
Zijn volk had kleine bezittingen en had geen
toevoeging eraan in het vooruitzicht, maar een doel was voor hun ogen - van
een tabernakel te bouwen voor God. De Heer had gesproken en zij moesten Zijn
stem gehoorzamen. Zij weerhielden niets. Allen gaven met een gewillige hand,
niet slechts een zeker deel van hun bezit, maar een groot deel van wat zij
op dit ogenblik in bezit hadden. Zij wijdden het gaarne en hartelijk aan de
Heer en behaagden Hem door dit te doen. Behoorde niet alles aan Hem toe ?
Had Hij hen niet alles gegeven
165.
wat zij hadden ? Als Hij er om vroeg, was het niet
hun plicht van terug te geven aan de Uitlener wat Hem toebehoorde ?
4 TEST. Church 78.
Benevens alle systematische en gereguleerde giften
waren er speciale doeleinden, waarvoor vrijwillige gaven nodig waren, zoals
het bouwen van het heiligdom in de woestijn en de tempel opgericht te
Jerusalem. Deze lichtingen werden gedaan door God op Zijn volk voor hun
eigen goed, zowel als voor het onderhoud van Zijn dienst.
Er moet een ontwaken zijn temidden van ons als volk
nopens dit onderwerp. Er zijn er weinigen die zich gewetensbezwaard voelen,
als zij hun plicht verwaarlozen in weldadigheid. Maar weinigen voelen
gewetenswroeging als zij dagelijks God beroven. Als een Christen vrijwillig
of per ongeluk zijn gebuur te weinig betaalt of weigert een eerlijke schuld
te betalen, zal zijn geweten, alhoewel verstokt, hem knagen. Hij kan niet
rusten, ofschoon hij zelf de zaak kent. Er zijn veel verwaarloosde beloften
en onbetaalde onderpanden, en toch hoe weinig verstoren hun geest nopens de
zaak ; hoe weinigen voelen de schuld van deze overtreding van hun plicht.
Wij moeten een nieuwe en diepere overtuiging hebben nopens dit onderwerp.
Het geweten moet wakker geroepen worden, en de zaak moet met ernst beschouwd
worden, want er moet rekenschap gegeven worden aan God op de laatste dag, en
Zijn eisen moeten geregeld worden. De verantwoordelijkheid van een
Christelijke zakenman,hoe groot of klein zijn kapitaal is, zal in juiste
proportie zijn met de gaven, die hij van God ontvangen heeft. De misleiding
van rijken heeft duizenden en tienduizenden ten val gebracht. Deze
weelderige mensen vergeten dat zij beheerders zijn, en dat de dag zeer dicht
nabij is,dat hen zal gezegd worden : " Geef rekenschap van uw
rentmeesterschap." Luk. 16 : 2. Zoals aangetoond door de parabel van de
talenten is ieder mens verantwoordelijk voor de wijze waarop hij de giften
die hem gegeven zijn gebruikt. De arme man in de parabel,voelde zich het
minst verantwoordelijk, omdat hij het minst ontvangen had, en maakte geen
gebruik van de talenten hem toevertrouwd ; daarom werd hij in de uiterste
duisternis geworpen.
Christus zegt : " Hoe zwaar is het, dat degenen,
die op het goed hun betrouwen zetten in. het Koninkrijk Gods ingaan." Marcus
10 : 24.
Als een bedienaar, die met sukses op de akker van
God gewerkt heeft om zielen voor God te winnen en hij verlaat zijn post voor
tijdelijk gewin,wordt hij een afvallige genoemd, en hij zal verantwoordelijk
zijn voor God voor de talenten, die hij misbruikt heeft. Als mensen in
zaken, landbouwers, mekaniekers, handelaars, rechtsgeleerden enz. leden
worden van de kerk,worden zij dienaren van God, en ofschoon hun talenten
mogen verschillen, is hun verantwoordelijkheid om de zaak van God te doen
vooruitgaan door persoonlijke inspanning en middels niet minder dan deze
welke rust op de predikant bedienaar. Het weedat zal vallen op de bedienaar
als hij het woord niet predikt zal evengoed vallen op de zakenman als hij
met zijn verschillende talenten geen medewerker zal zijn met Christus om
dezelfde resultaten te volbrengen. Als dit persoonlijk zal gezegd worden aan
sommigen zullen zij zeggen : " Dit is een hard gezegde ". Toch is dit nooit
waar, ofschoon dit bestendig tegengesproken wordt in de praktijk van de
volgelingen van Christus. God voorzag de kinderen van Israel met brood in de
woestijn door een mirakel van Zijn barmhartigheid en Hij kon alles bezorgd
hebben wat nodig was voor hun religieuse dienst, maar Hij deed dit niet,
omdat Hij in Zijn oneindige wijsheid zag dat de morele discipline van Zijn
volk afhing van hun medewerking met Hem, en dat allen dit moeten doen.
Zolang de waarheid aan het vooruitgaan is, rusten eisen van God op de mens
om te geven van hetgeen hem toevertrouwd wordt om dit doel te
verwezenlijken. God, de Schepper van de mens, heeft door het instellen van
het plan van systematische vrijgevigheid,. . het werk op allen gelijk laten
rusten in overeenstemming met hun verscheidene talenten en geschiktheden.
Elkeen moet zijn eigen schatter zijn en wordt verondersteld te geven zoals
hij het in zijn hart voorneemt. 4. Test. Church. 468-469.
VERS 7.
De priesters, die in de ark dienst deden,werden
heilig toegewijd aan de heilige dienst. Zij droegen een borstplaat,afgezet
met kostbare stenen van verschillende materialen,dezelfde,waaruit de twaalf
grondvesten van de Stad van God gemaakt zijn. Binnen de omranding waren de
namen van de twaalf stammen Israels, gegrift op kostbare stenen, omgeven met
goud. Dit was een rijk en zeer schoon werk, dat afhing van de schouders van
de priester, en dat de borst bedekte.
Aan de rechter en aan de linker borstplaat waren
twee stenen geplaatst, die groter waren, en die schenen met een
schitterender licht. Als er moeilijke zaken aan de rechters voorgelegd
werden,waarover zij niet konden beslissen,werden deze overgebracht naar de
priesters,en zij stelden de vraag aan God,die hen antwoordde. Als ten
gunste, en als Hij hen sukses toestond, rustte een cirkel van licht en
glorie speciaal op de kostbare steen rechts, Als het tegen was, een mist of
wolk scheen te liggen op de steen aan de linker kant. Als zij een vraag
stelden aan God in verband met het optrekken ten strijde, toonde het de
steen rechts, als hij met licht omgeven was ; ga en wees voorspoedig. Als de
steen links overschaduwd was met een wolk, zegde het : gij zult niet gaan,
gij zult niet voorspoedig zijn.
4 Spir. Gifts -a 101-2.
VERS 8-9.
Gebed is het middel door de hemel bevolen als
middel tot sukses in het konflikt met de zonde en de ontwikkeling van een
christelijk karakter. De goddelijke invloed, die komt in antwoord op gebed
in geloof zal in de ziel van de smekeling alles volbrengen waarvoor hij
smeekt. Voor de vergeving van zonde, voor de Heilige Geest,voor een
Christelijk gemoed,voor wijsheid en kracht om Zijn werk te doen,voor gelijk
welke gaven, die Hij beloofd heeft, mogen wij bidden ; en de belofte is :"
Gij zult ontvangen ". Het was op de berg met God dat Mozes het patroon zag
van dit wonderbaar gebouw, dat de verblijfplaats moest zijn van Zijn
heerlijkheid. Het is op de berg met God - in de geheime plaats van
vereniging - dat wij Zijn heerlijk ideaal met de mensheid moeten beschouwen.
In alle tijden heeft God door middel van vereniging met de hemel Zijn doel
met Zijn kinderen uitgewerkt,door trapsgewijze de leerstellingen van genade
te ontvouwen. Zijn doel om waarheid mede te delen is geillustreerd in de
woorden : " Zijn uitgang is bereid als de dageraad ".
Hosea 6 : 3.
Hij die zich plaatst waar God hem kan verlichten,
gaat vooruit, als het ware van gedeeltelijke duisternis tot de volle glans
van de middagzon.
Ware heiligmaking betekent volmaakte liefde,
volmaakte gehoorzaamheid, volmaakte gelijkvormigheid aan de wil van God. Wij
moeten tot God geheiligd worden door gehoorzaamheid aan de waarheid. Ons
geweten moet gezuiverd worden van dode werken om de levende God te dienen.
Wij zijn nu nog niet volmaakt ; maar het is ons voorrecht van af te zien van
de verwarring in ons zelf en van de zonde, en van vooruit te gaan in de
volmaaktheid. Grote mogelijkheden,hoge en heilige capaciteiten liggen in het
bereik van allen. Acts of The Apostles. 564-65.
De Heer gaf een belangrijke les aan Zijn volk van
alle tijden als Hij op de berg aan Mozes instrukties gaf in verband met het
bouwen van het heiligdom. Voor dit werk eiste Hij volmaaktheid tot in de
kleinste bijzonderheden. Mozes was vaardig in alle Egyptische geleerdheid ;
hij had een kennis van God, en Gods doeleinden waren hem geopenbaard geweest
in visioenen ; maar hij wist niet hoe er moest gegraveerd en geborduurd
worden.
Israel was gans die tijd in gevangenschap geweest
in Egypte en ofschoon er vaardige mannen onder hen waren, waren zij niet
geleerd geweest hoe zij het heiligdom moesten bouwen, hoe dit zonderling
werk te volbrengen. Zij konden stenen maken, maar zij wisten niet hoe zij
het goud en het zilver moesten bewerken. Hoe moest dit werk gedaan worden ?
Wie was in staat om dit te doen ? Dit waren vragen,die de geest van Mozes
verontrustten.
Dan legde God zelf uit,hoe het werk moest volbracht
worden. Hij duidde bij name de personen aan,van wie Hij wenste dat zij een
bepaald werk zouden doen. Opdat het aards heiligdom het hemelse mocht
voorstellen, moest het volmaakt zijn in alle onderdelen, en het moest in
ieder klein onderdeel zijn gelijk het patroon in de hemel. Zo is het ook met
het karakter van hen,die ten laatste aanvaard worden in het zicht van de
hemel. De Zoon van God kwam naar de aarde, opdat de man en de vrouw in Hem
een voorstelling zouden hebben van de volmaakte karakters die God alleen kan
aannemen. Door de genade van Christus is iedere voorziening gemaakt opdat de
menselijke familie zou kunnen gered zijn. Het is mogelijk dat iedere
transaktie,waarop ingegaan wordt door dezen, die beweren dat zij Christenen
zijn, zo rein is als de daden van Christus. En de ziel, die de eigenschappen
van het karakter van Christus aanvaardt en die zich de verdiensten van Zijn
leven eigen maakt, is al zo kostbaar in het zicht van God als Zijn eigen
geliefde Zoon. Rechtzinnig en onbezoedeld geloof is voor Hem als goud en
wierook en mirre - de gaven van de wijzen aan het Kind van Bethlehem, en de
klaarblijkelijkheid van hun geloof in Hem als de beloofde Messias.. . Het
vormen van een karakter is het werk van een gans leven, en het is voor de
eeuwigheid. Als allen dat konden beseffen, en wakker worden voor het feit
dat wij persoonlijk beslissen over onze eigen bestemming en de bestemming
van onze kinderen voor eeuwig leven of eeuwige dood,welk een verandering zou
er plaats hebben ! Hoe gans anders zou de genadetijd doorgebracht worden, en
met welke edele karakters zou de wereld vervuld zijn !
De kwestie die ons moet bezig houden is : op welke
fondatie zijn wij aan het bouwen ? Wij hebben het voorrecht van te streven
naar eeuwig leven ; en het is van het grootste belang dat wij diep graven,
al de afval wegnemend, en dat wij bouwen op de vaste rots Christus Jezus.
Hij is de zekere grondslag. "Want niemand kan een ander fundament leggen dan
hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus ". 1 Cor. 3 : 11.
In Hem alleen is onze redding. " Want er is onder
de hemel geen andere naam die onder de menschen gegeven is, door welken wij
moeten zalig worden. " Hand. 4 : 12.
Als de grondslag gelegd is hebben wij wijsheid
nodig om te weten hoe wij moeten bouwen. Als Mozes op het punt was van het
heiligdom op te richten in de woestijn,werd hem de raad gegeven :" Want
zie,dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op de berg getoond
is." Hebr. 8 : 5.
In Zijn wet heeft God ons het patroon gegeven. Onze
karaktervorming moet " naar de afbeelding,die u op de berg getoond is "
gevormd worden. De wet is de grote standaard van gerechtigheid. Hij stelt
het karakter van God voor en hij is de toets van onze getrouwheid aan Gods
bestuur. En dit karakter is ons geopenbaard, in al zijn schoonheid en
uitmuntendheid in het leven van Christus...
Volmaaktheid is nodig om te slagen in de
karaktervorming. Er moet een ernstig pogen zijn om het plan van de Meester
Bouwer uit te voeren. Het timmerwerk moet stevig zijn. Geen zorgeloos er
onbetrouwbaar werk kan aanvaard worden,want dit zou het gebouw ten onder
brengen. Het vergt de kracl + en de energie van een mannelijkheid. Er moet
geen reserve verloren gaan in onbelangrijke zaken... Er moeten ernstige,
volgehouden inspanningen gedaan worden om af te breken met de gewoonten,
zeden en gemeenzaamheden met de wereld. Diepte van gedachten, ernstig pogen,
standvastige integriteit, zijn van essentieel belang.
Er mag geen ijdelheid zijn. Leven is een
belangrijke zaak, een heilig toevertrouwd pand ; en ieder ogenblik moet wijs
doorgebracht worden,want de resultaten ervan zullen gezien worden in de
eeuwigheid. God vraagt aan eenieder van al het goed te doen,dat mogelijk is.
Wij moeten zoveel mogelijk partij trekken uit de talenten,die ons ter
beschikking gesteld werden. Hij heeft ze in onze handen geplaatst om
gebruikt te worden tot de eer van Zijn naam en voor het goed van onze
naaste...
De Heer heeft kostbare beloften voor hen,die Zijn
wet onderhouden : " Lees Spr. 31 1-4.
Maar een betere dan een aardse belon,,ing wacht
dezen, die, hun werk bouwend om de stevige Rots,evenwichtige karakters
opbouwen, in overeenstemming met het levende woord. Voor hen is voorbereid :
" de stad, die fundamenten heeft,welker kunstenaar en bouwmeester God is."
Hebr. 11 : 10. De straten zijn geplaveid met goud, het is het paradijs van
God, bevloeid met de rivier van leven, die van uit de troon komt, en aan
iedere zijde van de rivier, is de boom des levens, die iedere maand vruchten
draagt : " en de bladeren des booms waren tot genezing der heidenen. "
Op. 22 : 2.
Ouders, studenten, onderwijzers, denk eraan, dat
gij bouwt voor de eeuwigheid. Pas op dat uw fondatie zeker is, en bouw
beslist met volgehouden inspanning, maar in minzaamheid, zachtheid en
liefde. Zo zal uw huis onverwoestbaar staan, niet alleen als de storm van
bekoring komt, maar als de overweldigende vloed van Gods wraak over de
wereld zal komen. 167.
Counsels to Par.Teachers 59-63.
Als Mozes een heiligdom moest bouwen als een
woonplaats voor God,werd hij gezegd alle dingen te maken naar het patroon
hem getoond op de berg. Mozes was vol ijver om het werk van God te doen ; de
meest talentvolle, handige mannen werden te werk gezet om zijn voorstellen
ten uitvoer te brengen. Toch mocht
hij geen granaatappel, geen kwastje, of geen franje
of gordijn, of gelijk welk vaatwerk van het heiligdom maken tenzij het
gemaakt werd volgens het patroon, hem getoond. God riep hem op de berg, en
openbaarde hem de hemelse dingen. De Heer overdekte hem met Zijn eigen
heerlijkheid, opdat hij het patroon zou kunnen zien, en naar dit werden alle
dingen gemaakt. Zo heeft Hij ook aan Israel,waarin Hij Zijn woonplaats wilde
vestigen, Zijn glorieus ideaal van karakter geopenbaard. Het patroon werd
hen geopenbaard op de berg, als de wet op de Sinai gegeven werd, en als de
Heer voorbij Mozes voorbijkwam en verklaarde : Heere, Heere God, barmhartig
en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, die de
weldadigheid bewaart aan vele duizenden, die de ongerechtigheid en
overtreding en zonde vergeeft." Ex. 34 : 6.7.
Israel had zijn eigen weg gekozen. Zij hadden niet
gebouwd naar het patroon ; maar Christus, de ware
tempel voor de inwoning van God,vormde ieder
onderdeel van Zijn aards leven in harmonie met Gods ideaal. Hij zegde : " Ik
heb lust o mijn God ! om uw welbehagen te doen, en uwe wet is in het midden
mijns ingewands." Ps. 40 : 8.
Zo moeten onze karakters gebouwd worden " tot een
woonstede Gods in den Geest ". Ef. 2 : 22. En wij moeten alle dingen maken "
naar de afbeelding ". Hebr. 8 : 5.
Zoals Hij, die " voor ons geleden heeft, ons een
voorbeeld nalatende, opdat gij Zijne voetstappen zoudt navolgen ". 1 Petr. 2
: 21.
De woorden van Christus leren dat wij ons als
onscheidbaar verbonden moeten achten met onze Vader in de hemel. Wat ook
onze positie moge wezen,wij zijnafhankelijk van God,die aller lot in handen
houdt.
Hij heeft ons werk bepaald, en Hij heeft ons
mogelijkheden verschaft voor dat werk. Zolang wij ons aan Zijn wil
onderwerpen,en op Zijn kracht en wijsheid vertrouwen, zullen wij geleid
worden op veilige paden,om ons toegekend deel te doen in Zijn grote plan.
Maar deze, die afhangt van zijn eigen wijsheid en macht, scheidt zich af van
God. Inplaats van te werken in eenheid met Christus, volbrengt hij het doel
van de vijand van God en van de mens.
Desire of Ages .208, 9.
Op de berg Sinai,door de veropenbaring van Zijn
heerlijkheid, zocht God Israel onder de indruk te brengen van de heiligheid
van Zijn karakter en van Zijn eisen en van de uitnemende schuld van de
overtreding. Maar het volk was traag om de les te leren. Zij waren gewoon
geweest in Egypte aan voorstellingen van goden in materie, en van de meest
ontaardende soort, zo was het moeilijk voor hen om een begrip te vormen van
het karakter van een Ongeziene. Medelijden hebbend met hun zwakheid, gaf God
hen een symbool van Zijn tegenwoordigheid. " En zij zullen Mij een heiligdom
maken, dat Ik in het midden van hen wone." Ex. 25 : 8.
Om het ideaal,dat God hiermede voor heeft ( zie de
tekst hierboven van Desire of Ages 208-9) te bereiken, waren zij machteloos
in zichzelf. De openbaring op de Sinai kon hen alleen overtuigd maken van
hun nood en hulpeloosheid. Een andere les in het heiligdom, door de diensten
van de offeranden,moest hen onderrichten ; de les van vergeving van zonden
en de macht door de Heiland van gehoorzaam te zijn ten leven. Door Christus
moet het doel, waarvan het tabernakel een symbool was, verwezenlijkt worden
- dat heerlijk gebouw zijn muren van glinsterend goud weerkaatsend in de
regenboogtinten,de gordijnen bewerkt met cherubijnen,de reuk van de
altijddurend brandende wierook,die zich overal verspreidde, de priesters
gekleed in onbevlekt wit, en in het diepe mysterie van de binnenplaats,
boven het verzoendeksel, tussen de figuren van de buigende, aanbiddende
engelen, de glorie van de Allerheiligste. In dit alles wilde God Zijn volk
Zijn doel laten lezen met de menselijke ziel. Hetzelfde doel werd lang
nadien naar voor gebracht door de apostel Paulus, sprekend van de Heilige
Geest :" Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en de Geest Gods in ulieden
woont ? Zoo iemand den tempel Gods schendt,dien zal God schenden , want de
tempel Gods is heilig, welke gij zijt."
1. Cor 3 : 16,17.
Groot was het voorrecht en de eer toegekend aan
Israel in het voorbereiden van het heiligdom ; en groot was ook de
verantwoordelijkheid. Een struktuur van overtreffende luister, die voor het
,-jouwen ervan een zeer hoge artistieke bekwaamheid vergde,moest opgericht
worden in de woestijn,door een volk dat juist uit de slavernij kwam. Het
scheen een dwaze taak te zijn. Maar Hij, die het plan gegeven had voor het
gebouw had zich borg gezet om mede te werken met de bouwers.
Education 35,36.
Ik zag de droevige ontgoocheling van het volk van
God omdat zij Jezus niet zagen op de verwachtte tijd.
Zij wisten niet waarom hun meester niet kwam ; want
zij zagen geen reden waarom de profetische tijd niet zou geëindigd zijn. De
engel zegde : " Heeft Gods woord gefaald ? Heeft God Zijn beloften niet
vervuld ? Neen ; Ilij heeft al Zijn beloften vervuld. Jezus is opgestaan en
heeft de deur van het heilige van het heiligdom gesloten en heeft een deur
geopend in het Heilige der Heilgen en is er binnengegaan om het heiligdom te
reinigen. Allen die geduldig wachten zullen het mysterie begrijpen. De mens
heeft gedwaald ; maar er is geen fout geweest van de kant van God. Alles is
volbracht wat God beloofd had ; maar de mens geloofde een vergissing dat de
aarde het heiligdom was,dat moest gereinigd worden op het einde van de
profetische periode. ( Zie Dan.8 : 14 ).
(Op. 13 :5 ).
Het is de verwachting van de mens, maar niet de
belofte van God die gefaald heeft.
Jezus zond Zijn engelen on:„ de g-~F st
van de ontgoochelden te richten naar het heilige der heiligen,waar hij
naartoe gegaan was om het heiligdom te reinigen er_ om er speciale
verzoening te doen voor Israel. Jezus zegde aan de engelen, dat allen die
Hem vonden, het werk zouden verstaan, dat Hij bezig was met te doen. Ik zag
dat terwijl Jezus in het allerheiligste was, Hij in huwelijksband zou
verenigd worden met het Nieuw Jerusalem ; en nadat Zijn werk zou geëindigd
zijn in het Heilige der Heiligen, Hij naar de aarde zou komen in koninklijke
macht en tot zich zou nemen de kostbare zielen,die geduldig Zijn komst
verbeid hebben.
Er werd mij getoond, dat dit plaats greep in de
hemel op het einde van de profetische periode ( Dan. 8 : 14 ) in 1844. Als
Jezus zijn bediening in het heilige geëindigd had en de deur van deze
afdeling van het heiligdom sloot, kwam een grote duisternis op deze, die de
boodschap gehoord hadden en verworpen hadden, en zij verloren Hem uit het
oog. Jezus kleedde zich dan met kostbare klederen. Aan de zoom van zijn
kleed waren een bel en een granaatappel. Een borstplaat van zonderling werk
hing over Zijn schouders. Als Hij zich bewoog glinsterde deze gelijk
diamant, de letters duidelijk makend, die geleken op namen geschreven of
ingegrift op de borstplaat. Op Zijn hoofd was iets dat geleek op een kroon.
Als Hij gans uitgedost was,was Hij omgeven door engelen, en in een vlammende
wagen ging Hij binnen in de tweede afdeling van het heiligdom.
Er werd mij dan gevraagd van opmerkzaam te zijn op
de twee afdelingen van het heiligdom. Het gordijn of
de deur was geopend, en er werd mij toelating
gegeven van binnen te gaan. In de eerste afdeling zat; ik de kandelaar met
de zeven lampen, de tafel met de toonbroden, het reukofferaltaar, en het
wierookvat. Al het gerief van deze afdeling was gelijk zuiver goud en
weerspiegelde het beeld van Hem, die de plaats binnentrad. Het gordijn, dat
de twee afdelingen scheidde, was van verschillend kleur en materiaal, met
een schone boord, waar figuren in geweven waren van goud, die engelen
voorstelden. Het gordijn werd opgeheven, en ik zag in de tweede afdeling. Ik
zag daar een ark,die de indruk gaf dat zij van het puurste goud was. Als een
boord rondom het bovengedeelte was er zeer mooi werk, dat kronen voorstelde.
In de ark waren stenen tafels, met de tien geboden.
Twee liefelijke cherubijnen, een aan ieder uiteinde
van de ark, stonden met hun vleugels erover uitgestrekt,
en elkander rakend boven het hoofd van Jezus, als
Hij voor het verzoendeksel stond. Hun aangezichten waren naar elkander
gekeerd, en zij keken naar beneden naar de ark,gans het engelenheir
voorstellend,die met belangstelling zien naar de wet van God. Tussen de
cherubijnen was een gouden wierookvat, en als de gebeden van de heiligen, in
geloof geofferd,naar Jezus kwamen, en als Hij ze aan Zijn Vader voorlegde,
rees een wolk van wierookgeur vanuit het wierookvat,gelijkend op een rook
van alle zeer schone kleuren. Boven de plaats waar Jezus stond, voor de ark,
was er uitnemende schitterende glorie, zodat ik er niet op kon kijken ; het
scheen de troon van God te zijn. Als de wierook tot de Vader kwam, kwam een
uitnemende heerlijkheid van uit de troon van Jezus, en van Hem uit werd het
verspreid op dezen, wiens gebeden waren opgestegen als zoete wierook. Licht
stortte zich op Jezus in rijke overvloed en overspoelde het verzoendeksel,en
de sleep van heerlijkheid vervulde de tempel. Ik kon niet lang kijken op de
overtreffende helderheid. Geen taal kan het beschrijven. Ik was overweldigd
en keerde mij weg van het tafereel van heerlijkheid. Er was mij ook een
heiligdom getoond op de aarde,dat twee afdelingen bevatte. Het geleek op dat
van de hemel, en er werd mij gezegd dat het een beeld was van dat in de
hemel. De bekleding van het eerste appartement van het aardse heiligdom was
hetzelfde van dat van het eerste appartement in de hemel. Het gordijn was
opgeheven, en ik zag in het heilige der heiligen en zag dat ook daar de
gereedschappen dezelfde waren als deze in de hemel in dezelfde afdeling. De
priester deed dienst in de twee afdelingen van het aardse heiligdom met het
bloed van een dier als een offerande voor de zonde. Christus ging binnen in
het hemelse heiligdom door het offer van Zijn eigen bloed. De aardse
priesters werden weggenomen door de dood ; daarom konden zij niet lang
dienst doen ; maar Jezus was een priester voor eeuwig. Door de offeranden en
offers die gebracht werden in het aardse heiligdom, moesten de kinderen van
Israel houvast leggen op de verdiensten van een Verlosser die nog moest
komen. En in de wijsheid van God werden aan ons de bijzonderheden van dit
werk gegeven,opdat wij,door aanschouwen ervan, het werk van Jezus zouden
kunnen verstaan in het hemelse heiligdom.
Als Jezus stierf op Kalvarie, riep Hij uit : " Het
is volbracht " en de tempelvoorhang werd in twee gescheurd, van boven tot
onder. Dit was om aan te tonen dat de dienst van het aardse heiligdom voor
altijd voorbij was, en dat God niet meer wilde kontakt hebben met de aardse
priesters in hun aardse tempel, om hun offeranden aan te nemen. Het bloed
van Jezus was dan vergoten, dat nu door Hemzelf moest geofferd worden in het
hemelse heiligdom. Als de priester in het Heilige der Heiligen eenmaal in
het jaar binnen ging om het aardse heiligdom te reinigen, zo ging Jezus
binnen in het Heilige der Heiligen in de hemel, op het einde van de 2300
avonden en morgens van Daniel 8, in 1844, om een eindverzoening te doen voor
allen die konden genieten van Zijn tussenkomst,en om aldus het heiligdom te
reinigen.
Early Writings 250-53.
Als het heiligdom gebouwd werd in de woestijn voor
de dienst van God,was het werk gedaan onder goddelijke leiding. God was de
plannenmaker,de werklieden werden door hem opgeleid,en zij gaven hart en
ziel en kracht aan het werk. Er moest harde arbeid verricht worden, en de
stevige werktuigkunde zette de spieren en de zenuwen op de proef. Hierdoor
werd de liefde voor God geopenbaard in het werk tot Zijn eer. Er moet in de
wereld een groot deel hard en zwaar werk gedaan worden, en hij die werkt
zonder de krachten van de geest, die hem door God gegeven zijn, te
gebruiken, hij die alleen fysische kracht gebruikt, maakt van hei werk een
moeizame last. Er zijn mensen met geest en hart en ziel, die het werk als
een gesloof aanzien en er zich instorten met zelfvoldane onwetendheid,
zoekend zonder de gedachten erbij te houden, zonder de mentale capaciteiten
te gebruiken om het werk beter te kunnen doen.
Er is wetenschap in het nederigste werk, en als
allen dit aldus wilden aanzien,dan zouden zij edelheid zien in het werk.
Hart en ziel moeten in het werk van alle aard gebracht worden ; dan is er
opgeruimdheid en doelmatigheid. In landbouwwerk, of in,
mechanisch werk moet de mens blijk geven aan God dat zij Zijn gaven van
fysische krachten, en de mentale gelijkheden evenveel naar waarde schatten.
Dat opgeleide handigheid gebruikt worde in het zoeken naar passende methoden
in het werk. Dat is het wat de Heer nodig heeft. Er is eer in alle soort van
werk, dat moet gedaan worden. Dat de wet van God de standaard van aktie weze,
en hij zal alle werken veredelen en heiligen. Getrouwheid in het volbrengen
van elke plicht maakt het werk edel, en openbaart een karakter dat God kan
goedkeuren.
Fund. Chr. Ed. 315.
In hun zoeken ( naar het uitleggen van de tekst van
Dan. 8:14 ) leerden zij dat er geen schriftuurlijk bewijs is, dat de
zienswijze, dat de aarde het heiligdom is, kan verrechtvaardigen ; maar zij
vonden in de bijbel een volledige uitlegging van het onderwerp van het
heiligdom, zijn natuur, ligging en diensten. De getuigenissen van de gewijde
schrijver zijn zo klaar en breedvoerig,dat de kwestie buiten twijfel kan
geplaats worden: 169.
De apostel Paulus in de brief aan de Hebreeën, zegt
: " Lees Hebr. 9 : 1-5.
Het heiligdom waarnaar Paulus hier verwijst was het
heiligdom,dat op bevel van God door Mozes gebouwd werd,als de aardse
verblijfplaats van de Allerhoogste.
" En zij zullen Mij een heiligdom maken, dat Ik in
het midden van hen wone." Ex. 25 : 8. was de richtlijn aan Mozes gegeven als
hij op de berg was met God. De Israelieten reisden door de woestijn, en het
tabernakel was zo gemaakt,dat het kon verplaatst worden van het ene naar het
andere , toch was het een struktuur van merkwaardige schoonheid. De muren
bestonden uit rechtstaande planken, zwaar beslagen met goud en geplaatst in
zilveren voetstukken, terwijl het dak bestond uit een reeks van doeken en
bedekkingen, de buitenste van vellen, de binnenste van fijn linnen, mooi
bewerkt met figuren van cherubijnen, benevens het voorhof, waar het
brandofferaltaar stond, bestond het heiligdom zelf uit twee onderdelen,
genoemd het heilige en het heilige der heiligen, gescheiden door een rijke
en mooie gordijn of voorhang ; een gelijkaardige voorhang sloot de ingang af
van het eerste appartement.
In het heiligdom bevond zich de kandelaar, ten
zuiden, met zijn zeven lampen,die het heilgdom verlichtten dag en nacht ;
ten noorden stond de tafel van de toonbroden ; en voor de voorhang die het
heilige van het heilige der heiligen scheidde,was het reukofferaltaar van
waaruit de wolk van geur,met de gebeden van de heiligen dagelijks opsteeg
naar God.
In het heilige der heiligen stond de ark, een kast
van kostbaar hout, overtrokken met goud,die de bewaarplaats was van de twee
stenen tafelen,waarop God de wet van de tien geboden gegrift had. Boven de
ark, het deksel vormend van de kist,was het verzoendeksel, een prachtig stuk
van bekwaam uitgevoerd werk,waarop twee cherubijnen stonden, een aan elke
zijde, en gemaakt uit vol goud. In deze afdeling werd de tegenwoordigheid
van God geopenbaard in de wolk van heerlijkheid,tussen de twee cherubijnen.
Nadat de Hebreeën in Kanaan gevestigd waren,werd
het heiligdom vervangen door de tempel van Salomo, die, ofschoon een
blijvende konstruktie en op een grotere schaal gemaakt, toch dezelfde
proporties, en met dezelfde inhoud voorzien was. In deze vorm bestond het
heiligdom - behalve dat hij vernietigd werd in de tijd van Daniel - tot hij
door de Romeinen vernietigd werd in het jaar 70 na Christus.
Dat is het enige heiligdom dat ooit bestond op de
aarde,waarvan de bijbel enige inlichting geeft. Het werd door Paulus genoemd
als zijnde het heiligdom van het eerste verbond.
Maar had het Nieuwe Testament geen heiligdom ?
Als de zoekers naar de waarheid, het boek verder
inzagen van de Hebreeën,ontdekten zij dat het bestaan vaneen tweede of
nieuw-testamentisch heiligdom,was onderbegrepen in de woorden van Paulus : "
Zoo had dan wel ook het eerste verbond rechten des godsdienstes, en het
wereldlijke heiligdom." Hebr. 9 : 1. En het gebruik van het woord " ook "
geeft te kennen dat Paulus vooraf meldirg gemaakt heeft van dit heiligdom.
Terugkerend naar het begin van dit kostbaar hoofdstuk, lezen zij : " De
hoofdsom nu der dingen,waarvan wij spreken, is, dat wij hebben zodanigen
Hoogepriester,die gezeten is aan de rechterhand van den troon der Majesteit
in de hemelen ; een bedienaar des heiligdoms,en des waren tabernakels,welken
de Heere heeft opgericht, en geen mensch. "
Hebr. 8 : 1, 2.
Hier wordt het heiligdom van het nieuw testament
geopenbaard. Het heiligdom van het eerste verbond was opgericht door
mensen,gebouwd door Mozes ; dit is gebouwd door de Heer en niet door mensen.
In dat heiligdom deden de aardse priesters dienst in het andere, Christus,
onze grote Hogepriester, die dienst doet aan de rechterhand Gods. Het ene
heiligdom was op de aarde, het andere in de hemel. Verder was het
tabernakel,gemaakt door Mozes,gebouwd naar een patroon. De Heer gaf hem de
richtlijn
" Naar al wat ik u tot een voorbeeld dezes
tabernakels en een voorbeeld van al deszelfs gereedschap wijzen zal, even
alzoo zult gijlieden die maken " Ex. 25 : 9. en opnieuw werd het bevel
gegeven : " Zie dan toe, dat gij het maakt naar hun voorbeeld, hetwelk u op
den berg getoond is." Ex. 25 : 40. En Paulus zegt dat het eerste heiligdom "
eene afbeelding was voor dien tegenwoordigen tijd, in welken gaven en
slachtofferen geofferd werden ." Hebr. 9 : 9.
dat zijn heilige plaatsen " voorbeeldingen waren
der dingen, die in de hemelen zijn " . Vers 23.
dat de priesters die gaven offerden volgens de wet
dienst deden " in het voorbeeld en de schaduw der hemelsche dingen ". Hebr.
8 : 5.
en dat " Christus niet ingegaan is in het heiligdom
dat met handen gemaakt is, het welk is een tegenbeeld van het ware, maar in
den hemel zelven,om nu te verschijnen voor het aangezicht Gods voor ons ."
Hebr.9 : 24. Het heiligdom in de hemel,waarin Jezus dienst doet ten onzen
gunste, is het grote originele, waarvan dat hetwelk Mozes bouwde, een kopij
is. God plaatste Zijn Heilige Geest op de bouwers van het aardse heiligdom.
De kunstvaardigheid, ten toon gespreid in de opbouw ervan,was een openbaring
van goddelijke wijsheid. De muren hadden de schijn van massief goud in alle
richtingen het licht weerkaatsend van de zeven lampen van de gouden
kandelaar. De tafel van de toonbroden en het reukofferaltaar schitterden als
brandend goud. De prachtige voorhang, die het plafond vormde, bewerkt met
figuren van engelen in blauw en purper en in vuurrood, droegen bij tot de
schoonheid van het tafereel. En achter het tweede gordijn was de Shekina, de
zichtbare veropenbaring van Gods heerlijkheid,voor dewelke niemand anders
dan de hogepriester kon binnen gaan en leven.
De weergaloze luister van het aardse heiligdom
weerspiegelde voor de menselijke visie de heerlijkheid van de hemelse tempel
waar Christus, onze voorloper, dienst doet voor ons voor de troon van God.
De verblijfplaats van de Koning der Koningen, waar duizend maal duizenden
dienst doen voor Hem en tienduizend maal tien duizenden voor Hem staan (
Dan. 7 : 10 ) ; deze tempel gevuld met de heerlijkheid van de eeuwige
troon,waar Serafijnen als glanzende bewakers, hun aangezicht verbergen in
aanbidding kon maar een zwakke weergave van zijn uitgestrektheid vinden in
de prachtigste struktuur die ooit door mensenhanden opgericht werd. Toch
worden belangrijke waarheden in verband met het hemelse heiligdom en het
grote werk, dat daar volbracht wordt voor de mens, onderwezen door het
aardse heiligdom en zijn diensten. De heilige plaatsen van het heiligdom in
de hemel worden voorafgebeeld door de twee afdelingen in het heiligdom op
aarde. Als Johannes in visioen was,werd hem een gezicht gegeven van de
tempel van God in de hemel ; daar aanschouwde hij " zeven vurige lampen...
brandend voor de troon ". Op. 4 : 5.
Hij zag een engel" hebbende een gouden wierookvat ;
en hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij het met de
gebeden aller heiligen zou leggen op het gouden
altaar, dat voor den troon is ". Op. 8 : 3.
Hier werd aan de profeet toegelaten van het eerste
appartement te aanschouwen van het heiligdom ; en hij zag daar " de zeven
lampen van vuur " en " het gouden altaar " voorafgebeeld door de gouden
kandelaar en het reukofferaltaar in het heiligdom op aarde. Opnieuw " is de
tempel van God in de hemel geopend geworden ," Op. 11 : 19. en hij keek
binnen de voorhang van het heilige der heiligen. Daar aanschouwde hij " de
ark zijns verbonds ",voorafgebeeld door de gewijde kist die door Mozes
gemaakt werd om de wet van God te bevatten. Aldus vonden deze,die het
onderwerp bestudeerden, een ontegensprekelijk bewijs van het bestaan van een
heiligdom in de hemel. Mozes maakte het aardse heiligdom naar een patroon,
dat hem getoond werd. Paulus onderwijst dat dat patroon het ware heiligdom
was in de hemel. En Johannes getuigt dat hij het zag in de hemel.
In de tempel in de hemel, de verblijfplaats van
God, is Zijn troon opgericht in gerechtigheid en oordeel. In het heilige der
heiligen is Zijn wet,de grote regel van recht,waardoor gans het mensdom
getest wordt. De ark, die de tafels van de wet inhoudt is bedekt met het
verzoendeksel,voor hetwelk Christus pleit met Zijn bloed ten behoeve van de
zondaars. Aldus wordt voorgesteld de vereniging van oordeel en
barmhartigheid in het plan van de verlossing van de mens. Deze eenheid kon
alleen oneindige Wijsheid uitdenken en oneindige Macht ten uitvoer brengen ;
het is een eenheid die gans de hemel vervult met bewondering en aanbidding.
De cherubijn van het aardse heiligdom,met eerbied neerziende op het
verzoendeksel, stelt de belangstelling voor waarmede het hemelse heir het
werk van verzoening aanschouwt. Dit is het mysterie van de barmhartigheid
waarin engelen willen kijken - dat God rechtvaardig kan zijn als Hij de
bekerende zondaar rechtvaardigt en Zijn verbinding met het gevallen ras
herstelt ; dat Christus zich kan vernederen om ontelbare menigten uit de
afgrond van verderf te doen opstaan en om hen gekleden met liet onbevlekte
kleed van Zijn eigen rechtvaardigheid om eenheid te krijgen met de engelen,
die nooit gevallen zijn en om voor altijd te verblijven in de
tegenwoordigheid van God.
Het werk van Christus als voorspreker is
voorgesteld in deze mooie profetie van Zacharia in verband met Hem " wiens
naam is SPRUITE ." De profeet zegt : " Hij zal des Heeren tempel bouwen ;...
hij zal het sieraad dragen en hij zal zitten op Zijnen ( van de Vader) troon
; en hij zal priester zijn op zijnen troon en de raad des vredes zal
tusschen die beiden wezen." Zach. 6 : le, 13.
" Hij zal den tempel des Heeren bouwen ". Door Zijn
offer en middelaarschap is Christus beide, zowel de grondslag als de bouwer
van de kerk. De apostel verwijst naar hem als " uiterste Hoeksteen ; op
welken het geheele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot eenen
heiligen tempel in den Heere, op welken ook gij " zegt hij " medegebouwd
wordt tot eene woonstede Gods in den Geest. " Ef. 2 : 20-22.
" Hij zal het sieraad dragen ". Aan Christus
behoort de heerlijkheid van de verlossing van het gevallen ras. Doorheen
gans de eeuwigheid zal het gezang van de verlosten zijn : " Hem die ons
heeft liefgehad en ons van onze zonden gewasschen heeft in zijn bloed...
Hem... zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid." Op.l : 5, 8.
"Hij zal zitten en heerschen op
zijnen troon ; en Hij zal priester zijn op zijnen troon . Nu niet " op de
troon van Zijn heerlijkheid ". Math. 25 : 31 ; het koningdom van glorie is
nu nog niet ingeleid. Niet vooraleer zijn werk als middelaar zal beëindigd
zijn zal God " Hem den troon zijns vaders Davids geven," een koningdom, aan
welk " geen einde zal zijn ". Lukas 1 : 32, 33.
Christus zit nu met Zijn Vader op Zijn troon als
priester. Op. 3 : 21. Op de troon met de eeuwige, zelfbestaande Ene is Hij
die 1' onze krankheden cp zich genomen heeft, en onze
smarten ",Jes.53 : 4. die " in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht
geweest doch zonder zonde ." Hebr. 4 : 15. ,opdat Hij mocht " degenen, die
verzocht worden te hulp te komen ". " Indien iemand gezondigd heeft,wij
hebben eenen Voorspraak bij den Vader ".1 Joh.2 :1.
Zijn middelaarschap is dat van een doorstoken ea
gebroken lichaam, van een vlekkeloos leven. De gewonde handen,de doorboorde
zijde,de gekwetste voeten,pleiten v(„jr het gevallen mensdom,wiens
verlossing gekocht werd tegen zulk een oneindige prijs.
" En de raad des vredes zal tusschen die beiden
wezen ''.
De liefde van de Vader, niet minder
dan die van de Zoon, is een bron . an redding voor het gevallen ras. Jezus
zegde aan zijn apostelen voor Hij wegging : " Ik zeg u niet, dat Ik den
Vader voor u bidden zal ; want de Vader zelf heeft u lief." Joh.16 : 26,27.
God was " in Christus de wereld met Zichzelve
verzoenende ". 2 Cor. 5 : 19.
En in de bediening in het heiligdom
boven " zal de raad des vredes tusschen die beiden zijn ". " Want alzoo lief
heeft God de wereld gehad, dat Hij zijnen eniggeboren Zoon gegeven heeft,
opdat een iegelijk, die in Hem gelooft,niet verderve,maar het eeuwige leven
hebbe." Joh. 3. : 16.
De vraag : Wat is het heiligdom ? is klaar
beantwoord in de Schrift. De uitdrukking " heiligdom ", zoals gebruikt in de
bijbel, verwijst eerst naar het tabernakel door Mozes gebouwd, als een
patroon van hemelse dingen ; en ten tweede verwijst het naar het " ware
tabernakel " in de hemel,waarnaar het aardse heiligdom verwees. Bij de dood
van Christus eindigde de voorafbeeldende dienst. Het " ware tabernakel " in
de hemel is het heiligdom van het nieuw verbond. En als de profetie van
Daniel 8 : 14 vervuld is in deze dispensatie, moet het heiligdom, waarnaar
verwezen wordt in die tekst het heiligdom zijn van het nieuw verbond. Aan
het einde
van de 2300 dagen, in 1844, is er geen heiligdom
meer geweest op de aarde sedert vele eeuwen. Dus de profetie: " Tot
tweeduizend en driehonderd avonden en morgens : dan zal het heiligdom
gerechtvaardigd worden ", verwijst ontegensprekelijk naar het heiligdom in
de hemel.
Maar de voornaamste vraag dient nog beantwoord te
worden : " Wat is de reiniging van het heiligdom ?
Dat er zulk een dienst was in verbinding met het
aardse heiligdom wordt bevestigd in het oud testament. Maar kan er iets
gereinigd worden in de hemel ? In Hebr. 9 wordt de reiniging van het aardse
en hemelse heiligdom tenvolle onderwezen. " En alle dingen bijna worden door
bloed gereinigd naar de wet, en zonder bloedstorting geschiedt geene
vergeving. Zoo was het dan noodzaak,dat wel de voorbeeldingen der dingen,die
in de hemelen zijn,door deze dingen ( het bloed van dieren) gereinigd
werden,maar de hemelsche dingen zelve door betere offeranden dan deze. "
Hebr. 9 : 22 , 23 .
171.
Ja, zelfs met het kostbare bloed van Christus. De
reiniging, zowel inde voorafbeeldende als inde werkelijke dienst, moet
volbracht worden met bloed : in de eerste, met het bloed van dieren, in de
laatste, met het bloed van Christus. Paulus geeft als reden aan,waarom die
reiniging met bloed moet geschieden,dat er zonder vergieten van bloed geen
vergiffenis mogelijk is. Vergiffenis of wegdoen van de zonden, is het werk
dat moet volbracht worden. Maar hoe kunnen de zonden te maken hebben met het
heiltdom, zowel in de hemel als op de aarde ? Dit kan geleerd worden door
verwijzing naar de symbolische dienst ; want de priesters die dienst deden
op de aarde, dienden " naar het voorbeeld en de schaduw der hemelsche
dingen." Hebr. 8 : 5.
De bediening van het aardse heiligdom bestaat uit
twee afdelingen ; de priester bedient dagelijks in de heilige plaats,terwijl
eenmaal in het jaar de hogepriester een speciaal werk volbrengt van
verzoening in het heilige der heiligen, voor de reiniging van het heiligdom.
Dag na dag bracht de berouwhebbende zondaar zijn offerande naar de deur van
het tabernakel en, zijn hand op het slachtoffer plaatsend, belijdde hij zijn
zonden, aldus in figuurlijke zin zijn zonden plaatsend van zichzelf op het
onschuldige slachtoffer. Het dier werd dan geslacht. " Zonder storten van
bloed ", zegt de apostel, " is er geen vergeving van zonden, want de ziel
des vleesches is in het bloed." Lev. 17 : 11.
De verbroken wet van God vraagt het leven van de
overtreder. Het bloed, het verbeurde leven van de overtreder voorstellend,
wiens schuld het slachtoffer droeg,werd door de priester naar het heilige
gebracht en gesprenkeld voor de voorhang, waarachter de ark des verbonds
stond, de wet bevattend, die de zondaar overtreden had. Door deze ceremonie
werd de zonde, door het bloed, figuurlijk op het heiligdom geplaatst. In
sommige gevallen werd het bloed niet naar het heiligdom gebracht ; maar dan
moest het vlees gegeten worden door de priester, zoals Mozes onderrichtte
aan de zonen van At ron, zeggende ; " Hij heeft u dat gegeven, op dat gij de
ongerechtigheid der vergadering zoudt dragen." Lev. 10 : 17. Beide
ceremonieën symboliseerden op dezelfde wijze de overdracht van de zonde van
de belijder op het heiligdom.
Dat was het werk dat gans het jaar door dagelijks
volbracht werd. De zonden van Israel werden aldus overgedragen op het
heiligdom, en een speciaal werk werd noodzakelijk gemaakt om de zonden ervan
af te nemen. God gaf bevel dat een verzoening moest gedaan worden voor ieder
van de heilige plaatsen. " Zoo zal hij voor het heilige, vanwege de
onreinigheden der kinderen Israels,en vanwege hunne overtredingen naai al
hunne zonden verzoening doen ; en alzoo zal hij doen aan de tent der
samenkomst,welke met her. woont in het midden hunner onreinheden." Lev. 16 :
16.
Er moest ook verzoening gedaan worden voor het
altaar, om het te " reinigen en te heiligen van de onreinigheden der
kinderen Israels ". Vers 19.
Eenmaal in het jaar, op de Grote Verzoendag, ging
de priester binnen in het iiei~_ge der heiligen voor het reinigen van het
heiligdom. Het werk, dat daar volbracht werd, voltooide de jaarlijkse ronde
var, bediening. Op de Verzoeningsdag werden twee jonge geitebokjes aan de
deur van het tabernakel gebracht, en het lot werd over hen geworpen, " een
lot voor den Heere en een lot voor den weggaarden bok". Vers 8. De geit waar
het lot op viel voor de Heer moest geslacht worden als een zondeoffer voor
het polk. En de priester moest zijn bloed achter de voorhang brengen en het
sprenkelen op het verzoendeksel en vóór het verzoendeksel. Het bloed moest
ook gesprenkeld worden op het reukofferaltaar dat vóór de voorhang was.
" En Aaron zal beide zijne handen op het hoofd van
den levenden bok leggen, en zal daarop al de ongerechtigheden der kinderen
Israels,en al hunne overtredingen, naar al hunne zonden belijden, en hij zal
die op het hoofd van den bok leggen,en zal hem door de hand eens mans,die
voorhanden is,naar de woestijn uitlaten." Vers 21,22.
De geitebok kwam niet meer in het kamp van Israel,
en de man die hem begeleidde moest zich met water wassen evenals zijne
klederen voor hij terugkeerde naar het kamp.
De ganse ceremonie was bedoeld om de Israelieten
onder de indruk te brengen van de heiligheid van God en zijn afkeer van de
zonde ; en verder,hen te tonen, dat zij niet in aanraking konden komen met
de zonde zonder er door bevlekt te worden. Eenieder moest zijn ziel
bedroeven terwijl dit werk van verzoening volbracht werd. Alle werkzaamheden
moesten opzij gezet worden, en de ganse vergadering van Israel moest de dag
doorbrengen in plechtige vernedering voor God, met gebed, vasten, en diep
hartdoorgronden. Belangrijke waarheden nopens de verzoening worden
onderwezen door de voorafbeeldende dienst. Er werd een plaatsvervanger
aanvaard voor de zondaar, maar de zonde was niet vernietigd door het bloed
van het slachtoffer. Een middel werd dus voorzien waardoor het overgebracht
werd op het heiligdom. Door het offeren van bloed erkent de zondaar de
autoriteit van de wet, belijdt zijn schuld van overtreding, en drukt de wens
uit van vergeving te ontvangen door het geloof in een verzoener die moest
komen ; maar hij was nu niet tenvolle ontheven van de veroordeling van de
wet. Op de Verzoendag ging de hogepriester binnen in het heilige der
heiligen,met zich een offer mede nemend voor de vergadering en hij
sprenkelde het bloed ervan op het verzoendeksel, onmiddellijk over de wet,
om te voldoen aan de eisen van de wet. Dan,als middelaar, nam hij de zonden
op zich en nam ze weg van het heiligdom. Zijn handen op de geitebok
plaatsend, beleed hij over hem al deze zonden, aldus in beeld de zonden
overbrengend van zichzelf op de geitebok. Dan droeg de geitebok ze weg, en
ze werden aanzien als voor altijd afgescheiden van het volk. Aldus ook was
de dienst " naar het voorbeeld en schaduw van de hemelse dingen ". En wat
gedaan werd in voorafbeelding in de bediening van het aardse heiligdom is in
werkelijkheid volbracht in de bediening van het hemelse heiligdom. Na Zijn
opklimming ten hemel begon onze Heiland Zijn werk als Hoge Priester. Paulus
zegt : "Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen
gemaakt is, het welk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel
zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht Gods voor ons ". Hebr. 9 :
24.
De bediening van de priester gedurende het jaar in
de eerste afdeling van het heiligdom " binnen de voorhang " die de deur
vormde en de afscheiding uitmaakte van de heilige plaats van het voorhof,
stelt het werk van de bediening voor, waarmede Christus begonnen is bij Zijn
hemelvaart. Het was het werk van de priester in de dagelijkse dierst van het
bloed van het zondeoffer aan God voor te stellen, alsook de wierook die met
de gebeden van Israel opstijgt. Zo pleitte Christus met Zijn bloed voor de
Vader ten gunste van de zondaars, en legt aan Hem met de kostbare geur van
Zijn eigen gerechtigheid, de gebeden voor van de berouwvolle
gelovigen. Zo was het werk van bediening in de
eerste afdeling van het heiligdom in de hemel.
Tot daar volgde Hem het geloof van Christus'
discipelen, als Hij uit hun zicht opsteeg. Hier vestigden zij hun hoop op, "
welke hoop wij hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, en
ingaat in het binnenste des voorhangsels,waar de voorloper voor ons is
ingegaan,namelijk Jezus,naar de ordening van Melchisedech, een Hoogepriester
geworden zijnde in der eeuwigheid. " Hebr. 6 : 19 , 20. " noch door het
bloed der bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan
in het heiligdom,eene eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende". Hebr. 9 :
12.
Gedurende achttien eeuwen ging dit werk van
bediening voort in de eerste afdeling van het heiligdom. Het bloed van
Christus pleitte ten behoeve van de berouwvolle gelovige,verzekerde zijn
verge,~ing en aanneming door de Vader,maar zijn zonden bleven toch op de
boeken van gedenkenis. Zoals in de voorafbeeldende dienst er een werk van
verzoening was op het einde van het jaar, zo vooraleer het werk van
verzoening van de mens voltooid is, is er een werk van verzoening om de
zonden van het heiligdom weg te nemen. Dit is de dienst die begon als de
2300 dagen beëindigd waren. Te dien tijde, zoals voorspeld door de profeet
Daniel, gaat onze Hogepriester het heilige der heiligen binnen, om het
laatste deel van Zijn plechtig werk te volbrengen - om het heiligdom te
reinigen.
Zoals van ouds de zonden van het volk door het
geloof geplaatst werden op het zonde offer en door zijn bloed overgebracht
in zinnebeeld op het aardse heiligdom, zo in het nieuwe testament worden de
zonden van de berouwvolle door het geloof geplaatst op Christus, en
overgedragen, in feite, op het hemelse heiligdom.
En zoals de voorafbeeldende reiniging van het
aardse volbracht werd door de wegneming van de zonden waardoor het
verontreinigd werd, zo wordt de huidige reiniging van het hemelse volbracht
door het wegnemen of uitdelgen van de zonden, die daar opgetekend staan.
Maar vooraleer dit kan volbracht worden, moet er een onderzoeking plaats
vinden van de boeken van opneming om vast te stellen wie, door bekering van
de zonde en geloof in Christus, gerechtigd zijn van te genieten van Zijn
verzoening. De reiniging van het heiligdom sluit dus een werk in van
onderzoek - een werk van oordeel. Dit werk moet vervuld worden voor de komst
van Christus om Zijn volk te verzoenen ; want als Hij komt, is Zijn beloning
met Hem om aan ieder te geven volgens zijn werken.
Op. 22 : 12.
Aldus zagen deze, die volgden in het licht van het
profetische woord, dat inplaats Christus op het einde van de 2300 dagen in
1844, naar de aarde zou komen, Hij dan het heilige der heiligen van het
hemelse heiligdom binnen ging om het afsluitingswerk van de verzoening te
volbrengen in voorbereiding tot Zijn komst. Er werd gezien, dat terwijl het
zondeoffer naar Christus wijst, als een offer, en de Hogepriester Christus
voorstelt als een middelaar, de geitebok Satan voorstelt, de auteur van de
zonde, op wie de zonden van de waarachtig bekerende zondaar ten laatste
zullen gelegd worden. Als de hogepriester, door de kracht van het bloed van
het zondeoffer, de zonden van het heiligdom wegnam, plaatste hij ze op de
geitebok. Als Christus, door de kracht van Zijn eigen bloed, de zonden van
Zijn volk van het hemelse heiligdom wegneemt op het einde van Zijn
bediening, zal Hij ze plaatsen op Satan,die bij de uitvoering van het
oordeel, de eindstraf moet dragen. De geitebok werd weggezonden in een
onbewoond land, om nooit meer terug te keren in de vergadering van de
Israelieten. Zo zal Satan voor altijd verbannen worden van de
tegenwoordigheid van God en Zijn volk, en hij zal van zijn bestaan
weggevaagd worden bij de eindvernietiging van de zonde en de zondaars. Great
Controversy 411-22.
Familie gebed en openbaar gebed zijn beiden nodig ;
maar het is de stille gemeenschap met God, die het leven van de ziel in
stand houdt. Het was op de berg met God, dat Mozes het model zag van het
wonderbaar gebouw,dat de verblijfplaats van Zijn heerlijkheid moest zijn.
Het is op de berg met God - de verborgen plaats van gemeenschap- , dat wij
Zijn heerlijk ideaal voor de mens moeten beschouwen. Zo zullen wij in staat
zijn ons karaktervorming aldus te vormen, zodat voor ons de belofte moge
vervuld worden : " Ik zal in hen wonen en Ik zal onder hen wandelen, en Ik
zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn."
Terwijl wij bezig zijn met ons dagelijks werk,
zouden wij moeten onze ziel verheffen naar de hemel in gebed. Deze stille
gebeden stijgen gelijk wierook voor de troon van genade ; en de vijand is
verbijsterd. De Christen wiens hart aldus op God gericht is kan niet
overwonnen worden. Geen kwade kunsten kunnen zijn vrede verstoren. Al de
beloften van Gods woord, al de macht van goddelijke genade, al de bronnen
van Jehova zijn verpand om zijn bevrijding te verzekeren. Het was aldus dat
Enoch met God wandelde. En God was voor hem, een tegenwoordige hulp in de
tijd van nood.
Christus' bedienaars moeten waken in gebed. Zij
moeten met stoutmoedigheid tot de troon van genade komen, heilige handen
verheffend zonder wraak of twijfel. Zij mogen in geloof de Vader in de hemel
smeken om wijsheid en genade,dat zij mogen weten hoe te werken,hoe met
gemoeden om te gaan. Gebed is de adem van de ziel. Het is het geheim van
geestelijke macht. Geen andere middels van genade kunnen in de plaats
gesteld worden, en de gezondheid van de ziel bewaard worden. Gebed brengt de
ziel in onmiddellijk kontakt met de Bron van leven, en versterkt de zenuw en
de spier van het religieus leven. Verwaarloos de gebedsoefening, of bid
slechts sporadisch,nu en dan, als het schikt, en gij verliest uw houvast aan
God. De spirituele mogelijkheden verliezen hun vitaliteit,de religieuse
bevindingen missen gezondheid en kracht. _ Het is slechts aan het altaar van
God, dat wij onze toortsen kunnen aansteken met goddelijk vuur. Het is
alleen het goddelijk licht, dat de kleinheid, de onbekwaamheid., van
menselijke kundigheid zal openbaren, en klaar begrip zal geven van de
volmaaktheid en reinheid van Christus. Het is slechts als wij Jezus
beschouwen, dat wij begeren gelijk Hem te zijn, slechts als wij Zijn
gerechtigheid bedenken, dat wij hongeren en dorsten om ze te bezitten ; en
het is slechts als wij smeken in ernstig gebed, dat God ons wil voldoen in
de begeerten van ons hart.
Als mensen zo toegewijd waren als Eliah en het
geloof bezaten dat hij bad, dan zou God zich openbaren zoals llij het dan
deed. Als mensen met de Heer pleiten zoals het Jakob deed, zouden de
resultaten die dan gezien werden nu ook gezien worden. Macht zal van God
komen in antwoord op het gebed van geloof. Omdat het leven van Jezus een
leven van bestendig vertrouwen was, in stand gehouden door bestendige
vereniging, was Zijn dienst voor de hemel zonder feil of fout. Dagelijks
onderhevig aan bekoringen, bestendig tegengewerkt door de leiders van het
volk, wist Christus, dat Hij Zijn menselijkheid moest kracht geven
173.
door het gebed. Om een zegen te zijn voor de mens,
moest Hij gemeenschap houden met God, van Hem energie, volharding en
standvastigheid bekomend.
Gospel Workers 254-256.
Deze, die beweren volgelingen van de Meester te
zijn, en die zich in den dienst stellen van Hem als medearbeiders met
God,moeten in hun werk nauwkeurigheid en bedrevenheid,takt en wijsheid
brengen, die de God van volmaaktheid vergt in het bouwen van het aards
heiligdom. En nu, zoals in de tijd van Christus' aardse bediening, moeten
toewijding aan God en een geest van offervaardigheid beschouwd worden als de
eerste vereiste van een aanvaardbare dienst. God begeert dat er geen enkele
draad van zelfzucht geweven is in Zijn werk.
Messages to Young people. 303.
Ware kennis is achteruitgegaan bij
iedere opeenvolgende generatie. God is oneindig, en het eerste volk op de
aarde ontving zijn instrukties van deze oneindige God, die de wereld schiep.
Deze, die hun kennis onmiddellijk van God ontvingen waren niet gebrekkig in
kennis.
God lichtte Noah in hoe hij de
onmetelijke ark moest bouwen, voor de redding van zichzelf en zijn familie.
Hij lichtte ook Mozes in hoe hij het heiligdom moest maken, en de
versieringen en het handige werk, dat de tempel moest vervullen. De vrouwen
bewerkten met grote vindingrijkheid de broderiën van zilver en goud. Er
ontbraken geen handige mannen om het werk van het bouwen van de ark, het
tabernakel en het vaatwerk van massief goud te volbrengen.
Spir. Gifts. 4 - 154.
Dat de arbeiders gedenken, dat, zoals in de tijd
van Noah en Mozes, God de grote Meester Bouwer,door Zijn woord, door Zijn
geest en door Zijn voorzienigheid, Zijn werk wil beheren in ieder onderdeel.
Zij moeten
tijd maken om raad aan Hem te vragen. De stem van
gebed en de melodie van heilige gezangen zouden moeten als een zachte
wierook opstijgen. Allen zouden moeten hun totale afhankelijkheid van God
beseffen. 7. Test. Church 94.
Het heiligdom was zo geconstrueerd,dat het kon
uiteengenomen worden en medegenomen door de Israelieten tijdens hun reizen.
Daarom was het niet groot, niet meer dan vijftig voet in de lengte en
achttien in de breedte en hoogte. Toch was het een prachtige constructie.
Het hout dat gebruikt werd voor het bouwen ervan en de benodigdheden waren
uit acacia hout, dat minder onderhevig was aan verval dan gelijk welke
andere houtsoort aan de Sinai. De muren bestonden uit rechtop gezette
planken of borden, geplaatst in zilveren voetstukken, en stevig gehouden
door pilaren en aan sluitende staven ; en alles was belegd met goud, aan het
gebouw de indruk gevend van vol goud. Het dak bestond uit vier serien van
gordijnen, de binnenste van fijn getwijnd linnen, en blauw, purper en rood,
met cherubijnen van kunstig handwerk. De andere drie waren respectievelijk
uit geitenhaar, ramsvel donker rood, en robbevel, zo geschikt, dat er
volledig bescherming was. Het gebouw was in twee delen verdeeld door een
rijke en mooie voorhang, of gordijn, opgehangen door met goud beslagen
pilaren ; en een gelijkaardige voorhang sloot de ingang af van de eerste
afdeling. Deze, zoals de inwendige bedekking van de plafond waren uit de
schoonste kleuren, blauw , purper en rood, schoon geschikt daar zij
ingewerkt waren met goud en zilverdraad om het engelenheir voor te stellen,
dat met het werk van het hemelse heiligdom verbonden was en die bedienende
geesten waren voor het volk van God op de aarde. De heilige tent was omringd
door een open plaats, het voorhof genoemd, dat omringd was met draperiën of
afschuttingen van fijn linnen, opgehangen aan pilaren of staven. De ingang
van deze omheining was langs de oostkant. Hij was gesloten door gordijnen
van kostelijk materiaal en mooi handwerk, maar toch minder schoon dan deze
van het hetiligdom. De gordijnen van de omheining waren maar half zo hoog
als de muren van het heiligdom, zodat het gebouw van langs buiten kon gezien
worden door het volk. In het voorhof en dichtbij de ingang stond het
brandofferaltaar. Op dit altaar werden al de offeranden door vuur gemaakt
voor de Heer, en de hoornen ervan werden besprenkeld met het verzoenende
bloed. Tussen het altaar en de deur van het tabernakel was het wasbekken,
dat ook uit koper was; gemaakt van de spiegels, die vrijwillig geofferd
geweest waren door de vrouwen van Israel. Aan het wasbekken moesten de
priesters hun handen en voeten wassen, telkens als zij in de heilige
afdelingen gingen, of het altaar naderden om een brandoffer op te dragen
voor de Heer.
In de eerste afdeling, of in het heilige waren de
tafel van de toonbroden en kandelaar en het reukofferaltaar. De tafel van de
toonbroden stond aan de noordzijde. Met haar versierde kroon, was zij
overladen met puur goud. Op deze tafel moesten de priesters iedere week op
de Sabbat twaalf broden plaatsen, geschikt in twee stapels, en besprenkeld
met wierook. Als de broden weggenomen werden, als heilig beschouwd, moesten
ze door de priesters gegeten worden. Aan de zuidkant was de zevenhandige
kandelaar, met zeven lampen. Iedere arm was bewerkt met uitzonderlijk mooie
bloemen gelijkend op lelies, en het geheel was gemaakt van een stuk vol
goud. Er waren geen vensters in het tabernakel, de lampen werden niet allen
terzelvertijde uitgedoofd, maar geven licht bij dag en bij nacht. Juist voor
de voorhang, die het heilige van het heilige der heiligen en van de
onmiddellijke tegenwoordigheid van God scheidde, stond het gouden
reukofferaltaar. Op dit altaar moest de priester wierook branden iedere
morgen en avond ; de hoornen ervan werden besprenkeld met bloed van het
zondeoffer op de grote Verzoendag ieder jaar. Het vuur op dit altaar werd
door God zelf aangestoken en werd heilig aanzien. Dag en nacht verspreidde
de heilige wierook zijn geur doorheen de heilige plaatsen, en ook buiten,
zelfs ver rond het heiligdom.
Achter de binnen voorhang was het heilige der
heiligen,waar de symbolische dienst van verzoening en middelaarschap
gecentraliseerd was, en die de verbindingsschakel was tussen de hemel en de
aarde. Hier was de ark, een kist gemaakt uit acaciahout, van binnen en van
buiten overladen met goud, met een kroon van goud erop aan het
bovengedeelte. Zij diende als bewaarplaats van de stenen tafelen, waarop God
zelf de Tien Geboden geschreven had. Daarom werd ze genoemd de ark van Gods
testament, of de ark des verbonds, daar de Tien Geboden de basis van het
verbond vormden tussen God en Israel. Het deksel van de heilige koffer werd
verzoendeksel genoemd. Deze was vervaardigd uit een vol stuk goud, en
erboven op stonden de gouden cherubijnen, een langs weerszijde. Een van hun
vleugels was naar omhoog gestrekt, terwijl de andere gevouwen was over het
lichaam ( Zie Ez. 1 ; 11 ) als teken van eerbied en nederigheid. De stand
van de cherubijnen,met hun aangezichten naar elkander gericht, en eerbiedvol
neerkijkend naar de ark, stelt de eerbied voor, die het hemelse heir heeft
voor de wet van God en hun belangstelling in het
plan van verlossing.
Boven het verzoendeksel was de Shekinah,de
veropenbaring van de goddelijke tegenwoordigheid ; en van tussen de
cherubijnen maakte God Zijn wil bekend. Goddelijke boodschappen werden
somtijds aan de priesters medegedeeld, aan de hogepriester door de stem
vanuit de wolk. Somtijds viel een licht op de engelen aan de rechterzijde,
om goedkeuring of aanvaarding aan te duiden, of een schaduw of wolk rustte
op de linkse engel om afkeuring of verwerping aan te duiden.
De wet van God, ingesloten in de ark, was de grote
regel van gerechtigheid en oordeel. De wet sprak de dood uit op de
overtreder ; maar boven de wet was het verzoendeksel, waar de
tegenwoordigheid van God geopenbaard werd, en van waaruit, door de kracht
van de verzoening, vergiffenis werd geschonken aan de berouwvolle zondaar.
Aldus wordt in het werk van Christus, gesymboliseerd door de dienst van het
heiligdom, " de goedertierenheid en de waarheid zullen elkander ontmoeten,de
gerechtigheid en vrede zullen elkander kussen". Ps. 85 : 11.
Geen taal kan de glorie beschrijven van het
tafereel, voorgesteld binnen in het heiligdom - de met goud beslagen muren
het licht weerkaatsend van de gouden kandelaar,de schitterende kleuren van
de rijk gewerkte gordijnen met hun licht gevende engelen, de tafel en het
reukofferaltaar, schitterend van goud ; achter het tweede gordijn de heilige
ark, met haar mystische engelen, en erboven de Shekinah, de zichtbare
openbaring van Jehova's tegenwoordigheid ; dit alles maar een gedempte
weergave van de heerlijkheid van de tempel van God in de hemel, het grote
centrum van het werk voor de redding van de mens. Ongeveer een half jaar
werd ingenomen voor het bouwen van het heiligdom. Als het voltooid was, zag
Mozes al het werk na van de bouwers, het vergelijkend met het patroon hem
getoond en de richtlijnen die hij van God ontvangen had. " Gelijk als de
Heere geboden had, alzoo hadden zij het gemaakt. Toen zegende Mozes hen ."
Ex. 39 : 43.
Met scherpe belangstelling drong de menigte zich
rond het gebouw van het heiligdom. Als zij het schouwspel met eerbiedige
voldoening beschouwd hadden dreef de wolkkolom over het heiligdom en,
nederdalend,nam zij het in. " En de heerlijkheid des Heeren vervulde den
tabernakel". Ex. 40 : 34. De goddelijke majesteit werd geopenbaard, en zelfs
Mozes kon voor een tijd niet binnengaan. Met diepe ontroering beschouwde het
volk het teken, dat hun werk aanvaard was. Er waren geen luide demonstraties
van vreugde. Een plechtige eerbied rustte op allen. Maar de blijheid van hun
hart kwam op in tranen van vreugde, en zij mompelden stil, ernstige woorden
van dankbaarheid dat God erin toegestemd had van met hen te wonen.
Patr. Pr. 248-49.
Binnen de tweede voorhang was de ark des verbonds
geplaatst, en het rijke gordijn was opgetrokken, voor de heilige ark. Dit
gordijn reikte niet tot de top van het gebouw. De heerlijkheid van God, die
boven het verzoendeksel was, kon gezien worden vanuit de twee afdelingen,
maar in mindere mate in het eerste deel van het heiligdom... Als de priester
de wierook offerde voor de Heer zag hij op naar het verzoendeksel. Ofschoon
hij niet kon zien wist hij dat het daar was, en als de wierook opsteeg
gelijk een wolk, daalde de glorie des Heren neder op het verzoendeksel,en
vervulde het heilige der heiligen en was zichtbaar in het heilige, en de
heerlijkheid vervulde soms zo sterk de beide plaatsen,dat de priester niet
in staat was van dienst te doen en verplicht was van aan de deur te staan
van het heiligdom.
De priester in het heilige der heiligen, die zijn
gebeden in geloof richt naar het verzoendeksel,dat hij niet kon zien, stelt
het volk van God voor dat zijn gebeden naar Christus richt die zich bevindt
voor het verzoendeksel in het hemelse heiligdom.
Zij kunnen hun Middelaar met het natuurlijke oog
niet zien, maar met het oog van het geloof zien zij Christus voor het
verzoendeksel en zij richten hun gebeden naar Hem, en met zekerheid roepen
zij om de weldaden door Zijn middelaarschap.
Story of Redemption 153.
VERS 17-22.
De ark van het aardse heiligdom was de patroon van
de ware ark inde hemel. Daar nevens de hemelse ark, staan levende engelen,
elk met een vleugel het verzoendeksel overschaduwend, en zich uitstrekkend
naar omhoog, terwijl de andere vleugels zich strekken over hun vorm in teken
van eerbied. ST. Maart 1911.