HOOFDSTUK 20.
VERS 1 - 17
Lees Nehemia 9 : 6 - 15. Als de wet uitgesproken werd, stond de Heer de
Schepper van Hemel en aarde, aan de zijde van Zijn Zoon, overdekt door het vuur
en de rook op de berg. Het was hier niet dat de wet het eerst gegeven werd;
maar hij werd uitgesproken opdat de kinderen van Israël, wiens ideeën verward
geraakt waren door hun associatie met afgodendienaars in Egypte, de
bewoordingen ervan mochten in herinnering brengen, en begrijpen, waaruit de
ware aanbidding van Jehova bestaat. ST. Okt. 15, 1896.
Adam en Eva bij hun schepping hadden een begrip van de wet. Hij was in hun hart
gedrukt, en zij verstonden de eisen die hij hen oplegde. MS 99, 1902.
De wet van God bestond vóór de mens geschapen werd. Hij was aangepast aan de
toestand van de heilige wezens; zelfs de engelen werden erdoor bestuurd. Na de
val waren de princiepen van gerechtigheid onveranderd. Niets was weggenomen van
de wet; geen enkele van zijn heilige voorschriften kon verbeterd worden. En
zoals hij bestond voor liet begin, zo zal hij blijven bestaan doorheen de niet
ophoudende tijden van de eeuwigheid. Lees Ps.119:152. ST April 15, 1886.
De Sabbat van het vierde gebod werd ingesteld in Eden. Nadat God de wereld
gemaakt had, en de mens geschapen had op de aarde, maakte Hij de Sabbat voor de
mens. Na de zonde en de val van Adam, was niets weggenomen van de wet van God.
De princiepen van de tien geboden bestonden vóór de val en waren van een
karakter, dat aangepast was aan de toestand van een heilige soort van wezens.
Na de val, waren de princiepen van deze voorschriften niet veranderd, maar
bijkomende voorschriften werden gegeven om de mens tegemoet te komen in zijn
gevallen toestand. 3SG, 295.
De wet van God bestond vóór de schepping van de mens of anders zou Adam niet
kunnen zondigen hebben. Na de overtreding van Adam waren de princiepen van de
wet niet veranderd, maar waren definitief aangepast en uitgedrukt om de mens
tegemoet te komen in zijn gevallen toestand. Christus in beraadslaging met Zijn
Vader, stelde het systeem in van de offerdienst; opdat de dood, inplaats van
onmiddellijk de overtreder te bezoeken, overgedragen zou worden op een
slachtoffer, dat het groot en volmaakt offer van de Zoon van God zou
voorafbeelden. ST. Maart 14, 1878.
Tengevolge van de bestendige overtreding werd de morele wet herhaald in
eerbiedvolle grootsheid vanop de Sinai. Christus gaf aan Mozes religieuze
voorschriften, die het leven iedere dag moesten beheersen. Deze statuten werden
uitdrukkelijk gegeven om de tien geboden te beveiligen. Zij waren niet de
schaduwachtige typen, die moesten weggenomen worden bij de dood van Christus.
Zij waren bindend voor de mens in iedere tijdsperiode, zolang als de tijd zal
bestaan. Deze geboden werden opgelegd door de macht van de morele wet, en zij
legden deze wet klaar en op een definitieve wijze uit. Idem, April 15, 1875.
Lees Jes. 58 : 13, 14. De God van de hemel heeft een zegen gelegd op hen, die
de wet van God onderhouden. Zullen wij stand houden als een specifiek volk, of
zullen wij op de wet trappen en zeggen dat hij niet bindend is ? God kon
evengoed Zichzelf afgeschaft hebben, In de wet is iedere nauwkeurige vermelding
het karakter van de oneindige God. MS 12, 1894.
God heeft Zijn wet gegeven voor de regeling van het gedrag van de naties, van
de families en van de individuen. Er is geen werker van ongerechtigheid,
ofschoon zijn handelingen van de lichtste mogen zijn en van de meest geheime,
die ontsnapt aan de veroordeling van de wet. MS 58, 1897.
Onze plicht van deze wet te gehoorzamen is het hoofdthema van deze laatste
boodschap van barmhartigheid aan de wereld. Gods wet is niet iets nieuws. Het
is geen geschapen heiligheid, maar heiligheid, die bekend gemaakt wordt. Het is
een code van princiepen, die barmhartigheid, goedheid en liefde uitdrukt. De
wet toont aan de gevallen mensheid het karakter van God, en duidt tenvolle de
ganse plicht van de mens aan. MS. 88, 1897.
Lees Joh.14 : 15. De tien geboden, Gij zult en Gij zult niet, zijn tien
beloften, waarvan wij zeker zijn, als wij gehoorzaam zijn aan de wet, die het
universum beheerst. "Indien gij Mij liefhebt, zoo bewaart Mijne geboden". Hier
is de kern en het wezen van de wet van God. De voorwaarden van redding voor
iedere zoon en dochter van Adam zijn hier uitgestippeld. ( MS 41, 1896).
De tien heilige voorschriften uitgesproken door Christus op de Sinai waren de
openbaring van het karakter van God, en maakten aan de wereld het feit bekend
dat Hij rechtsbevoegdheid heeft over gans de menselijke erfenis. Deze wet van
tien voorschriften van de grootste liefde die aan de mens kan gegeven worden,
is de stem van God uit de hemel, die tot de ziel spreekt in belofte: "Als gij
dit doet, zult gij niet onder de heerschappij en toezicht komen van Satan". Er
is niets negatiefs in deze wet, ofschoon het zo moge schijnen. Het is DOE, en
leef. Brief 89, 1899.
Lees Rom.12:1; 2.Petr. 1 : 4. God heeft in de tien geboden de wetten van Zijn
koninkrijk neergelegd. Elke overtreding van de wetten van de natuur, is een
overtreding van de wet van God.
De Heer heeft Zijn heilige wetten gegeven, opdat zij een muur van bescherming
zouden vormen rond Zijn geschapen wezens, en zij, die zich willen afhouden van
de bevlekking van eetlust en passie kunnen deelnemers worden van de goddelijke
natuur. Hun begripsvermogens zullen klaar zijn. Zij zullen weten hoe zij ieder
vermogen van de gezondheid kunnen beschermen, opdat zij aan God mogen
opgedragen worden in Zijnen dienst. De Heer kan ze gebruiken: want zij verstaan
de woorden van de grote apostel: "Lees Rom. 12 :1. MS 153, 1899.
VERS 3 - 17.
Lees Spreuken 4 : 20-22. De liefde van Jezus in de ziel zal alle haat,
zelfzucht en jaloersheid uit de ziel wegjagen; want de wet van de Heer is
volmaakt, de ziel tot bekering leidend. Er is gezondheid in gehoorzaamheid aan
de wet van God. De genegenheden van de gehoorzame worden getrokken naar God.
Opziende naar de Heer Jezus, kunnen wij elkander aanmoedigen en dienen. De
liefde van Christus wordt in onze ziel verspreid, en er is geen tweedracht en
strijd onder ons, MS 152, 1901.
De oude joodse kerk was het hoog begunstigd volk van God, uit Egypte gevoerd en
erkend als Zijn eigen specifieke schat. De vele en uitnemend grote beloften aan
hen als volk, waren de hoop en het vertrouwen van de Joodse kerk. Hierin
vertrouwden zij en geloofden zij hun redding zeker. Geen ander volk beleed van
door de geboden van God bestuurd te zijn. Redemption: or de First Advent of
Christ 35.
Afgodendienaars worden veroordeeld door het Woord van God. Hun dwaasheid
bestaat erin van op zichzelf te vertrouwen voor redding, door zich te buigen
voor de werken van hun eigen handen. God ziet deze als afgodendienaars aan, die
vertrouwen in hun eigen wijsheid, hun eigen beraming, afhangend voor succes van
hun rijkdommen en macht, pogend van zich te sterken door verbinding met mensen,
die de wereld groot noemt, maar, die erin falen van de bindende eisen van de
wet van God te onderscheiden. RH Maart 15, 1906.
Zijn wij aanbidders van Jehova of Baal? van de levende God, of van idolen? Er
mogen geen uitwendige schrijnen zichtbaar zijn; er mogen geen beelden voor het
oog geplaatst zijn; toch kunnen wij afgodendienst beoefenen. Het is even
gemakkelijk van idolen te maken van geliefde ideeën of voorwerpen als van goden
van hout of steen te maken. Duizenden hebben een vals begrip van God en van
Zijn eigenschappen. Zij dienen evenzeer een valse God als de dienaars van Baal.
Idem Dec. 1908.
Satan bracht de val van de mens tot stand en sedertdien is het zijn werk
geweest van in de mens het beeld van God uit te wissen en de stempel te
plaatsen van zijn eigen beeld op de menselijke harten. Oppergezag hebbend in
misdaad, eist hij de opperheerschappij op voor zichzelf, en oefent over zijn
onderdanen de macht uit van koningschap. Hij kan God van Zijn troon niet jagen,
maar door het systeem van afgoderij, plaatst hij zijn eigen troon tussen de
hemel en de aarde, tussen God en de menselijke aanbidder. Idem Okt. 22, 1895.
VERS 4 - 6
Sommigen veroordelen beelden, erop wijzend dat zij verboden zijn door het
tweede gebod, en dat alles van deze aard moet vernietigd worden. Het tweede
gebod verbiedt beeldenaanbidding; maar God zelf gebruikte beelden en symbolen
om aan Zijn profeten lessen te geven, die zij aan het volk moesten voorstellen,
en die op deze wijze beter kunnen verstaan worden dan op een andere wijze. Hij
doet beroep op het begripsvermogen door het zintuig van het gezicht.
Profetische geschiedenis werd voorgesteld aan Daniël en Johannes in symbolen,
en deze moesten voorgesteld worden tenvolle op tafels, opdat deze die leest
moge begrijpen. HS. 211, 212.
VERS 8 - 11
Lees Gen. 2 : 9, 16, 17; Ex. 16 : 29.
Eenieder is op de proef gesteld geweest, zoals Adam en Eva in Eden. Zoals de
boom van kennis geplaatst werd in het midden van de hof van Eden, zo wordt het
Sabbatgebod in het midden van de decaloog geplaatst. In verband met de vruchten
van de boom van kennis was er de beperking opgelegd: "Gij zult daarvan niet
eten opdat gij niet sterft". Gen. 3 : 3. Van de Sabbat zegt God: Gij zult hem
niet ontwijden, maar hem heilig houden.......
Zoals de boom van kennis een test van Adams gehoorzaamheid uitmaakte, zo is het
vierde gebod de test die God gegeven heeft opdat Zijn volk zijn trouw aan Hem
zou kunnen bewijzen. De bevinding van Adam moet een waarschuwing zijn voor ons
zolang als er tijd overblijft. Zij waarschuwt ons van geen zekerheid aan te
nemen uit de mond van de mens of van engelen, die één jota of titel van de
gewijde wet van Jehova afbreken. RH. AUG. 30, 1898.
VERS 14.
Alle valse aanbidding is geestelijk overspel. Het tweede gebod, dat valse
aanbidding verbiedt, is ook een gebod van aanbidding van God, en van Hem alleen
te dienen. De Heer is een jaloerse God. Hij wil niet dat men met Hem spot. Hij
heeft gezegd op welke wijze Hij moet aanbeden worden. Hij heeft een haat tegen
afgoderij; want de invloed ervan is verderfelijk. Het verlaagt de geest, en
leidt tot sensualiteit en alle soort van zonde. MS. 126, 1901.
VERS 16.
Lees Gal. 6:7. Laster is meer in het gebruik dan wij denken. Het gebod: Gij
zult geen valsche getuigenis spreken, betekent meer dan wij ons realiseren.
Valse getuigenis wordt altijd opnieuw gegeven in lichtzinnige taal, zelfs over
de werkers, die God gezonden heeft. De zaden van jaloersheid, van kwaad denken
en spreken, ontkiemen en brengen een oogst voort van dezelfde soort, die door
deze zal geoogst worden die het zaad gezaaid heeft. "Want zo wat de mensch
zaait, dat zal hij ook maaien". Gal. 6 : 7. Brief 9 : 1892.
Ik was diep onder de indruk van de speciale inachtneming van God voor Zijn
volk. Niettegenstaande hun dwalingen, hun ongehoorzaamheid, en hun
opstandigheid, bleven zij steeds Gods uitgekozen volk. Hij had ze uitzonderlijk
vereerd door naar beneden te komen van Zijn heilige woning op de berg Sinai en,
in majesteit en heerlijkheid en eerbiedvolle grootsheid de Tien geboden
uitsprekend ten aanhoren van gans het volk en ze neerschrijvend op de stenen
tafels met Zijn eigen vinger.... 2 Test. 109.
Er is werk voor allen opdat de eenvoudige waarheden van het Woord Gods mogen
bekend gemaakt worden. De woorden van de Schrift zouden moeten gedrukt worden
en gepubliceerd worden, juist zoals ze er staan. Verzamel deze waarheden in
kleine boekjes en pamfletten, en laat het Woord van God spreken tot het volk.
Als er een spreekbeurt gegeven wordt nopens de wet die op het doel afgaat, als
gij er de middels voor hebt, laat ze drukken in de vorm van een brochure. Dan,
als er zijn die pleiten voor de zondagswet en gij ontmoet ze, geef hen deze
brochure in hun handen. Zeg hen, dat gij niet te discussiëren hebt nopens de
kwestie van de zondag, want gij hebt een vol: "Zo zegt de Heer" om de zevende
dag te houden. Evangelisin 232.
Spoedig na de legering aan de Sinai, werd Mozes op de berg geroepen om God te
ontmoeten. Alleen beklom hij het steile en ruige pad, en drong dichter bij de
wolk, die de plaats van de tegenwoordigheid van Jehova aanduidde. Israël moest
nu in een dichter en specifieker verhouding gebracht worden met de
Allerhoogste, namelijk van ingelijfd te worden als een kerk en een natie onder
het bestuur van God. De boodschap van Mozes voor het volk was: Lees Ex. 19 : 4,
5.
Mozes keerde naar de legerplaats terug en na de ouderlingen van Israël
bijeengeroepen te hebben, herhaalde hij hen de goddelijke boodschap. Hun
antwoord was: "Lees vers 8". Zo treden zij in een plechtig verbond met God,
zich verbindend van Hem als hun bestuurder te aanvaarden, waardoor zij in een
speciale zin de onderdanen waren van Zijn gezag. Opnieuw beklom hun leider de
berg, en de Heer zegde hem: "Lees vers 9". Als zij moeilijkheden op hun weg
ontmoetten, waren zij gereed om te mopperen tegen Mozes en Ahron, en en om hen
te beschuldigen dat zij het heir van Israël uit Egypte geleid hadden om hen te
vernietigen. De Heer wilde Mozes ten aanzien van het volk eren, opdat zij er
zouden kunnen toegebracht worden van in zijn onderrichtingen te vertrouwen.
God nam zich voor om van de gelegenheid van het uitspreken van de wet een
tafereel te maken van eerbiedvolle grootsheid, in overeenstemming met het
verheven karakter ervan. Het volk moest onder de indruk komen van het feit, dat
alles wat met de dienst van God verbonden is met de grootste eerbied moet
aanzien worden. De Heer zegde tegen Mozes: "Lees Vers 10 - 11. Gedurende deze
dagen tussenin, moesten allen hun tijd doorbrengen in plechtige voorbereiding
om voor God te verschijnen. Hun persoon en hun kleding moest vrij zijn van alle
onreinheid. En als Mozes hun zonden zou te kennen geven, moesten zij zich
toewijden tot nederigheid, vasten, en gebed, opdat hun hart van alle
ongerechtigheid moge gereinigd worden. De voorbereidingen werden gemaakt
volgens het bevel; en in gehoorzaamheid aan een volgend voorschrift, beval
Mozes, dat een afsluiting zou geplaatst worden rond de berg, opdat noch mens
noch dier het gewijde gebied zou binnendringen. Als er iemand ze slechts zou
aanraken, was de dood de onmiddellijke vergelding. Op de morgen van de derde
dag, als de ogen van gans het volk naar de berg gericht waren, was de top
bedekt met een dikke wolk, die donkerder en dikker werd, naar beneden zich
uitbreidend tot gans de berg gehuld was in donkerheid en eerbiedvol mysterie.
Dan werd er een geluid als van een trompet gehoord, het volk oproepend om God
te ontmoeten; en Mozes leidde hen tot aan de voet van de berg. Vanuit de diepe
duisternis flikkerden heldere bliksems, terwijl dondergeroffel klonk en
weerklonk rond de omringende bergen. "Lees vers 18". "De heerlijkheid van de
Heer was gelijk verterend vuur op de top van de berg", ten aanschouwen van de
verzamelde menigte. En "het geluid der bazuin was gaande en zeer sterk"; zo
verschrikkelijk waren de tekens van de tegenwoordigheid van Jehova, dat het
heir van Israël met vrees bevangen werd, en dat zij zien op hun aangezicht
nederbogen voor de Heer. Zelfs Mozes riep uit: "Ik ben zeer bevreesd en
bevende". Hebr. 12 : 21.
En nu hield het gedonder op; de trompet werd niet meer gehoord. Er was een
moment van plechtige stilte, en dan werd de stem van God gehoord. De Heer
maakte Zijn wet bekend, sprekend vanuit de dikke wolk die Hem omringde, als Hij
op de berg stond, omgeven met een stoet van engelen. Mozes beschrijft het
tafereel als volgt: "Lees Deuter. 33 : 2, 3. Jehova openbaarde zich niet alleen
in de eerbiedwaardige majesteit van de rechter en de wetgever, maar als een
medelijdende beschermer van Zijn volk. "Lees Ex. 20 : 2. Hij, die zij steeds
gekend hebben als hun Leider en Bevrijder, die hen uit Egypte gevoerd heeft,
een weg banende voor hen door de Rode Zee, en de Farao overwinnende met zijn
leger, die zich aldus getoond heeft als staande boven al de goden van Egypte,
Hij is dezelfde, die nu Zijn wet uitspreekt. De wet werd in die tijd niet
uitsluitend uitgesproken voor de Hebreeuwen. God eerde hen door van hen de
beschermers en houders te maken van Zijn wet, maar hij moest onderhouden worden
als een heilige plicht voor gans de wereld. De voorschriften van de decaloog
zijn aangepast aan gans het mensdom, en zij werden gegeven voor het onderricht
en het bestuur van allen. Tien geboden, kort, begrijpelijk, en gezaghebbend,
bevatten de plicht van de mens tegenover God en tegenover zijn naaste; en alles
is gebaseerd op het groot fundamenteel princiep van de liefde. "Lees Lucas
10:27 en ook Deuter.6:4, 5; Lev.19:18. In de tien geboden worden deze
princiepen uitgewerkt in detail, en toepasselijk gemaakt op de toestand en de
omstandigheden van de mens.
"Gij zult geene andere goden voor mijn aangezicht hebben". Jehova, de eeuwige,
uit zichzelf bestaande, ongeschapene, zelf de Bron en de Instandhouder van
alles, kan alleen aanspraak maken op de opperste eerbied en aanbidding. De mens
is verboden van een enig ander voorwerp de eerste plaats te geven in zijn
genegenheden of in zijn dienst. Wat wij ook liefhebben, dat ertoe leidt van
onze liefde tot God te verminderen, of van de dienst die Hem toekomt te
belemmeren, van dat maken wij een God.
"Gij zult geen gesneden beeld noch eenige gelijkenis maken van hetgeen boven in
de hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de
wateren onder de aarde is . Gij zult u voor die niet buigen nog hen dienen".
Het tweede gebod verbiedt het aanbidden van de ware God bij middel van beelden
of gelijkenissen. Vele heidenen beweerden dat hun beelden maar louter figuren
waren, waardoor de Godheid aanbeden werd, maar God heeft verklaard dat zulke
aanbidding zonde is. Het pogen om de Eeuwige voor te stellen bij middel van
materiële voorwerpen zou het begrip van de mens over God op een lager peil
plaatsen. Als de geest afgewend wordt van de eeuwige volmaaktheid van Jehova,
zal hij aangetrokken worden naar het schepsel eerder dan naar de Schepper. En
als zijn opvattingen over God verlaagd worden, dan wordt de mens gedegradeerd.
"Ik, de Heere uw God, ben een ijverig God". De dichte en heilige relatie van
God met Zijn volk wordt voorgesteld door het beeld van het huwelijk. Afgoderij
is geestelijk overspel, de misnoegdheid van God wegens dit feit wordt terecht
jaloersheid genoemd.
"Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het
vierde lid dergenen, die Mij haten". Het is onvermijdelijk, dat de kinders
gevolgen moeten ondergaan van de verkeerde handelingen van hun ouders, maar zij
worden niet gestraft voor de schuld van de ouders, uitgenomen als zij deelnemen
aan hun zonden. Het is niettemin dikwijls het geval, dat de kinderen de
voetsporen van hun ouders volgen. Door erfelijkheid en voorbeeld worden de
zonen deelnemers van de zonden van de vader. Verkeerde neigingen, verdorven
eetlust, en vernederende zeden, zowel als fysische ziekten en degeneratie,
worden overgedragen als erfenis van de vader op de zoon, tot de derde en vierde
generatie. Deze vreselijke waarheid zou een plechtige macht moeten uitoefenen
om de mens te weerhouden van het volgen van een zondige richtingen doe
barmhartigheid aan duizenden der genen, die Mij liefhebben en mijne geboden
onderhouden". Bij het verbieden van het aanbidden van valse goden, legt het
tweede gebod stilzwijgend de aanbidding op van uwe ware God. ion dezen, die
getrouw zijn in Zijn dienst wordt barmhartigheid beloofd. Niet alleen tot het
derde en het vierde geslacht, zoals de wraak dezen bedreigt, die Hem haten,
maar tot duizenden generaties."Gij zult de naam des Heeren, uws Gods, niet
ijdellijk gebruiken, want de Heere zal niet onschuldig houden die zijnen naam
ijdellijk gebruikt".
Dit gebod verbiedt niet alleen valse eden en gewoon zweren, maar het verbiedt
ons van de naam van God op een lichte en zorgeloze manier te gebruiken, zonder
acht te slaan op zijn eerbiedwaardige betekenis. Door het gedachteloos
vermelden van God in gewone gesprekken, door Hem op te roepen in alledaagse
zaken, en door het dikwijl s en gedachteloos herhalen van Zijn naam, onteren
wij Hem. "Zijn naam is heilig en vreselijk". Ps.111 : 9. Allen moeten nadenken
over Zijn majesteit, Zijn reinheid en heiligheid, opdat het hart moge onder de
indruk komen van de zin van Zijn verheven karakter; en Zijn heilige naam moet
geuit worden met eerbied en plechtigheid.
"Gedenk den sabbatdag, dat gij dien heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al
uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat des Heeren uws Gods. Dan zult
gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uwe dochter, noch uw dienstknecht,
noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uwe poorten is;
want in zes dagen heeft de Heere den hemel en de aarde gemaakt, de zee en alles
wat daar in is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de Heere den
sabbatdag en heiligde denzelven".
De Sabbat is niet ingelast als een nieuwe instelling maar als zijnde opgericht
bij de schepping. Hij moet herdacht worden en in acht genomen als een
gedenkenis van het werk van de Schepper. Verwijzend naar God als de Maker van
de hemelen en van de aarde, onderscheidt hij de ware God van de valse goden.
Allen die de zevende dag houden bewijzen hiermede, dat zij aanbidders zijn van
Jehova. Aldus is de Sabbat het teken van 's mensen getrouwheidsband met God
zolang er mensen zullen zijn op de aarde om Hem te dienen. Het vierde gebod is
het enige van alle tien, waarin zowel de naam als de titel van de Wetgever
gevonden zijn. Het is het enige, dat aantoont onder wiens gezag de wet gegeven
is. Aldus bevat het zegel van God, vastgehecht aan Zijn wet, als bewijs van
zijn echtheid en bindende kracht.
God heeft de mens zes dagen gegeven om te werken, en Hij vraagt dat zij hun
eigen werk zouden doen gedurende deze periode. Handelingen van noodzaak en
barmhartigheid zijn toegelaten op deze dag, er moet altijd voor de zieken en
lijdenden gezorgd worden; maar onnodig werk moet strikt vermeden worden. "Keer
uwen voet af van den Sabbat, van te doen uwen lust op mijnen heiligen dag; en
.... eert dien, dat gij uwe wegen niet doet, en uwen eigen lust niet vindt,"
Jes. 58 : 13. Het verbod eindigt hier niet. "nog een woord daarvan spreekt",
zegt de profeet. Zij, die discussiëren over zakelijke aangelegenheden of
plannen maken op de Sabbat, worden aanzien door God als toch geëngageerd in de
actuele transactie van zaken. Om de Sabbat heilig te houden zullen wij zelfs
onze gedachten niet laten gaan op dingen van een werelds karakter. En het gebod
begrijpt allen, die in onze poorten zijn. De bewoners van het huis moeten hun
werelds werk opzij 'eggen gedurende de heilige uren. Allen zullen zich
verenigen om God te eren door gewillige dienst op Zijn heilige dag.
"Eer uwen vader en uwe moeder: opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat
u de Heere, uw God, geeft". Ouders hebben recht op een graad van liefde en
respect, die aan geen andere personen moeten gegeven worden. God zelf, die op
hen een verantwoordelijkheid geplaatst heeft voor de zielen, aan hun zorgen
toevertrouwd, heeft bevolen dat, gedurende de vroege jaren van het leven, de
ouders in de plaats van God zullen staan tegenover hun kinderen. En Hij, die de
rechtmatige autoriteit van zijn ouders verwerpt, verwerpt het gezag van God.
Het vijfde gebod eist niet alleen van de kinders, dat zij respect, onderwerping
en gehoorzaamheid aan hun ouders schenken, maar ook van hen te beminnen en
tederheid te schenken, van hun zorgen te verlichten, van hun reputatie hoog te
houden, en van hen bij te staan en te ondersteunen in hun oude dag. Het houdt
ook respekt in voor de bedienaars en leiders en voor alle anderen, aan wien God
gezag gegeven heeft. Dit zegt de apostel "is het eerste gebod met een belofte".
Ef. 6 : 2. Voor Israel, die verwachtte spoedig in te gaan in Kanaän, was het
een belofte aan de gehoorzamen van een lang leven in dit goede land; maar het
had een bredere betekenis, gans het Israël van God inbegrijpend, en eeuwig
leven belovend op de aarde, als ze zal bevrijd zijn van de vloek der zonde.
"Gij zult niet doodslaan".
Alle handelingen van ongerechtigheid die er naar leiden van het leven te
verkorten; de geest van haat en wraak, of net toegeven aan enige passie , die
leidt naar slechte daden tegenover anderen, of die ons veroorzaken van kwaad te
wensen ( want "wie zijn broeder haat is een moordenaar" ); een zelf zuchtige
verwaarlozing van te zorgen voor de behoeftigen en de lijdenden; alle
zelftoegeving of onnuttige beroving of overdreven werk, dat de gezondheid kan
schaden - dit alles is in een grotere of mindere mate, overtreding van het
zesde gebod.
"Gij zult niet echtbreken".
Dit gebod verbiedt niet alleen handelingen van onzuiverheid, maar sensuele
gedachten en begeerten, of enige praktijk, die ertoe leidt van ze op te wekken.
Reinheid wordt gevraagd niet alleen in het uitwendig leven maar in de geheime
bedoelingen en emoties van het hart. Christus, die de verreikende
verplichtingen van de wet onderwees, verklaarde de kwade gedachte of blikken
als zijnde waarlijk zonde zowel als de onwettige daad."
Gij zult niet stelen".
Zowel publieke als private zonden zijn ingesloten in dit verbod. Het achtste
gebod verbiedt het stelen van mensen en slavenhandel, en verbiedt oorlogen van
verovering. Het verbiedt diefstal en roof. Het eist strikte getrouwheid in de
kleinste details van de zaken in het leven. Het verbiedt overdrijven in handel
en eist de betaling van rechtmatige schulden of lonen. Het verklaart, dat
iedere poging van zichzelf te bevoordelen door de onwetendheid, zwakheid, of
ongeluk van anderen, opgeschreven staat als een diefstal in de boeken des
hemels.
"Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uwen naaste".
Hier wordt onder verstaan vals spreken in ieder opzicht, iedere poging of
bedoeling om de naaste te misleiden. Een bedoeling om te misleiden, dat is wat
bedoeld wordt met leugen. Door een blik van het oog, een beweging van de hand,
een uitdrukking van het gelaat, kan een leugen gezegd worden evengoed als met
woorden. Alle opzettelijke overdrijving, elke toespeling of insinuatie die erop
berekend is om een verkeerde of overdreven indruk te geven, zelfs het
vaststellen van feiten op zulk een wijze als om te misleiden, is leugen. Dit
voorschrift verbiedt alle poging om de naastens reputatie te schenden door
verkeerde interpretatie of kwaad vermoeden, door laster of aanbrengen. Zelfs
het met opzet onderdrukken van de waarheid, waardoor kwaad aan anderen kan
berokkend worden, is een overtreding van het negende gebod.
"Gij zult niet begeren uws naasten huis, gij zult niet begeren uws naasten
vrouw , noch zijnen maagd, noch zijnen ezel, noch zijnen os, noch iets, dat uws
naasten is".
Het tiende gebod raakt de wortel aan van alle zonden, de zelfbegeerte
verbiedend waaruit de zondige daad voortvloeit. Hij, die in gehoorzaamheid aan
Gods wet ophoudt met toe te geven, zelfs aan de zondige begeerte naar dat wat
aan een ander toebehoort, zal niet schuldig zijn aan een handeling van kwaad
tegenover zijn medeschepsel.
Dit waren de heilige voorschriften van de decaloog uitgesproken temidden van
donder en vuur, en met een wonderbare openbaring van de macht en de majesteit
van de grote Wetgever. God liet de proclamatie van Zijn wet gepaard gaan met de
veruit wendiging van Zijn macht en glorie, opdat dit volk nooit dit schouwspel
moge vergeten en dat zij mogen bëindrukt worden met een diepe eerbied voor de
Maker van de wet, de Schepper van hemel en aarde. Hij wilde ook aan alle mensen
de heiligheid, het belang en de bestendigheid van Zijn wet tonen.
Het volk van God was overweldigd met schrik. De eerbiedwaardige macht van Gods
uitspraken schenen groter dan hun bevend hart kon dragen. Want, als Gods grote
regel van gerechtigheid voor hen voorgelegd werd, begrepen ze als nooit tevoren
het overtredend karaktervan de zonde, en zij zagen hun eigen schuld in het
daglicht van een heilige God. Zij trokken zich terug van de berg in vrees en
eerbied. De menigte riep uit naar Mozes: "Lees Vers 19". De leider antwoordde:
"Lees vers 20". Het volk echter bleef op een afstand, met schrik naar het
schouwspel, terwijl Mozes "naderde tot de donkerheid, waarin God was". ( Vers
21 ). De geest van het volk was verblind en ontaard door slavernij en
heidendom, zodat het niet bereid was van tenvolle de verreikende princiepen van
Gods tien geboden te schatten. Opdat de verplichtingen van de decaloog tenvolle
konden begrepen en opgelegd worden, werden bijkomende voorschriften gegeven,
die de princiepen van de tien geboden illustreerden en toepasten. Deze wetten
werden oordelen genoemd, omdat zij samengesteld werden door oneindige wijsheid
en rechtvaardigheid en omdat de magistraten oordeel moesten geven gebaseerd op
deze regels. In tegenstelling met de tien geboden, werden zij onderhands aan
Mozes gegeven, die ze aan het volk moest overdragen. De eerste van die wetten
verwees naar de dienstknechten. In de oude tijden werden soms criminelen door
de rechters veroordeeld tot slavernij; in sommige gevallen, werden schuldenaars
verkocht door hun schuldeisers; en armoede leidde sommige personen ertoe van
zichzelf te verkopen of hun kinderen. Maar een Hebreeuwse kon niet voor zijn
leven verkocht worden als slaaf. Zijn term van slavernij beperkte zich tot zes
jaar; het zevende moest hij vrij gelaten worden. Het stelen van mensen,
weloverwogen moord, en opstand tegen het ouderlijk gezag, werd met de dood
gestraft. Het houden van slaven van niet Israëlitische oorsprong was
toegelaten, maar hun leven en persoon waren strikt beschermd. De moordenaar van
een slaaf moest gestraft worden; een kwaad op hem berokkend door zijn meester,
ware het slechts het verlies van een tand, gaf hem het recht van vrij te zijn.
De Israëlieten waren niet lang geleden ook slaaf geweest, en nu, dat zij zelf
slaven onder hun beleid moesten hebben, moesten zij oppassen van niet toe te
geven aan de geest van wreedheid en afpersing, waar zij zelf onder hadden
moeten lijden onder hun Egyptische opzieners. De herinnering aan hun eigen
bittere knechtschap moest hen in staat stellen hen in de plaats te stellen van
de dienaar, hen ertoe leidend van vriendelijk en medelijdend te zijn, van met
anderen om te gaan zoals zij zouden wensen, dat zij zelf zouden behandeld
worden. Vreemdelingen, die zich verenigden met Israel, moesten beschermd worden
tegen kwaad en onderdrukking. "Lees Ex. 22 : 21". Het nemen van woekerrente van
de arme was verboden. De kleding of het deken van een arme, als pand opgenomen,
moest bij de avond teruggegeven worden, Hij, die beschuldigd werd van diefstal,
moest dubbel teruggeven. Eerbied voor magistraten en leiders was opgelegd, en
rechters werden gewaarschuwd tegen verkeerd oordeel, waardoor zij een valse
zaak steunden, of waarvoor zij steekpenningen ontvingen. Laster en
kwaadsprekerij was verboden, en handelingen van vriendelijkheid waren opgelegd,
zelfs tegenover persoonlijke vijanden.
Opnieuw werd het volk herinnerd aan de heilige verplichting van de Sabbat.
Jaarlijkse feesten werden vastgesteld om allen te verzamelen voor de Heer, met
hun offers van dankzegging en met de eerste vruchten van Zijn overvloed. Het
voorwerp van al deze regelingen werd vastgesteld: zij sproten voort uit het
niet beoefenen van louter willekeurige opperheerschappij. Al deze werden
gegeven voor het goed van Israël. De Heer zegde: "Gij zult Mij heilige lieden
zijn". Ex. 22 : 31 - waardig van erkend te worden door een heilige God. Deze
wetten moesten opgeschreven worden door Mozes en zorgvuldig bewaard als de
grondslag van de nationale wet, en, met de tien voorschriften, waarvoor zij
gegeven waren om ter illustratie te dienen, vormden zij de voorwaarde tot
vervulling van Gods beloften aan Israël.
Nu werd de boodschap gegeven aan hen van Jehova: "Lees Ex. 23 : 20-22. "
Gedurende alle trektochten van Israel, was Christus in de kolom van vuur en in
de wolkkolom van hun Leider. Ofschoon er typen waren, die verwezen naar de
Messias, die komen moest, was er een Heiland tegenwoordig, die bevelen gaf aan
Mozes voor het volk, en die hen voorging als het enig kanaal van zegeningen.
Mozes daalde van de berg "en verhaalde het volk al de woorden des Heeren, en al
de rechten, toen antwoordde al het volk met ééne stem, en zij zeiden: Al deze
woorden, die de Heere gesproken heeft, zullen wij doen". Deze belofte, samen
met de woorden van de Heer, die hen verbonden van eraan gehoorzaam te zijn,
werd door Mozes in een boek geschreven.
Dan volgde de bekrachtiging van het verbond. Een altaar werd opgericht aan de
voet van de berg en ernevens werden twaalf pilaren opgericht, "naar de twaalf
stammen Israels", als een bewijs van hun aanvaarden van het verbond. Er werden
dan offers opgedragen door de jonge mannen, voor deze dienst uitgekozen. Nadat
zij het altaar met bloed van de offeranden besprenkeld hadden, nam Mozes "het
boek des verbonds, en hij las het voor de ooren des volks. Aldus werden de
voorwaarden van het verbond plechtig herhaald, en allen waren vrij te kiezen of
zij ja dan neen er gevolg zouden aan geven. Zij hadden eerst beloofd van aan de
stem van God te gehoorzamen; maar zij hadden sindsdien Zijn wet horen afroepen;
en de princiepen ervan waren in bijzonderheden opgegeven, opdat zij mochten
beseffen, hoeveel het verbond inhield. Opnieuw antwoordde het volk eensgezind:
"Al wat de Heere gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen". "Want als al
de gebodennaar de wet van Mozes tot al het volk uitgesproken waren, nam hij het
bloed besprengende beide het boek zelf en al het volk, zeggende: Dit is het
bloed des testaments, hetwelk God aan ulieden heeft geboden". Hebr.9:19, 20.
Voorzorgen moesten nu genomen worden voor de volledige installatie van de
uitgelezen natie onder Jehova als hun koning. Mozes had het bevel ontvangen:
"Klim op tot de Heere, gij en Allron,Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten
Israëls; en buigt u neder van verre. En dat Mozes alleen nadere tot de Heere".
Terwijl het volk aanbad aan de voet van de berg, waren deze uitgelezen mannen
geroepen om op de berg te gaan. De zeventig oudsten moesten Mozes bijstaan in
het bestuur van Israël, en God zalfde hen met Zijn Geest en vereerde hen met
een begrip van Zijn macht en Zijn grootheid. "En zij zagen den Gods Israèls, en
onder zijn voeten als een werk van saffiersteenen, en als de gestaltenis des
hemels in zijne klaarheid". Zij zagen de Godheid niet maar zij zagen de
heerlijkheid van Zijn tegenwoordigheid. Vooraf zouden zij zulk geen schouwspel
kunnen aanschouwd hebben; maar de veruitwendiging van Gods macht had hen
geimponeerd tot bekering; zij hadden Zijn glorie, reinheid en barmhartigheid
aanschouwd totdat zij nader konden bij Hem komen, die het voorwerp was van hun
meditaties.
Mozes en "Jozua, zijn dienaar" werden nu uitgenodigd om God te ontmoeten. En
als zij een tijd moesten afwezig zijn stelde de leider, Aliron en Hur aan,
bijgestaan door de ouderlingen, om op te treden op zijn plaats. "Toen Mozes op,
de berg geklommen was, zoo heeft eenewolk den berg bedekt, en de heerlijkheid
des Heeren woonde op de berg Sinai ?" De wolk bedekte de berg gedurende zes
dagen als een teken van Gods speciale tegenwoordigheid;toch was er geen
openbaring van Hemzelf of mededeling van Zijn wil. Gedurende deze tijd bleef
Mozes wachten op de oproep naar de ontvangplaats van de Allerhoogste. Er werd
hem gezegd: "Kom op tot Mij op de berg, en wees aldaar". Ex. 24:12. En ofschoon
zijn geduld en gehoorzaamheid op de proef gezet werden, werd hij niet moede van
wachten, noch liet hij zijn post in de steek. Deze periode van wachten was voor
hem een tijd van voorbereiding, van diep zelf onderzoek. Zelfs deze uitgelezen
dienaar van God kon niet ineens naderen in de tegenwoordigheid van God en de
veruitwendiging van Zijn heerlijkheid doorstaan. Zes dagen moesten gebruikt
worden om zich aan God te wijden door onderzoek van het hart, door meditatie,
en gebed vooraleer hij kon voorbereid zijn voor de onmiddellijke communicatie
met zijn Maker. Op de zevende dag, die de Sabbat was, werd Mozes opgeroepen in
de wolk. De dikke wolk opende zich voor gezicht van gans Israël en de glorie
van God vertoonde zich gelijk verterend vuur. "En Mozes ging in het midden der
wolk, nadat hij op den berg geklommen was; en Mozes was op dien berg veertig
dagen en veertig nachten". De veertig dagen van verblijf op de berg omvatten de
zes dagen van voorbereiding niet. Gedurende de zes dagen was Jozua met Mozes en
samen aten zij van het manna en dronken "van de beek, die van de berg
stroomde'.' Maar Jozua ging niet binnen in de wolk met Mozes. Hij bleef buiten
en ging verder met dagelijks te eten en te drinken terwijl hij de terugkeer van
Mozes afwachtte, maar Mozes vastte gedurende de volle veertig dagen.
Gedurende zijn verblijf op de berg, ontving Mozes richtlijnen over het bouwen
van het heiligdom waar de goddelijke tegenwoordigheid speciaal moest
geopenbaard worden. "En zij zullen mij een heiligdom maken, dat Ik in het
midden van hen wone. Ex.25:8 was het bevel van God. Voor de derde maal werd het
houden van de Sabbat opgelegd: "Lees Ex. 31:17, 13, 14.... Patriachen en
Profeten 303 - 314.
VERS 1
De verwarring is tot zwijgen gebracht te wordt pijnlijk. Een gevoel van
eerbiedige vrees neemt bezit van de menigte. Het is alsof zij gedaagd zijn voor
het tribunaal van God om te verantwoorden voor hun daden. Op Christus ziende,
aanschouwen zij goddelijkheid, die schittert door het kleed van menselijkheid.
De Majesteit van de hemel staat daar zoals de Rechter daar zal staan ten
laatsten dage, - nu niet omgeven met de heerlijkheid, die Hem dan zal
begeleiden, maar met dezelfde macht, die in de zielen leest. Zijn ogen strijken
over de menigte, ieder individu opnemend. Zijn gestalte schijnt boven hen uit
te steken in het afdwingen van waardigheid, en een goddelijk licht verlicht
Zijn aangezicht. Hij spreekt en Zijn klaar klinkende stem - dezelfde, die op de
berg Sinai de wet uitsprak, die priesters en leiders overtreden - wordt gehoord
een echo nalatend door de gewelven van de tempel: "Neemt deze dingen van hier
weg; maakt niet het huis mijns Vaders tot een huis van koophandel". Joh. 2 :
16. Terwijl Hij traag de trappen afdaalt en de koordenbundel opheffend, die Hij
opgeraapt had bij het binnengaan, vraagt Hij aan het onderhandelend gezelschap
van het gebied van de tempel te verlaten. Met een ijver en strengheid, die Hij
nooit tevoren getoond had, gooit Hij de tafels van de geldwisselaars omver. De
geldstukken vallen en rinkelen scherp op de marmeren vloer. Niemand denkt eraan
van Zijn gezag in twijfel te trekken. Niemand durft onderbreken om hun verkeerd
gewonnen geld op te rapen. Jezus slaat niet met de koordenbundel, maar deze
simpele zweep schijnt in Zijn hand verschrikkelijk als een vlammend zwaard.
Bedienaars van de tempel, speculerende priesters, makelaars en veehandelaars,
met hun schapen en ossen, ijlen weg van de plaats, met de ene gedachte van te
ontsnappen aan de veroordeling van Zijn tegenwoordigheid. Desire of Ages 158.
Als een vertolker van de betekenis van de oordelen, die begonnen te vallen over
Juda, stond Jeremia edel in verdediging van het recht van God en van Zijn
barmhartige bedoelingen, zelfs in de strengste tuchtigingen.
De profeet werkte onvermoeid. Begerig van alle klassen te bereiken, liet hij de
sfeer van zijn invloed reiken buiten Jeruzalem in de omliggende districten door
herhaalde verzoeken aan de verschillende delen van het koninkrijk.
In zijn getuigenissen aan de kerk, verwees Jeremia bestendig naar de
onderrichtingen van het boek van de wet, dat zo grotelijks geëerd en verheven
geweest was gedurende de regering van Josia. Hij legde opnieuw de nadruk op het
belang van het in stand houden van een verbondsrelatie met het gans barmhartig
en medelijdend Wezen, dat op de hoogten van de Sinai de voorschriften van de
decaloog uitgesproken had. Jeremia's woord van waarschuwing en smeking bereikte
gans het koninkrijk, en allen kregen de gelegenheid de wil van God te kennen in
verband met de natie. Pr. Kings 428 - 29.
De tien geboden werden door God zelf uitgesproken en door Zijn eigen hand
geschreven. Zij zijn van goddelijke en niet van menselijke samenstelling. 1 Sel.
Mess. 25.
VERS 1 - 17.
God hangt niet af van de mens voor de vooruitgang van Zijn zaak. Hij kon de
engelen afgezanten maken ,an Zijn waarheid. Hij kon Zijn wil bekend maken,
zoals Hij de wet van de Sinai verkondigde met Zijn eigen stem. Maar om een
geest van welwillendheid in ons te doe n groeien, heeft Hij gekozen van de mens
te gebruiken om dit werk te doen. Counsels to Stewardship 20.
God sprak tot hen de tien geboden uit van de Sinai, opdat zij de heiligheid en
het blijvend karakter ven de wet mochten begrijpen, en de grondslag van vele
generaties mochten opbouwen, door aan hun kinderen de bindende verplichtingen
van Gods heilige voorschriften te onderrichten.
Dit is het werk, dat wij doen moeten......
Zoals de bijbel twee wetten voorstelt, de ene onveranderlijk en eeuwig, de
andere voorlopig en tijdelijk, zo zijn er ook twee verbonden. Het verbond van
genade werd het eerst gesloten met de mens in Eden, als er na de val, een
goddelijke belofte gegeven werd, dat het zaad van de vrouw de kop van de slang
zou verpletten. Dit verbond schonk vergiffenis aan alle mensen en ook helpende
genade van God voor toekomstige gehoorzaamheid door geloof in Christus. Het
beloofde hen ook eeuwig leven op voorwaarde van getrouwheid aan Gods wet. Aldus
ontvingen de patriarchen de hoop van redding.
Dit zelfde verbond werd vernieuwd aan Abraham in de belofte "en in uwe zade
zullen gezegend worden alle volken der aarde". Gen. 22:18. Deze belofte verwees
naar Christus. Abraham begreep het, (zie Gal.3:8,16) en hij vertrouwde in
Christus voor de vergiffenis van de zonden. Het was dat geloof dat hem
aangerekend werd als gerechtigheid. Het verbond met Abraham behield ook het
gezag van Gods wet. De Heer verscheen aan Abraham, en zegde: "Wandel voor mijn
aangezicht en wees onberispelijk". Gen. 17:1. De getuigenis van God in verband
met Zijn getrouwe dienstknecht was: "Abraham is mijner stem gehoorzaam geweest,
en heeft onderhouden mijn bevel, mijne geboden, mijne inzettingen, en mijne
wetten". Gen. 26:5. En de Heer verklaarde hem: "En Ik zal mijn verbond
oprichten tusschen Mij en tusschen u en tusschen uwen zade na u in hunne
geslachten, tot een eeuwig verbond om u te zijn tot eenen God, en uwen zade na
u". Gen 17 : 7. Ofschoon dit verbond gemaakt werd met Adam en vernieuwd met
Abraham, kon het pas bekrachtigd worden met de dood van Christus. Het heeft
bestaan door de belofte van God;gezien de eerste kennisgeving van
verlossinggegeven geweest was ;het is aanvaard geweest door het geloof ;doch
als het bekrachtigd werd door Christus, wordt het een NIEUW verbond genoemd.De
wet van God was de basis van dit verbond, dat eenvoudigweg een regeling was om
de mens opnieuw in harmonie te brengen met de goddelijke wil, hem plaatsend
daar, waar zij Gods wet konden gehoorzamen. Een andere overeenkomst- in de
schrift genoemd het oud verbond- werd gevormd tussen God en Israël op de Sinai,
en werd dan bekrachtigd door het bloed van een offerande. Het Abrahamitische
verbond werd bekrachtigd door het bloed van Christus, en het wordt genoemd het
"tweede" of "nieuw" verbond, omdat het bloed waardoor waardoor het verzegeld
werd gestort werd na het bloed van het eerste verbond. Dat het nieuw verbond
geldig was in dagen van Abraham is klaarblijkelijk door het feit, dat het dan
bevestigd werd zowel door de belofte als door de eed van God de "twee
onveranderlijke dingen, inwelke het onmogelijk is, dat God ligge". Hebr. 6 :
18. Maar als het Abrahamitisch verbond de belofte van verlossing bevatte,
waarom werd dan een ander verbond gemaakt op de Sinai ?Tijdens hun slavernij
had het volk in een grote mate de kennis van God en van de princiepen van het
Abrahamistisch verbond verloren. Door hen van Egypte te bevrijden, zocht God
van hen Zijn macht en barmhartigheid te openbaren, opdat zij er mochten toe
gebracht worden van Hem te beminnen en te vertrouwen.Maar er was een grotere
waarheid die in hun geest moest geprent worden. Daar zij temidden van de
afgoderij en het verderf leefden, hadden zij geen ware opvatting van de
heiligheid van God, van de zondigheid van hun eigen hart, hun volslagen
onbekwaamheid, uit zichzelf, om Gods wet te gehoorzamen, en hun behoefte aan
een Heiland. Dit alles moesten zij leren.
God bracht hen naar de Sinai; Hij openbaarde er Zijn heerlijkheid; Hij gaf hen
Zijn wet, met de belofte van grote zegeningen op voorwaarde van gehoorzaamheid:
indien gij naarstigijk mijner stem zult gehoorzamen en mijn verbond houden,
dan... gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk en een heilig volk zijn". Ex.
19 : 5, 6. Het volk vergewiste zich niet van de zondigheid van hun eigen hart,
en dat zonder Christus het onmogelijk was voor hen van Gods wet te houden; en
zij gingen gemakkelijk binnen in verbond met God. Voelend dat zij in staat
waren van hun eigen gerechtigheid tot stand te brengen, verklaarden zij: "Al
wat de Heere gesproken heeft, zullen wij doen en gehoorzamen". Ex. 24 : 7.
Zij hadden de verkondiging van de wet in plechtige majesteit medegemaakt, en
zij hadden gebeefd van schrik voor de berg; en toch een paar weken nadien
slechts verbraken zij hun verbond met God, en bogen zij voor een gesneden
beeld. Zij konden niet hopen op de gunst van God door een verbond, dat zij
verbroken hadden; en nu, hun eigen zondigheid inziende en hun behoefte aan
vergeving, werden zij ertoe gebracht van hun nood te voelen aan een Heiland,
geopenbaard in het Abrahamitische verbond envoorafgebeeld in de offerdiensten.
Nu door geloof en liefde werden zij aan God gebonden als hun bevrijder van de
slavernij van de zonde. Nu werden zij voorbereid om de zegeningen van het nieuw
testament naar waarde te schatten. De bewoordingen van het "oud testament"
waren: gehoorzaam en leef: "welke mensch dezelve doe, die zal door dezelve
leven". Ex.20:23, maar "Vervloekt zij, die de woorden dezer wet niet zal
bevestigen, doende dezelve". Deut. 27 : 26. Het "nieuw verbond werd ingesteld
op "betere beloften" - de beloften van vergiffenis van zonde en van de genade
van God omhet hart te vernieuwen en het in harmonie te brengen met de
princiepen van Gods wet". "maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het
huis Israels maken zal, spreekt de Heere: Ik zal mijne wet in hun binnenste
geven en zal die in hun hart schrijven .... Ik zal hun ongerechtigheden
vergeven en hunne zonde niet meer gedenken". Jer. 31 : 33, 34.
Dezelfde wet, die gegrift was op de stenen tafels is geschreven door de Heilige
Geest op de tafels van het hart. Inplaats van het verkeerd aan te pakken door
eigen gerechtigheid tot stand te brengen, aanvaarden wij de gerechtigheid van
Christus. Zijn bloed verzoent voor onze zonden. Zijn gehoorzaamheid wordt
aanvaard voor ons. D.n zal het hart, vernieuwd door de Heilige Geest, "de
vruchten van de Geest" voortbrengen. Door de genade van Christus zullen wij
leven in gehoorzaamheid aan de wet van God geschreven in ons hart. De Geest van
Christus bezittend, zullen wij wandelen, zoals Hij wandelde. Door de profeet
verklaarde Hij van Zichzelf: "Ik heb lust o mijn God! om U welbehagen te doen,
en uwe wet is in het midden mijns ingewands". Ps. 40:8. En als Hij onder de
mensen woonde zegde Hij: " de Vader heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik doe
altijd, wat Hem behagelijk is". Joh. 8:29. De apostel Paulus legt klaar de
relatie uit tussen geloof en de wet onder het nieuw verbond. Hij zegt: "Wij
dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onzen
Heer Jezus Christus". Rom. 5 : 1. Doen wij dan de wet teniet door het geloof ?
Dat zij verre, maar wij bevestigen de wet". Rom. 3 : 31. "Want hetgeen der wet
onmogelijk was, dewijl zij door het vleesch krachteloos was" - hij kon de mens
niet rechtvaardigen, omdat hij in zijn zondige natuur de wet niet kon houden -
"heeft God, zijnen Zoon zendende, in gelijkheid des zondigen vleesches, en dat
voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vleesch". Rom.5:1; Rom. 8: 3, 4.
Het werk van God is hetzelfde in alle tijden, ofschoon er verschillende graden
van ontwikkeling zijn en verschillende openbaringen van Zijn macht om te
beantwoorden aan de behoeften van de mens in de verschillende tijden.
Beginnende met de eerste evangelie belofte en doorheen de patriarchische tijd
en de joodse tijd en zelfs tot de huidige tijd, is er een graduele ontplooiing
geweest van de doeleinden van God in het verlossingsplan. De Heiland
voorgesteld in de riten en de ceremoniën van de joodse wet is dezelfde die in
het evangelie geopenbaard. wordt, De wolken, die Zijn goddelijke gestalte
omringden, zijn weggerold; de mist en de schaduwen zijn verdwenen; en Jezus, de
Verlosser van de wereld staat geopenbaard. Hij, die de wet verkondigde van de
Sinai, en die aan Mozes de voorschriften van de rituele wet overhandigde, is
dezelfde die het Sermoen uitsprak op de berg. De grote princiepen van liefde
voor God, die Hij naar voor bracht als de grondslag van de wet en de profeten,
zijn slechts een herhaling van hetgeen Hij gesproken heeft door Mozes tot het
Hebreeuwse volk: "Hoor Israel, de Heere, onze God is een eenig Heere: zoo zult
gij den Heere, uwen God, liefhebben met uw gansche hart en met uwe gansche ziel
en met al uw vermogen". Deuter.6:4,5. "Gij zult uwen naaste liefhebben als
uzelven". Lev. 19 : 18. De onderwijzer is dezelfde in beide dispensaties. Gods
aansprakenzijn dezelfde. Het princiep van Zijn bestuur is hetzelfde. Want alles
komt van Hem voort, bij welken geene verandering is, of schaduw van omkeering".
Jac. 1 : 17. Patr. Pr. 366 - 73.
Vóór het volk van God bezit nam van hun erfenis (Kanaan ), moesten zij hun
verbond van trouw aan God vernieuwen. In de laatste instructie van Mozes, werd
tweemaal bevel gegeven om de stammen bijeen te roepen op de berg Ebal en
Gerezim, te Sichem, voor de plechtige erkenning van de wet van God. In
gehoorzaamheid aan dit uitdrukkelijk bevel verlieten niet alleen mannen, maar
"de vrouwen en de kleine kinderen, en de vreemdelingen, die inhet midden van
hen wandelen". Jozua 8 : 35, het kamp te Gilgal en gingen door het gebied van
hun vijanden, naar de vallei van Sichem, dicht bij het centrum van het land.
Ofschoon zij omgeven waren met onoverwonnen vijanden, waren zij veilig onder de
bescherming van God, zolang als zij Hem getrouw waren. Nu, zoals in de dagen
van Jakob, "was Gods verschrikking over de steden, die rondom hen waren". Gen.
35 : 5. en de Hebreeuwen waren ongestoord.
De plaats aangeduid voor deze plechtige dienst was reeds geheiligd door haar
verbinding met de geschiedenis van de vaderen. Het was hier dat Abraham het
eerst zijn altaar oprichtte voor Jehova in het land van Kanaan. Hier hadden
zowel Abraham als Jakob hun tent opgeslagen. Hier kocht de laatste het veld
waarin de stammen het lichaam van Jozef moesten verbranden. Hier ook was de put
van Jakob. en de eik, waaronder hij de afgodenbeelden van zijn huishouden
verbrand had.
De gekozen plaats was een van de schoonste in gans Palestina, en waardig om het
schouwspel te zijn waar dit grote en indrukwekkende tafereel moest afgespeeld
worden.
In overeenstemming met de voorschriften van Mozes werd een monument van grote
stenen opgericht op de berg Ebal. Op deze stenen, die vooraf bewerkt waren met
plaaster, werd de wet opgeschreven - niet alleen de tien voorschriften,
uitgesproken op de Sinai en op de steen gegrift, maar de wetten medegedeeld aan
Mozes, en door hem in een boek geschreven. Op zij van dit monument werd een
altaar opgericht uit ongehouwen steen, waarop offers werden opgedragen aan de
Heer. Het feit, dat het altaar opgericht werd op de berg Ebal, waarop de vloek
gevallen was, had zijn betekenis, te kennen gevend, dat Israel, wegens zijn
overtredingen van de wet van God Zijn wraak terecht op de hals gehaald had, en
dat het dadelijk zou bezocht worden, ware het niet van de verzoening van
Christus, voorgesteld door het altaar van offerande.
Zes van de stammen - allen geboren uit Lea en Rachel - waren opgesteld op de
berg Gerezim; terwijl deze, die stamden uit de dienstmaagden, samen met Ruben
en Zebulon, hun positie innamen op Ebal, de priesters met de ark bevonden zich
in de vallei tussen hen. Stilte werd bevolen door het teken van de trompet; en
dan in de diepe stilte, en in de tegenwoordigheid van deze grote menigte, las
Josua, staande nevens de gewijde ark, de zegeningen, die het gevolg worden van
gehoorzaamheid aan Gods wet. Al de stammen op de Gerezim antwoordden door een
Amen. Hij las dan de vloeken voor en de stammen op Ebal op dezelfde wijze gaven
hun goedkeuring, duizenden en duizenden van stemmen verenigden zich met de stem
van één man in het plechtig antwoord. Hierna werd de wet van God voorgelezen,
samen met de voorschriften en oordelen die aan Mozes overhandigd geweest waren.
Israel had de wet ontvangen rechtstreeks uit de mond van God op de Sinai; en
Zijn voorschriften, geschreven door Zijn eigen hand, werden steeds bewaard in
de ark. Nu werden ze opnieuw geschreven waar allen ze konden lezen. Allen
hadden het voorrecht van voor zichzelf te zien welke de voorwaarden waren van
het verbond onder dewelke zij moesten Kanaan innemen.
Allen moesten hun aanvaarding van de voorwaarden van het verbond en hun
toestemming voor de zegeningen of vloeken te kennen geven die het gevolg zijn
van het onderhouden of de verwaarlozing ervan. De wet was niet alleen
geschreven op de gedenkstenen, maar werd gelezen door Jozua zelf ten aanhoren
van gans Israël. Het was nog maar enkele weken geleden, dat Mozes gans het boek
van Deuteronium aan het volk voorgedragen had, toch las Jozua nu de wet
opnieuw.
Niet alleen de mannen van gans Israël maar de "vrouwen en de kleine kinderen"
luisterden naar de voorlezing van de wet; want het was belangrijk dat zij
zouden weten en hun plicht doen. God had bevolen in verband met Zijn
voorschriften: "Lees Deuter. 11:18 - 21."
Iedere zeven jaar moest de ganse wet voorgelezen worden voor gans Israel, zoals
Mozes bevolen had: "Lees Deut.31:10-13".
Satan is altijd aan het werk om te verderven wat God gesproken heeft, door de
geest te verblinden en het begrip te verduisteren, en de mens aldus tot zonde
te leiden. Het is daarom dat de Heer zo uitdrukkelijk is, door Zijn eisen zo
duidelijk te maken, opdat niemand zou moeten dwalen. God is bestendig bezig met
de mens dicht onder Zijn bescherming te brengen, opdat Satan zijn wrede,
bedriegende macht op hen niet zou kunnen uitoefenen. Hij heeft Zich gewaardigd
van tot hen te spreken met Zijn stem, van de levende orakels met Zijn eigen
hand neer te schrijven. En deze zegenende woorden, alle bezield met leven en
verlicht met waarheid, worden aan de mens gegeven als een volmaakte leiding.
Omdat Satan zo gereed is van de geest af te wenden en de genegenheden af te
trekken van de beloften en eisen van de Heer, is er meer ijver nodig om ze in
de geest en in het hart te prenten
Ieder hoofdstuk en ieder vers van de Bijbel is een mededeling van God aan de
mens. Wij zouden de voorschriften ervan als tekens op onze handen en als
hoofdbanden tussen onze ogen moeten binden. Indien bestudeerd en gehoorzaamd,
zal dit Gods volk leiden, zoals de Israëlieten geleid werden door de wolkkolom
bij dag en de vuurkolom des nachts. Patr. Pr. 499 - 504.
Het eerste en tweede gebod uitgesproken door Jehova zijn voorschriften tegen
afgoderij; want afgoderij, indien het in de praktijk gebracht wordt leidt de
mens tot een groter mate van zonde en opstandigheid, en loopt uit op het
offeren van menselijke wezens. God wil waken tegen de kleinste benadering van
zulk een abominatie. De eerste vier geboden zijn gegeven om de mens zijn
verplichting aan te tonen tegenover God. Het vierde is de verbindende schakel
tussen de grote God en de mens. De Sabbat, in het bijzonder, werd gegeven voor
het heil van de mens en voor de eer van God. De laatste zes geboden tonen de
plicht van de mens tegenover zijn naaste. Story of Redemption. 141.
Er werd mij getoond, dat deze, die pogen God te gehoorzamen en hun ziel
reinigen door gehoorzaamheid aande waarheid, Gods uitgekozen volk zijn, Zijn
modern Israël. Wij moeten inspanningen doen om grote vergaderingen bijeen te
roepen om de woorden te laten horen van de evangeliebedienaar. En zij die het
Woord van de Heer prediken zullen de waarheid spreken. Zij zullen hun
toehoorders als het ware aan de voet van de Sinai brengen, om te luisteren naar
de woorden door God gesproken temidden van taferelen van eerbiedwaardige
grootsheid. Evangelism 119.
Als Israel naar de Sinai kwam nam God de gelegenheid te baat om hun geest op te
frissen in verband met Zijn eisen. Christus en de Vader zijde aan zijde staande
op de berg, verkondigden met plechtige majesteit de tien geboden. 8. Test. Ch.
198.
VERS 3
Herodes was bekend met de wet van God, die zegt: "Gij zult geene andere goden
voor mijn aangezicht hebben", en hij wist, dat, als hij de aanbidding van het
volk aannam, hij de maat van zijn ongerechtigheid gevuld had en hij op zichzelf
de rechtvaardige wraak van God getrokken had. AA 151 - 152.
Ieder kind van God zal gezift worden als tarwe, en in het ziftingsproces moet
ieder geliefkoosd plezier, dat de geest van God aftrekt opgeofferd worden. In
vele families zijn de schoorsteenmantels, rekken en tafels gevuld met
ornamenten en voorstellingen. Albums met fotos van de familie en vrienden
worden daar geplaatst, waar zij de aandacht van de bezoekers kunnen aantrekken.
Aldus worden de gedachten, die zouden moeten op God en op hemelse zaken
geplaatst worden, gebracht naar gewone dingen. Is dit niet een soort van
afgoderij? Zou het geld, dat daarvoor uitgegeven werd, niet kunnen gebruikt
geweest zijn voor de zegening van de mensheid, om de lijdenden te helpen, om de
naakten te kleden, en om de hongerigen te spijzigen? Zou het niet kunnen in de
schatkist van de Heer geplaatst worden om Zijn zaak te helpen vooruitgaan en om
Zijn koninkrijk op deze aarde te helpen opbouwen?
Deze zaak is van groot belang en er wordt u dringend aanbevolen van u van de
zonde van afgoderij te bevrijden. Zegeningen zouden op uw zielen komen als gij
het woord wildet gehoorzamen, dat gesproken wordt door de Heilige van Israel:
"Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben". Velen maken onnodige
zorgen en angsten voor zichzelf door tijd en gedachten te besteden aan de
onnuttige versieringen, waarmede hun huizen gevuld zijn. De macht van God is
nodig om hen weg te halen uit deze devotie; want in alle opzichten is dit
afgoderij.
Hij die de harten doorgrondt, wenst Zijn volk af te houden van alle soort van
afgoderij. Dat het Woord van God, het gezegende boek van leven, de tafels
vullen, die nu vol liggen met nutteloze ornamenten. Gebruik uw geld in het
kopen van boeken, die middels kunnen zijn tot het verlichten van de geest, in
verband met huidige waarheid. De tijd, die gij gebruikt, in het verplaatsen en
afstoffen van al deze ornamenten in uw huis, kan gebruikt worden om een paar
regels te schrijven naat uw vrienden, geschriften te verzenden of kleine
boekjes naar iemand, die de waarheid nog niet kent. Grijp naar het Woord van de
Heer als naar een schat van onbeperkte wijsheid en liefde; dit is de leidraad,
die de weg uitstippelt naar de hemel. Hij wijst ons naar de zonde-vergevende
Heiland, zeggende: "Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt!". Joh.
1 : 29. Ooh dat gij de Schriften mocht onderzoeken met biddende harten, en een
geest van onderwerping aan God! Ooh dat gij uw harten mocht doorgronden als met
een lichtende kandelaar, en de fijnste draad ontdekken die u met wereldse
gewoonten bindt, die uw geest van God afleidt! Pleit met God opdat Hij u iedere
praktijk tone, die uw gedachten en genegenheden van Hem aftrekken! God heeft
Zijn heilige wet aan de mens gegeven waarmede hij zijn karakter kan meten. Door
deze wet kunt gij ieder gebrek in uw karakter zien en overwinnen. Gij kunt u
afscheiden van ieder idool, en u vasthechten aan de troon van God door de
gouden ketting van genade en waarheid. 2 SM. 317 - 18.
Lees Ezra 4:1-5 en 8:21,23. De profeet en deze familiehoofden aanzagen het volk
van dit land niet als aanbidders van de ware God, en ofschoon deze beweerden
hun vrienden te zijn en wensten hen te helpen, durfden zij zich niet met hen
verenigen in gelijk wat in verband stond met Zijn aanbidding. Als zij naar
Jerusalem gingen om de tempel van God te bouwen en Zijn eredienst te
herstellen, wilden zij geen hulp van de koning vragen om hen onderweg bij te
staan, maar zij zochten de Heer in vasten en gebed om hulp. Zij geloofden dat
God Zijn dienaren zou verdedigen en voorspoed schenken in hun inspanningen om
Hem te dienen. De Schepper van alle dingen heeft de hulp niet nodig van Zijn
vijanden om Zijn eredienst op te richten. Hij vraagt het offer niet van de
goddeloosheid, noch aanvaardt Hij de offeranden van dezen, die andere goden
hebben voor de Heer. Wij horen dikwijls de opmerking: "Gij zijt te exclusief".
Als een volk zouden wij alle offers maken om zielen te redden, of om hen tot de
waarheid te brengen, maar ons met hen verenigen, de dingen lief te hebben die
zij lief hebben, en vriendschap te hebben met de wereld, durven wij niet, want
dan zouden wij in vijandschap zijn met God.
Bij het lezen van de volgende teksten zullen wij zien hoe God oud Israël
aanzag: "Lees Ps.135:4; Deuter.14:2; 7:6,7; Ex. 33:16.
Hoe dikwijls is het oude Israël opstandig geweest, en hoe dikwijls zijn ze
bezocht geweest met oordelen, en duizenden werden vernietigd, omdat zij de
geboden niet willen houden van hun God, die hen uitgekozen had. Het Israël van
God van deze laatste dagen loopt bestendig gevaar van zich te vermengen met de
wereld en van alle tekens te verliezen, die hen als het uitgelezen volk van God
kenmerken. Lees Titus 2:13, 15. Hier worden wij gebracht tot in de laatste
dagen, dan wanneer God een specifiek volk reinigt voor Zichzelf. Zullen wij Hem
uitdagen zoals het oude Israël deed? Zullen wij Zijn wraak op ons trekken door
van Hem af te wijken en ons te vermengen met de wereld, en door de gruwelen te
volgen van de naties die ons omgeven? De Heer heeft deze voor Zich afgezonderd,
die godsvruchtig is; deze toewijding aan God en scheiding van de wereld is ten
volle en op een positieve wijze opgelegd zowel in het oud als in het nieuw
testament. Er is een scheidingsmuur, die de Heer zelf opgericht heeft tussen de
dingen van de wereld en hetgeen Hij uit de wereld uitgekozen heeft en voor
Zichzelf geheiligd heeft. De roeping en het karakter van Gods volk zijn
specifiek, hun vooruitzichten zijn specifiek, en deze bijzonderheden
onderscheiden hen van alle andere volkeren. Allen die tot Gods volk behoren
over gans de aarde vormen één lichaam, vanaf het begin tot het einde der
tijden. Zij hebben één Leider, die het lichaam leidt en bestuurt. Dezelfde
geboden, die op het oude Israël rustten, rusten ook nu op Gods volk, namelijk
van gescheiden te zijn van de wereld. Het grote Hoofd van de Kerk is niet
veranderd. De bevinding van de christenen in deze dagen gelijkt veel op het
heen en weer trekken van het oude Israël. Lees a.u.b. 1.Cor.10, speciaal van
het ende tot het 15de vers en 1.Joh.3:1; 1.Joh.2:15-17.
2.Petr.2:20; Jak.4:4; 1:27; Titus 2:12; Rom.12:2; Joh.17:14,15,17; Luk.6:22,
23; Joh.15:16-19; 1.Joh.4:4,5; 1.Joh.2:5, 6; 1.Petr. 2 : 9.
Als wij het woord van God lezen, hoe tenvolle blijkt het dat Zijn volk moet
specifiek zijn en onderscheiden van de ongelovige wereld die hen omgeeft. Onze
positie is belangrijk en te vrezen. Hoe belangrijk is het voor ons, die leven
in de laatste dagen, dat wij het voorbeeld van Christus volgen, en dat wij
wandelen zoals Hij gewandeld heeft. "Zoo iemand achter mij wil komen, die
verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op en volge Mij". Math.16:24. De
meningen en de wijsheid van mensen mogen ons niet besturen. Zij leiden altijd
weg van het kruis. De dienaren van Christus hebben noch hun huis noch hun schat
hier. Dat allen van hen mogen begrijpen, het is alleen omdat de Heer regeert,
dat wij toegelaten worden van in vrede te leven en veilig te zijn temidden van
onze vijanden. Het is ons voorrecht niet van beroep te doen op speciale gunsten
van de wereld. Wij moeten erin toestemmen van arm en misprezen te worden
temidden van de mensen, totdat de strijd teneinde is en de overwinning behaald
is. De leden van Christus worden geroepen van om uit te komen en afgezonderd te
zijn van de vriendschap en de geest van de wereld; hun kracht en macht bestaat
erin van gekozen en aanvaard te zijn door God.
... De wereld is rijp voor haar vernietiging. God kan niet langer geduld
oefenen met de zondaars. Zij moeten tot de bodem de beker van Gods gramschap
drinken onvermengd met barmhartigheid. Zij die erfgenamen willen zijn van God
en medeerfgenamen met Christus voor de onsterfelijke erfenis, moeten specifiek
zijn, ja zo specifiek, dat God een merkteken op hen plaatst als Hem
toebehorend, gans van Hem. Denkt gij dat God een volk zal ontvangen, eren en
erkennen, dat zo vermengd is met de wereld, dat zij slechts van hen verschillen
in naam? Lees opnieuw Titus 2:13, 15. Het zal spoedig geweten zijn wie aan Gods
zijde is, die niet beschaamd zal zijn voor Christus. Deze, die de morele moed
niet hebben om gewetensvol hun positie in te nemen voor het aangezicht van de
ongelovigen en om de gewoonten van de wereld achter te laten, en om het
zelf-verloochenende leven van Christus na te volgen, zijn beschaamd van Hem, en
zij beminnen Zijn voorbeeld niet. 1.Test. Church 282-87.
Er werd mij getoond dat er nauwelijks op het werk van de gezondheidshervorming
ingegaan werd. Terwijl er sommigen het sterk aanvoelen en hun geloof erin
uitwerken, blijven er anderen onverschillig en hebben nauwelijks een eerste
stap gezet in de hervorming. Zij schijnen een ongelovig hart te hebben en als
deze hervorming de wellustige eetlust beperkt, deinzen er vele terug. Zij
hebben andere goden voor de Heer. Hun smaak,` hun eetlust is hun god; en als de
bijl aan de wortel van de boom gelegd wordt, en als deze, die toegegeven hebben
aan hun verdorven eetlust tenkoste van hun gezondheid, getroffen zijn, en hun
zonde te kennen gegeven is, als hen hun afgoden getoond worden, willen zij niet
overtuigd worden; en moest Gods stem rechtstreeks tot hen spreken, dat zij deze
gebruiken, die hun gezondheid vernietigen, moeten nalaten, zouden sommigen toch
blijven vasthouden aan de nadelige dingen, die zij liefhebben. Zij schijnen
vastgehecht te zijn aan hun idolen en God zal aan Zijn engelen spoedig het
bevel geven: "Laat hen over aan hun lot". 1 Test. 486.
Christus is onze patroon; Zijn leven was een voorbeeld van goede werken. Hij
was een man van smarten en vertrouwd met leed. Hij weende over Jeruzalem omdat
zij niet wilden gered worden door de verlossing aan te nemen, die Hij hen
aanbood. Zij wilden tot Hem niet komen om leven te hebben. Vergelijk uw
levenshouding met deze van Uw Meester, die zulk een groot offer bracht opdat
gij gered zoudt worden. Hij bracht dikwijls de ganse nacht door op de vochtige
grond in hartverscheurend gebed. Gij zoekt uw eigen genot. Luister eens naar de
ijdele lichtzinnige gesprekken; hoor het lachen, het schertsen, het grappen
maken. Is dit de patroon navolgen? Luister verder - wordt er van Jezus
gesproken? Is de waarheid het onderwerp van hun gesprekken? Verheerlijken zij
het kruis van Christus in hun gesprekken? Het gaat over deze mode, deze muts,
dat kledingstuk over hetgeen deze jongen of meisje zegde, of over het vermaak
dat zij plannen. Hoe plezant! Worden engelen aangetrokken en dichter gebracht
rond hen om de duisternis af te weren, die Satan rond hen opdringt ? o, neen.
Zie, zij wenden zich treurig af. Ik zie tranen op hun aangezicht. Is het
mogelijk dat engelen van God tot wenen gebracht worden? Jawel.
Eeuwige dingen zijn van weinig belang voor de jeugd. Engelen wenen, als zij op
de boekrol de woorden en handelingen van belijdenden christenen neerschrijven.
Engelen zweven rond deze woning: daar is de jeugd verzameld, waar wij de klank
van vocale en instrumentale muziek horen. Het zijn christenen, die daar
verzameld zijn. Maar wat hoort men? Het is een liedje, een frivole slager,
geschikt voor de dansvloer. Zie de reine engelen brengen hun licht dichter
rondom hen, en duisternis omgeeft deze, die in deze woning verblijven. De
engelen verlaten het tafereel. Droefheid staat op hun aangezicht. Zie zij
wenen. Ik zag dat dit verschillende malen plaats greep onder Sabbathouders en
speciaal in Muziek heeft de tijd ingenomen, die had moeten toegewijd zijn aan
het gebed. Muziek is het idool, waarvoor vele belijdende Sabbathoudende
christenen in aanbidding staan. Satan heelt niets tegen muziek, als hij er een
middel van kan maken om toegang te verkrijgen in de geest van de jeugd. Alles
komt hem van pas, dat de geest van God aftrekt en de tijd in beslag neemt, die
aan Zijn dienst had moeten gewijd worden. Hij werkt door deze middelen, die de
sterkste invloed zullen uitoefenen om het grootst mogelijke aantal te houden in
een aangename verdwazing, terwijl zij verlamd worden door zijn macht. Als
muziek op een goede manier aangewend wordt, strekt zij tot zegen; maar zij
wordt dikwijls een van de meest aantrekkelijke middels van Satan om zielen te
verleiden. Als zij misbruikt wordt, leidt zij de niet toegewijden tot
hovaardij, ijdelheid en dwaasheid. Als het haar toegelaten wordt van de plaats
in te nemen van godsvrucht en gebed, is zij een verschrikkelijke vloek. Jonge
mensen verzamelen om te zingen en, ofschoon zij belijdende christenen zijn,
onteren zij dikwijls God en hun geloof door hun lichtzinnige gesprekken en hun
keuze van muziek. Gewijde muziek stemt niet overeen met hun smaak. Ik werd
verwezen naar de volle onderrichtingen van Gods woord, die veronachtzaamd
geworden zijn. Al deze geïnspireerde woorden zullen deze veroordelen in het
oordeel, die er geen acht op geslagen hebben. 1.Test. 505 - 6.
In onze generatie heeft God Zijn wil geopenbaard aan Zijn volk en Hij verlangt
van hen gehoorzaamheid. In de laatste dagen van de wereldgeschiedenis zegt de
stem, die vanop de Sinai sprak steeds tot de mensen: "Gij zult geene andere
goden voor mijn aangezicht hebben". De mens heeft Zijn wil geplaatst in de
plaats van de wil van God, maar hij kan dit gebod van God niet tot zwijgen
brengen. De mens kan nooit tenvolle zijn verplichtingen tegenover een hogere
macht begrijpen, maar kan de verplichtingen niet ontwijken. Diepzinnige
theorieën en bespiegelingen mogen in overvloed aanwezig zijn, de mens kan pogen
van de wetenschap in tegenstelling te plaatsen met de openbaring, en aldus de
wet van God verdringen, toch zal de Heilige Geest krachtiger en krachtiger het
bevel naar voor brengen: "Den Heere uwen God, zult gij aanbidden en Hem alleen
dienen". Matth. 4 " 10. 6 Test. 10.
Ik vind geen rust in de geest. Tafereel na tafereel is mij in symbolen
voorgesteld geweest, en ik vind geen rust totdat ik deze zaak neergeschreven
heb.
In het centrum van het werk worden de dingen zo gevormd, dat iedere andere
instelling dezelfde richting volgt. En de generale conferentie zelf is
verdorven geworden door verkeerde gevoelens en princiepen. In het uitwerken van
plannen werden dezelfde princiepen naar voor gebracht, die sedert een geruime
tijd de zaken beheerst hebben in Battle Creek.
Er werd mij getoond dat de joodse natie niet plotseling in hun toestand van
denkwijze en praktijken gebracht werden. Van generatie tot generatie werkten
zij met valse theorieën, princiepen uitwerkend, in tegenstelling met de
waarheid, en in hun godsdienst gedachten en plannen invoerend, die het product
waren van de menselijke geest. Menselijke uitvindingen hadden de bovenhand.
Heilige princiepen, die God gegeven heeft, worden voorgesteld als het heilige
vuur, maar gewoon vuur werd gebruikt inplaats van het heilige. Plannen in
tegenstelling met de waarheid en de gerechtigheid worden op een subtiele wijze
ingevoerd onder het voorwendsel van: "dit moet gedaan worden of dat moet gedaan
worden, want het is voor de vooruitgang van de zaak van God". Maar het zijn de
bedenkingen van mensen, die leiden tot verdrukking, ongerechtigheid en
verdorvenheid. De zaak van God is vrij van elke vlek van ongerechtigheid. Er
kan geen voordeel bekomen worden door het ontnemen van de persoonlijkheid of de
rechten van de leden' van Gods familie. Al zulke praktijken zijn een afschuw
voor God. Hij inspireert deze praktijken niet, die gij door uw beraadslagingen
ingevoerd hebt in verband met het publiceren van boeken.
De Heer aanvaardt zulk geen onderhandelingen. Zij kunnen niet met voorspoed
gepaard gaan. Mannen, die verbonden zijn met Zijn werk, hebben onrechtvaardigd
gehandeld en het wordt tijd dat zij ophouden. Dat mensen met elkander
onderhandelen gesteund op de princiepen van de tien geboden, en deze princiepen
niet ontkennen in het behandelen van zaken. Valse voorstellen worden aangewend
als waarheid en gerechtigheid, en dan wordt alles zo uitgewerkt om deze
voorstellen uit te voeren, die niet in overeenstemming zijn met de wil van God,
maar een verkeerd beeld geven van Zijn karakter. De Grote Heilige en
barmhartige God zal nooit akkoord' gaan met oneerlijke praktijken; Geen
zweempje van ongerechtigheid zal Hij verrechtvaardigen. Sommigen hebben
oneerlijk misbruik gemaakt van dezen, waarvan zij veronderstellen dat zij onder
hun rechtsbevoegdheid staan. Zij waren beslist van deze personen te dwingen
zekere voorwaarden aan te nemen, zij wilden heersen of ten gronde richten. Er
zal geen wezenlijke verandering komen, tenzij er een besliste inspanning gedaan
wordt om een andere gang van zaken tot stand te brengen.
Dat geen plannen of methoden aangenomen worden in gelijk welk van onze
instellingen, die de geest of het talent zullen binden onder het toezicht van
het menselijk oordeel; dit ligt niet in Gods beschikking. God heeft aan de mens
talenten van invloed gegeven, die Hem alleen toebehoren, en er kan aan God geen
groter oneergedaan worden dan wanneer eindige bemiddelaars andermans talenten
onder hun absoluut toezicht brengen, zelfs als de voordelen ervan gebruikt
worden voor de vooruitgang van de zaak. In zulke schikkingen wordt de geest van
de ene mens beheerst door die van de andere, en de menselijke
vertegenwoordiging wordt van God gescheiden en aan bekoring blootgesteld.
Satans methoden hebben één doel: een slaaf te maken van de mens. En als dit
gedaan is, is het resultaat verwarring en wantrouwen, jaloersheid en kwaad
vermoeden. Zulk een handelwijze vernietigt het geloof in God en in de
princiepen, die de bovenhand moeten hebben, die moeten reinigen van schuld en
van iedere soort van zelfzucht en huichelarij.
De autoritaire macht, die ontwikkeld werd alsof rang, van de mens goden gemaakt
had, maakt mij bevreesd en is schrik aanjagend. Het is een vloek waar en bij
wie ook het beoefend wordt. Dit heersen over Gods erfenis zal zulk een afkeer
doen ontstaan van de menselijke rechtsbevoegdheid, dat een toestand van
ononderworpenheid het resultaat zal zijn. Het volk leert, dat mensen in hoge
verantwoordelijkheidspositie niet kunnen vertrouwd worden om andermans geest en
karakter te vormen en te kneden. Het resultaat zal het verlies van vertrouwen
zijn zelfs in het bestuur van getrouwe mensen. Maar de Heer zal arbeiders
oproepen, die van hun eigen nietigheid zonder speciale hulp van God bewust
zijn. Eeuw na eeuw heeft Jezus Zijn gaven aan Zijn kerk toegekend. Ten tijde
van de eerste komst van Christus naar onze wereld, hebben mensen van het
Sanhedrin hun autoriteit uitgeoefend in het beheersen van mensen naar hun
goeddunken. Aldus werden de zielen, waarvoor Christus Zijn leven gegeven had om
ze te bevrijden van de slavernij van Satan, gebracht onder zijn slavernij in
een andere vorm.
Vergewissen we ons persoonlijk van onze ware positie, dat wij als Gods in
dienst genomen dienaren ons rentmeesterschap niet mogen verkwanselen?
Wij moeten individueel rekenschap geven voor het hemelse universum, hoe wij het
door God toevertrouwde pand beheren. Ons eigen hart moet aangewakkerd worden.
Onze handen moeten iets hebben om te geven van het inkomen, dat God ons
toevertrouwt. De nederigste onder ons kunnen agenten zijn voor God, onze giften
gebruikend voor de heerlijkheid van Zijn naam. Hij, die zijn talenten ten nutte
brengt volgens zijn best vermogen, kan zijn offer aan God opdragen als een
toegewijde gave, die als een welriekende wierook zal zijn voor Hem. Het is de
plicht van eenieder van te zien dat zijn talenten tot nut gebracht worden als
een gave die moet teruggegeven worden, nadat hij zijn best gedaan heeft om ze
te verbeteren.
De geest van overheersing bereikt ook de presidenten van onze conferenties. Als
een man steunt op zijn eigen krachten en poogt heerschappij te voeren over zijn
broeders, denkend dat hij bekleed is met gezag om van zijn wil een heersende
macht te maken, is de beste en enige veilige weg van hem te verwijderen, opdat
er geen groter schade berokkend zou worden en hij zijn eigen ziel zou verliezen
en de zielen van anderen in gevaar zou brengen. "Gij zijt allen broeders". Deze
neiging tot overheersen van Gods erfenis zal een reactie teweeg brengen, tenzij
deze mensen hun handelwijze veranderen. Deze die gezag uitoefenen moeten de
Geest van Christus openbaren. Zij moeten omgaan zoals Hij met ieder geval zou
omgaan, dat de aandacht vergt. Zij zouden moeten gaan onder de invloed van de
Heilige Geest. De rang van een mens maakt hem geen titel of jota groter in de
ogen van God; het is alleen het karakter, dat God naar waarde schat. De
goedheid, barmhartigheid en liefde van God werden door Christus aan Mozes
verkondigd. Dit was het karakter van God. Als mensen, die belijden God te
dienen, Zijn vaderlijk karakter ontkennen en afwijken van eer' en gerechtigheid
in het omgaan met hun medemensen, dan jubelt Satan, want hij heeft hen bezield
met zijn eigenschappen. Zij volgende voetsporen van Rome. Deze die gelast
worden van de eigenschappen van Gods karakter voor te stellen, stappen af van
de bijbelse standplaats en in eigen menselijk oordeel vinden zij regels en
besluiten uit om de wil van anderen te dwingen. De beramingen om mensen te
dwingen van de voorschriften van andere mensen te volgen, brengen een gang van
zaken tot stand, die medevoelen en teder medelijden opzij zetten, die de ogen
verblindt voor barmhartigheid en gerechtigheid en de liefde van God. Morele
invloed en persoonlijke verantwoordelijkheid worden onder de voeten getreden.
De gerechtigheid van Christus door het geloof is door sommigen miskend
geworden: want ze is in tegenstelling met hun geest en hun levenservaring.
Heersen, heersen is hun handelwijze geweest. Satan is in de gelegenheid geweest
van zichzelf te vertegenwoordigen. Als iemand, die belijdt Christus te
vertegenwoordigen zich inlaat met een scherpe manier van omgaan en mensen in
moeilijke situaties brengt, dan zullen deze die op die wijze verdrukt worden,
ofwel ieder boei van beperking breken of zullen zij ertoe gebracht worden van
God als een harde meester te beschouwen. Zij koesteren harde gevoelens jegens
God, en de ziel is vervreemd van Hem, juist zoals Satan voorgenomen had.
Deze hardvochtigheid van de kant van de mens, die beweert de waarheid te
geloven gebruikt Satan ten nadele van de waarheid zelf, en aldus wordt de mens
afkerig en afgetrokken van de waarheid. Om deze reden kan niemand een
verantwoordelijke relatie hebben met onze instituten die het als onbelangrijk
aanziet of hij nu een hart van vlees of van staal heeft. Mensen denken, dat zij
de gerechtigheid van God vertegenwoordigen, maar zij vertegenwoordigen Zijn
tederheid en de grote liefde niet, waarmede Hij ons bemind heeft. Hun
menselijke uitvindsels, die hun oorsprong hebben bij de schoonschijnende listen
van Satan, schijnen billijk genoeg voor de verblinde ogen van de mensen, omdat
het eigen is aan hun natuur. Een leugen, die geloofd wordt, en in de praktijk
omgezet wordt, wordt een waarheid voor hen. Aldus wordt het doel van de
satanische bemiddeling verwezenlijkt, dat de mens deze conclusie zou trekken
door de werking van zijn eigen vindingrijke geest. Maar hoe valt de mens in
zulk een dwaling? Door aan te vangen met valse veronderstellingen, en dan door
aan alles toe te laten te bewijzen dat dwaling waar is. In sommige gevallen
hebben de eerste princiepen een deel van de waarheid doorweven met dwaling,
maar het leidt niet tot enige juiste handeling, en daarom is het dat de mens
misleid wordt. Om te kunnen heersen en een macht te worden, gebruiken zij de
methode eigen aan Satan om hun eigen princiepen te rechtvaardigen. Zij
verheffen zichzelf als mensen met een superieur oordeel, en zij zijn doorgegaan
als vertegenwoordigers van God. Dit zijn valse goden. Test. Min. 359 - 64.
De mensen van de wereld aanbidden valse goden. Zij moeten afgewend worden van
hun aanbidding van valse goden, niet door het horen naar de afkeuring van hun
idolen, maar door het zien van betere dingen. De goedheid van God moet bekend
gemaakt worden. "Gij zijt mijne getuigen, spreekt de Heere, dat Ik God ben".
Jes. 43 : 12. Christ Obj. Lessons 299.
De leerars gebruikt in onze scholen zouden moeten God kennen door een
experimentele kennis. Zij zouden Hem moete kennen omdat zij aan al de geboden
gehoorzaam zijn die Hij gegeven heeft. Jehova grifte Zijn Tien Geboden op
tafels van steen, opdat al de inwoners van de aarde Zijn eeuwig onveranderlijk
karakter zouden kunnen begrijpen. Deze leeraars, die begeren vooruitgang te
maken in leren en bekwaamheid moeten beslag leggen op deze wonderbare
openbaringen van God. Maar het is alleen als hart en geest in harmonie gebracht
worden met God, dat zij de goddelijke vereisten zullen begrijpen.
Niemand moet zich bekommeren nopens deze dingen die de Heer niet geopenbaard
heeft aan ons. In onze tijd zal er bespiegeling in overvloed zijn, maar God
verklaart: "De verborgene dingen zijn voor den Heere, onzen God". De stem, die
tot Israël sprak vanop de Sinai spreekt in deze laatste dagen tot man en vrouw,
zeggende: "Gij zult geene andere goden voor mijn aangezicht hebben" .... De
mens heeft zijn wil tegen de wil van God geplaatst, maar dit kan Zijn woord van
wijsheid en bevel niet tot zwijgen brengen, ofschoon zij hun bespiegelende
theorieën in tegenstelling plaatsen met het onderwijs van de openbaring en zij
menselijk wijsheid verheffen boven een vol: "Zo zegt de Heer". Counsels Par. T.
248.
Als ik de huizen van ons volk bezoek en onze scholen, zie ik dat op tafels en
meubels foto’s tentoongesteld zijn.. Overal zien wij aangezichten van mensen.
God wenst dat dit verandert. Moest Christus op de aarde zijn zou Hij zeggen:
"Neem deze dingen weg". Er werd mij onderricht, dat deze afbeeldingen als vele
idolen zijn, die de tijd en de gedachten in beslag nemen, die zouden moeten
heilig aan God toegewijd zijn. Deze foto’s kosten geld. Is het aanneembaar voor
ons, het werk kennend dat in deze tijd moet gedaan worden, dat wij Gods geld
gebruiken in het maken van foto’s van ons eigen aangezicht en van dat van onze
vrienden? Zou iedere dollar die wij kunnen sparen, niet moeten gebruikt worden
voor de vooruitgang van Gods zaak? Deze afbeeldingen kosten geld, dat in
heiligheid zou moeten gebruikt worden in de dienst van God; en zij wenden de
geest af van de waarheid van Gods woord. Dit maken en uitwisselen van foto’s is
een soort van afgoderij. Satan doet al wat hij kan om de hemel voor ons te
verduisteren. Laten wij hem niet medehelpen door het maken van beeld-idolen.
Wij moeten een hogere standaard bereiken dan deze menselijke gezichten
suggereren. De Heer zegt: "Gij zult geene andere goden voor mijn aangezicht
hebben". Deze die beweren in Christus te geloven moeten zich vergewissen, dat
zij Christus'beeld moeten weerspiegelen. Het is Zijn gelijkenis die voor de
geest moet gehouden worden. De woorden, die gesproken worden moeten geladen
zijn met hemelse inspiratie Mess. Young people 316.
Door de waarheid te verwerpen, verwerpt de mens de maker ervan. Door op de wet
te trappen, ontkennen zij het gezag van de Wetgever. Het is even gemakkelijk
van een idool te maken van valse leerstellingen en theorieën als van hout of
steen. Door de eigenschappen van God verkeerd te interpreteren, leidde Satan de
mens van Hem een verkeerd karakter toe te eigenen. Bij velen is een filosofisch
idool op de troon gezet in de plaats van Jehova, terwijl de levende God zoals
Hij in Zijn Woord, in Christus en in de werken van de schepping geopenbaard is,
door weinigen aanbeden wordt. Duizenden verafgoden de natuur, terwijl zij de
God van de natuur ontkennen. Ofschoon in een verschillende vorm, heerst
afgoderij in de Christelijke wereld van vandaag zoals ze bestond in de dagen
van Elia bij het oude Israël. De god van velen, waarvan beweerd wordt dat ze
wijze mannen zijn, de god van filosofen, dichters, politici, journalisten, - de
god van welopgevoede kringen, van vele colleges en universiteiten, zelfs van
sommige theologische instituten - is niet minder dan Baal, de zonnegod van
Fenicie. Gr. Contr. 583.
Het volk van vóór de zondvloed gebruikte zilver en goud, edelstenen en
uitgelezen hout om huizen te bouwen voor zichzelf, eenieder ernaar strevend om
uit te steken boven de andere. Zij maakten hun huizen en landerijen mooi en
versierden ze met de meest vindingrijke werken, en zij daagden God uit wegens
hun boze werken. Zij vormden beelden om te aanbidden, en leerden hun kinderen
van deze kunststukken, gemaakt door hun eigen handen, te aanzien als goden, en
ze te aanbidden. Zij verkozen niet van op God te denken, de Schepper van de
hemel en de aarde, en brachten Hem geen dankbetuigingen, Die hen alles gegeven
had wat zij bezaten. Zij ontkenden zelfs het bestaan van de God van de hemel,
en verheerlijkten en aanbaden de werken van hun eigen handen. Zij verdorven
zich met dat wat God op de aarde geplaatst had voor het welzijn van de mens.
Zij maakten voor zichzelf mooie wandelpaden, overhangen met fruitbomen van alle
soort. Onder deze majestueuze en mooie bomen met hun weituitgespreide takken,
die groen waren van het begin van het jaar, tot het einde, plaatsten zij hun
idolen van aanbidding. Ganse bossen wegens beschutting van hun gebladerte,
werden aan hun afgoden gewijd en werden aantrekkelijk gemaakt voor het volk om
hun toevlucht te nemen tot hun afgoden aanbidding. Zij verdorven zichzelf met
deze dingen, die God op de aarde geplaatst had tot welzijnvan de mens. 3 Spir.
Gifts 63.
De kinderen van Israël, die het eerste en het tweede gebod overtraden, mochten
nergens gezien worden rond de berg Sinai, waar God in heerlijkheid zou op neder
komen om voor de tweede maal de wet op stenen-tafels neder te schrijven, opdat
zij niet zouden verbrand worden door de glorie van zijn tegenwoordigheid. En
als zij zelfs op het aangezicht van Mozes niet konden zien, omdat hij in
gemeenschap geweest was met God, hoeveel te minder kunnen de overtreders van
Gods wet zien op de Zoon van God, als Hij zal verschijnen in de wolken des
hemels in de heerlijkheid van Zijn Vader, omgeven door gans het engelenheir, om
oordeel uit te voeren op allen, die de geboden van God niet in acht genomen
hebben en getrapt hebben met hun voet op Zijn bloed 3 Spir. Gifts 294.
God vraagt reinheid van hart, en persoonlijke reinheid, nu, zoals Hij de
speciale richtlijnen gaf aan de kinderen van Israel. Als God nauwkeurig was om
reinheid op te leggen op hen die in de woestijn verbleven, die in de open lucht
waren gans de tijd, vraagt Hij het niet minder van ons, die in overdekte huizen
wonen, waar onreinheden meer waarneembaar zijn, en een grotere ongezonde
invloed hebben. Tabak is een vergif van de bedrieglijkste en kwaadaardigste
soort, door dat hij een ophitsende en dan een verlammende invloed heeft op de
zenuwen van het lichaam. Hij is des te gevaarlijker omdat zijn effecten, die
hij heeft op het menselijk systeem zo traag werkend zijn, en bij het begin
schaars opgemerkt worden. Menigten zijn gevallen als slachtoffers van zijn
vergiftigende invloed. Zij hebben zichzelf beslist gedood door dit traag
vergif. En wij vragen ons af hoe ze zullen opstaan op de morgen van de
opstanding?
Thee en koffie zijn opwekkend. De gevolgen ervan zijn dezelfde als deze van de
tabak; maar zij tasten in een mindere graad aan. Deze, die deze trage vergiften
gebruikt, gelijk de tabak-gebruiker denken dat zij niet kunnen leven zonder
dit, want zij voelen zich zo slecht zonder hun idolen. Dat zij lijden als zij
ophouden met het gebruik van deze opwekkende middelen komt door het feit, dot
zij de natuur afgebroken hebben in haar werk van het behouden van het ganse
menselijke systeem in harmonie en in goede gezondheid. Zij zullen gestoord zijn
door duizeligheid, hoofdpijn, verdoving, zenuwachtigheid en prikkelbaarheid.
Zij voelen zich alsof zij gans kapot zijn, en sommigen hebben de moed niet van
vol te houden in het nalaten van deze dingen tot de misbruikte gezondheid
hersteld is, maar hervallen terug in het gebruik van dezelfde schadelijke
bevredigingen. De natuur wordt weker en weker, en minder en minder in staat om
te herstellen. Maar als zij beslist inspanningen doen om vol te houden en te
overwinnen, zal de misbruikte natuur spoedig terug hersteld zijn, en haar werk
wijs en goed volbrengen. Het ganse menselijke systeem komt dikwijls gans
geintoxikeerd door deze opwekmiddelen. En juist in dezelfde mate als het
zenuwstelsel opgewekt geweest is door deze valse middels, zal de uitputting
zijn nadat de invloed van de opwekking zal afgenomen zijn. Deze uitputting kan
bijtijds overwonnen worden door het nalaten van deze dingen, die zulk een
toestand teweeg gebracht hebben in het menselijke systeem. Zij die toegeven aan
verdorven eetlust, doen dit ten nadele van hun gezondheid en hun intellect. Zij
kunnen de waarde van geestelijke dingen niet onderscheiden. Hun gevoeligheid is
verstompt en zonde schijnt voor hen niet zo zondig, en waarheid is van geen
groter waarde aanzien als aardse bezittingen. 4 Spir, Gifts a 128 - 29.
Deze, die ware aanbidders van de ware God willen zijn moeten ieder idool
opofferen. Jezus zegde tot de wetgeleerden: "Gij zult liefhebben den Heere,
uwen God, met geheel uw hart en met geheel uwe ziel en met geheel uw verstand.
dit is het eerste en het grootste gebod". Matth. 22 : 37, 38. De eerste vier
voorschriften van de decaloog laten niet toe dat wij onze genegenheden van God
afscheiden. Ook mag niets ons opperste behagen in Hem delen. Wij kunnen niet
vooruitgaan in christelijke bevinding tenzij wij alles wegdoen, dat ons van God
scheidt.
Het grote Hoofd van de kerk, dat Zijn volk. uitgekozen heeft uit de wereld,
vraagt van hen dat zij afgescheiden zijn van de wereld. Hij bepaalt, dat de
geest van Zijn geboden, doordat Hij Zijn volgelingen tot Hem trekt, hen zal
scheiden van de wereldse elementen. God beminnen en Zijn geboden onderhouden is
ver van de wereldse plezieren en vriendschappen te beminnen. Er is geen
overeenkomst tussen Christus en Belial. Counsels to Parents Teach. Students
329.
Mijn christelijke zusters, ziet in de spiegel de wet van God, en test uw
handelwijze aan de eerste vier geboden. Deze bepalen tenvolle onze plicht
tegenover God. Hij eist onze onverdeelde genegenheid op; en alles wat ertoe
neigt van de geest op de slorpen en af te wenden van God wordt een vorm van een
idool. De ware en levende God wordt uit de gedachten en het hart geweerd, en de
tempel van de ziel is bevuild door de aanbidding van andere goden voor de Heer
"Gij zult geene andere goden voor mijn aangezicht hebben", zegt het gebod. Laat
ons het hart doorzoeken, het leven en karakter vergelijken met de voorschriften
van Jehova, en dan ijverig zoeken om onze dwalingen te verbeteren. 4 Test. 632.
Waar de Geest van de Heer is, is er zachtmoedigheid, geduld, zachtzinnigheid en
lankmoedigheid. Een ware volgeling van Christus zal trachten Zijn Patroon na te
volgen. Hij zal leren de wil van God te doen op de aarde zoals in de hemel.
Deze. wiens harten steeds bevlekt zijn met zonde, kunnen niet ijverig zijn tot
goede werken. Zij falen erin van de eerste vier voorschriften van de decaloog
te houden, die de plicht van de mens tegenover God bepalen; ook houden zij de
laatste zes geboden niet, die de plicht van de mens tot zijn naaste
voorschrijft. Hun harten zijn vervuld met zelfzucht, en zij vinden altijd fout
bij anderen, die beter zijn dan zijzelf. Zij leggen hand aan werk, dat God hen
niet gegeven heeft en laten ongedaan wat God hen gelaten heeft om te doen,
namelijk van op zichzelf te letten, opdat geen wortel van bitterheid zou
ontspruiten, die de kerk zou verstoren en bevlekken. Zij wenden hun ogen
buitenwaarts om te zien of de karakters van anderen niet juist zijn, als zij
innerwaarts zouden moeten gekeerd zijn om hun eigen handelingen te onderzoeken
en te bekritiseren. Als zij hun hart ontledigen van zelfzucht, jaloersheid en
kwaadvermoeden en kwaadaardigheid, zullen ze niet klimmen op de zetel van het
oordeel en veroordeling uitspreken over anderen, die in het oog van God beter
zijn dan zijzelf.
5 Test. Church 613 - 14.
VERS 3 - 17.
De zending van Christus in de wereld is van de heilige eisen van deze wet te
verdedigen, waarvan zij Hem beschuldigen, dat Hij ze breekt. Was de wet van God
mogen veranderd of afgeschaft zijn, dan moest Christus de gevolgen van onze
overtredingen niet gedragen hebben. Hij kwam om de relatie van de wet met de
mens uit te leggen, en om de voorschriften ervan te illustreren door Zijn eigen
leven van gehoorzaamheid.
God heeft ons Zijn heilige voorschriften gegeven, omdat Hij de mensheid
liefheeft. Hij openbaart de princiepen van gerechtigheid om ons te vrijwaren
tegen de gevolgen van de overtreding. De wet is een uitdrukking van Gods
gedachten; als hij ontvangen wordt in Christus, wordt hij onze gedachten. Hij
verheft ons boven de macht van natuurlijke begeerten en neigingen, boven
bekoringen die tot zonde leiden. God wenst dat wij zouden gelukkig zijn, en Hij
gaf ons de voorschriften van de wet, opdat wij, als wij er gehoorzaam aan zijn,
mochten gelukkig zijn. Als bij de geboorte van Jezus de engelen zongen: "Eer
zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de menschen een
welbehagen" Luk.2:14, legden zij de princiepen van de wet uit, die Hij kwam
verheerlijken en eerbaar maken.
Als de wet van de Sinai afgeroepen werd, maakte God aan de mens de heiligheid
van Zijn karakter bekend, opdat zij door tegenstelling, de zondigheid van hun
eigen zelf mochten zien. De wet was gegeven om hen van zonde te overtuigen, en
om hun nood te openbaren aan een Heiland. Hij zou dit doen, als zijn princiepen
toegepast werden op het hart door de Heilige Geest. Dit werk moet nog steeds
gedaan worden. In het leven van Christus worden de princiepen van de wet
duidelijk gemaakt; en als de Heilige Geest van God het hart raakt, als het
licht van Christus hun nood openbaart aan het reinigende bloed van Christus en
aan Zijn rechtvaardigmakende gerechtigheid, dan is de wet steeds een middel om
ons tot Christus te brengen, opdat wij zouden mogen rechtvaardig gemaakt worden
door het geloof. "De wet van God is volmaakt, bekerende de ziel". Ps.19:7. Lees
Luk. 16 / 17. De zon, die in de hemel schijnt, de vaste aarde waarop gij woont,
zijn Gods getuigen, dat Zijn wet onveranderbaar is en eeuwig. Ofschoon deze
kunnen voorbijgaan, de goddelijke voorschriften zullen in stand blijven. Het
systeem van typen, die naar Jezus wijzen, als het Lam van God, moest afgeschaft
worden bij Zijn dood; maar de voorschriften van de decaloog zijn onveranderbaar
als de troon van God. Aangezien de wet van God ' volmaakt is", moet afwijking
ervan kwaad zijn. Zij, die de geboden van God ongehoorzaam zijn, en anderen
onderrichten het te doen, worden door Christus veroordeeld. Het leven in
gehoorzaamheid van de Heiland, houden de eisen van de wet in stand; het
bewijst, dat de wet in menselijkheid kan gehouden worden, en toont de
uitnemendheid aan die de gehoorzaamheid zou ontwikkelen. Allen, die
gehoorzamen, zoals Hij het deed, tonen op dezelfde wijze aan, dat de wet
"heilig en rechtvaardig is, en goed". Rom. 7 : 12.
Langs de andere kant houden zij, die de geboden van God breken, de beweringen
van Satan vol, dat de wet onrechtvaardig is, en niet kan gehoorzaamd worden.
Aldus steunen zij de bedriegerijen van de grote tegenstander, en werpen oneer
op God. Zij zijn kinderen van den boze, die het eerst opstandig was tegen Gods
wet. Hen toelaten in de hemel, zou opnieuw elementen binnenbrengen van
onenigheid en opstandigheid, en het welzijn van het universum in gevaar
brengen. Niemand, die vrijwillig een van de princiepen van de wet
veronachtzaamt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan. Desire of Ages 307
- 9.
In de ark waren de gouden pot met het manna, de staf van Aaron, die gebloeid
had en de tafels van steen, die samenvouwden gelijk een boek. Jezus opende ze,
en ik zag de tien geboden met de vinger van God geschreven. Op de ene tafel
waren er vier en op de andere zes. De vier op de eerste tafel schenen
lichtender dan de andere zes. Maar het vierde gebod, het gebod van de Sabbat,
scheen boven alle andere; want de Sabbat was afgezonderd om gehouden te worden
in eer van Gods heilige naam. De heilige Sabbat scheen heerlijk - een krans van
heerlijkheid was errond. Ik zag dat het Sabbatsgebod niet aan het kruis
genageld was. Moest dit zo geweest zijn dan zouden de negen andere er ook aan
genageld zijn; en dan zouden wij vrijelijk al deze geboden mogen breken,
evenals het vierde. Ik zag dat God de Sabbat niet veranderd had, want Hij
verandert nooit. Maar de paus heeft hem veranderd van de zevende dag naar de
eerste dag van de week, want hij zou tijden en wetten veranderen. Dan. 7 : 25.
En ik zag, dat, als God de Sabbat van de zevende naar de eerste dag veranderd
had, Hij de tekst van het Sabbatsgebod zou veranderd hebben, geschreven op de
tafels van steen, die nu in de ark in het heilige der heiligen zijn van de
tempel in de hemel. En er zou zo te lezen zijn: "De eerste dag is de Sabbat van
de Heer uwen God". Maar ik zag dat hetzelfde geschreven stond, als geschreven
op de stenen tafels door de vinger van God en afgeleverd aan Mozes op de Sinia:
"Maar de zevende dag is de sabbat des Heeren, uws Gods". Ik zag dat de heilige
Sabbat is en zal zijn, de scheidingsmuur tussen het ware Israel van God en de
ongelovigen; en dat de Sabbat de grote kwestie is om de harten van Gods
dierbare wachtende heiligen te verenigen. In een gezicht gegeven in juni 1850,
zegde mijn begeleidende engel: "De tijd is bijna ten einde. Weerspiegelt gij
het mooie beeld van Jezus zoals het zou moeten?". Dan werd mijn aandacht naar
de aarde gebracht en ik zag dat daar een gereed zijn moet plaats hebben bij
dezen, die laat de derde engelenboodschap aangenomen hebben. De engel zegde:
"Wees gereed, wees gereed, wees gereed. Gij zult een groter dood aan de wereld
moeten sterven dan gij reeds nu gestorven zijt". Ik zag dat er voor hen een
groot werk moest gedaan worden en dat er maar weinig tijd was om dit te doen.
Dan zag ik dat de laatste zeven plagen spoedig zouden uitgestort worden op
dezen, die geen beschutting hebben; toch aanzag de wereld hen niet meer dan zij
zouden zien naar vele druppelen water, die op het punt waren van te vallen. Ik
werd dan in staat gesteld van het vreselijk gezicht van de zeven plagen te
ondergaan, de wraak van God. Ik zag, dat Zijn toorn verschrikkelijk en
vreselijk was, en als Hij Zijn hand zou uitstrekken, of hem opheffen in toorn,
de inwoners van de wereld zouden zijn alsof zij nimmer zouden bestaan hebben,
of zouden lijden onder ongeneselijke zweren en vernietigende plagen, die op hen
zouden komen, dat zij geen bevrijding zouden vinden, maar erdoor vernietigd
worden. Schrik beving mij, en ik viel op mijn aangezicht voor de engel en
smeekte hem het gezicht weg te nemen, en het voor mijn oog te verbergen, want
het was te verschrikkelijk. Dan vergewiste ik mij, als nooit tevoren, hoe
belangrijk het is van het woord van God zorgvuldig te doorgronden, om te weten
hoe er kan ontkomen worden aan deze plagen, die dit verklaren, dat zij zullen
komen op alle goddelozen, die het beest en zijn beeld zullen aanbidden en die
zijn teken op hun voorhoofd en op hun handen zullen ontvangen. Het was een
groot wonder voor mij, dat iemand de wet van God kon overtreden en Zijn heilige
Sabbat kon met de voeten treden, als zulke te vrezen dreigingen en
veroordelingen tegen hen waren. De paus heeft de rustdag van de zevende naar de
eerste dag overgebracht. Hij heeft gedacht van het grootste gebod in de
decaloog te veranderen en aldus zichzelf gelijk te maken met God, of zelfs
zichzelf boven God te verheffen. De Heer is onveranderbaar, daarom is Zijn wet
onveranderlijk; maar de paus heeft zich verheven boven God, door te zoeken om
Zijn onveranderlijke voorschriften van heiligheid, gerechtigheid en goedheid te
veranderen. Hij heeft Gods geheiligde dag onder de voeten getrapt, en, steunend
op zijn eigen gezag, in de plaats ervan een van de zes werkdagen gezet.De ganse
natie is het beest achternagegaan, en iedere week beroven zij God Zijn heilige
tijd. De paus heeft een bres in de wet gemaakt, maar ik zag dat de tijd
tenvolle daar is dat deze bres moet gedicht worden door het volk van God en dat
de woeste plaatsen moeten herbouwd worden. Ik pleitte voor de engel van God om
Zijn volk te redden, dat afgeweken had, om hen te redden om Zijn zaak van
barmhartigheid. Als de plagen zuil en beginnen te vallen zullen zij, die de
heilige Sabbat breken hun mond niet openen om zich te verdedigen met deze
verontschuldigingen, die zij nu aanbrengen om zich te ontdoen van hem te
houden. Hun mond zal gesloten blijven, als de plagen vallen, en de grote
Wetgever vraagt gerechtigheid van dezen, die Zijn heilige wet bespot hebben en
hem genoemd hebben "een vloek voor de mens", "ellendig" en "zwak". Als deze de
ijzeren greep van deze wet op hen zullen voelen, zullen deze uitdrukkingen voor
hen verschijnen in sprekende letters en zij zullen zich dan vergewissen van de
zonde door deze wet te bespotten, die het Woord van God noemt: "heilig, juist
en goed". Early Writings 64 - 66.
De Grote en Heilige is een jaloerse God, en Hij wil heilige mensen hebben om
Zijn waarheid te verkondigen. De Heilige wet uitgesproken vanop de Sinai, is
een deel van Zichzelf, en heilige mensen, die hem strikt onderhouden, zullen
alleen Hem eren door hem te onderwijzen aan anderen. Idem 102.
Mij werd getoond dat de valse herders dronken waren, maar niet van wijn; zij
waggelen maar niet van sterke dranken, Gods waarheid is voor hen verzegeld; zij
kunnen ze niet doorzien. Als zij ondervraagd worden nopens de zevende dags
Sabbat, of hij ja dan neen de ware Sabbat van de Bijbel is, leiden zij de
opinie naar fabels. Ik zag dat deze profeten gelijk de vossen waren van de
woestijn. Zij zijn niet gegaan naar de kloven, zij hebben de beschutting niet
geplaatst opdat het volk van God zou kunnen stand houden in de strijd op de dag
des Heeren. Als de geesten van sommigen in beroering gebracht zijn, en ze deze
valse herders ondervragen nopens de waarheid, nemen zij de beste en
gemakkelijkste manier om hun doel te bereiken en de onderzoekers tot bedaren te
brengen, zelfs veranderen zij hun eigen stelling om dit te bereiken.
Op vele van deze herders heeft het licht geschenen, maar zij wilden het niet
erkennen, en hebben hun standpunt verschillende malen veranderd om de waarheid
te ontwijken en zich af te wenden van de besluiten, die zij hadden moeten
nemen, indien zij hun vorig standpunt behouden hadden. De macht van de waarheid
brak hun fundament af, maar inplaats van deze macht toe te geven gingen zij op
een andere platform staan, zodat zij niet tevreden waren over zichzelf.
Ik zag dat vele van deze herders de onderwijzingen van God uit het verleden
ontkend hadden. Zij hadden de heerlijke waarheden, die zij eens met zoveel
ijver verkondigd hadden verloochend en verworpen en zichzelf bedekt met
mesmerisme en allerlei dwalingen. Ik zag dat zij dronken waren van dwaling en
hun kudde naar de dood leidden. Vele van de tegenstanders van de waarheid van
God smeden onheilsplannen in hun hoofd terwijl ze op hun legerstede verblijven
en gedurende de dag werken ze hun boze plannen uit om de waarheid neer te halen
en om iets nieuws te beramen om de interesse van het volk op te wekken en hun
geest af te trekken van de kostbare en gans belangrijke waarheid.
Ik zag dat de priesters die hun kudde naar de dood leiden, spoedig in hun
verschrikkelijke vaart zullen tegengehouden worden. De plagen van God zijn op
komst, maar voor de valse herders zal het niet voldoende zijn van gefolterd te
worden met een of twee van deze plagen. In deze tijd zal Gods hand steeds in
wraak en gerechtigheid uitgestrekt worden en zal tot Hem niet terugkeren
vooraleer Zijn doeleinden volledig volbracht zijn en de huurlingen, priesters
gebracht worden om te aanbidden aan de voeten van de heiligen, en om te
erkennen dat God hen lief heeft gehad, omdat zij de waarheid vasthielden en
Gods geboden onderhielden, en totdat al de ongerechtigen van de aarde
weggevaagd zijn.
De verschillende partijen van adventgelovigen hebben elk een weinige waarheid,
maar God heeft al deze waarheden gegeven aan Zijn kinderen, die voorbereid
worden voor de dag des Heren. Hij heeft hen ook waarheden gegeven, die geen van
deze partijen kennen, en ook niet zullen verstaan. Dingen die voor hen
verzegeld zijn heeft de Heer geopenbaard aan dezen, die willen zien en die
gereed zijn om te begrijpen. Als God een nieuw licht mede te delen heeft, zal
Hij Zijn uitverkorenen en geliefden toelaten het te begrijpen, zonder dat hun
geest moet opgehelderd worden door te luisteren naar dezen, die in duisternis
en dwaling verkeren.
Ik zag de noodzakelijkheid in dat deze, die geloven dat wij de laatste
boodschap van barmhartigheid hebben gescheiden zijn van degenen, die dagelijks
nieuwe dwalingen indrinken. Ik zag dat noch oud noch jong hun vergaderingen
moeten bijwonen. Want het is verkeerd om hen aldus aan te moedigen, terwijl zij
dwalingen onderwijzen, die een dodelijk vergif zijn voor de ziel, en de geboden
van mensen onderwijzen als leerstellingen. De invloeden in zulke vergaderingen
zijn niet goed. Als God ons bevrijd heeft van zulke duisternis en dwaling,
zouden wij moeten in de vrijheid staan, waarmede Hij ons vrij gemaakt heeft en
ons verheugen in de waarheid. God is misnoegd over ons, als wij naar dwaling
gaan luisteren, zonder ertoe verplicht te zijn, want tenzij Hij ons zendt naar
deze bijeenkomsten, waar dwaling door de macht van de wil aan het volk
opgedrongen wordt, zal Hij ons er niet voor bewaren. De engelen nemen hun
waakzame zorg weg van ons, en wij worden overgelaten aan de klappen van de
vijand om verduisterd en verzwakt te worden door hem en door de macht van zijn
boze engelen; en het licht rondom ons wordt besmet met de duisternis.
Ik zag dat wij geen tijd te verspillen hebben in het luisteren naar de fabels.
Onze geest mag op deze wijze niet afgeleid worden, maar moet zich bezig houden
met de huidige waarheid en het zoeken naar wijsheid, opdat wij een volkomener
kennis mochten bekomen van onze stelling, opdat wij met zachtmoedigheid in
staat zijn een reden te geven voor onze hoop gesteund op de Schriften. Als
valse leerstellingen en gevaarlijke dwalingen aan de geest opgedrongen worden,
kan hij zich niet bezig houden met de waarheid, die het huis van Israël moet
voor bereiden en geschikt maken om stand te houden op de dag van de Heer. Early
Writings 123 - 125.
Satan kon het verlossingsplan niet belemmeren. Jezus werd gekruisigd en stond
de derde dag op. Maar hij maakte zijn engelen wijs, dat hij zijn voordeel zou
halen uit de kruisiging en de verrijzenis. Hij nam aan, dat deze, die geloof in
Jezus beleden zouden geloven dat de wetten, nopens de Joodse offeranden en
offerdiensten ophielden bij de dood van Christus, als hij hen er verder kon toe
drijven van hen te doen geloven, dat de wet van de tien geboden ook met
Christus stierf.
Ik zag dat velen gereed waren zich over te geven aan deze list van de Satan.
Gans de hemel was met verontwaardiging bewogen, als zij zagen dat de heilige
wet van God met de voeten vertrapt werd. Jezus en het ganse hemelse heir waren
bekend met de natuur van Gods wet; zij wisten dat Hij die niet zou veranderen
of afschaffen. De hopeloze toestand van de mens na de zondeval, veroorzaakte de
diepste droefheid in de hemel, en bracht er Jezus toe zich te offeren om te
sterven voor de overtreders van Gods heilige wet. Maar als deze wet kon
afgeschaft worden, zou de mens kunnen gered zijn geweest zonder de dood van
Jezus. Bijgevolg vernietigde Zijn dood de wet van Zijn Vader niet, maar
verheerlijkte en vereerde hem en legde gehoorzaamheid op aan al zijn heilige
voorschriften.
Was de kerk rein en standvastig gebleven, zou Satan hem niet kunnen misleid
hebben en ertoe gebracht hebben de wet van God te vertrappen. In dit
stoutmoedig plan, treft Satan rechtstreeks de grondslag van Gods bestuur in de
hemel en op aarde, Zijn opstand veroorzaakte zijn uitsluiting uit de hemel. Na
zijn opstandigheid wenst hij dat God Zijn wet zou veranderen om zelf gered te
worden. Maar er werd hem gezegd voor gans het hemelse heir, dat Gods wet
onveranderlijk was. Satan weet dat als Hij anderen ertoe kan brengen van Gods
wet te overtreden, hij hen voor zijn zaak gewonnen heeft; want iedere
overtreder van de wet moet sterven. Satan besloot nog verder te gaan. Hij zegde
aan zijn engelen, dat sommigen zoveel ijver aan de dag zouden leggen voor Gods
wet dat zij in zijn netten niet zouden kunnen gevangen worden; de tien geboden
waren zo duidelijk, dat velen zouden geloven dat zij steeds bindend waren, en
daarom moest hij zoeken één van de geboden te vervalsen. Hij leidde dan zijn
vertegenwoordigers ertoe van te pogen het vierde of het Sabbatsgebod te
veranderen, aldus het enige gebod van de tien geboden veranderend, die de ware
God in het licht stelt, de Schepper van de hemel en de aarde. Satan stelde hen
de heerlijke verrijzenis voor van Christus, en zegde hen dat Hij door Zijn
opstanding op de eerste dag van de week, de Sabbat veranderde van de zevende
naar de eerste dag van de week. Aldus gebruikte Satan de verrijzenis om zijn
doel te bereiken. Hij en zijn engelen verheugden zich dat de dwalingen, die zij
voorbereid hadden, zo goed vat hadden op deze, die belijden de vrienden-van
Christus te zijn. Waar de ene naar opzag als naar een godsdienstige afschuw,
zou de andere aannemen. Aldus werden verschillende dwalingen aanvaard en met
ijver verdedigd. De wil van God, die zo duidelijk geopenbaard werd in Zijn
Woord, werd overladen met dwalingen en tradities, die als de geboden van God
onderwezen werden. Ofschoon dit hemeltergend bedrog toegelaten zal worden om
voortgezet te worden tot de wederkomst van Jezus, toch is God gedurende al deze
tijd van bedrog en dwaling, niet zonder getuigen gebleven. Temidden van de
duisternis en vervolging van de kerk zijn er altijd ware en getrouwe gelovigen
geweest, die al de geboden van God onderhouden hebben.
Ik zag dat het engelenheir vervuld was met verbazing als zij het lijden en de
dood van de koning van heerlijkheid aanschouwden. Maar ik zag dat het voor hen
niet wonderbaar was, dat de Heer van leven en glorie, Hij die gans de hemel met
vreugde en glans vervulde, de banden des doods brak, en uit Zijn gevang stapte
als een zegevierende overwinnaar. Daarom, als er een van deze gebeurtenissen
zou moeten herdacht worden door een dag van rust, zou het de kruisiging moeten
zijn. Maar ik zag dat geen van deze gebeurtenissen bestemd was om Gods wet te
veranderen of af te schaffen; integendeel, zij geven het sterkste bewijs van de
onveranderlijkheid van de wet. Beide belangrijke gebeurtenissen hebben hun
gedenkteken. Door deel te nemen aan het avondmaal van de Heer, het gebroken
brood en de vrucht van de wijnstok, verkondigen wij de dood van de Heer totdat
Hij komt. De tonelen van Zijn lijden en dood worden aldus fris voor onze geest
gebracht. De opstanding van Christus wordt herdacht door onze begrafenis met
Hem in het doopsel, en om opgestaan zijnde uit het watergraf, in gelijkenis met
Zijn opstanding, een nieuw leven te leiden.
Er werd mij getoond dat de wet van God voor altijd zou blijven bestaan, en zou
bestaan op de nieuwe aarde voor alle eeuwigheid. Bij de schepping als de
grondslag van de aarde gelegd werd, zagen de zonen van God met bewondering neer
op het werk van de Schepper, en gans het hemelheir juichte van vreugde. Het was
dan dat de grondslag van de Sabbat gelegd werd. Op het einde van de zes
scheppingsdagen rustte God op de zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt
had; en Hij zegende de zevende dag en heiligde hem, opdat Hij erop rustte van
al Zijn werk. De Sabbat werd ingesteld in Eden vóór de zondeval en werd
gehouden door Adam en Eva en gans het hemelse heir. God rustte op de zevende
dag en zegende en heiligde hem. Ik zag dat de Sabbat nooit zou afgeschaft
worden maar dat de verloste heiligen en gans het engelenheir hem zouden
onderhouden ter ere van de grote Schepper in alle eeuwigheid. Early Writings
215 - 17.
Er werd mij voorgesteld dat het overblijfsel Jezus volgde in het heilige der
heiligen en de ark en het verzoendeksel aanschouwden en ingenomen waren met de
heerlijkheid ervan. Jezus lichtte dan het deksel van de ark op en zie! de
stenen tafels met de tien geboden erop geschreven. Zij volgen trapsgewijze de
levende orakels, maar deinzen bevend terug, wanneer zij zien dat het vierde
gebod temidden van de tien heilige voorschriften met een helderder licht
beschenen is dan de andere negen, en dat een stralenkrans er rond is. Zij
vinden daar niets dat hen inlicht nopens de afschaffing van de Sabbat, noch
nopens de verandering ervan in de eerste dag van de week. Het gebod staat daar,
zoals het uitgesproken werd in plechtige en eerbiedwaardige grootsheid vanop de
berg, ter wijl bliksems flikkerden en de donder rolde; het is hetzelfde als
wanneer het neergeschreven werd met Zijn eigen vinger op de stenen tafels: "Zes
dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de Sabbat
des Heeren, uws Gods". Zij staan verbaasd als zij de zorg zien, die voor de
tien geboden genomen wordt. Zij zien ze dicht bij Jehova geplaatst,
overschaduwd en beschermd met Zijn heiligheid. Zij zien dat zij getrapt hebben
op het vierde gebod van de decaloog, dat zij een dag gehouden hebben, die
overgeleverd werd door de heidenen en de Pausgezinden, in de plaats van de dag
door Jehova geheiligd. Zij verootmoedigen zich voor God en wenen over hun
voorafgaande overtredingen.
Ik zag dat het reukwerk in het wierookvat rookte, als Jezus hun belijdenissen
en gebeden opdroeg aan Zijn Vader. En als het opsteeg scheen een schitterend
licht op Jezus en op het verzoendeksel; en de ernstig biddenden, die verontrust
waren omdat zij gezien hadden dat zij overtreders waren van Gods wet, werden
gezegend en hun aangezicht klaarde op met hoop en vreugde. Zij sloten zich aan
bij het werk van de derde engelenboodschap en lieten hun stem horen om de
plechtige waarschuwing te laten horen. Maar weinigen namen die bij het begin
aan; toch gingen de getrouwen verder met kracht de boodschap te verkondigen.
Dan zag ik er velen de boodschap aannemen van de derde engel en hunnen stemmen
voegen bij dezen, die het eerst de waarschuwing gegeven hadden, en zij eerden
God door het houden van Zijn heilige rustdag. Idem 255 - 56.
Ik werd verwezen naar de tijd, als de derde engelenboodschap afgesloten werd.
De macht van God rustte op Zijn volk; zij hadden hun werk volbracht en waren
voorbereid voor het moeilijke uur, dat voor hen lag.. Zij hadden de spade regen
of de verkoeling van de tegenwoordigheid van de Heer ontvangen, de levende
getuigenis is weer aangewakkerd geworden. De laatste grote waarschuwing heeft
overal geklonken, en ze heeft de inwoners van de aarde in beroering gebracht en
vertoornd, die de boodschap niet wilden aanvaarden. Ik zag de engelen heen en
weer snellen in de hemel. Een engel met een schrijvers inktkoker aan zijn zijde
kwam van de aarde terug en meldde Jezus dat zijn werk volbracht was, en de
heiligen geteld waren en verzegeld. Dan zag ik Jezus, die bediend had voor de
ark die de tien geboden bevatte, het wierookvat wegwerpen. Hij hief Zijn hand
op en zegde met een luide stem: " Het is volbracht". En het ganse engelenheir
legde de kronen neder, als Jezus de plechtige verklaring mededeelde: "Die
onrecht doet, dat hij nog onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde;
en die rechtvaardig is, dat hij nog rechtvaardig worde, en die heilig is, dat
hij nog geheiligd worde". Idem 279 - 80.
Zeg aan Uw kinderen juist wat gij van hen eist. Laat hen dan begrijpen dat uw
woord wet is en moet gehoorzaamd worden. Aldus oefent gij hen de geboden van
God te respecteren, die duidelijk verklaren: "Gij zult',' en "gij zult niet".
Het is veel beter voor uw kind van princiep uit te gehoorzamen dan uit dwang.
Child Guidance 225.
In antwoord op de bewering, dat bij de dood van Christus de voorschriften van
de Decaloog afgeschaft zijn met de ceremoniële wet, zegde Wesley: "De morele
wet, bevat in de tien geboden en kracht bijgezet door de profeten, heeft Hij
niet weggenomen. Het was de bedoeling niet van Zijn komst een deel ervan in te
trekken. Dit is een wet, die nooit kan gebroken worden, die vaststaat, als de
getuige in de hemel. Deze wet was er van het begin van de wereld, niet
"geschreven op de stenen tafels", maar in de harten van alle mensenkinderen,
als zij uit de hand van hun Schepper kwamen. En evenwel zijn de letters eens
geschreven door de vinger van God nu in een grote mate uitgeveegd door zonde,
toch kunnen zij niet gans uitgewist worden, gezien wij enig besef hebben van
goed en kwaad. Elk onderdeel van de wet moet van kracht blijven op gans de
mensheid, en in alle tijden; als niet afhangend noch van tijd of plaats of van
sommige andere omstandigheden, onderhevig aan verandering, maar van de natuur
van God en de natuur van de mens en hun onveranderlijke relatie tot elkander.
"Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen" Zonder twijfel is
Zijn mening in deze tekst ( overeenkomstig met alles wat voorafgaat en volgt),
: Ik kom om hem te vestigen in zijn volheid, in weerwil van alle menselijk
commentaar. Ik ben gekomen om in een voller en klaarder daglicht te stellen,
wat ook erin donker of duister was. Ik ben gekomen om het ware en volledige
belang van elk onderdeel ervan, om de lengte en de breedte, de ganse
uitgestrektheid, van ieder gebod erin begrepen, en de hoogte en de diepte, de
onbegrijpelijke reinheid en geestelijkheid ervan in al zijn onderdelen aan te
tonen. Wesley Sermon 25. Wesley verklaart de volmaakte harmonie van de wet en
het evangelie. "Er is daarom de dichtste band, die men zich kan voorstellen,
tussen de wet en het evangelie. Langs de ene kant maakt de wet voortdurend baan
voor en wijst ons naar het evangelie; aan de andere kant leidt het evangelie
ons bestendig naar een meer exacte vervulling van de wet. De wet vraagt ons
bijvoorbeeld van God te beminnen en van onze naaste te beminnen, van
zachtmoedig te zijn, nederig of heilig. Wij voelen dat wij daar niet toe in
staat zijn; ja, dat dit "voor mensen onmogelijk is", maar wij zien een belofte
van God die ons die liefde geeft, en ons nederig, zachtmoedig en heilig maakt:
wij leggen hand op dit evangelie op deze goede tijding; het wordt ons volbracht
overeenkomstig ons geloof; en "de gerechtigheid van de wet is in ons vervuld"
door het geloof, dat in Christus Jezus is......
In de hoogste rangen van de vijanden van het evangelie van Christus zetelen
zij, zegt Wesley, "die openlijk en uitdrukkelijk de wet zelf oordelen" en "die
kwaad spreken van de wet"; die aan de mens onderwijzen van hem te breken ( te
verwateren, ruim te maken, de verplichting eraan te ontkomen ) niet een enkel,
hetzij het kleinste of het grootste, maar alle geboden met één slag. Het meest
verbazende van al de omstandigheden, die met deze sterke verleiding samengaan,
is dat zij die eraan overgegeven zijn, werkelijk geloven, dat zij Christus eren
door Zijn wet omver te werpen en dat zij Zijn dienst verheerlijken, terwijl zij
Zijn leer vernietigen! Ja, zij eren Hem juist zoals Judas het deed als hij
zegde: "Wees gegroet Rabbi, en Hem kuste". En Hij kan evengoed aan ieder van
hen zeggen: "Verraadt gij de Zoon des mensen met een kus?" Het is niets anders
dan Hem te verraden met een kus, van Zijn bloed te spreken en Zijn kroon weg te
nemen, het vuur te leggen aan ieder onderdeel van Zijn wet, onder voorwendsel
van Zijn evangelie te bevorderen. Ook kan niemand deze beschuldiging ontgaan,
die geloof predikt op zulk een wijze, zodat of rechtstreeks of onrechtstreeks
ertoe neigt om een of ander onderdeel van gehoorzaamheid opzij te zetten: die
Christus zo predikt zodat het minste van Gods geboden op een of andere wijze
teniet gedaan wordt of verzwakt. Aan dezen, die opwerpen dat "de prediking van
het evangelie aan alle doeleinden van de wet beantwoordt", werpt Wesley op: Dit
ontkennen wij ten stelligste. Het beantwoordt niet aan het allereerste
doeleinde van de wet, namelijk van de mens te overtuigen van zonde, van deze
wakker te schudden, die steeds in slaap zijn aan de rand van de hel. De apostel
Paulus zegt dat "door de wet is de kennis van de zonde"; en "en niet tot dat de
mens van zonde is overtuigd, zal hij waarlijk zijn behoefte aan het verzoenend
bloed van Christus gevoelen "Die gezond zijn", gelijk onze Heer zelf opmerkt,
hebben geen geneesheer nodig, maar die ziek zijn. Het is onzinnig van een
geneesheer te geven aan hen die gezond zijn, of die zich tenminste inbeelden
dat zij gezond zijn. Gij moet hen eerst overtuigen dat zij ziek zijn; anders
zullen zij u niet danken voor uw werk. Het is ook onzinnig van Christus aan te
bieden aan dezen, wiens hart nog heel is, dat nog nooit gebroken werd" Idem
Sermon 35.
Terwijl hij het evangelie van genade Gods predikte, zocht Wesley, gelijk zijn
Meester gedaan had, van "de wet te verhogen, en hem te verheerlijken". In
getrouwheid volbracht hij het werk, dat God hem gegeven had, en heerlijk waren
de resultaten die hij mocht aanschouwen. Great Contr. 262 - 64.
Ik ben gevraagd in verband met de wet in de brief aan de Galaten: Welke wet is
onze "tuchtmeester geweest tot Christus ?" Gal. 3:24. Ik antwoord: Beide,de
ceremoniele en de morele kode van de tien geboden. Christus was de grondslag
van gans de joodse bedeling. De dood van Abel was het gevolg van de weigering
van Kain om Gods plan te aanvaarden in de school van gehoorzaamheid om gered te
worden door het bloed van Jezus Christus, voorafgebeeld door de offerdiensten,
die verwezen naar Christus. Kain weigerde bloed te vergieten, dat het bloed van
Christus voorstelde, dat moest vergoten worden voor de wereld. Deze ganse
ceremonie werd voorbereid door God, en Christus werd de grondslag van het ganse
systeem. Dit is het begin van Zijn werk als de tuchtmeester om zondige
menselijke wezens tot een in achtneming te brengen van Christus, de Grondlegger
van de ganse Joodse bedeling.
Allen, die dienst deden in verbinding met het heiligdom werden bestendig
opgevoed in verband met de tussenkomst van Christus ten behoeve van het
mensenras. Deze dienst was bestemd om in ieder hart een liefde voorde wet van
God te scheppen, die de wet is van Zijn Rijk. De offerdienst moest een
praktische les zijn van de liefde van God geopenbaard in Christus - in het
lijdend, stervend slachtoffer, die op Zich de zonde nam van deze mens, die
schuldig was, de onschuldige, die zonde gemaakt werd voor ons.
Als wij dit groot thema van redding beschouwen, zien wij het werk van Christus.
Niet alleen de beloofde gave van de Geest, maar ook de natuur en het karakter
van dit offer en tussenkomst zijn onderwerpen, die in onze harten verheven,
heilige en hoge zienswijzen over de wet van God moeten scheppen, die zijn eisen
op ieder mens handhaaft. De overtreding van deze wet in de kleine daad van te
eten van de verboden vrucht, bracht op de mens en op de aarde de gevolgen van
ongehoorzaamheid aan de wet van God. De natuur van de tussenkomst zou eenieder
bevreesd moeten maken van de kleinste handeling te doen, in ongehoorzaamheid
aan Gods eisen. Men moet goed begrijpen, waaruit zonde bestaat, en wij zouden
de kleinste nadering moeten vermijden,`om over de grenzen te gaan van
gehoorzaamheid naar ongehoorzaamheid.
God wil dat ieder lid van Zijn schepping het grote werk van de oneindige Zoon
van God begrijpe in het geven van Zijn leven voor de redding van de wereld.
"Lees 1.Joh.3:1". Als wij in Christus de belichaming zien van oneindige en
belangloze liefde en welwillendheid, ontstaat er in het hart van de zondaar een
gesteldheid van dankbaarheid om te volgen waar Christus hem trekt. 1 Sel. Mess.
234.
Als de opperste regeerder over het universum, heeft God wetten ingesteld, niet
alleen voor het bestuur van levende wezens, maar voor alle operaties van de
natuur. Alles klein of groot, bezield of onbezield, is ingesteld onder wetten
die niet kunnen veronachtzaamd worden. Er zijn geen uitzonderingen aan deze
regel. Want niets dat de goddelijke hand geschapen heeft werd door Hem
vergeten. Maar terwijl ieder ding in de natuur bestuurd wordt door natuurlijke
wetten, is alleen de mens, als een intelligent wezen, in staat tot begrijpen
van Zijn eisen, vatbaar voor een morele wet. Aan de mens alleen, de kroon van
Zijn schepping gaf Hij een geweten om de heilige eisen van de goddelijke wet te
realiseren, en een hart, in staat om Hem te beminnen, als een heilige juiste en
goede wet. En van de mens wordt ook onmiddellijke gehoorzaamheid gevraagd. Toch
verplicht God hem niet te gehoorzamen. Hij is een vrij moreel element. Het
onderwerp van de persoonlijke verantwoordelijkheid is door maar weinigen
begrepen. En toch is het een zaak van groot belang. Wij mogen elk van ons
gehoorzamen en leven, of wij kunnen Gods wet overtreden, Zijn gezag ontkennen,
en de straf ontvangen, die ons toekomt. Dan komt de vraag op iedere ziel met
kracht: Zal ik de stem van de hemel gehoorzamen, de tien woorden gesproken van
de Sinai, of zal ik met de menigte trappen op deze wet? Voor dezen, die God
liefhebben, zal de hoogste vreugde zijn, Zijn geboden te onderhouden, en ook
van te doen wat aangenaam is in Zijn oog. Maar het natuurlijke hart haat de
wet, en voert strijd tegen zijn heilige eisen. De mens verwijdert zijn ziel van
het goddelijk licht, weigerend van te wandelen in het licht, als het op hem
schijnt. Zij offeren reinheid van hart op, de gunst van God, en hun hoop op de
hemel, voor zelftoegeving en werelds gewin. De Psalmist zegt: de wet is
volmaakt. Hoe wonderbaar in zijn eenvoud, zijn verstaanbaarheid en
volmaaktheid, is de wet van Jehova. Hij is zo kort,dat wij gemakkelijk ieder
voorschrift in ons geheugen kunnen oproepen, en toch zo verreikend, dat hij de
ganse wil van God uitdrukt, om kennis te nemen, niet alleen van de uiterlijke
handelingen, maar van de gedachten en intenties, de begeerten en de gevoelens,
van het hart. Menselijke wetten kunnen dit niet doen. Zij kunnen alleen
rekening houden met de uitwendige handelingen. Een mens kan een overtreder zijn
en toch zijn misdaden dekken voor het menselijk oog. Hij kan een crimineel zijn
een dief, een moordenaar, of een echtbreker maar zo lang hij niet ontdekt
wordt, kan de wet hem niet als schuldig veroordelen. De wet van God neemt nota
van de jaloersheid, afgunst, haat, boosaardigheid, wraaklust en ambitie, die in
de ziel opkomen, maar heeft geen uitdrukking gevonden in uiterlijke actie,
omdat de gelegenheid, niet de wil ontbrak. Deze zondige emoties zullen in
rekenschap gebracht worden op de dag als God ieder werk in oordeel zal brengen,
met ieder geheim iets, of het goed zij of kwaad.
De wet van God is eenvoudig, en gemakkelijk te begrijpen. Er zijn mensen die
trots beweren, dat zij alleen geloven wat zij kunnen begrijpen, vergetend, dat
er mysteries zijn in het menselijk leven en in de manifestaties van Gods macht
in de werken van de natuurgeheimen, die de diepste filosofie, de meest
uitgebreide opzoekingen machteloos zijn uit te leggen. Maar er is geen geheim
in de wet van God. Allen kunnen de grote waarheden begrijpen die hij omvat. Het
zwakste intellect kan deze regels begrijpen. De meest ontwetende kan zijn leven
regelen en een karakter vormen naar de goddelijke standaard. Als de
mensenkinderen zich naar hun beste kunnen zouden inzetten om deze wet te
gehoorzamen, zouden zij een krachtig verstand verkrijgen en een machtig
onderscheidingsvermogen om steeds beter de plannen van God te kunnen begrijpen.
Deze vooruitgang zou bestendig zijn, niet alleen gedurende dit leven maar ook
gedurende de eeuwige tijden. Toch blijft er altijd een oneindigheid na de
hoogte die bereikt is, hoever wij ook komen in de kennis van de wijsheid en
macht van God. De goddelijke wet vraagt ons God te beminnen bovenal, en onze
naaste als onszelf. Zonder het beoefenen van deze liefde is de hoogste
belijdenis van geloof maar een hypocrisie (schijnheiligheid). Zie Matth 22:40.
De wet vraagt volmaakte gehoorzaamheid. "Want wie de gehele wet zal houden en
struikelen in één, die is schuldig geworden aan alle". Jac 2:10. Niet één van
deze tien voorschriften kan verbroken worden zonder ontrouw te zijn aan God.
Het geringste afwijken van Zijn eisen, door verwaarlozing of gewilde
overtreding, is zonde, en iedere zonde stelt de zondaar bloot aan de wraak van
God. Gehoorzaamheid was de enige voorwaarde waarop het oude Israël de
vervulling van de beloften, die hen in zo een hoge gunst plaatsen als volk van
God, konden verkrijgen. Gehoorzaamheid aan de wet zal even grote zegeningen
medebrengen aan de individuen nu, als zij zouden medegebracht hebben voor de
Hebreeën. Gehoorzaamheid aan de wet is essentieel, niet alleen voor onze
redding, maar voor ons eigen geluk, en dat van allen met wie wij in verbinding
zijn. "Die Uwe wet beminnen hebben grooten vrede, en zii hebben geenen
aanstoot." Ps 119 : 165 zegt het geinspireerde woord. Toch zal de eindige mens,
deze heilige, juiste en goede wet, deze wet van vrijheid, die de Schepper zelf
aangepast heeft aan de behoeften van de mens, als een juk van slavernij.
aanzien een juk, dat geen mens kan dragen; ii:aar het is de zondaar, die de wet
aanziet als een pijnlijk juk; het is de overtreder, die geen schoonheid kan
zien in zijn voorschriften. Want het vleselijke hart"onderwerpt zich der wet
Gods niet, want het kan ook niet" Rom. 8:7. "Door de wet is de kennis der
zonde" Rom. 3:20. want "de zonde is de ongerechtigheid'? Joh 3:4. (in het
Engels: zonde is overtreding der wet"). Het is door de wet dat de mens
overtuigd wordt van zonde; en zij moeten zichzelf zondaars voelen, blootgesteld
aan de wraak van God, vóór zij hun nood aan een Heiland zullen realiseren.
Satan is bestendig aan het werk om het naar waarde schatten van het erge van de
zonde te verminderen. En deze die de wet met de voeten treden doen het werk van
de grote bedrieger; want zij verwerpen de enige regel, waardoor zij de zonden
kunnen bepalen, en ze terecht brengen in het geweten van de overtreder. De wet
van God reikt tot deze geheime doeleinden, die ofschoon zij zondig zijn, toch
lichtzinnig voorbijgegaan worden, maar die in werkelijkheid de basis en de test
zijn van het karakter. Hij is de spiegel, waarin de zondaar moet kijken als hij
de juiste kennis wil hebben van zijn moreel karakter. En als hij zich zelf
ziet, veroordeeld door deze grote standaard van gerechtigheid, moet zijn eerste
werk nadien zijn van zich te bekeren van zijn zonden, en vergiffenis zoeken
door Christus. Door dit niet te doen pogen velen de spiegel te breken, die hun
fouten openbaart, om de wet zonder kracht te maken, die de vlekken in hun leven
en karakter blootlegt. Wij leven in een tijd van grote boosheid. Menigten zijn
verslaafd aan zondige gewoonten, en slechte gebruiken, en de koorden die hun
binden zijn moeilijk te verbreken. Ongerechtigheid overspoelt de aarde gelijk
een vloed. Misdaden te verschrikkelijk om op te noemen, zijn dagelijkse kost.
En toch willen mensen, die beweren wachters te zijn op de muren van Sion,
onderwijzen, dat de wet bestemd was alleen voor de Joden, en gaan de heerlijke
voorrechten voorbij, die de evangelietijd inleiden. Bestaat er geen relatie
tussen de overheersende wetteloosheid en misdadigheid en het feit dat de
bedienaars en het volk vasthouden aan en onderwijzen dat de wet niet langer
zijn bindende kracht bezit?
De veroordelende macht van de wet van God strekt zich niet alleen uit over de
dingen die wij doen, maar ook over hetgeen wij niet doen. Wij moeten onszelf
niet verrechtvaardigen door de dingen niet te doen, die God vereist. Wij moeten
niet alleen ophouden van kwaad te doen maar wij moeten leren goed te doen. God
heeft ons mogelijkheden gegeven om te beoefenen in goede werken en als deze
mogelijkheden niet ten nutte gebracht worden, zullen wij heel zeker
opgeschreven worden als luie en boze dienaars. Wij mogen geen grove zonde
bedreven hebben, zulke overtredingen mogen niet in het boek geschreven staan,
maar het feit, dat onze daden als niet rein, goed, verheven en edel staan
opgeschreven, aantonend, dat wij onze toegekende talenten niet hebben gebruikt,
plaatst ons onder veroordeling. De wet van God bestond vóór de mens geschapen
werd. Hij was aangepast aan de toestand van heilige wezens; zelfs de engelen
werden er door bestuurd. Na de val waren de princiepen van gerechtheid niet
veranderd. Niets was van de wet afgenomen; geen van zijn heilige voorschriften
kon verbeterd worden; En als hij bestond vanaf het begin zo zal hij stand
houden gedurende de eeuwigheid. Vanouds heb ik geweten van uwe getuigenissen,
dat gij ze in eeuwigheid gegrond hebt. Ps.119:151.
Door deze wet, die engelen bestuurt, die reinheid in de meest geheime gedachten
begeerten en disposities vereist, en die ondersteund zijn voor altoos en in
eeuwigheid " Ps.111:8 zal gans de wereld geoordeeld worden op de snel naderende
dag van God. Overtreders kunnen zichzelf vleien, dat de Allerhoogste niet weet
en dat de Almachtige niet in acht neemt; Hij zal niet altijd geduld hebben met
hen. Spoedig zullen zij de beloning ontvangen van hun daden, de dood, die het
loon is van de zonde; terwijl de rechtvaardige natie, die de wet gehouden
heeft, zal binnengaan door de parelen poorten van de eeuwige stad, en gekroond
zal worden met onsterfelijk leven, en met de vreugde van de tegenwoordigheid
van God en van het Lam. 1Sel. Mess. 216-20.
Wij moeten duidelijk de Goddelijke eisen die God stelt aan Zijn volk begrijpen.
De wet, die het afschrift is van Zijn karakter, moet eenieder begrijpen. De
woorden, die geschreven werden met Zijn vinger op stenen tafelen openbaren
perfect Zijn wil in verband met Zijn volk, zodat niemand een fout moet begaan.
De wetten van Zijn koninkrijk werden definitief bekend gemaakt, om nadien
geopenbaard te worden aan het volk van alle naties, en tongen als het princiep
van Zijn bestuur. Wij doen wel van deze wetten opgenomen in Ex.20 en het 31 ste
Hfdst. vers 12 tot 18 te studeren. Als het oordeel zal zetelen, en de boeken
zullen opengedaan worden, en ieder mens zal geoordeeld worden volgens de dingen
opgeschreven in het boek, dan zullen de stenen tafelen, weggeborgen tot op deze
dag, voorgesteld worden aan gans de wereld als de standaard van gerechtigheid.
Dan zullen man en vrouw zien, dat de eerste vereiste van hun redding,
gehoorzaamheid is aan de volmaakte wet van God. Niemand zal verontschuldiging
vinden voor de zonde. Door de rechtvaardige princiepen van deze wet, zal de
mens zijn uitspraak tot leven of dood ontvangen. Idem 225. Zoo dan, de wet is
onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden
gerechtvaardigd worden. Gal.13:24. In dit vers, spreekt de Heilige Geest door
de apostel speciaal van de morele wet. De wet openbaart onze zonde, en
veroorzaakt ons, nood te voelen aan Christus en naar Hem te vlieden voor
vergiffenis en vrede door het beoefenen van bekering tot God en geloof in onze
Heer Jezus Christus. Een niet willen vooropgestelde opinies opgeven en deze
waarheid aanvaarden, ligt aan de grondslag van een groot deel van de oppositie
geopenbaard te Minneapolis tegen de boodschap van de Heer door de broeders
Waggoner en Jones. Door deze oppositie aan te vuren slaagde Satan erin van in
grote mate van ons volk de speciale macht van de Heilige Geest weg te werken,
die God begeerde hen te geven. De vijand belette hen van deze doelmatigheid te
verkrijgen die de hunne had kunnen zijn door de waarheid te verkondigen aan de
wereld, als de apostels ze verkondigden na de dag van Pinksteren. Het licht dat
de gehele wereld met zijn heerlijkheid moest verlichten werd tegengestaan, en
door deze daad van onze eigen broeders is dit licht grotendeels weggenomen van
de wereld. De wet van de Tien Geboden, moet niet gezien worden zozeer van de
verbindende kant als van de kant van barmhartigheid. Zijn verbieden is de
zekere garantie van geluk in gehoorzaamheid. Als hij aanvaard wordt in
Christus, werkt Hij in ons reinheid van karakter. Als in Christus aangenomen,
werkt hij in ons reinheid van karakter uit, die vreugde aan ons brengt voor
alle eeuwigheid. Voor dezen die gehoorzamen is hij een muur van bescherming.
Wij beschouwen in hem de goedheid van God, die door het openbaren van de
onveranderlijke princiepen van gerechtigheid, zoekt dezen te beschermen van het
kwaad, dat het resultaat is van de overtreding.
Wij moeten God niet aanzien als wachtende om de zondaar te straffen voor zijn
zonde. De zondaars brengen zelf de straf op hen. Hun eigen handelingen slepen
met zich een sliert van omstandigheden, die een zeker resultaat bewerken.
Iedere handeling van overtreding heeft haar weerslag op de zondaar, werkt in
hem een verandering van karakter, en maakt het hem gemakkelijker om terug te
zondigen. Door het kiezen van de zonde, scheidt de mens zich af van God, en van
het kanaal van zegeningen en het onfeilbaar resultaat is verval en dood. De wet
is een uitdrukking van Gods idee. Hij verheft ons boven de macht van de
natuurlijke begeerten en neigingen, boven de bekoringen die leiden tot zonde.
"Die uwen wet beminnen hebben grooten vrede, en zij hebben geenen aanstoot. "
Ps.119:165. Er is geen vrede in ongerechtigheid; de bozen zijn en oorlog met
God. Maar hij die gerechtigheid van de wet in Christus ontvangt, is in harmonie
met de hemel. "De goedertierendheid en waarheid zullen elkander ontmoeten, de
gerechtigheid en vrede zullen elkander kussen". Ps 85:10. De grootste
moeilijkheid die Paulus ontmoette ontstond uit de invloed van de judaiserende
onderwijzers. Dit veroorzaakte hem veel moeilijkheden in de kerk van Corinthe.
Zij stelden bestendig de kracht voor van de ceremoniën van de wet, deze
ceremoniën verheffend boven het evangelie van Christus, en Paulus veroordelend
omdat hij deze niet oplegde aan nieuw gedoopten.
Paulus ontmoette hen op hun eigen grond. "En indien de bediening des doods, in
letters bestaande en in steenen ingedrukt, in heerlijkheid is geweest, alzoo
dat de kinderen Israels het aangezicht van Mozes niet konden sterk aanzien om
de heerlijkheid zijns aangezichts, die te niet gedaan zou worden, hoe zal niet
veel meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn! Want indien de
bediening der verdoemenis heerlijkheid geweest is, veel meer is de bediening
der rechtvaardigheid overvloedig in heerlijkheid. 2.Cor 3:7-9.
De wet van God, uitgesproken in eerbiedvolle grootsheid van de berg Sinai, is
de uiting van de wet tot veroordeling maar er is in hem geen macht om te
vergeven of te verlossen. Hij is bestemd ten leven; dezen, die in harmonie
leven met zijn voorschriften zullen de beloning van gehoorzaamheid ontvangen.
Maar hij brengt slavernij en dood voor dezen, die onder zijn veroordeling
blijven.
Zo heilig en zo heerlijk is de wet, dat, als Mozes van de heilige berg
wederkeerde, waar hij met God geweest was, de stenen tafels ontvangend vanuit
Zijn hand, zijn aangezicht de heerlijkheid weerspiegelde waarop het volk niet
kon neerzien zonder pijn, en Mozes verplicht was zijn aangezicht te dekken met
een doek. De heerlijkheid die scheen op het aangezicht van Mozes was de
weerschijn van de gerechtigheid van van Christus in de wet. De wet op zichzelf
kon geen glorie bezitten, alleen dat in hem Christus bevat is. Hij heeft geen
macht tot redding. Hij is zonder glorie tenzij in hem Christus vertegenwoordigd
is als vol van gerechtigheid en waarheid.
De typen en de schaduwen van de offerdienst, met de profetiën, gaven aan de
Israelieten een bedekt, onduidelijk zichtvan de barmhartigheid en de genade die
moest gebracht worden aan de wereld door de openbaring van Christus. Aan Mozes
werd de betekenis van de typen en de schaduwen die op Christus wezen uitgelegd.
Hij zag tot het einde van dat wat moest weggedaan worden als, bij de dood van
Christus, type het antitype ontmoette. Hij zag dat alleen door Christus de mens
de morele wet kan onderhouden. Door de wet te overtreden bracht de mens zonde
in de wereld en met de zonde kwam de dood. Christus bekwam de verzoening voor
de zonde van de mens. Hij plaatste zijn perfectheid van karakter in de plaats
van de zondigheid van de mens. Hij nam de vloek van de ongehoorzaamheid op
Zich. De offeranden en de offers wezen naar het offer dat Hij zou brengen. Het
geslachte lam stelde het Lam voor dat de zonden der wereld zou wegnemen. Het
was door te zien het object van hetgeen moest weggedaan worden, Christus ziende
in de wet, dat het aangezicht van Mozes belichtte. De bediening van de wet,
geschreven en gegrift in steen, was een bediening van de dood. Zonder Christus
was de overtreder onder de vloek gelaten, zonder hoop van vergeving. De
bediening had uit zichzelf geen heerlijkheid, maar de beloofde Redder,
geopenbaard in de typen en schaduwen van de ceremoniële wet, maakte de morele
wet heerlijk.
Paulus wilde aan zijn broeders laten zien, dat de grote glorie van een zonde
vergevende Heiland betekenis gaf aan het ganse joodse stelsel. Hij begeerde hen
ook te laten zien, dat als Christus naar de wereld kwam, en stierf als offer
voor de mens, type het antitype ontmoet had.
Nadat Christus stierf op het kruis als een zondeoffer, kon de ceremoniële wet
geen kracht meer hebben. Toch was hij met de morele wet verbonden, en was hij
heerlijk. Het geheel droeg de stempel van de Godheid, en drukte de heiligheid,
de rechtvaardigheid van Christus uit. En, als de bediening van de dispensatie
die moest weggedaan worden, heerlijk was, hoe veel te meer moet de realiteit
heerlijk zijn, als Christus en Zijn leven gevende heiligmakende Geest
geopenbaard worden aan allen, die geloven?
De afkondiging van de wet van de Tien Geboden was een wonderbare veropenbaring
van de glorie en majesteit van God. Hoe beïnvloedde deze openbaring van macht
het volk? Zij waren bevreesd, als zij "donderen en de bliksemen,en het geluid
der bazuin en den rokenden berg" zagen. Zij weken af en stonden van verre zij
wensten dat Mozes hun middelaar zou wezen. zij begrepen niet dat Christus hun
middelaar was en dat zij beroofd hiervan, zekerlijk zouden verteerd worden.
Mozes zegde tegen het volk: "Vreest niet want God is gekomen, opdat Hij u
verzocht heeft, en opdat zijne vreeze voor uw aangezicht zou zijn, dat gij niet
zondiget. En het volk stond verre; maar Mozes naderde tot de donkerheid, alwaar
God was". De vergiffenis van zonde, rechtvaardigmaking door het geloof in
Christus, toegang tot God alleen door een middelaar, wegens hun verloren
toestand, hun zonden en schulden, van al deze waarheden had het volk weinig
begrip. Zij hadden in grote mate de kennis van God en van de enige weg om Hem
te benaderen verloren. Zij hadden bijna alle zin van waaruit zonde bestaat en
wat gerechtigheid inhoudt vergeten. De vergiffenis van zonde door Christus, de
beloofde Messias, die een zinnebeeld was van hun offers, werd slechts weinig
begrepen.
Paulus verklaart: "Dewijl wij dan zoodanige hoop hebben, zoo gebruiken wij vele
vrijmoedigheid in het spreken, en doen niet gelijkerwijs Mozes, die een deksel
op zijn aangezicht legde, opdat de kinderen Israels niet zouden sterk zien op
het einde van hetgeen dat te niet gedaan wordt. Maar hunne zinnen zijn verhard
geworden. Want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen
des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, welk door Christus te niet
gedaan wordt. Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt
een deksel op hun hart; doch zoo, wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn,
zoo wordt het deksel weggenomen". 2.Cor.3:12-16.
De Joden weigerden van Christus als Messias te aanvaarden, en zij kunnen niet
zien dat hun ceremoniën zonder betekenis zijn, dat de offers en offeranden hun
betekenis verloren hebben. De bedekking, door henzelf gelegd in koppig ongeloof
is nog steeds voor hun geest. Zij zou weggenomen worden als zij Christus zouden
willen aanvaarden, de gerechtigheid van de wet.
Velen in de christelijke wereld hebben een bedekking voor hun ogen en hart. Zij
zien niet tot het einde van wat moet weggedaan worden. Zij zien niet dat het
alleen de ceremoniële wet was, die afgeschaft was bij de dood van Christus. Zij
beweren, dat de morele wet aan het kruis genageld werd. Zwaar is de bedekking
die hun verstand verduistert. De harten van velen zijn in strijd met God. Zij
zijn niet onderworpen aan de wet. Alleen als zij in harmonie zullen komen met
de regel van Zijn bestuur, kan Christus van enige waarde zijn voor hen. Zij
mogen spreken van Christus als hun Verlosser; maar Hij zal ten laatste zeggen
aan hen: Ik ken u niet. Gij hebt geen ware bekering beoefend tot God wegens de
overtreding van de heilige wet, en gij kunt geen waar geloof hebben in Mij,
want het was Mijn taak van de wet te verheffen. Paulus wees noch op de morele
noch op de ceremoniële wet zoals bedienaars in onze dagen wagen te doen.
Sommigen hebben zulk een antipathie voor de wet, dat zij van de weg af gaan om
hem aan te klagen en te brandmerken. Aldus misprijzen ze hem en leggen
minachting op de majesteit en de glorie van God.
De morele wet was nooit een type of een schaduw. Hij bestond vóór de schepping
van de mens, en zal blijven bestaan zolang de troon van God in stand blijft.
God kon geen enkel voorschrift van Zijn wet veranderen om de mens te redden;
want de wet is de grondslag van Zijn bestuur. Hij is onveranderbaar,
onaantastbaar, oneindig en eeuwig. Opdat de mens zou kunnen verlost worden, en
voor de eer van de wet van God om in stand gehouden te worden, was het nodig
voor de Zoon van God om Zichzelf te offeren als een offer voor de zonde. Hij
die geen zonde kende werd tot zonde gemaakt voor ons. Hij stierf voor ons op
Cavalerie. Zijn dood toont de wonderbare liefde van God aan voor de mens, 'en
de onveranderlijkheid van de wet. In het sermoen op de berg, verklaarde
Christus: "Meent niet dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden
Ik ben niet gekomen om die te ontbinden maar de vervullen, want voor waar zeg
Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan zal er niet ééne jota noch één
titel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied". Math.
5:17-18.
Christus droeg de vloek van de wet, zijn straf dragend om het plan te
vervullen, waardoor de mens moest geplaatst worden daar, waar hij Gods wet kon
onderhouden, en kon aanvaard worden door de verdiensten van de Verlosser. En
door Zijn offer werd heerlijkheid gebracht op de wet. Dan de glorie van dat wat
niet moest weggedaan worden-Gods wet van de tien geboden, Zijn standaard van
gerechtigheid - werd tenvolle gezien door allen die het eind zagen van wat
weggedaan was. "En wij allen met ongedekten aangezichte de heerlijkheid des
Heeren als in eenen spiegel aanschouwende, worden naar hetzelfde beeld in
gedaante veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid als van des Heeren Geest".
2Cor. 3:17,18. Christus is de voorspreker van de zondaar. Deze die Zijn
evangelie aanvaarden zien Hem met open aangezicht. Zij zien de relatie van Zijn
zending tot de wet die een afschrift is van Zijn karakter, en Zijn
transformerenden invloed wordt gevoeld op de ziel totdat de mens veranderd is
tot Zijn gelijkenis. Zij worden deel nemers gemaakt van de Goddelijke natuur,
en groeien meer en meer gelijkend op hun Redder, vooruitgaande stap voor stap
in gelijkvormigheid aan de wil van God tot zij de perfectie bereikt hebben. De
wet en het evangelie zijn in perfecte harmonie, De ene houdt de andere op. In
al zijn majesteit confronteert de wet het geweten, veroorzakende dat de zondaar
zijn nood voelt aan Christus als de verzoening voor de zonde. Het evangelie
erkent de macht en de onveranderlijkheid van de wet. "Ik kende de zonde niet
dan door de wet." Rom. 7:7.
Het gevoel van zondigheid,teweeggebracht door de wet, drijft de zondaar naar de
Redder. In zijn nood kan de mens het machtige argument aanhalen, verzekerd door
het kruis van Cavalerie. Hij mag beslag leggen op de gerechtigheid van
Christus; want deze wordt toebedeeld aan iedere zich bekerende zondaar. God
verklaart: "Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en die tot Mij komt,
zal Ik geenszins uitwerpen". Joh. 6:37. "Indien wij onze zonden belijden, Hij
is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonde vergeve, en ons reinige van
alle ongerechtigheid". 1.Joh.1:9.- 1.Sel. Mess. 234-41.
Laten wij ons hart doorzoeken, het leven en het karakter vergelijken met de
voorschriften van Jehova, en dan ijverig zoeken om onze dwalingen te
verbeteren. Ieder "gij „ult niet", hetzij in fysische wetten of in morele,
houdt een belofte in zich. Als er gehoorzaamd wordt, dan zullen zegeningen onze
stappen volgen; als er niet gehoorzaamd wordt, dan is het resultaat gevaar en
ongeluk. De wetten van God zijn bedoeld om Zijn volk dichter bij Hem te
brengen. Hij wil hen redden van het kwaad en hen leiden naar het goed als zij
geleid willen worden, maar Hij dwingt nooit. Wij kunnen Gods plan niet
onderscheiden maar wij moeten geloof tonen door onze werken. Test. 5:445.
VERS 4-6
Om het heiligschennend werk te volbrengen, besloot Rome om vanuit de wet van
God het tweede gebod uit te sluiten en het tiende gebod te delen om het aantal
te behouden. Gr. Contr. 52.
Het tweede gebod verbiedt beeldaanbidding. Maar God zelf gebruikt beelden en
symbolen om aan zijn profeten lessen voor te stellen, die zij aan het volk
moeten mededelen, en die aldus beter kunnen verstaan worden dan gegeven op een
andere wijze. Hij doet een oproep tot het begrip door het zintuig van het
gezicht. Profetische geschiedenis wordt door Daniël en Johannes voorgesteld in
symbolen, en deze moeten voorgesteld worden op tafels, opdat deze die leest
beter zou kunnen begrijpen. 2.Sel. Mess, 319-20.
"Zweert ganschelijk niet".
De reden voor dit gebod is gegeven: "noch bij den hemel, omdat hij is de troon
van God"; Noch bij de aarde, omdat zij is de voetbank zijner voeten; noch bij
Jeruzalem, omdat zij is de stad des grooten Konings. Noch bij uw hoofd zult gij
zweren, omdat gij niet één haar kunt wit of zwart maken. Math.5:34-37. Alle
dingen komen van God. Wij hebben niets dat wij niet ontvangen hebben; en, meer
dan dat, wij hebben niets dat niet vrijgekocht is door het bloed van Christus.
Alles wat wij bezitten, komt tot ons bestempeld met het kruis, gekocht met het
bloed dat kostbaar is boven alle schatting, omdat dit het leven van God is. Dus
is er niets waarop wij recht hebben om te verpanden, alsof het van ons was, tot
de vervulling van ons woord.
De Joden verstonden het derde gebod, als verbiedend het gebruiken van de naam
van God op een profane wijze; maar zij voelden zich vrij om andere eden te
gebruiken. Een eed doen was een gewone zaak voor hen. Door Mozes waren zij
verboden van valselijk te zweren, maar zij hadden vele listen om zich vrij te
maken van de plicht opgelegd door een eed. Zij vreesden niet van toe te geven
in wat werkelijk vloeken was, noch schrikten ze terug voor meineed zolang als
het gedekt was door een technische ontduiking van de wet.
Jezus veroordeelde hun praktijken, verklarend dat hun gewoonten, in het zweren
een overtreding was van het gebod van God. Onze Heiland verbood het gebruik van
de gerechtelijke eed niet, waarin God plechtig opgeroepen wordt te getuigen dat
wat gezegd is de waarheid is en niets dan de waarheid. Jezus zelf, bij Zijn
proces voor de Sanhedrin weigerde niet te getuigen onder eed. De hogepriester
zegde tot Hem: "Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij
zijt de Christus, de Zone Gods? Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. Had
Jezus in het sermoen op de berg de gerechtelijke eed moeten veroordelen, dan
zou Hij in Zijn proces de hogepriester berispt hebben en dus, voor het welzijn
van Zijn volgelingen, Zijn eigen zienswijze opgelegd hebben.
Er zijn er velen, die niet vrezen van hun naaste te bedriegen, maar ze zijn
geleerd geweest, en zijn beïnvloed geweest door de Heilige Geest van God, dat
het een te vrezen iets is van te liegen voor hun Maker. Als zij onder eed
geplaatst worden moeten zij voelen, dat zij niet alleen voor mensen getuigen,
maar voor God; als zij valse getuigenis afleggen, dat het voor Hem is, die de
harten leest en de werkelijke waarheid kent. Het beseffen van het te vrezen
oordeel dat deze zonde tot gevolg heeft, heeft een terughoudende invloed op
hen. Maar als er iemand is die consequent kan getuigen onder eed, dan is het de
Christen, Hij leeft bestendig als in de tegenwoordigheid van God, wetende dat
iedere gedachte open ligt voor de ogen van Hem, met Wie wij te doen hebben; en
wanneer wij gevraagd worden om zoiets te doen op een wettelijke manier, dan
heeft hij het recht om God als getuige te roepen dat wat hij zegt waar is, en
niets dan de waarheid. Jezus legt een princiep naar voor, dat de eed nutteloos
maakt. Hij leert dat de exacte waarheid de wet van het spreken zou zijn. "Maar
laat zijn uw woord ja, ja, neen, neen; wat boven deze is, dat is uit den booze".
Deze woorden veroordelen al deze zinloze zinnen en stopwoorden, die aan de rand
staan van heiligschennis. Zij veroordelen het verleidelijk compliment maken, de
ontduiking van de waarheid, de vleiende zinnen, de overdrijvingen, de verkeerde
voorstellingen, in het handel drijven, die een gewoonte zijn in de omgang en in
de zakenwereld. Zij onderwijzen, dat niemand, die poogt te zijn wat hij niet
is, of wiens woorden niet de ware gevoelens van zijn hart uitdrukken,
waarachtig genoemd kan worden. Als deze woorden van Christus onderhouden
worden, dan zullen zij de uitingen van kwaad vermoeden en onvriendelijke
kritiek tegenhouden; want in het commentariëren van de handelingen en motieven
van anderen, hoe kunnen wij zeker zijn dat hetgeen wij zeggen waar is ? Hoe
dikwijls kleuren hoovaardij, passie, persoonlijke wrok, de impressie die
gegeven wordt ! Een oogopslag, een woord, zelfs een intonatie van de stem, kan
vervuld zijn met leugen .... Feiten kunnen zo naar voor gebracht worden, dat
zij een valse indruk geven. En "wat boven deze is, "de waarheid", is uit den
booze".
Alles wat een christen doet zou moeten doorzichtig zijn als het zonlicht. De
waarheid is van God; bedrog, in zijn duizendvoudige vormen is van de Satan; en
wie ook in gelijk welk opzicht van de rechtelijn van de waarheid afwijkt
verraadt zichzelf aan den bozen. Toch is het geen gemakkelijk iets van de
exacte waarheid te spreken. Wij kunnen de waarheid niet spreken tenzij wij haar
kennen. Hoe dikwijls beletten vooropgezette meningen, mentale vooroordelen,
onvolmaakte kennis, dwalingen in het oordeel, een juist begrijpen van de zaken,
waarmede wij te maken hebben! Wij kunnen de waarheid niet spreken, tenzij onze
geest bestendig geleid wordt door Hem, die waarheid is. Door de Apostel Paulus
bidt Christus ons: "Uw woord zij altijd in aangenaamheid". Col.4:6. "Geen vuile
rede gaat uit uwe mond, maar zoo er eenige goede rede is tot nuttige stichting,
opdat zij genade geve dien, die ze hooren". Ef. 4 : 29. In het zicht van deze
schrifttekst worden de woorden van Christus op de berg aanzien dat zij
veroordelen spotternij, gelach en alle onkuise woorden. Zij vereisen dat onze
woorden niet alleen waar zijn maar ook rein.
Deze, die van Christus geleerd hebben zullen "geen gemeens hebben met de
onvruchtbare woorden van de duisternis". Ef. 5 : 11. In het spreken, zoals in
het leven, zullenzij eenvoudig zijn, ronduit en getrouw; want zij bereiden zich
voor om in het gezelschap te zijn van de heilige wezens, in wiens mond geen
bedrog is gevonden. The Mount of Blessing 66 - 69.
Eerbied moet ook getoond worden voor de naam van God. Nooit zal deze naam
lichtzinnig of gedachteloos uitgesproken worden. Zelfs in het gebed zal het
herhaaldelijk en nutteloos herhalen geweerd worden. Deze, die in
verbondsrelatie gebracht worden met God, worden ertoe verbonden van Hem te
spreken op de eerbiedwaardigste manier ....
Zweren en alle woorden gesproken in de vorm van een eed, onteren God. De Heer
ziet, hoort en Hij zal de overtreder giet als onschuldig aanzien. Hij wil niet
bespot worden. Deze, die de naam van God ijdel gebruiken, zullen het als een
vreselijk iets ondervinden van in de handen van God te vallen. Door het
gedachteloos noemen van de naam van God in gesprekken, door Hem op te roepen in
gewone zaken, en door het gedachteloos herhalen van Zijn naam, onteren wij Hem.
Welke zwakke mening hebben sommigen van de heiligheid van God, en hoe dikwijls
gebruiken zij Zijn Heilige naam ijdel zonder zich te realiseren, dat het God
is, de grote en verschrikkelijke God, van wie zij aan het spreken zijn. Terwijl
zij aan het bidden zijn gebruiken velen zorgeloze en oneerbiedige
uitdrukkingen, die de tedere geest van de Heer kwetsen, en de oorzaak zijn dat
hun gebed uit de hemel gesloten wordt.
Heilig en eerbiedwaardig is Zijn naam. Wij mogen nooit in geen enkel opzicht de
titels en benoemingen van de Godheid lichtelijk gebruiken. Als wij bidden gaan
wij binnen in de audiëntiekamer van de Allerhoogste, en wij moeten voor Hem
komen met heilige vreze. De engelen bedekken hun aangezicht in Zijn
tegenwoordigheid. De cherubijnen en de glanzende heilige serafijnen naderen
Zijnen troon met eerbiedwaardige vrees. Hoeveel te meer zouden wij eindige,
zondige wezens moeten komen op een eerbiedige manier voor de Heer, onze Maker!
My Life to Day 282.
VERS 8
De dag des Heren vermeld door Johannes was de Sabbat, de dag waarop Jehova
rustte na het groot scheppings werk, en die Hij zegende en heiligde omdat Hij
daarop gerust had. De Sabbat werd heilig gehouden door Johannes als hij op het
eiland Patmos was evenzo als hij onder het volk was, predikend over deze dag.
Als Johannes bij de barre rotsen was, werd hij in gedachten gebracht naar het
rotsachtige Horeb en hoe, als God daar Zijn wet uitsprak tot Zijn volk. Hij
zegde: "Gedenk den Sabbatdag, dat gij dien heiligt". Ex. 20:8. Bij het begin
van het vierde gebod zegt de Heer "Gedenk". Hij weet dat temidden van de vele
zorgen de mens bekoord zal worden om zichzelf te verontschuldigen om tenvolle
te beantwoorden aan het gebod, of dat hij Zijn heilig belang zou kunnen
vergeten. Daarom zegt Hij "Gedenk de Sabbatdag dat gij dien heiligt". Gedurende
de week moeten wij de Sabbat in de geest hebben en voorbereidingen maken om hem
te kunnen houden volgens het gebod. Wij moeten de Sabbat niet alleen houden als
een wettelijke zaak. Wij moeten de spirituele draagwijdte ervan begrijpen op al
de transacties van het leven. Allen, die de Sabbat houden als een teken tussen
hen en God, tonend, dat Hij de God is die hen heiligt, zullen de princiepen
voorstellen van Zijn bestuur. Zij zullen in dagelijkse praktijk brengen al de
wetten van Zijn rijk. Zij zullen dagelijks bidden, dat de heiligmaking van de
Sabbat op hen zou rusten. Iedere dag zullen zij het gezelschap van Christus
hebben en zullen een voorbeeld geven van Zijn karakter. Iedere dag zal hun
licht schijnen in goede werken voor anderen. 6 Test. 353 - 54. 95.
VERS 8 - 11.
Ik ben getoond geweest dat vele ouders die belijden, dat zij in plechtige
boodschap geloven voor deze tijd, dat zij hun kinderen niet geleid hebben. Vele
van deze jonge mensen zijn toegelaten geweest van het vierde gebod te
overtreden, door het zoeken van hun eigen plezier op deze dag. Zij hebben geen
gewetenswroeging, als zij voor het amusement op de straten lopen op de Sabbat.
Velen gaan waar het hun belieft en doen wat hun behaaglijk is; en hun ouders
vrezen van te misdoen, dat, het voorbeeld navolgend van Eli, zij geen gebod
leggen op hen.
Deze jonge mensen verliezen tenlaatste alle respect voor de Sabbat en hebben
geen goesting om naar religieuze vergaderingen te gaan en houden niet van
heilige en eeuwige dingen. "Gedenk" is het eerste woord van het vierde gebod.
Ouders, ge moet de Sabbat gedenken om hem heilig te houden. En als gij dat doet
geeft gij de juiste onderrichting aan uw kinders; zij zullen ook eerbied hebben
voor de heilige dag....
Christelijke opvoeding is nodig in uw huisgezinnen. Houdt Gods heilige dag in
het zicht, want deze dag moet gewijd worden aan de dienst van God. Het is de
dag waarop de handen moeten rusten van wereldse bezigheden, waarop de ziel nood
heeft aan het ontvangen van speciale aandacht. Als de Sabbat aldus in
gedachtenis gebracht wordt zal het tijdelijke het spirituele niet overwoekeren.
Geen bezigheid die behoort tot de bezigheden van de week, zal op de Sabbat
volbracht worden. Gedurende de week zullen onze energieën niet zo belast
worden, dat wij op de dag, als de Heer rustte en verfrist was, wij te moede
zullen zijn om ons te wijden aan Zijn dienst.
Dat de Vrijdag de voorbereiding voor de Sabbat volbracht worde. Zorg ervoor dat
alle kleding gereed is, en dat alles gekookt is. Dat de schoenen gepoetst zijn
en het bad genomen zijn. Het is mogelijk dit te doen. Als gij er een regel van
maakt is het mogelijk. De Sabbat is er niet om de klederen te vermaken, om
voedsel te koken, om plezier te zoeken, of voor enig andere wereldse bezigheid,
voor de zon valt, laat alle andere bezigheden op zij gelegd worden, en dat alle
gewone geschriften opzij gelegd worden. Ouders leg uw werk uit aan uw kinderen,
en het doel ervan, en laat hen medewerken in het bereiden van het houden van de
Sabbat volgens het gebod.
Er is nog een ander werk, dat de aandacht moet krijgen op de voorbereidingsdag.
Op deze dag moeten alle onverschillen tussen broeders, hetzij in de familie of
in de kerk, weggedaan worden.
Voor de zonsondergang laat de familieleden zich verzamelen voor het lezen van
Gods woord, om te zingen en te bidden. Er is hier een hervorming van doen, want
velen zijn nalatig geweest. Wij moeten belijden voor elkander en voor God. God
heeft zes volle dagen gegeven om ons werk te volbrengen en heeft maar één dag
voor zich voorbehouden. Dat moet voor ons een dag van zegening zijn - een dag
waarop wij al onze gewone werkzaamheden moeten opzij leggen en onze gedachten
moeten concentreren op God en op de hemel. Als de Sabbat begint moeten wij een
wacht zetten voor onszelf, op onze handelingen, op onze woorden, opdat wij God
niet zouden beroven door ons zelf toe te eigenen het gebruik van de tijd, die
strikt van de Heer is. Wij zullen zelfs ook niet toelaten dat onze kinderen
enig soort van werk doen voor het levensonderhoud. De Vrijdag is de dag van
voorbereiding. De tijd kan gewijd worden om de nodige voorbereiding te maken
voor de Sabbat en erover te denken en over te spreken. Niets, dat in het zicht
van de hemel kan aanzien worden als een overtreding van de heilige Sabbat zal
ongezegd of ongedaan blijven, om gezegd of gedaan te worden op de Sabbat. God
vergt niet alleen dat wij ophouden van fysisch werk op de Sabbat, maar dat de
geest gedisciplineerd wordt om bezig te zijn met heilige onderwerpen. Het
vierde gebod wordt overtreden door over wereldse dingen te spreken of door over
te gaan naar lichte en spottende conversaties. Alles uitspreken wat in de geest
komt, is zijn eigen woorden spreken. Niemand zal het toelaten van gedurende de
week zo met tijdelijke dingen bezig te zijn en zo vermoeid te zijn door
inspanning voor werelds gewin, dat zij op de Sabbat geen kracht meer hebben
voor de dienst van God. Wij beroven de Heer als wij onszelf ongeschikt maken om
God te aanbidden op deze dag. En wij beroven ook onszelf, want wij hebben
behoefte aan warmte van het gezelschap, zowel als kracht die wij moeten halen
uit de wijsheid en bevindingen van andere christenen. Dat de kostbare uren van
de Sabbat niet doorgebracht worden in het bed.
Op de Sabbat moet de familie vroeg uit de veren zijn. Als zij laat opstaan, dan
ontstaat er verwarring in het bereiden van het morgenmaal en van de
Sabbatschool. Er is ongeduld en dergelijke meer. Aldus komen onheilige
gevoelens tevoorschijn. De ouders moeten er regel van maken, dat hun kinderen
de eredienst meemaken op de Sabbat, en zouden deze regel moeten opleggen aan
hun kinderen door eigen voorbeeld. Het is onze plicht ons huisgezin en de
generatie na ons, te bevelen, zoals Abraham deed. Door voorbeeld zowel als
voorschrift zouden wij voor hen het belang moeten laten blijken van religieus
onderricht. Allen, die de doopsbeloften aanvaard hebben, hebben zichzelf
plechtig gewijd aan de dienst van God; zij zijn onder verbondsverplichting
zichzelf en hun kinderen daar te plaatsen, waar zij alle mogelijke aansporingen
en aanmoedigingen in het christelijk leven kunnen verkrijgen. Als wij God
aanbidden, mogen wij dit niet saai vinden. De Sabbat van de Heer moet tot een
zegen gemaakt worden voor ons en voor onze kinderen. Zij moeten de Sabbat zien
als een dag van verlustiging, die God geheiligd heeft; en zij zullen het zo
zien als zij juist onderwezen worden.
Draag bescheiden kleding in God huis
Velen moeten geleerd worden hoe zij moeten verschijnen in de vergadering voor
aanbidding op de Sabbat.
Zij moeten in de tegenwoordigheid van God niet komen met de zelfde klederen
waarmede zij werken in de week. Allen moeten een speciale Sabbat uitzet hebben,
om te dragen gedurende de dienst van God. Ofschoon wij niet moeten mededoen met
wereldse mode, moeten wij toch niet onverschillig zijn in verband met onze
uitwendige verschijning. Wij moeten net zijn en gekleed met goed passende
klederen, doch zonder versiering. De kinderen van God moeten rein zijn binnen
en buiten. Bedienaars worden ingeschakeld in een heilig en plechtig werk, maar
op dezen, die luisteren rust een even heilige verantwoordelijkheid. Zij moeten
luisteren met een beslistheid van de instructies te volgen, die allen moeten in
praktijk brengen, die eeuwig leven willen hebben. Iedere hoorder moet er naar
streven om elke voorspelling van de bijbelwaarheid als Gods boodschap voor hem
bestemd, die moet aanvaard worden door het geloof en in praktijk gebracht
worden in het dagelijks leven. De ouders moeten uitleggen aan hun kinderen de
woorden gesproken van op de predikstoel, opdat zij ook mogen begrijpen en de ze
kennis hebben die indien in praktijk gebracht, vele genade en vrede kan
verschaffen. Wij moeten op de Sabbat niet zorgen voor een groter overvloed of
variëteit in de voeding dan op andere dagen. In plaats daarvan moet de voeding
eenvoudiger zijn, en er moet minder gegeten worden, opdat de geest klaar en
krachtig moge wezen om de spirituele dingen te verstaan. Overeten bezwaart de
geest.
De kostbaarste dingen kunnen gehoord worden maar niet begrepen, omdat de geest
verward is door ongeschikte voeding. Door te veel te eten op de Sabbat hebben
veel meer gedaan dan zij denken om God te onteren. Terwijl het koken op de
Sabbat vermeden moet worden, moet men niet noodzakelijk koud eten nemen. Bij
koud weer kan het voedsel de dag vooraf bereid worden en op de Sabbat warm
gemaakt worden. En dat de maaltijden, ofschoon eenvoudig, toch smakelijk en
aantrekkelijk zijn. Bereidt iets dat zal als een traktatie kunnen aanzien
worden, iets dat de familie niet iedere dag heeft.
De Sabbatschool en de vergadering nemen maar een deel van de dag in. Het deel
dat overblijft voor de familie moet het heiligst en kostbaarst gemaakt worden
van alle Sabbaturen. Veel van deze tijd zullen de ouders doorbrengen met hun
kinderen.
De Sabbat - 0oh ! - maakt hem het aangenaamst, de meest gezegende dag van de
week. Ouders moeten aandacht schenken aan hun kinderen, voor hen de meest
aantrekkelijke gedeelten voorlezend uit de bijbelgeschiedenis, hen opvoedend
dat zij de Sabbat als een verlustiging aanzien en hem met eerbied beschouwend,
hem onderhoudend volgens het gebod. Dit kan niet gebeuren als de ouders geen
bekommernis voelen om hun kinderen eraan te interesseren. Maar ze kunnen de
Sabbat tot een verlustiging maken, als zij op de goede manier te werk gaan. De
kinderen kunnen geïnteresseerd worden in goede lectuur of conversatie over de
redding van hun ziel. Het natuurlijke hart zal er niet van houden van te
spreken of te denken op God of op de hemel of op de dingen van de hemel. Er
moet voortdurend een naar achter duwen zijn van de stroom van wereldsgezindheid
en neiging tot kwaad en een naar binnen komen van het hemelse licht. Ik heb
ondervonden dat op de Sabbat velen onverschillig zijn en niet weten waar hun
kinders zijn, of wat zij aan het doen zijn.
Ouders boven alles neemt zorg voor uw kinders op de Sabbat. Laat niet toe, dat
zij Gods heilige dag onteren door te spelen in huis of buitenshuis. Gij breekt
zelf de Sabbatdag als gij dit toelaat. En als gij uw kinderen toestaat van
buiten te gaan en te gaan spelen op de Sabbat, dan aanziet God u als een
Sabbatbreker.
De ouders moeten hun kinderen met zich mede nemen buiten om God in de natuur te
aanschouwen. Zij kunnen wijzen op de bloemen die bloeien en de ontluikende
bottende mooie bomen en grassprieten en leren, dat God al dit gemaakt heeft in
zes dagen en dat Hij rustte op de zevende dag en hem heiligde. Zo kunnen de
ouders hun les binden in het verstand van hun kinders, zo dat als deze kinderen
op de dingen zien van de natuur, zij in hun geest de grote Schepper van dit
alles kunnen oproepen. Hun gedachten zullen gevoerd worden naar de God - van de
natuur - naar de schepping van de wereld, als de grondslag gelegd werd van de
Sabbat, en als de zonen van God van vreugde jubelden. Dit zijn de lessen, die
moeten in de geest van de kinderen geprent worden.
Wij moeten onze kinders niet leren, dat zij niet moeten gelukkig zijn op de
Sabbat dat het verkeerd is van te wandelen buiten. 0o neen. Christus leidde
Zijn leerlingen naar de kant van het meer op de Sabbatdag en leerde hen. Zijn
sermoenen op de Sabbat werden niet altijd uitgesproken tussen de muren.
Leert de kinderen Christus te zien in de natuur. Neemt hen in open lucht, onder
de edele bomen, in de tuin en in al de wonderbare werken van de schepping leert
hen hierin een uitdrukking te zien van Zijn liefde. Leert hen dat Hij de wetten
maakte, die alle levende dingen besturen, dat Hij voor ons wetten gemaakt
heeft, en dat deze wetten voor ons geluk zijn en voor onze vreugde. Vermoeit
hen niet met lange gebeden en droge vermaningen, maar door de lessen van de
natuur leert hen te gehoorzamen aan de wet van God. Hoe kunnen kinderen een
juister begrip krijgen van de kennis van God, en hun geest beter beindrukt
worden, dan in een deel van hun tijd door te brengen buiten, niet in het spel
maar in het gezelschap van hun ouders ? Laat hun jonge geest in relatie worden
gebracht met God in de schone natuurzichten;laathun aandacht opgeroepen worden
naar de tekens van Zijn liefde voor de mens in Zijn scheppingswerken, en zij
zullen aangetrokken en geïnteresseerd worden. Zij zullen niet in gevaar zijn
van het karakter van God te vereenzelvigen met alles wat streng en droog is;
maar als zij de schone dingen zullen zien, die Hij geschapen heeft voor het
geluk van de mens, zullen zij Hem beginnen te aanzien als een tedere en een
liefderijke Vader. Zij zullen zien, dat Zijn verbodsbepalingen en inzettingen
niet alleen gemaakt zijn om Zijn macht en gezag te tonen, maar dat Hij het
geluk van Zijn kinderen in het oog heeft. Als het karakter van God het aspekt
van liefde, welwillendheid schoonheid en aantrekkelijkheid naar voor brengt,
dan worden zij naar Zijn liefde getrokken. Gij kunt hun aandacht trekken naar
de lieflijke vogels, die de lucht vervullen met hun liefelijk gezang, naar de
grassprietjes en de heerlijk getinte bloemen en hun geurigheid. Al deze dingen
verkondigen de liefde en handigheid van de hemelse Artiest en tonen de
heerlijkheid van God.
Ouders, waarom geen nut trekken uit de kostbare lessen, die God ons gegeven
heeft in het boek van de natuur? Zo kunnen wij onze kinderen een juist beeld
ophangen van Zijn karakter. Deze, die eenvoud omwisselen voor vormelijkheid,
die hen aftrekken van de schoonheden van de natuur kunnen niet geestelijk
gericht zijn. Zij kunnen de handigheid en de macht van God niet begrijpen zoals
ze geopenbaard worden in Zijn geschapen werken. Daarom wordt hun hart niet
versterkt en opgewekt met nieuwe liefde en interesse en zij zijn niet vervuld
met de eerbied en vrees, als zij God zien in de natuur. De waarde van de Sabbat
als opvoedingssysteem is niet naar waarde geschat. Wat ook van ons is en God
vraagt erom, hij geeft het ons terug, verrijkt, omgevormd met Zijn eigen
glorie.... De Sabbat en de familie waren op hetzelfde ogenblik ingesteld in
Eden. En in Gods doel zijn ze onscheidbaar verbonden. Op deze dag meer dan op
andere, is het mogelijk voor ons van het leven van Eden te leven. Het was in
het plan van God voor de leden van de familie van zich te verenigen in werk en
studie in aanbiddingen in ontspanning, de vader als priester en de ouders als
onderrichters en gezellen van hun kinderen; Maar de gevolgen van de zonden, die
de voorwaarden van het leven veranderd hebben, verhinderen in grote mate deze
vereniging. Dikwijls ziet de vader nauwelijks de kinderen gedurende de week.
Hij is dikwijls tenvolle weerhouden van de gelegenheid tot gemeenschap met de
kinders. Maar de wet van God heeft een grens gezet aan de inspanning. Over de
Sabbat plaatst Hij Zijn barmhartige hand. Op Zijn eigen dag geeft Hij aan de
families de gelegenheid voor vereniging met Hem, met de natuur en met elkander.
Allen, die God liefhebben, zullen doen wat zij kunnen om van de Sabbat een
verlustiging te maken, heilig en eerbaar. Zij kunnen dit niet doen door hun
eigen plezier te zoeken in zondige en verboden amusementen. Toch kunnen zij
veel doen om de Sabbat te verheffen in hun families en er de interessantste dag
van te maken van de week. Wij moeten tijd besteden om de kinderen hun interesse
op te wekken. Een verandering kan een gelukkige invloed op hen hebben. Wij
kunnen wandelen buiten met hen; wij kunnen met hen in de bosjes zitten en in
het schitterende zonlicht, en aan hun rusteloze zielen voedsel geven door met
hen te praten over de werken van God, en wij kunnen hen inspireren met de
liefde en eer door hun aandacht te trekken op de schone voorwerpen in de
natuur.
De Sabbat zou zo interessant gemaakt moeten worden door de ouders dat er
verlangd wordt naar zijn wekelijks terugkeren. De ouders kunnen de Sabbat op
geen betere manier eren en verheffen dan door middels te bedenken om de
geschikte instrukties te geven aan hun familie en hen te interesseren in de
geestelijke dingen, hen juist inzicht gevend in het karakter van God en van wat
Hij vraagt van ons om perfecte christenen te worden en om het eeuwig leven te
beërven. Ouders maakt van de Sabbat een verlustiging, dat uw kinders ernaar
mogen verlangen en er een welkomstgroet mogen voor hebben in hun hart. Als de
zon ondergaat, laat de stem van gebed en de hymne van prijzen het einde
kenmerken van de gewijde uren, en nodig de tegenwoordigheid van God uit voor de
zorgen van de week van arbeid. Aldus kunnen de ouders van de Sabbat maken wat
hij moet zijn, de vreugdevolste dag van de week. Zij kunnen er hun kinderen toe
brengen van hem te aanzien als een verlustiging, de dag boven alle dagen, de
heilige van de Heer, in eerbaarheid. Child Guidance 527 - 537.
Het is goed van de waarheid kenbaar te maken aan ongelovigen, eerst kunnen wij
het onderwerp voorstellen waarmede zij het eens zullen zijn met ons. Het
princiep van gezondheid en matigheid zal hun oordeelsvermogen op roepen en wij
kunnen van dit onderwerp overgaan naar het begrijpen van het bindende gebod van
de Sabbat. Onze geneesheren kunnen dit werk doen. Als het volk de waarde ziet
van de inlichtingen gegeven in verband met gezondheid, dan geeft het hun
vertrouwen te geloven dat dezen, die zulke waarheden onderrichte ook de
waarheid bezitten op ander gebied. Counsels on Health 545.
Op de Sabbat dezelfde hoeveelheid voedsel te nemen dan op de andere dagen is
tenvolle niet op zijn plaats.
De Sabbat is de dag die afzonderlijk gezet is voor de aanbidding van God, en op
deze dag moeten wij vooral zorgvuldig zijn in wat en hoe wij eten. Een
verstopte maag betekent een verstopt brein. Te dikwijls wordt op de Sabbat een
zo uitgebreid menu gegeten dat de geest dom en dwaas wordt, niet in staat om de
geestelijke dingen naar waarde te schatten. De eetgewoonten hebben veel te doen
met de menige dwaze religieuze oefeningen op de Sabbat. De voeding op de Sabbat
moet gekozen worden in verband met de plichten van de dag, waarop de reinste en
heiligste dienst aan God moet geofferd worden.
Eten heeft veel te maken met godsdienst, de spirituele bevindingen zijn
grotelijks beïnvloed door de manier waarop de maag behandeld wordt. Eten en
drinken in overeenstemming met de wetten van gezondheid brengt krachtige
handelingen teweeg, Maar als de maag misbruikt wordt door gewoonten, die hun
grondslag niet hebben in de natuur, neemt Satan voordeel van het kwaad dat
gedaan geworden is en gebruikt de maag als een vijand van gerechtigheid, een
stoornis verwekkend die het gehele zijn beïnvloedt. Heilige dingen worden niet
naar waarde geschat. Geestelijke ijver vermindert. De vrede van de geest gaat
verloren. Er is twist, strijd en onenigheid. Ongeduldige woorden en
onvriendelijke daden worden volbracht. Oneerlijke praktijken worden gevolgd en
angst wordt naar voor gebracht. En dit alles omdat de zenuwen van het brein
verstoord zijn door het misbruik gelegd op de maag. Hoe jammer dat dikwijls,
als de grootste zelfbeheersing zou moeten beoefend worden, de maag overladen
wordt met een massa van voedsel van ongezonde aard, dat daar ligt te ontbinden.
De aantasting van de maag beïnvloedt het brein. De onvoorzichtige eter stelt
zich niet voor dat hij niet in staat is van wijze raad te geven doordat hij
zichzelf ongeschikt maakt om plannen voor te leggen voor de beste vooruitgang
van het werk van God. Maar het is werkelijk zo, Hij kan geen geestelijke dingen
onderscheiden. En in raadsvergaderingen als hij ja moet zeggen, zegt hij neen.
Hij maakt voorstellen, die ver van het doel zijn omdat het voedsel zijn geest
benevelt. Counsels on Health 577 - 78.
David bad: Het is de tijd voor U Heer om te werken, want zij hebben de wet
zonder uitwerking gemaakt. Dit gebed is niet minder toepasselijk heden ten
dage. De wereld is afgeweken van God, en zijn wetteloosheid zou het hart met
schrik bevangen en allen leiden, die getrouw zijn aan God, om een hervorming te
bewerkstelligen. De pauselijke macht heeft gedacht van de wet van God te
veranderen door een valse Sabbat in te stellen inplaats van de ware, deze van
Jehova; en allen in de religieuze wereld hebben de valse Sabbat vereerd,
terwijl de ware met onheilige voeten betreden werd.... De grote laatste strijd
tussen Satan en God en Christus met Zijn heilige engelen zal lopen over de wet
en hij zal beslissend zijn voor gans de wereld....
Mensen, die in verantwoordelijke posities staan. zullen niet alleen de Sabbat
niet kennen maar hem miskennen en van de gewijde preekstoel aan het volk
opleggen van de valse Sabbat de eerste dag van de week te onderhouden, steunend
op traditie en gewoonte ten behoeve van deze door mensen ingestelde wet. Zij
willen wijzen naar de rampen te land en te zee, naar de stormen en de wind, de
overstromingen, de aardbevingen de vernietigingen door vuur, als het oordeel
van God, dat Zijn misnoegen weergeeft omdat de zondag niet heilig gehouden
werd. Deze rampen zullen stijgen meer en meer, het ene onheil zal het andere
opvolgen, de hielen opvolgend van het voorafgaande; en deze, die de wet zonder
uitwerking maken zullen wijzen naar de weinigen die de Sabbat van het vierde
gebod houden alsof zij de wraak van God op de wereld brengen. Dit bedrog is de
list van Satan opdat hij de niet waakzamen zou kunnen vangen. Christian service
155.
Christus' doel in het onderwijzen aan de hand van gelijkenissen was in
onmiddellijke overeenstemming met het doel van de Sabbat. God gaf aan de mens
de herinnering van Zijn scheppingsmacht, opdat zij Hem mochten onderscheiden in
de werken van Zijn hand. De Sabbat vraagt dat wij Hem zouden beschouwen in Zijn
scheppingswerken, de glorie van de Schepper. En het is omdat Hij begeerde dat
wij dit zouden doen, dat Jezus Zijn kostbare lessen verbond aan de schoonheid
van de dingen in de natuur. Op de Sabbatdag zullen wij meer als op een andere
dag de lessen leren, en de boodschappen studeren, die God voor ons geschreven
heeft in de natuur. Wij moeten de gelijkenissen van de Heiland studeren, waar
Hij ze uitsprak, in de velden en bossen, onder de open hemel, temidden van het
gras en de bloemen. Als wij het hart van de natuur benaderen, is Christus
tegenwoordig met ons en spreekt Hij tot onze harten van Zijn vrede en liefde.
En Christus heeft Zijn onderrichtingen verbonden, niet alleen met de dag van
rust, maar met de week van inspanning. Hij had wijsheid voor degenen die de
ploeg leiden en het zaad zaaien. In het ploegen en zaaien, en bebouwen en
rijpen leert Hij ons een illustratie te zien van Zijn werk van genade in het
hart. In iedere lijn van nuttig werk en in iedere gelegenheid van het leven wil
Hij dat wij er een goddelijke waarheid in ontdekken. Dan zal ons dagelijks werk
ons niet zo opslorpen, dat wij God vergeten; het zal ons bestendig doen denken
aan onze Schepper en Verlosser. De gedachte van God zal gelijk een gouddraad
gaan door al onze huiselijke zorgen en bezigheden. Voor ons zal de glorie van
Zijn gelaat opnieuw schijnen op het gelaat van de natuur. Wij zullen altijd
nieuwe lessen leren van hemelse waarheid, en groeien tot het beeld van Zijn
zuiverheid. Zo zullen wij onderricht worden door de Heer; en in het lot waarin
wij geroepen zijn, zullen wij met God blijven. Jes.54:13; 1.Cor.7:24. Christ
Objekt Lessons ( Lessen uit het leven van alledag) 25 : 27.
De taal die gebruikt is bij het gebod omtrent de tienden, is hier gebruikt in
verband met het sabbatsgebod: "De zevende dag is de Sabbat van de Heere uw
God." De mens heeft geen recht noch macht om de zevende dag te vervangen door
de eerste. Hij mag beweren dit toch te doen; desalniettemin staat "het vaste
fundament Gods staat". 2 Tim. 2 : 19. De gewoonten en de onderrichtingen van de
mens zullen de eisen van de goddelijke wet niet verminderen. God heeft de
zevende dag geheiligd. Dat wel bepaald deel van de tijd door God zelf
afzonderlijk gezet voor religieuze aanbidding, blijft heden ten dage heilig als
wanneer het voor het eerst geheiligd werd door onze Schepper. Op dezelfde wijze
is een tiende van ons inkomen heilig voor de Heer. Het nieuwe testament
hergeeft de wet niet van de tienden evenmin als deze van de Sabbat. De echtheid
van beiden is verzekerd en hun diep spiritueel belang is uitgelegd......
Als wij als volk getrouw aan God, de tijd geven die Hij voorbehouden heeft als
de Zijne, zullen wij dan ook niet het deel van onze middelen geven die Hij
vraagt. Counsels on Stewardship 66.
De landpalen definitief.
In Minneapolis gaf God precieuze edelstenen van waarheid aan Zijn volk in een
nieuwe inkleding. Dit licht van de hemel werd door sommigen verworpen met de
koppigheid van de Joden waarmede zij Christus verworpen hebben, en er werd veel
gesproken van het blijven staan bij de oude grenspalen. Maar klaarblijklijk
weten ze niet welke de oude grenspalen zijn. Er was klaarblijklijkheid en er
was redenering vanuit het woord dat zichzelf oplegt aan het geweten. Maar de
geest van de mens werd gericht, verzegeld tegen het binnenkomen van het licht,
omdat zij beslist hadden dat het een gevaarlijke dwaling was die de "oude
grenspalen" verschoof, terwijl het niet een pink de oude grenspalen verzette,
maar zij hadden de ideeën van waaruit de oude grenspalen bestonden, verdorven.
Na het verloop van de tijd van 1844 was er een tijd met grote gebeurtenissen,
voor onze ogen openend de reiniging van het heiligdom in de hemel en wat
beslist relaties had met Gods volk op de aarde, alsook de eerste, tweede en
derde engelenboodschappen, ontvouwend de banier waarop geschreven staat: "Het
gebod van God en het geloof van Jezus". Een van de landpalen onder deze
boodschap was het openen van de ark des verbonds in de hemel, die de wet van
God bevatte. Het licht van de Sabbat van het vierde gebod vestigde zijn sterke
stralen op het pad van de overtreders van de wet. De niet onsterfelijkheid van
de bozen is een oude grenspaal. Ik kan niets meer in de geest roepen in verband
met oude landpalen. Al dit geroep in verband met het verplaatsen van de oude
landpalen is ingebeeld. Nu in deze tijd wenst God dat een nieuwe en frisse
vlucht zou gegeven worden aan Zijn werk. Satan ziet dit en hij heeft beslist
dit te zullen verhinderen. Hij weet, dat als Hij het volk, dat de waarheid
gelooft kan misleiden, (en hen kan doen geloven), dat het werk van de Heer dat
hij wil doen voor Zijn volk, een wegnemen is van de grenspalen, iets waaraan
zij met besliste zekerheid moeten weerstaan, dan jubelt hij over het bedrog dat
hij hen heeft doen aannemen. Het werk voor deze tijd is zeker een verrassend
werk geweest met verschillende hindernissen, wat te wijten is aan het verkeerd
plaatsen van de dingen voor de geest van velen van ons volk. Dat wat voedsel is
voor de kerk wordt aanzien als gevaarlijk en zou hen niet mogen gegeven worden.
En dit onbeduidend verschil van ideeën is toegelaten om het geloof te doen
wankelen, om ketterij te veroorzaken, omde eenheid te breken, om verschil te
zaaien, allemaal omdat zij niet weten waarover zij redetwisten. Broeders, is
het niet goed van gevoelig te zijn? De hemel ziet op ons neer en wat kan hij
denken over de laatste ontwikkeling van de dingen? In deze toestand,
hinderpalen plaatsend, beroven wij niet alleen onszelf van groot licht en
kostbare voordelen, maar juist nu, als wij het zo nodig hebben plaatsen wij ons
daar waar het licht vanuit de hemel niet kan medegedeeld worden dat wij zouden
aan anderen moeten mededelen. Counsels to Writers and editors 30.
Wij moeten onze uiterste best niet doen om de zondagswet te verwerpen. De beste
manier om dit te verwezenlijken is van de wet van God te verheffen en hem
voortgang te laten maken in al zijn gewijdheid. Dit moet gedaan worden als de
waarheid triumfeert. Idem 98.
Nadat de Satan gefaald had van Jezus te overwinnen in de woestijn, verenigde
hij zijn krachten om Hem tegen te staan in Zijn dienstwerk, en als het mogelijk
was van Zijn werk te dwarsbomen. Wat hij niet kon verwezenlijken door
onmiddellijk persoonlijk werk, besloot hij te verwezenlijken door strategie.
Onmiddellijk nadat hij teruggetrokken was uit de strijd in de woestijn kwam hij
in beraad met zijn engelen om zijn plannen te laten rijpen om steeds meer de
geest van het joodse volk te verblinden, opdat zij hun Verlosser niet zouden
herkennen. Hij maakte plannen om door zijn menselijke agenten te werken in de
religieuze wereld, door hen zijn eigen vijandschap in te prenten tegen de
Kampioen van de waarheid. Hij zou hen er toe brengen van Christus te verwerpen
en Zijn leven zo bitter mogelijk te maken, hopende Hem te ontmoedigen in Zijn
zending. En de leiders van Israël werden instrumenten van Satan in het oorlog
voeren tegen de Heiland. Jezus was gekomen om de wet groot te maken en
heerlijk. Hij wilde Zijn waardigheid niet verminderen maar hem verheffen. De
Schrift zegt: "Hij zal niet verdonkerd wordenen hij zal niet verbroken
worden,totdat hij het zicht op de aarde zal hebben beslist". Jes.42:21; 4.
Hij was gekomen om de Sabbat vrij te maken van deze lastige eisen, die er een
vloek van gemaakt hadden inplaats van een zegen.
Om deze reden koos Hij een Sabbat uit om te Betseda een genezing te doen. Hij
kon deze zieke man zowel een andere dag genezen hebben, of Hij kon hem
eenvoudig weg genezen hebben zonder hem te vragen van zijn bed op te nemen.
Maar dat zou Hem de gewenste gelegenheid niet gegeven hebben. Een wijs doel lag
aan de grondslag van iedere daad van Christus op deze wereld. Alles wat Hij
deed was belangrijk op zichzelf en in verband met zijn onderrichtingen. Uit
deze die aangetast waren in de waterpoel koos Hij de slechtste om erop Zijn
genezende kracht toe te passen , en vroeg de man zijn bed op te nemen en door
de stad te gaan om het grote werk openbaar te maken, dat met hem gebeurd was.
Dit zou de vraag doen oprijzen of het wettig was van dit te doen op de Sabbat,
en zou de weg voor Hem openleggen om de beperkingen van de Joden in verband met
de dag des Heren aap de kaak te stellen, en om hun tradities zonder uitwerking
te verklaren. Jezus bevestigde hen dat het genezen van een zieke in harmonie
was met de Sabbatswet. Het was in harmonie met het werk van Gods engelen, die
altijd maar op en neer gingen tussen de hemel en de aarde om de lijdende van de
mensheid te bedienen. Jezus verklaarde: "Mijn Vader werkt tot nu toe, en Ik
werk ook. "Alle dagen behoren aan God om Zijn plan uit te voeren voor het
menselijk ras. Als de interpretatie van de Joden juist was , dan was Jehova
mis, wiens werk ieder levend ding leven gegeven heeft en in stand gehouden
heeft sedert Hij het eerst de grondslag legde van de aarde. Dan zou Hij die
Zijn werk als goed verklaarde, en de Sabbat instelde om de voltooiing ervan te
gedenken, moeten een tijd aanduiden waarop Hij werkt en dan ophouden met de
nooit eindigende loop van het universum; Zou God aan de zon verbieden om haar
omloop te doen op de Sabbat? Zou Hij haar weldoende stralen afsnijden van de
aarde die deze verwarmen en die de, planten doen groeien? Moest het systeem van
de werelden ophouden op deze heilige dag? Zou Hij de wateren beletten van de
velden en de wouden te bevloeien, en de baren van de zee van op te houden met
ebbe en vloed? Moet het koren ophouden met groeien?, en de rijpende bot nalaten
van zich te openen tot een purpere bloem? Moeten de bomen en de bloemen nalaten
van uit te botten op de Sabbat? In dit geval zou de mens de vruchten van de
aarde, en de zegeningen ervan missen die het leven begeerlijk maken. De natuur
moet haar onveranderlijke gang voortzetten. God kan voor geen ogenblik zijn
hand weg trekken of de mens zou vergaan en sterven. Zo heeft de mens ook een
werk te volbrengen op deze dag. Er moet voorzien worden in de noodwendigheden
van het leven, de zieken moeten verzorgd worden, de behoeftigen moeten voldaan
worden. Hij zal deze, die de lijdenden op de Sabbat geen verlichting schenken
niet schuldeloos aanzien. De dag van Gods heilige rust was gemaakt voor de
mens, en liefdedaden zijn in volmaakte harmonie met zijn opzet. God wenst niet
dat zijn schepselen een uur langer lijden ondergaan, op een Sabbat of op een
andere dag, die kan verlicht worden. De eisen die op God gelegd worden zijn
groter op de Sabbat dan op andere dagen. Zijn volk laat het gewoon werk liggen
en brengt de tijd door in meditatie en aanbidding. Zij vragen meer gunsten op
de Sabbat dan op andere dagen. Zij vragen om Zijn speciale aandacht. Zij smeken
om Zijn uitgelezen zegeningen. God wacht niet tot de Sabbat voorbij is om deze
uit te delen. Het werk van de Hemel houdt nooit op en de mens zal ook nooit.
rusten van goed te doen op de Sabbat. De Sabbat is niet bestemd om een periode
van nutteloze inactiviteit te zijn. De wet verbiedt het gewone werk op de
rustdag van de Heer; Het werk waarmede wij ons brood verdienen moet ophouden;
geen werk voor plezier of profijt wordt toegelaten op deze dag.. Maar zo als
God Zijn scheppingswerk ophield, en rustte op de Sabbat en Hem zegende, zo moet
de mens zijn bezigheden van zijn dagelijks leven achterlaten en deze gewijde
uren wijden aan gezonde rust, tot aanbidding en het volbrengen van heilige
daden. Het werk van Christus van zieken te genezen was in volmaakte harmonie
met de wet. Het was een eer voor de Sabbat. Jezus eist dezelfde rechten als God
in het doen van een werk dat even heilig is en het zelfde karakter heeft als
dat hetwelk, de Vader in de hemel bezig houdt. Maar de Farizeeërs waren steeds
meer vertoornd. Hij had niet alleen de wet verbroken volgens hun begrip, maar
door God Zijn eigen Vader te noemen, verklaarde Hij zich gelijk met God. Joh
5:18
De gehele natie van de Joden noemde God hun Vader, daarom moesten zij zo kwaad
niet zijn als Christus zich in dezelfde relatie met God beschouwde, maar zij
beschuldigde hem van godslastering, omdat zij hiermede begrepen hadden dat Hij
deze bewering in de hoogste zin opnam. Deze tegenstanders hadden geen
argumenten waarmede zij de waarheid konden tegen gaan, die Hij aan hun geweten
voorlegde. Zij konden alleen gewag maken van hun gewoonten en gebruiken, en
deze schenen zwak in vergelijking met de argumenten van Jezus die Hij getrokken
had uit het woord van God en de onophoudende loop van de natuur. Hadden de
Rabbi’s enige begeerte gehad om licht te ontvangen dan zouden zij overtuigd
geweest zijn dat Jezus de waarheid sprak. Maar zij ontweken de betekenis die
Hij gaf van de Sabbat, en zochten om haat op te wekken tegen Hem omdat Hij zich
gelijk wilde stellen met God. De razernij van de leiders kende geen grenzen.
Hadden zij het volk niet gevreesd, dan zouden de Rabbi’s en de priesters Jezus
gedood hebben ter plaatse. Maar de algemene sympathie voor Hem was te sterk.
Velen herkende in Jezus de vriend, die hun ziekten genezen had en medeleefde
met hun lijden, en zij verrechtvaardigden Zijn genezing te Betseba. Zo moesten
de leiders hun haat nog tijdelijk bedwingen. Jezus weerlegde de beschuldiging
van godslastering. Mijn gezag, zegde Hij, om het werk te doen waarvoor gij Mij
beschuldigt, is dat Ik de Zoon van God ben, één met Hem in natuur, in wil, en
doel. In al Zijn werken van schepping, werk Ik met Hem mede. "De Zoon kan niets
van Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen; want zoo wat Die doet,
dat doet ook de Zoon desgelijks. Joh.5:19. De priesters aanzagen de Zoon van
God dat Hij het werk zou opgeven, waarvoor Hij in de wereld gezonden werd. Door
hun zonden hadden ze zich gescheiden van God, en in hun hovaardij gingen zij
onafhankelijk van Hem verder. Zij vonden zichzelf toereikend voor alles en
hadden geen behoefte aan hogere wijsheid om hun daden te richten. Maar de Zoon
van God was onderworpen aan de wil van de Vader, dat Hij geen plannen
maaktevoor zichzelf. Hij aanvaarde het plan van God voor Hem, en dag na dag
ontvouwde de Vader Zijn plannen. Zo moeten wij afhangen van God, opdat ons
leven de eenvoudige uitwerking moge wezen van Zijn wil. Als Mozes het heiligdom
zou bouwen als een woonplaats voor de Heer, moest hij alle dingen maken
naar-het patroon hem getoond op de berg. Mozes was volijver om Gods werk te
doen; De meest handige mannen werden aan het werk gezet om zijn suggesties uit
te voeren. Toch mocht hij geen belletje, geen granaatappel, een kwast, een
franje, een gordijn of enig ander vat voor het heiligdom maken zonder dat het
beantwoorde aan het patroon dat hem getoond werd. God riep hem op de berg, en
openbaarde hem de hemelse dingen. De Heer overdekte hem met Zijn eigen
heerlijkheid, opdat hij het patroon moge zien, en volgens dit werden alle
voorwerpen gemaakt. Zo gaat het ook met Israel, in wien Hij, Zijn woonplaats
wil maken. Aan hen openbaarde Hij Zijn heerlijk ideaal van karakter.
Het patroon werd getoond op de berg als de wet werd gegeven op de Sinai, en als
de Heer voorbij Mozes voorbij kwam en zegde: "Heer, Heere God, barmhartig en
genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid, die de weldadigheid
en waarheid, die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden die de
ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft. "Ex.34:6,7. Israel had zijn
eigen weg gekozen. Zij hadden niet gebouwd volgens het patroon. Maar Christus
de ware tempel voor Gods inwoning, formeerde ieder onderdeel van Zijn aardse
leven in harmonie met Gods ideaal. Hij zegde :"Ik heb lust, o mijn God! om uw
welbehagen te doen, en uwe wet is het midden mijns ingewands. "Ps.40:8,9. Zo
moeten onze karakters opgebouwd worden "tot een woonstede Gods in den geest"
Zf.2:22. "en wij moeten alles maken naar de afbeelding "Hebr 8:5. "dewijl ook
Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij fijne
voetstappen zoudt navolgen. "1.Petr. 2:21. De woorden van Christus leren ons
dat wij ons onafscheidelijk verbonden moeten houden met de Vader in de hemel.
Wat ook onze positie weze, wij hangen van God af, die aller lot in handen
houdt. Hij heeft ons het werk uitgestippeld , en heeft ons begiftigd met
faculteiten en middels om dit werk te volbrengen. Zolang als wij ons
onderwerpen aan de wil van God, en vertrouwen in Zijn kracht en wijsheid,
zullen wij geleid worden op veilige paden, om ons deel te volbrengen in Zijn
groot plan.
Maar deze die afhangt van eigen wijsheid en macht scheidt zich af van God. In
plaats van te werken in eenheid met Christus, volvoert hij de doeleinden van de
vijand van God en de mens.
De Heiland gaat verder : "Want zoo wat Die doet, dat doet ook de Zoon
desgelijks... Want gelijk de Vader de dooden opwekt en levend maakt, alzoo
maakt ook de Zoon levend, die Hij wil. "Joh.5:19, 21. De Sadduceeën geloofden,
dat er geen verrijzenis van het lichaam was; maar Jezus zegde hen dat een van
de grootste werken van Zijn Vader was van de doden te doen opstaan, en dat Hij
zelf macht had van hetzelfde te doen. "De ure komt en is nu, wanneer de dooden
zullen hooren de stem van Zoon Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven;
Joh.5:25. De Farizeeën geloofden in de verrijzenis van de dood. Christus
verklaarde dat zelfs nu de Macht die leven geeft aan de doden temidden van hen
is, en zij kunnen zijn openbaring aanschouwen. Dezelfde macht tot verrijzenis
is deze, die leven geeft aan de ziel!' dood door de misdaden en de zonden, " Ef.
2:1. Deze geest van leven in Christus Jezus, "de macht van Zijn verrijzenis, "
maakt de mens vrij van de wet der zonde en des doods" Fil.3:10 ; Rom 8 : 2. De
heerschappij van het kwaad is gebroken, en door het geloof is de ziel bevrijd
van de zonde. Hij die het hart opent voor de Geest van Christus wordt deelnemer
van deze machtige kracht, die zijn lichaam uit het graf zal oproepen.
De nederige Nazarener laat Zijn ware edelheid gelden. Hij verheft zich boven
alles wat menselijk is, werpt het masker van de zonde en de schaamte af, en
staat geopenbaard, de geëerde van de engelen, de Zoon van God, Eèn met de
Schepper van het universum. Zijn toehoorders zijn aan de grond genageld. Geen
mens heeft ooit woorden gesproken gelijk Hij, zichzulk een koninklijkeeer
toebedeeld. Zijn uitingen zijn klaar en volledig, tenvolle Zijn zending en de
plicht van de wereld openbarend. "Want ook de Vader oordeelt niemand, maar
heeft al het oordeel den Zoon gegeven, opdat zij allen den Zoon eeren, gelijk
zij den Vader eeren. Die den Zoon niet eert, eert den Vader niet, die hem
gezonden heeft."..... Want zoals de Vader het leven heeft in Zichzelven, alzoo
heeft Hij ook den Zoon gegeven het leven te hebben in Zichzelf en heeft Hem
macht gegeven ook gericht te houden, opdat Hij des menschen Zoon is." Joh.5:33;
26, 27. De priesters en de leiders hebben zich gesteld als rechters om
Christus' werk te veroordelen, maar Hij verklaart Zich hun rechter, en de
rechter van gans de aarde. De wereld werd aan Christus toevertrouwd, en door
Hem komt elke zegening van God naar het gevallen ras. Hij was de Ver losser
zowel vóór als na Zijn menswording. Van zohaast er zonde was was er een redder.
Hij geeft licht en leven gegeven aan allen, in overeenstemming met de maat van
het licht dat gegeven is, zal eenieder geoordeeld worden. En Hij die het licht
gegeven heeft, Hij die de ziel gevolgd is met de tederste uitnodiging, zoekend
om ze te winnen van uit de zonde naar de heiligheid, is tezelfdertijd zijn
voorspreker en rechter. Vanaf het begin van de grote strijd in de hemel, heeft
Satan zijn zaak in stand gehouden door bedrogen Christus heeft gewerkt om Zijn
plannen en bedoelingen open te leggen en zijn macht te breken. Het is Hij die
het hoofd geboden heeft aan de verleider, en die gedurende alle eeuwen getracht
heeft om de gevangenen uit zijn greep te halen, die oordeel zal uitoefenen op
iedere ziel. En God "heeft Hem macht gegeven ook gericht te houden, opdat Hij
de menschen Zoon is." Omdat hij de diepten van de menselijke rampspoed en
bekoring gekend heeft, en de zwakheden en de zonden van de mens begrijpt; omdat
Hij ten hunner behoeve als overwinnaar uitgekomen is uit de bekoringen van
Satan. en teder en juist wil omgaan met de zielen, voor wien Zijn bloed gestort
was tot redding, hierom, is de Zoon des mensen de geschikte om het oordeel uit
te voeren. Maar de zending van Christus was niet van te oordelen, maar om te
redden. "Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de
wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden. "Joh.
3:17. En voor het Sanhedrin verklaarde Jezus : "Voorwaar zeg Ik u : Die mijn
woord hoort en gelooft Hem, die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige
leven, enkomt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het
leven. "Vragend aan zijn toehoorders van zich niet te verwonderen, opent Hij
voor hen in steeds breder zicht, het mysterie van de toekomst. " Want de ure
komt, in welke allen, die in de graven zijn, zijne stem zullen hooren, en zij
zullen uitgaan; die het goede gedaan hebben, tot de opstanding dei verdoemenis.
"Joh.5:28,29. Deze zekerheid van het toekomstige leven was hetgeen waarnaar
Israël zolang gewacht had, en wat zij verhoopt hedden te ontvangen bij de komst
van de Messias. Het enige licht, dat kan licht geven in de duistenis van het
graf, was schijnende op hen. Maar eigen-wil is blind. Jezus had de tradities
van de rabbis overtreden, en hun gezag miskend, en zij wilden niet geloven. De
tijd, de plaats, de gelegenheid, de intensiteit van de gevoelens. die de
vergadering bezielde, alles werkte mede om de woorden van Jezus voor het
Sanhedrin meer indruk te geven. De hoogste gezaghebbers van de natie zochten
het leven van Hem, die verklaarde dat Hij de hersteller was van Israël. De Heer
van de Sabbat werd gebracht voor een aards tribunaal om de beschuldiging van
het breken van de Sabbat te verantwoorden. Als Hij zonder vrees Zijnzending
mededeelde, keken Zijn rechters op Hem met verwondering en woede. Maarer was
geen antwoord op Zijn woord. Zij konden Hem niet veroordelen. Hij ontkende het
recht van de priesters en rabbis om Hem te ondervragen of tussen te komen in
Zijn werk. Zij waren niet begiftigd met zulk een gezag. Hun rechten steunden op
hun eigen hovaardij en verwaandheid. Hij weigerde van zich als schuldig te
verklaren op hun beschuldigingen, of door hen ondervraagd te worden. Inplaats
van zich te verontschuldigen voor de daad, waarvoor zij Hem aanklaagden, of
inplaats van het doel uit te leggen waarom Hij dit deed, liet Jezus alles op de
leiders terecht komen en de beschuldiger werd de schuldige. Hij berispte hen
wegens de hardheid van hun hart en hun onkunde van de Schriften. "Onderzoekt de
Schriften, want hij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben,en die zijn
het, die van Mij getuigen. "Joh. 5:39. Op ieder bladzijde, hetzij geschiedenis,
of voorschrift of profetie, is het Oud Testament verlicht met de glorie van de
Zoon van God. Voor zover het ganse systeem van de Joden van Goddelijke
oorsprong was, was het een samengebudelde profetie van het evangelie. Van
Christus, "geven allen de profeten getuigenis "Hand.10:43. Vanaf de belofte aan
Adam gegeven doorheen de lijn van de patriarchen en Het wettelijke stelsel,
maakte het hemelse licht de voetstappen zichtbaar van de Verlosser. De zieners
zagen de Ster van Bethlehem, de Silohe die moest komen, als toekomstige dingen
voor hen voorbij kwamen als in een mysterieuze processie. In ieder offerande
was de dood van Christus aangetoond. In ieder wierookwolk steeg Zijn
gerechtigheid op. Bij ieder juichend trompetgeschal werd Zijn Naam gehoord. In
het eerbiedwaardige mysterie van het Heilige der Heiligen was Zijn heerlijkheid
aanwezig De Joden hadden de Schriften in hun bezit en veronderstelden dat zij
met hun loutere uitwendige kennis eeuwig leven hadden. Maar Jezus zegde: "en
Zijn woord hebt gij niet in u blijvende", Vóór zij Christus in zijn woord
verworpen hadden, verworpen ze Hem in Zijn persoon. "En gij wilt tot Mij niet
komen, opdat gij het leven moogt hebben. "Joh.5:37, 40.
De Joodse leiders hadden de onderrichtingen bestudeerd van de profeten, in
verband met het Koningdom van de Messias; maar zij hadden dit gedaan, niet met
een recht zinnige begeerte om de waarheid te kennen, maar met het doel van de
bewijzen te vinden voor hun ambitieuze hoop. Als Christus kwam op een manier ,
in tegenstelling met hun verwachtingen, wilden zij Hem niet aanvaarden en om
zichzelf te verrechtvaardigen, poogden ze te bewijzen dat Hij een bedrieger
was. Als zij eenmaal hun voeten op dit pad gezet hadden, was het gemakkelijk
voor Satan om hun tegenkanting tegen Christus te verstevigen. De woorden, die
zouden moeten aangenomen geweest zijn als bewijs van Zijn goddelijkheid, werden
tegen Hem uitgespeeld. Aldus verdraaiden zij de waarheid van God in een leugen,
en hoe meer rechtstreeks de Heiland sprak tot hen in Zijn werken van
barmhartigheid hoe meer zij beslist waren van het licht te weerstaan. Jezus
zegde:"Ik neem geen eer van menschen; "Joh 5:41. Het was niet de invloed van
het Sanhedrin dat Hij begeerde, het was ook hun goedkeuring niet, Hij kon geen
eer krijgen uit hun goedkeuring. Hij was begiftigd met de eer en het gezag van
'de hemel. Had Hij moeten willen, dan zouden engelen hem komen eer betuigen. De
Vader zou opnieuw getuigd hebben voor Zijn God zijn. Maar ten hunnen voordelen,
voor het goed van de natie wiens leiders zij waren, wilde Hij dat de Joodse
leiders Zijn karakter zouden kunnen onderscheiden, en de zegeningen ontvangen
die Hij kwam brengen
"Ik ben gekomen in de naam Mijns Vaders, en gij neemt Mij niet aan; zoo een
ander komt in Zijnen eigenen naam, dien zult gij aannemen. "Joh. 5 : 43. Jezus
kwam door het gezag van God, Zijn beeld dragend, volbrengend Zijn woord, en
Zijn eer zoekend; toch werd Hij niet aanvaard door de leiders van Israël; maar
als anderen moesten komen, schijn gevend van het karakter van Christus, maar
aangedreven door hun eigen wil en hun eigen eer zoekend, deze zouden zij
aanvaarden. En waarom? Omdat hij, die zijn eigen eer zoekt beroep doet op de
begeerte bij anderen om zichzelf te verheffen. Op deze oproepen konden de Joden
antwoorden. Zij zullen de valse leeraren aanvaarden, omdat zij hun hoovaardij
vleien door hun begeerte, opinies en tradities goed te keuren. Maar de
onderrichtingen van Christus stemmen niet overeen met hun ideeën. Ze waren
geestelijk en eisten het offer van zichzelf; daarom wilden zij deze niet
aanvaarden. Zij waren niet bekend met God, en voor hen was Zijn stem als deze
van een vreemde. Wordt hetzelfde niet herhaald in onze dagen? Zijn er niet veel
religeiuse leiders, die hun hart verharden, tegen de Heilige Geest, het
onmogelijk makend voor hen om de stem van God te herkennen? Verwerpen zij niet
het het Woord van God, opdat zij hun eigen tradities zouden kunnen behouden?
Want indien gij Mozes geloofdet , zoo zoudt gij Mij gelooven; want hij heeft
van Mij geschreven. Maar zoo gij zijne schriften niet gelooft, hoe zult gij
mijne woorden gelooven? "Joh 5 : 46,47. liet was Christus, die sprak tot Israël
door Mozes. Als zij geluisterd hadden naar de goddelijke stem die tot hen sprak
door hun grote leider dan zouden zij deze in de onderrichtingen van Christus
herkend hebben. Hadden zij Mozes moeten geloven, dan zouden zij Hem geloven
over wien Mozes schreef. Jezus wist dat de priesters en leiders beslist waren
van Zijn leven te nemen; toch legde Hij duidelijk aan hen de eenheid tussen de
Vader en tussen Hem uit, en Zijn relatie met de wereld. Zij zagen dat hun
oppositie tegen Hem zonder excuus was, toch was hun haat tot moorden niet
gedoofd. Vrees overviel hen, als zij de de overtuigende macht zagen die Zijn
dienstwerk begeleidde. Maar zij weerstonden Zijn oproep, en sloten zichzelf op
in de duisternis.
Zij hadden het glansrijk moeten afleggen om het gezag van Jezus omver te
werpen, of om het respekt van het volk te vervreemden, want velen waren
overtuigd door Zijn Woord. De leiders zelf hadden diepe veroordeling gevoeld
als Ilij hun schuld voor hun geweten gebracht had. Maar dit alleen maakte hen
nog haatdragender tegen Jezus. Zij waren beslist Zijn leven te nemen. Zij
zonden boodschappers over gans de streek om het volk te waarschuwen tegen Jezus
als zijnde een oplichter. Bespieders werden gezonden om Hem te bewaken en om
verslag te geven
van wat Hij gezegd had. De kostbare Heiland stond nu zekerlijk in de schaduw
van het kruis. Desire of Ages 201-213.
De Sabbat werd geheiligd bij de Schepping. Ingesteld voor de mens had hij zijn
oorsprong als " toen de morgensterren te zamen vroolijk zongen, en al de
kinderen Gods juichten?"Job 38:7. Vrede broedde over de wereld; want de aarde
was in harmonie met de hemel. "En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie het
was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de zesde
dag. "Gen 1 : 31. En Hij rustte in de vreugde van Zijn volbracht werk. Omdat
God gerust had op de Sabbat, "heeft Hij hem gezegend en dien geheiligd.
Afzonderlijk geplaatst om er een heilig gebruik van te maken. Hij gaf deze dag
aan Adam als een dag van rust. Hij was een gedenkenis van het scheppingswerk,
en aldus een teken van Gods macht in Zijn liefde. De Schrift zegt:"Hij heeft
zijnen wonderen ene gedachtenis gemaakt. " Ps.111:4; Want zijne onzienlijke
dingen worden van de schepping der wereld aan uit de schepselen verstaan en
doorzien, beide zijne eeuwige kracht en goddelijkheid, opdat zij niet te
verontschuldigen zouden zijn. Rom.1 20.
Alle dingen werden door de Zoon van God gemaakt. "In den beginne was het Woord,
en het woord was bij God, en het woord was God. Dit was in den beginne bij God.
Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding
gemaakt, dat gemaakt is. Joh 1:1-3. En daar de Sabbat een gedenkenis is van het
werk van schepping is hij een teken van liefde en macht van Christus.
De Sabbat roept alle gedachten op naar de natuur, en brengt ons in verbinding
met de Schepper. In het gezang van de vogel, het gesuis van de bomen en de
muziek van de zee, kunnen wij steeds Zijn stem horen, die met Adam in Eden
sprak in de koelte van de dag. En als wij Zijn macht aanschouwen in de natuur
vinden wij troost, want het Woord dat alles tot stand bracht, is hetzelfde
woord dat leven spreekt in de ziel. "Want God die gezegd heeft, dat het licht
uit de duisternis zou schijnen, is degene, die in onze harten geschenen heeft
om te geven verlichting van de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht
van Jezus Christus. " 2.Cor.4:6. Het was deze gedachte die dit gezang wakker
riep : "Want Gij hebt mij verblijd, Heere, met uwe daden; ik zal juichen over
de werken uwer handen. O Heere ! hoe groot zijn uwe werken, zeer diep zijn uwe
gedachten. "Ps.92 : 6, 7. En de Heilige Geest verklaart door de profeet Jesaja
: "Bij wien dan zult gij God vergelijken, of wat gelijkenis zult gij op Hem
toepassen?... Weet gijlieden niet, hoort gij niet, is het u van den beginne aan
bekend gemaakt, hebt gij op de grondvesten der aarde niet gelet? Hij is het die
daar zit boven den kloot der aarde, en hare inwoners zijn als sprinkhanen; Hij
is het, die de hemelen uitspant als eenen dunnen doek, en breidt ze uit als
eene tent om te bewonen.... Bij wien dan zult gij lieden Mij vergelijken, dien
Ik gelijk zij? zegt de Heilige. Heft uwe oogen op omhoog, en ziet, wie deze
dingen geschapen heeft; die in getal hun heir voortbrengt, die ze alle bij name
roept, vanwege de grootheid zijner krachten en omdat Hij sterk van vermogen is
: daar wordt er niet een gemist. Waarom zegt gij dan o Jakobien, spreekt, o
Israël : Mijn weg is voor den Heer verborgen, en mijn recht gaat van mijnen God
voorbij? Weet gij het niet, hebt gij niet gehoord, dat de eeuwige God, de Heere,
de Schepper van de einden der aarde, noch moede noch mat wordt? ... gij welken
Ik gegrepen heb van de einden der aarde, en uit hare bijzondersten geroepen
heb, en zeide tot u : Gij zijt Mijn knecht, u heb Ik uitverkoren en heb u niet
verworpen; vrees niet, want Ik ben met u; Wees niet verbaasd, want Ik ben uw
God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand mijner
gerechtigheid. "Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, al gij einden der aarde;
want Ik ben God en niemand meer; "Dit is de boodschap die in de natuur
geschreven staat waartoe de Sabbat bestemd is om in gedachtenis te brengen. Als
God Israël vroeg :Heilig Mijn Sabbat, dan zegde Hij "en heiligt Mijne
Sabbatten, en zij zullen tot een teken zijn tusschen Mij en tusschen ulieden,
opdat gij weet, dat Ik, de Heere, uw God ben. "Jes : 40 :18-29 :41 :10 :45 :22.
Ez. 20 :20. De Sabbat was begrepen in de wet gegeven van op de Sinai; Maar hij
was dan niet voor het eerst gemaakt als een rustdag. Het volk van Israël had er
een begrip van vóór zij naar de Sinai kwamen . Op weg tot daar werd de Sabbat
gehouden. Als er waren, die hem profeteerde dan berispte de Heer hen zeggende :
"Hoelang weigert gijlieden te houden mijne geboden en mijne wetten? Ex; 16:28.
De Sabbat was niet alleen voor Israël maar ook voor de wereld. Hij was bekend
gemaakt aan de mens in Eden. En gelijk de ander voorschriften van de decaloog
blijft hij een onvergankelijke verplichting. Van deze wet waarvan het vierde
gebod een onderdeel vormt zegt Jezus :"Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan
zal er niet ééne jota noch één titel van de wet voorbijgaan, totdat het alles
zal zijn geschied. "Matth. 5 : 18. Zolang als de hemelen en de aarde bestaan,
zal de Sabbat in stand blijven, als een teken van de macht van de Schepper.
Wanneer Eden opnieuw op de aarde zal bloeien, zal Gods heilige rustdag door
allen geëerd worden onder de zon, "Van den eene Sabbat tot den anderen zullen
de inwoners van de verheerlijkte nieuwe aarde opgaan" om aan te bidden voor
mijn aangezicht, zegt de Heere. " Jes. 66 :23. Geen ander instelling, die aan
de Joden was toevertrouwd, poogde zo sterk hen te onderscheiden van de
omgevende naties als het was met de Sabbat, God wilde dat het onderhouden ervan
hen zou kenmerken als Zijn aanbidders. Het was een teken van hun afscheiding
van de afgoderij. en hun verbinding met de ware God. Maar om de Sabbat heilig
te houden moest de mens zelf heilig zijn. Door het geloof moeten zij deelnemers
zijn van de gerechtigheid van Christus. Als het gebod aan Israël gegeven werd :
Gedenk den Sabbatdag dat gij dien heiligt"Ex. 20 : 8. zegde de Heer ook tot hen
: "Gij zult Mij heilige lieden zijn". Ex.22 :31. Alleen aldus kon de Sabbat
Israël onderscheiden als de aanbidders van God.
Als de Joden van God afweken, en faalden, van de gerechtigheid van Christus als
hun gerechtigheid te maken door het geloof, dan verloor de Sabbat zijn
betekenis voor hen. Satan zocht om zich te verheerlijken en de mens van
Christus af te trekken, en hij werkte om de Sabbat te verderven, omdat hij een
teken is van de macht van Christus. De Joodse leiders vervulden de wil van
Satan door Gods rustdag te overladen met lastige eisen. In de dagen van
Christus was de Sabbat zo verdorven, dat het onderhouden ervan eerder het
karakter van zelfzuchtige en eigenmachtige mensen weergaf dan het karakter van
de liefhebbende hemelse Vader. De rabbis stelden God voor als wetten gevend,
die onmogelijk door de mens konden gehoorzaamd worden. Zij lieten het volk naar
God opzien als naar een tyran, en deden hen denken dat het houden van de
Sabbat, zoals Hij het eiste, de mens hard van hart maakte en wreed. Het was het
werk van Christus om deze misopvatting weg te werken. Ofschoon de Rabbi’s Hem
met en-. barmhartige vijandschap najaagden, liet Hij zelfs niet blijken dat Hij
hen zou volgen in hun eisen, maar ging eerlijk vooruit, de Sabbat houdend
volgens de wet van God.
Op een Sabbat, als de Heiland met Zijn discipelen terugkeerde van de plaats van
aanbidding, kwamen zij door een veld van rijpend graan; Jezus had Zijn werk
voortgezet tot laat op de dag, en als de discipelen door het veld gingen,
begonnen zij de halmen te verzamelen en de korrels op te eten na ze in hun
handen open gewreven te hebben. Op een andere dag zou deze handeling geen
commentaar opgewekt hebben, want iemand die door de velden ging kon vrij
verzamelen wat hij wenste te eten. Maar dit te doen op een Sabbat werd aanzien
als een handeling van overtreding. Niet alleen was het verzamelen van graan een
soort van oogsten, maar het wrijven in de hand was een soort van dorsen. Dus in
het gedacht van de rabbis, was er een dubbele overtreding. Deut.23:24,25. De
bespieders beklaagden zich seffens bij Jezus, zeggende :"Zie de discipelen,
doen wat niet wettig is op de Sabbat. "Als Hij beschuldigd werd van het breken
van de Sabbat te Betsede, verdedigde Jezus Zich door te beweren, dat Hij de
Zoon is van God, en door te verklaren dat Hij in harmonie werkte met de Vader.
Nu dat de discipelen aangevallen worden, haalt Hij aan Zijn toehoorders
voorbeelden aan uit het oud testament Handelingen, die volbracht werden op de
Sabbat door hen, die in dienst waren van God.
De priesters gingen er prat op de Schriften te kennen, en de Heiland
antwoordde, zodat zij berispt werden voor hun onkunde van de Schrift. " Hebt
gij ook dat niet gelezen, wat David deed, wanneer hem hongerde, en degene, die
met hem waren? hoe hij ingegaan is in het Huis Gods, en de toonbroden genomen
en gegeten heeft... welke niet zijn geoorloofd te eten dan alleen den
priesteren? En Hij zegde hen :" De Sabbat is gemaakt om de mens niet de mensom
de Sabbat. " "Hebt gij niet gelezen in de wet, dat de priesters de Sabbat
ontheiligen en den tempel op de Sabbatdagen en nochtans onschuldig zijn ?En ik
zeg u, dat een meerder dan de tempel, hier is. "Want de Zoon des menschen is
een Heere ook van den Sabbat. " Matth.12:5-6 Marcus 2:27 - 28. Als het juist
was voor David van zijn honger te voldoen door het eten van de broden die
appart gezet waren voor heilig gebruik, dan was het juist voor de discipelen om
aan hun behoeften te voldoen door granen te plukken op de heilige uren van de
Sabbat. En de priesters deden ook groter werk op de Sabbat in de tempel dan op
andere dagen. Hetzelfde werk voor zakelijke dingen zou zonde zijn. Maar het
werk van de priesters was in de dienst van God. Zij volbrachten deze ritus die
verwees naar de verlossende nacht van de Christus, en hun werk was in harmonie
met het doel van de Sabbat. Maar nu was Christus zelf gekomen. De discipelen
deden het werk van Christus en waren ingeschakeld in de dienst van God, en dat
wat noodzakelijk was voor het volbrengen van dit werk was juist en mocht gedaan
worden op de Sabbat.
Christus wilde leren aan Zijn discipelen en aan Zijn vijanden dat de dienst van
God boven alles gaat. Het doel van het werk van God in deze wereld is de
verlossing van de mens; daarom dat wat noodzakelijk is gedaan te worden op de
Sabbat om dit werk te vervullen is in overeenkomst met de wet van de Sabbat.
Jezus bekroonde dan Zijn argument door zichzelf de "Heer van de Sabbat te
verklaren. Iemand die boven alle twijfel en boven alle wet staat. Deze
oneindige Rechter spreekt de apostelen vrij van schuld, beroep doende op
dezelfde inzettingen waarvan zij beschuldigd worden, dat zij deze overtreden
hebben. Jezus liet de zaak niet voorbijgaan met een berisping voor de vijanden.
Hij verklaarde dat in hun blindheid zij zelf het doel van de Sabbat verkeerd
ingezien hadden. Hij zegde : Zo doch, zoo gij geweten had, wat het zij : Ik wil
barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt de onschuldigen niet veroordeeld
hebben.” Matth.12:7 . Hun vele harteloze riten konden het gemis niet goed maken
van deze waarachtige getrouwheid en tedere liefde die altijd ieder karakter van
de ware aanbidder van God zal kenmerken. Opnieuw herhaalde Christus de waarheid
dat de offers in zichzelf geen waarde hadden. Zij waren een middel niet een
doel. Hun doel was de mens naar de Heiland te achten, en aldus hem in harmonie
te brengen met God. Het is de dienst van de liefde, die God naar waarde schat.
Als deze ontbreekt, dan is het louter een kring van ceremonie wat een
belediging is voor Hem. Zo gaat het ook met de Sabbat.
Hij was bestemd om de mens in vereniging met God te brengen; maar als de geest
was ingenomen met moeizame riten, dan was het doel van de Sabbat gedwarsboomd.
Het louter uiterlijk houden van de Sabbat was een spot
Op een andere Sabbat, als Jezus een synagoge binnenging, zag Hij daar een man
met een dorre hand. De Farizeeërs bewaakten Hem met ongeduld om te zien wat Hij
doen zou. De Heiland wist als Hij op de Sabbat genas, Hij aanzien zou worden
als een overtreder, maar Hij aarzelde niet om de muur van traditionele eisen
neer te halen die de Sabbat belemmert. Jezus vroeg aan de man van op te staan
en dan vroeg Hij : " Is het geoorloofd goed te doen op de Sabbat dagen of
kwaadte doen: eene mens te behouden of te doden? Het was een spreekwoord onder
de Joden dat een gelegenheid om goed te doen, laten voorbijgaan, kwaad was, Een
verwaarlozing om het leven te redden was doden. Aldus kwam Jezus op de eigen
grond van de rabbis. "En zij zwegen stil. En als Hij hen met toorn rondom
aangezien had, meteen bedroefd zijnde over de verharding van hun hart, zeide
Hij tot den mensch : Steek uwe hand uit en hij strekte ze uit en zijn hand werd
hersteld, gezond gelijk de andere" Mark. 3 : 4, 5. Als aan Hem gevraagd werd "
Is het ook geoorloofd op de Sabbatdagen te genezen? antwoordde Jezus: Wat
mensch zal er onder U zijn die een schaap heeft, en zoo dat op een en sabbatdag
in een gracht valt, die hetzelve niet zal aangrijpen en uitheffen? Hoeveel gaat
nu een mens een schaap te boven! Zoo is het dan op de sabbatdagen geoorloofd
wel te doen. Matth.12:10-12. De bespieders durfden Jezus niet te antwoorden in
het openbaar uit vrees van zichzelf in moeilijkheden te brengen. Zij wisten dat
Hij de waarheid gesproken had. Liever dan hun tradities te overtreden, lieten
zij een mens lijden, terwijl zij een redeloos dier zouden helpen, wegens het
verlies dat de bezitter zou ondergaan. Dus werd groter zorg besteed aan een
redeloos dier dan aan de mens, die gemaakt is naar het beeld van God. Dit
illustreert de werking van alle valse religies. Zij hebben hun oorsprong in de
begeerte van zichzelf te verheffen boven God, maar het resultaat is, dat de
mens beneden het redeloos dier gesteld wordt. Ieder religie, die in opstand
komt tegen de heerschappij van God, berooft de mens van de eer, die hij bezat
bij de schepping, en die hersteld wordt voor hem door Christus. Iedere valse
religie leert aan haar aanhangers van geen acht te slaan op de noden van de
mens, zijn lijden en zijn rechten. Het evangelie plaatst een hoge waarde op de
mens als de kostprijs van het bloed van Christus, en onderwijst een tedere in
acht neming voor de behoeften en de weeën van de mens. De Heer zegt: "Ik zal
maken dat een man dierbaarder zal zijn dan dicht goud en een mensch dan fijn
goud van ofir. " Jes.13:12.
Als Jezus de Farizeeën opmerkzaam maakte op de vraag of het wettig was van goed
te doen of kwaad op de Sabbat, om het leven te redden of te doden,
confronteerde Hij hen met hun eigen boze opzetten. Zij stonden Hem naar het
leven met een bittere haat, terwijl Hij het leven redde en geluk verschafte aan
de menigte. Was het beter van te doden op de Sabbat, zoals zij van plan waren
te doen? dan deze te genezen, die ziek waren, zoals Hij deed? Was het
rechtmatiger van moord in het hart te hebben op Gods heilige dag dan liefde
voor alle mensen, die uitdrukking vindt in daden van barmhartigheid?
In het genezen van de dorre hand, veroordeelde Jezus het gebruik van de Joden
en liet het vierde gebod uitkomen zoals God het ingesteld had. "Het is wettig,
van goed te doen op de Sabbat. " verklaarde Hij. Door de zinloze beperkingen
van de Joden buiten te gooien, eerde Christus de Sabbat, terwijl deze, die Hem
aanklaagden, Gods Heilige dag onteerden. Deze, die beweren dat Christus de wet
afschafte, onderwijzen, dat Hij de Sabbat brak en da:, Hij Zijn discipelen
verrechtvaardigde door hetzelfde te doen. Dus in feite nemen zij dezelfde grond
als twistende Joden; Hierin spreken zij de getuigenis van Christus zelf tegen,
die verklaarde: Ik heb Mijn Vaders geboden onderhouden, en blijf in Zijn
liefde. "Joh. 15 : 10. Noch de Heiland noch Zijn volgelingen braken de wet van
de Sabbat. Christus was een levendige vertegenwoordiger van de wet. Geen
overtreding van Zijn heilige voorschriften werde gevonden in Zijn leven. Ziende
op een natie, van getuigen die zochten om een gelegenheid te vinden om Hem te
veroordelen, kon Hij ronduit zeggen: "Wie van u overtuigt mij van zonde?" Joh.
8 : 46.
De Heiland kwam niet om op zij te zetten wat Patriarchen en profeten gesproken
hadden; want Hij zelf had gesproken doorheen deze vertegenwoordigers: Gans de
waarheid van Gods woord kwam uit Hem voort. Maar deze onschatbare paarlen zijn
gezet geweest in valse monturen. Hun kostbaar licht is gebruikt geweest om de
dwaling te onderrichten. God wenste van ze te ontdoen van hun monturen van
dwaling en van deze te vervangen door een weefwerk van waarheid. Dit werk kon
alleen door een goddelijk hand volbracht worden. Door haar verbinding met de
dwaling heeft de waarheid gediend in de zaak van de vijand van God en de mens.
Christus was gekomen om haar te plaatsen, waar zij God zou eren, en redding zou
uit werken voor het mensdom. De Sabbat is gemaakt om den mensch, niet de mensch
voor de Sabbat" Marcus 2:27. zegde Jezus "De wetten, die God ingesteld heeft
zijn voor het welzijn van het mensdom. "Want al deze dingen zijn om uwentwil"
2Cor. 4 : 15. " Hetzij Paulus hetzij Apollos hetzij Cefai, hetzij de wereld,
hetzij leven, hetzij toekomende dingen, zij zijn alle uwe ; doch zij zijt van
Christus, en Christus is Gods. "1.Cor.3:22, 23. De wet van de tien geboden,
waarvan het vierde, deel uitmaakt, gaf God aan Zijn volk als een zegening. " En
de Heere gebood ons te doen al deze inzettingen, om te vreezen den Heere, onzen
God,' ons voor altoos ten goede, om ons in het leven te behouden, gelijk het te
dezen dage is. "Deuter. 6 :24. En door de psalmist werd aan Israël de boodschap
gegeven : "Dient den Heere met blijdschap, komt voor Zijn aangezicht met
vrolijk gezang. Weet, dat de Heere God is; Hij heeft ons gemaakt en niet wij,
zijn volk en de schapen zijner weide. "Ps.100:2, 3. " Gaat in Zijn poorten met
lof, in zijne voorhoven met lof zang. 4. 4. leder die de Sabbat houdt
dat hij dien niet ontheiligt". verklaart de Heer : "die zal Ik ook brengen tot
mijnen heiligen berg En ik zal hen verheugen in mijn bedehuis "Jes.56:6,7.
"Daarom is de Zoon des mensen Heer over de Sabbat".
Deze woorden zijn vol onderrichten opbeuring. Omdat de Sabbat voor de mens
gemaakt werd, is het de dag van de Heer. Hij behoort aan Christus toe. "Want
alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt.
dat gemaakt is. "Joh.1:2,3. Aangezien Hij alle dingen maakte, maakte Hij ook de
Sabbat. Door Hem werd Hij afgezonderd als een gedenkenis van het
scheppingswerk. Hij verwijst naar Hem als Schepper en als Heiligmaker. Hij
verklaart, dat Hij die alle dingen maakte in de hemel en op de aarde, en door
Wien alle dingen samen houden, het hoofd van de Kerk is, en dat door Zijn macht
wij verzoend worden met God. Want sprekend van Israël, zegt Hij " Daartoe gaf
Ik hun mijne sabbatten om een teken te zijn tusschen Mij en tusschen hen, opdat
zij zouden weten, dat Ik de Heere ben, die hen heilig maak. Ez.20:12. Dan is de
Sabbat een teken van Christus' macht om ons heilig te maken. En hij is gegeven
aan allen die Christus heilig maakt. Als een teken van Zijn heilig makende
macht, Is de Sabbat gegeven aan allen, die door Christus een deel worden van
Het Israël van God. En de Heer zegt : "Indien gij uw voet van den Sabbat
afkeert, van te doen uwen lust op mijnen heilige dag; en indien gij den Sabbat
noemt een verlustiging, opdat de Heere geheiligd worde.... dan zult gij u
verlustigen in den Heere. "Jes.58:13,14. Voor allen die de Sabbat als een teken
van Christus' scheppings- en herscheppingskracht ontvangen, zal hij een
verlustiging zijn. Christus erin ziende, verlustigen ze zich In Hem. De Sabbat
richt hen naar de werken van schepping, als een bewijs van Zijn machtige macht
in het verlossen. Als het in de geest de verloren vrede oproept van Eden,
spreekt hij van de herstelde vrede door de Heiland. En ieder voorwerp in de
natuur herhaalt Zijn uitnodiging : "Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid
en belast zijt, en ik zal u rust geven. " Matth.11:28. Desire of Ages 281-89.
De waarde van de Sabbat als een middel van opvoeding is niet te schatten. Wat
God ook vraagt van ons dat van ons is, Hij geeft het ons weder, verrijkt,
herschapen, met Zijn heerlijkheid. De Tienden, die God vroeg aan Israël waren
besteed om onder de mensen het patroom van Zijn tempel in de hemel in stand te
houden, welke een teken was van Zijn tegenwoordigheid op de aarde. Zo ook wordt
de tijd die God vraagt ons teruggegeven, met Zijn naam en Zijn zegel. "Het is
een teeken tusschen mij en tusschen u lieden... opdat men wete, dat Ik de Heer
ben; "Want in zes dagen heeft de Heer den hemel en aarde gemaakt, de zee en
alles wat daarin is. en hij rustte den zevende dage : daarom zegende de Heere
den Sabbatdag, en heiligde denzelven ". Ex.31:13; 20:11. De Sabbat is een teken
van scheppende en herscheppende macht; Hij verwijst naar God als de bron van
leven en kennis; hij roept in de geest de oorspronkelijke heerlijkheid van de
mens en verwijst aldus naar de bedoeling van God om ons te herscheppen in Zijn
eigen beeld.
De Sabbat en de familie werden op het zelfde ogenblik ingesteld in Eden, en in
Gods doel zijn zij onafscheidelijk met elkander verbonden op deze dag meer dan
op andere is het voor ons mogelijk om het leven te leven van Eden. Op deze dag
meer dan op een andere, is het mogelijk voor ons om het leven van Eden te
beleven. Het was het doel van God dat de leden van de familie verenigd waren in
werk en studie in aanbidding en ontspanning de vader als priester van zijn
huisgezin, en de vader en de moeder beiden als onderrichters en gezellen van
hun kinders. Maar de gevolgen van de zonde, de conditie van leven veranderd
hebbende, beletten voor een groot gedeelte deze vereniging. De vader ziet
nauwelijks zijn kinderen gedurende de week. Hij wordt belet van in gezelschap
te zijn van zijn kinderen en van hen te onderrichten. Maar Gods liefde heeft
een beperking gesteld aan de eisen van het werk. Hij plaatst Zijn barmhartige
hand over de Sabbat. Op Zijn eigen dag behoudt Hij voor de familie een
gelegenheid tot vereniging met Hem, met de natuur, en met elkander. Aangezien
de Sabbat een gedenkenis is van de scheppende macht, is hij de dag boven alle
andere, waarop wij ons met God zullen bekend maken door Zijn werken. In de
geest van de kinderen zal de gedachte van de Sabbat gebonden worden aan de
schoonheid van de dingen in de natuur. Deze familie is gelukkig die op de
Sabbat naar de plaats van aanbidding kan gaan zoals Jezus en Zijn discipelen
naar de Synagoge gingen doorheen de velden, langs de boorden van het meer, of
door de bossen. Gelukkig de vader en moeder, die hun kinderen kunnen
onderrichten in Gods geschreven woord toegelicht in het boek van de natuur; die
kunnen vergaderen onder de groene bomen, in de frisse open lucht, om het woord
te bestuderen en om Gods lof te zingen.
In zulke bijeenkomsten kunnen de ouders hun kinders aan hun hart binden, en
aldus ook aan God, door banden die nooit kunnen verbroken worden. Om het
intellect te oefenen is de Sabbat een onschatbaar middel. Dat de
Sabbatschoolles geleerd worde, niet door vlug een oog te slaan op Sabbatmorgen
op de schriftteksten, maar door zorgzame studie voor de week die volgt, op die
Sabbatnamiddag, gepaard met dagelijkse herziening of toelichting gedurende de
week. Aldus zal de les in het geheugen geprent worden, als een schat die nooit
verloren gaat. Bij het luisteren naar het sermoen, laat de ouders en de
kinderen de teksten en de schrift uittreksels opschrijven en zoveel mogelijk de
gedachtengang opnemen om aan elkander thuis te herhalen. Dit zal ertoe
bijdragen om de vermoeidheid weg te nemen van de kinderen als zij naar een
sermoen luisteren, en het zal aan allen een gewoonte aankweken van aandachtig
te zijn en te volgen met de gedachten. liet overwegen van de thema’s aldus naar
voor gebracht, zal aan de student schatten openen, waarvan hij niet had kunnen
dromen. Hij zal in zijn eigen leven de realiteit beleven van de bevinding,
waarvan staat in de schrift : " Als uwe woorden gevonden zijn, zoo heb ik ze
opgegeten, en uw woord is mij geweest tot vreugde en tot blijdschap mijns
harten; want ik ben naar uwen naam genoemd o Heere, God der heirscharen. "Jer.
15 : 16. "En ik zal mij vermaken in uwe geboden, die ik liefheb. Ps.119:47.
"Zij zijn begeerlijker dan fijngoud…. ja, dan veel fijn goud... Ook wordt uw
knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is grote loon'
Ps.19:11,12. Education 250-52.
De derde engelenboodschap laat de Sabbat van het vierde gebod, naar voorbrengen
en deze waarheid moet aan de wereld verkondigd worden; maar het grote centrum
van aantrekking moet Jezus Christus zijn, en mag niet weggelaten worden uit de
derde engelen boodschap... De zondaar moet altijd kunnen opzien naar Kalvarie:
en met eenvoudig geloof van een klein kind, moet hij rusten in de verdiensten
van Christus, Zijn gerechtigheid aanvaardend en in Zijn barmhartigheid geloven
De arbeiders in de zaak van de waarheid, moeten de gerechtigheid van Christus
verkondigen. Evangelisme 184-85.
De Heer heeft een speciale boodschap voor Zijn gezanten om te verkondigen. Zij
moeten het volk waarschuwen, hen oproepend om de breuk, die gemaakt geweest is
door het pausdom in de wet van God te herstellen. Men heeft iets onbeduidends
gemaakt van de Sabbat, een onbelangrijke vereiste, die een menselijk gezag kan
opzij zetten. De heilige dag van de Heer is veranderd geweest in een gewone
werkdag. De mens heeft Gods gedenkenis naar beneden gehaald, door een valse
rustdag in de plaats te stellen.
De laatste boodschap, die gegeven wordt aan de wereld is de mens te laten zien,
welk een belang God hecht aan Zijn wet. De waarheid moet zo tenvolle verkondigd
worden, dat geen enkele overtreder, er naar luisterend, te verontschuldigen zal
zijn als hij het belang niet onderscheidt van de gehoorzaamheid aan Gods wet.
Ik ben ingelicht te zeggen, verzamel uit de schriften de bewijzen dat God de
zevende dag geheiligd heeft, en laat deze bewijzen gelezen worden voor de
vergadering. Laat deze, die de waarheid nog niet gehoord hebben, getoond
worden, dat allen, die afzijdig staan tegenover " zo zegt de Heer", het
resultaat moeten ondergaan van hun houding. In alle tijden is de Sabbat een
test geweest van trouw aan God. "Het is een teken tussen Mij en de kinderen van
Israël voor altijd. "verklaart de Heer. Het licht in verband met de bindende
eisen van de wet moet overal verkondigd worden. Het moet een beslissende
kwestie zijn. Het zal de wereld op de proef zetten en testen. Evangelisme
225-226.
De engel voerde mij spoedig van de aarde naar de Heilige stad. In de stad zag
ik een tempel, waarin ik binnenging. Ik ging door een deur, vóór ik aan de
eerste voorhang kwam. Deze was opgeheven, en ik trad binnen in het heilige.
Hier zag ik het altaar van het reukwerk, de kandelaar met de zeven lampen, en
de tafel, waarop de toonbroden lagen. Nadat ik de heerlijkheid van het heilige
aanschouwd had hief Jezus het tweede gordijn op en ging binnen In het Heilige
der Heiligen. Daar zag ik een ark; de bovenkant en de zijkanten waren van
zuiver goud. Aan ieder uiteinde van de ark was een liefelijke cherubijn die
zijn vleugels eroverheen spreidde. Hun aangezichten waren naar elkander
gericht. Zij keken naar beneden. Tussen de engelen was een gouden wierookvat.
Boven de ark waar de engelen stonden was een uitnemend groot schitterend licht
van glorie, dat de indruk gaf de troon van God te zijn, waar Hij verbleef.
Jezus stond bij de ark, en als de gebeden van de heiligen naar Hem opstegen,
begon de wierook in het vat te roken en Hij offerde hun gebeden op met de rook
van de wierook aan de Vader. In de ark was de gouden pot met manna, en de staf
van Aëron, die gebloeid had, en de tafels van steen, die samenvouwden gelijk
een boek. Jezus opende hen, en ik zag de tien geboden, geschreven met de vinger
van God. Op een tafel waren vier en op de andere zes geboden geschreven. De
vier op de eerste tafel schenen glanzender dan de andere zes. Maar het vierde,
het Sabbat-gebod, scheen glanzender dan de andere. Want de Sabbat was
afgezonderd geplaatst om gehouden te worden tot eer van Gods heilige naam, De
heilige Sabbat scheen heerlijk een cirkel van heerlijkheid omringde hem. Ik zag
dat de Sabbat niet aan het kruis genageld was. Indien dit het geval was, dan
zouden ook de andere geboden aan het kruis genageld zijn. En dan zouden wij ze
vrij mogen verbreken, zowel als het vierde gebod. Ik zag dat God de Sabbat niet
veranderd had, want Hij verandert nooit.. Maar de paus heeft de zevende dag
overgebracht naar de eerste, want hij zou tijden en wetten veranderen.
Dan.7:25.
En ik zag, dat indien God de zevende dag zou veranderd hebben in de eerste, Hij
ook de tekst op de tafelen zou veranderd hebben, die nu in de ark zijn in het
heilige der heiligen van de tempel in de hemel; en dan zou er te lezen staan:
"De eerste dag is de Sabbat van de Heer uw God. " Maar ik zag dat hetzelfde
geschreven was dan op de tafels van steen door de vinger van God geschreven en
aan Mozes overgedragen op de Sinai. "Maar de zevende dag is de Sabbat van de
Heer uw God. " Ik zag dat de heilige Sabbat is en blijven zal, de
scheidingsmuur tussen het ware Israël van God en de ongelovigen; en dat Hij de
grote kwestie is om de harten van Gods dierbare wachtende heiligen te
verenigen. Early Writings 32-33.
Ik werd opgenomen naar de stad van de levende God. Dan werd mij getoond dat de
geboden van God en het getuigenis van Jezus Christus in verband met de gesloten
deur niet konden van elkander gescheiden worden en dat de tijd waarop de
geboden van God zullen schijnen met al hun belang en voor Gods volk om beproefd
te worden in verband met Sabbat waarheid, was als de deur geopend werd in het
heilige der heiligen in het hemels heiligdom, waar de ark verblijft, waar de
tien geboden ingesloten zijn. Die deur werd niet geopend totdat het
middelaarschap van Jezus geëindigd was, in het heilige van de tempel in 1844.
Dan stond Jezus op en sloot de deur van het heilige en opende de de deur in het
heilige der Heiligen, en ging binnen in door het tweede voorhang waar Hij nu
staat bij de ark, en waar het geloof van Israël nu henen reikt.
Ik zag dat Jezus de deur gesloten had van het heilige, en dat geen mens die kon
openen; en dat Hij deze van het Heilige der Heiligen geopend had, "en niemand
kan die sluiten "Op.3:7-8. En dat, sinds Jezus de deur geopend heeft naar het
heilige der Heiligen, waarin de ark staat, de geboden geschenen hebben op het
volk van God, en dat zij getest worden op de kwestie van de Sabbat.
Ik zag dat de huidige test nopens de Sabbat niet kon komen tot dat het
middelaarschap van Jezus in de Heilige plaats geëindigd was en Hij overgegaan
was doorheen het tweede voorhangsel; daarom christenen die in de slaap
overgegaan zijn vóór de deur geopend was in het heilige der Heiligen, als de
middernachtelijke roep beëindigd was, op de zevende maand 1844, en die de ware
Sabbat niet gehouden hebben, dat zij nu rusten in hoop; want zij hadden het
licht in de test nopens de Sabbat niet, die wij nu hebben sinds dat de deur
geopend is. Ik zag dat Satan sommige uit Gods volk bekoorde op dit punt. Omdat
zovele goede Christenen in slaap zijn bij de triomf van het geloof en die de
ware Sabbat niet gehouden hebben, twijfelen ze eraan of dit nu een test is voor
ons. De vijanden van de huidige waarheid hebben gepoogd om de deur van het
heilige te openen, die Jezus gesloten had, en van de deur van het heilige der
Heilige te sluiten, die Jezus geopend had in 1844, waar de ark is, die de twee
stenen tafelen bevat, waarop de tien geboden geschreven staan met de vinger van
Jehova. en van hen te doen twijfelen. IK zag een bedekking d2 God over Zijn
volk trok om hen te beschermen in de tijd van benauwdheid; en iedere ziel, die
beslist was nopens de waarheid en rein van hart was, dat hij bedekt werd met de
bescherming van de Almachtige.
Satan wist dit en hij werkte met een machtige kracht om de geest van zoveel
mogelijk mensen te doen twijfelen en de waarheid te ontbinden. Ik zag dat het
mysterieus geklop in New York en op andere plaatsen uit de macht van Satan
voortkwam, en dat zulke dingen meer en meer zouden voorkomen, gehuld in een
kleed van godsdienst om de bedrogenen in een groter schijn van veiligheid te
hullen en de geest van Gods volk, indien mogelijk, naar deze dingen te trekken
en hen te doen twijfelen nopens de lering en de macht van de heilige Geest.
Ik zag dat Satan werkzaam was op verschillende manieren. Hij werkte door
predikanten die de waarheid verworpen hadden en die aan sterk bedrog
overgeleverd waren zodat zij een leugen zouden geloven om veroordeeld te
worden. Als zij aan het bidden waren of predikten zouden sommigen neervallen in
hulpeloosheid niet door de macht van de Heilige Geest, maar door de macht van
Satan, geblazen op deze agent en door hem op het volk. Terwijl zij aan het
prediken bidden of spreken waren, gebruikten sommige belijdende adventisten,
die de huidige waarheid verworpen hadden, mesmerisme om hun aanhangers te
winnen, en het volk zou zich verheugen in deze invloed, want zij dachten dat
het de Heilige Geest was. Sommigen,, die dit gebruikten waren zo in de
duisternis en in het bedrog van de duivel, dat zij dachten dat het de macht van
God was, hen gegeven om uit te oefenen. Zij hadden van God iemand gemaakt als
dat zij zelf zijn en hadden Zijn macht aanzien als iets van niets.
Sommigen van deze agenten van Satan maakten de lichamen van de heiligen ziek,
deze die hij niet kon verleiden en aftrekken van de waarheid door Satanische
invloeden. Ooh, dat allen het mogen zien zoals God het mij geopenbaard heeft,
opdat zij mogen weten en meer kennen in verband met de listen van Satan en
opdat zij mogen op hun hoede zijn! Ik zag dat Satan aan het werk was op deze
wijze om te verstrooien, te verleiden en Gods volk af te trekken, juist nu in
deze verzegelingstijd. Ik zag er die niet onbuigzaam stonden voor de waarheid.
Hun knieën beefden, en hun voeten gleden uit, omdat zij niet vast geplant waren
in de waarheid, en het deksel van de Almachtige God kon over hen niet getrokken
worden terwijl zij zo aan het beven waren.
Satan gebruikte al zijn kunsten om hen te houden waar zij waren, totdat de tijd
van de verzegeling zou voorbij zijn, totdat de bescherming over Gods volk
geplaatst was, en zij zonder een bescherming achtergelaten werden tegenover de
brandenden toorn van God in de zeven plagen. God is begonnen met Zijn bedekking
over Gods volk te halen
en het zal spoedig getrokken zijn over allen, die een beschutting nodig hebben
in de dag van slachting. God zal machtig werken voor zijn volk; en Satan zal
toegelaten worden om ook te werken. Ik zag dat de geheimzinnige tekenen en
wonders en de valse reformaties zouden groeien en zich verspreiden. De
reformaties die mij getoond werden waren geen reformaties van de dwaling naar
de waarheid. Mijn begeleidingsengel bad mij te zien naar welk een inspanning er
moest gedaan worden voor de zondaars. Ik keek maar kon het niet zien; want de
tijd van hun redding was voorbij. Early Writings. 42-43.
Ik heb gezien hoe de blinde leiders werkzaam waren om zielen zo blind te maken
als zij zelf waren, maar weinig beseffend wat over hen hangt. Zij verheffen
zichzelf tegen de waarheid en als ze triomfeert, werden velen verward die op
deze onderrichters gezien hebben als op mannen van God en naar hen gegaan zijn
om licht te ontvangen. Zij vragen aan deze leeraars verantwoording nopens de
Sabbat, en zij, met het doel van zich van de Sabbat af te maken, antwoordden
hen daarop.,Ik zag dat er geen ware eerlijkheid gekozen werd in het nemen van
de vele stellingen, die genomen werden tegen de Sabbat. Het voornaamste doel is
van de Sabbat van de Heer te omzeilen en een andere dag te houden dan deze die
door Jehova geheiligd werd. Als zij van de ene positie weggedreven worden, dan
nemen zij een andere aan, zelfs een positie, die zij zelf juist vooraf als
ongezond veroordeeld hadden. Gods volk komt in eenheid van geloof. Dezen die de
Sabbat van de Bijbel houden zijn verenigd in hun meningen nopens de
bijbelwaarheid. Maar deze, die zich verzetten tegen de Sabbat bij het
adventvolk zijn onenig en zonderling verdeeld. De ene komt naar voor in
tegenkanting met de Sabbat en verklaart dat hij zus en zo is en om te besluiten
verklaart hem afgeschaft. Maar als zijn pogingen de zaak niet tot rust brengen,
en als de Sabbatkwestie voortgang maakt en de kinderen van de Heer hei meer
aanvaarden, komt een andere naar voor om hem ten val te brengen. Maar bij het
naar voorbrengen van zijn stand punt van de Sabbat te laten opzij liggen
vernietigt hij volkomen de argumenten van deze, die het eerst inspanningen deed
tegen de waarheid, en brengt theorie naar voor in tegenstelling met de zijne en
met de onze. Zo is het ook met de derde en de vierde;maar geen enkele van hen
hebben het zoals het staat in het Woord van God: "De zevende dag is de Sabbat
van de Heer uw God."
Zulk danige zag ik, hebben een vleselijke geest, daarom zijn zij niet
onderdanig aan de heilige wet van God. Zij zijn het niet eens onder elkaar,
toch werken ze hard met hun gevolgtrekkingen om de Schriften uiteen te rukken
en een bres te leggen in de wet van God, van te veranderen, af te schaffen, of
iets te doen met het vierde gebod eerder dan het te onderhouden. Zij wensen van
de kudde tot zwijgen te brengen, over deze kwestie; daarom handelen zij over
iets met de hoop dat het hen zal tot rust brengen en dat er velen van hun
volgelingen zo weinig de bijbel onderzoeken dat hun leiders gemakkelijk de
dwaling als waarheid kunnen laten voorkomen, en zij nemen het aldus aan, niet
verder ziende dan hun leiders. Er moet een groot werk gedaan worden voor Gods
volk vooraleer zij zullen kunnen stand houden in de strijd op de dag des
Heeren. Ik werd verwezen naar deze, die zich adventisten noemen, maar die de
huidige waarheid verwerpen, en zag dat zij verbrokkeld waren en dat de hand van
de Heer in hun midden was om hen te verdelen en te verspreiden nu in de tijd
van verzameling, zo dat de kostbare juwelen onder hen, die vooraf bedrogen
geweest zijn, hun ogen mogen openen om hun ware toestand te zien. En nu als de
waarheid voor hen voorgesteld wordt door de boodschappers van de Heer, zijn zij
bereid om te luisteren, en haar schoonheid en harmonie te ontdekken, en om hun
vroegere gezellen en dwalingen achter te laten, en de waarheid te omhelzen en
te staan waar zij hun positie kunnen bepalen. Ik zag dat deze, die de Sabbat
van de Heer tegenstaan, de bijbel niet konden nemen en tonen dat onze positie
onjuist is; daarom willen zij dezen belasteren, die geloven en de waarheid
onderwijzen en willen zij hun karakter aanvallen. Vele die eens gewetensvol en
Godlievend waren en Zijn woord beminden zijn zo verhard geworden door het
verwerpen van het licht van de waarheid, dat zij niet aarzelen van op een boze
manier deze, die de Heilige Sabbat lief hebben mis te interpreteren en
valselijk te beschuldigen, alsof zij door dit te doen de invloed van dezen, die
zonder vrees de waarheid spreken kunnen verminderen. Maar deze dingen zullen
het werk van God niet verhinderen. Integendeel, de richting gevolgd door dezen,
die de waarheid haten zal voor velen een middel zijn om hun ogen te openen.
Ieder juweel zal eruit gebracht worden en vergaderd, want de hand van de Heer
is geplaatst om het overblijfsel te bedekken van Zijn volk, en Hij zal Zijn
werk volbrengen op een glorievolle wijze. Wij die de waarheid geloven moeten
zeer zorgzaam zijn om geen gelegenheid te geven, dat er kwaad gesproken wordt
over onze goede daden. Wij zouden moeten weten, dat iedere stap die wij doen in
overeenstemming is met de Bijbel; want dezen, die de geboden haten, zullen
triomferen over onze misstappen en fouten, zoals de bozen deden in 1843.
Ik zag de schoonheid en de liefelijkheid van Jezus. Als ik Zijn heerlijkheid
aanschouwde, kon de gedachte niet in mij opkomen, dat ik Hem ooit kon verlaten
en uit Zijn tegenwoordigheid weg gaan. Ik zag een licht dat van de heerlijkheid
kwam, die de Vader omgeeft, en als het nader kwam bij mij, beefde mijn lijf en
schudde gelijk een riet. Ik dacht dat als het nader kwam ik uit mijn bestaan
zou genomen worden, maar het licht ging mij voorbij. Dan kon ik een gedacht
hebben van de grote en verschrikkelijke God, met wien wij te doen hebben. Ik
zag dan welke vage opvattingen sommige hebben van de heiligheid van God en
hoewel zij Zijn heilige en eerbiedwaardige naam ijdel gebruiken, zonder zich te
vergewissen dat het God is, de grote en verschrikkelijke God, van wien zij
spreken. In het gebed gebruiken velen zorgeloze en oneerbiedige uitdrukkingen
die de tedere Geest van de Heer kwetsen en een oorzaak zijn dat hun vragen uit
de hemel gedreven worden. Ik zag ook dat velen niet wisten wat zij zijn moeten
om te kunnen leven in het zicht van de Heer zonder een Hoge priester in het
heiligdom gedurende de tijd van benauwdheid. Deze, die het zegel van de levende
God ontvangen en beschut zijn in de tijd van benauwdheid moeten het beeld van
Jezus volkomen weerspiegelen. Ik zag dat er velen de voorbereiding
verwaarloosden, die zo noodzakelijk is en wachten op de tijd van "verfrissing"
en de "late regen" om hen voor te bereiden om stand te houden op de dag van de
Heer en te leven in Zijn aanblik!
Zij hebben de noodzakelijke voorbereiding verwaarloosd; daarom kunnen zij de
verfrissing, die allen moeten hebben om zich gereed te maken om te kunnen leven
in het zicht van de Heilige God, niet ontvangen. Deze, die weigeren van bewerkt
te worden door de profeten en hun ziel niet reinigen door te gehoorzamen aan
gans de waarheid, en die bereid zijn van te geloven dat hun toestand veel beter
is dan hij werkelijk is, zullen in de tijd komen van het vallen van de plagen
en zien dat zij moeten gehouwen en gevierkant worden voor het gebouw. Maar dan
zal er geen tijd meer zijn om het te doen en geen Middelaar om te pleiten voor
hun zaak voor de Vader. Vóór deze tijd is de te vrezen plechtige verklaring
gehoord: "Die onrecht doet, dat hij onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog
vuil worde, en die rechtvaardig is dat hij nog gerechtvaardigd worde; en die
heilig is dat hij nog geheiligd worde". Ik zag dat niemand de verfrissing kon
bekomen tenzij zij de overwinning behaald hadden over iedere overtreding, over
hovaardij en zelfzucht, liefde voor de wereld, en over ieder kwaad woord en
handeling. Wij moeten daarvoor dichter en dichter bij de Heer komen, en ernstig
zoeken naar deze voorbereiding, die nodig is om ons in staat te stellen om
stand te houden in de strijd op de dag van de Heer. Dat allen gedenken, dat God
heilig is en dat niemand anders dan heilige wezens in Zijn tegenwoordigheid
kunnen verkeren. Early Writings 68 - 71.
De wil van God, die zo duidelijk geopenbaard wordt in Zijn woord, wordt
overdekt met dwalingen en tradities, die geleerd worden als zijnde de tien
geboden. Ofschoon dit hemeltergende bedrog geduld zal worden tot de tweede
komst van Jezus, toch is God niet zonder getuigen geweest in al deze duistere
tijden van dwaling en bedrog. temidden van de duisternis en vervolging van de
kerk zijn er altijd trouwe gelovige personen geweest, die al de geboden van God
onderhouden hebben. Ik zag dat het engelenheir verwonderd was als zij het
lijden en de dood van de koning van heerlijkheid zagen. Maar ik zag dat het
geen wonder was voor hen dat de Heer van leven en heerlijkheid, Hij, die gans
de hemel vulde met vreugde en schittering, dat hij de banden van de dood zou
breken, en vanuit Zijn gevangenisoord als een overwinnaar zou triomferen.
Daarom, als een van deze gebeurtenissen herdacht worden door een dag van rust
is het de kruisiging. Maar ik zag dat geen van deze gebeurtenissen bestemd
waren om Gods wet te veranderen of af te schaffen; in tegendeel, zij geven het
sterkste bewijs van de onveranderbaarheid.
Beide belangrijke gebeurtenissen hebben hun gedenkenis. Door deel te nemen aan
de maaltijd van De Heer, aan het gebroken brood en de wijn tonen wij de dood
van de Heer totdat Hij wederkomt. De taferelen van Zijn lijden en dood worden
aldus fris in de geest gebracht. De verrijzenis van Christus wordt herdacht
door het feit dat wij begraven worden met Hem door het doopsel en oprijzen uit
het watergraf, in gelijkheid met Zijn verrijzenis, om in nieuwheid van leven te
leven.
Ik zag dat de wet van God voor altijd zou stand houden, en bestaan op de nieuwe
aarde voor alle eeuwigheid. Bij de schepping, els de grondslag van de aarde
gelegd werd, keken de zonen van God met bewondering op het werk van de
Schepper, en gans het hemelse heir juichte van vreugde. Het was dan dat de
grondslag van de Sabbat werd gelegd. Bij het einde van de zes scheppingsdagen
rustte God op de zevende dag van al zijn werk, dat Hij gemaakt had. De Sabbat
was ingesteld in Eden voor de val, en werd gehouden door Adam en Eva, en gans
het hemelse heir. God
rustte op de zevende dag, en zegende deze en heiligde deze. Ik zag dat de
Sabbat nooit zou weggedaan worden, maar d, dat de verloste heiligen, en gans
het engelenheir hem zullen onderhouden ter eere van de grote Schepper voor alle
eeuwigheid. Eáry Writings 216-17.
Als de bediening van Christus afsloot in het heilige, en Hij overging naar het
Heilige der Heiligen, en voor de ark stond, die wet van God bevatte, zond Hij
een andere machtige engel met een derde boodschap naar de wereld. Een rol werd
in de hand van de engel gelegd, en als hij nederdaalde op de aarde in macht en
majesteit, verkondigde Hij een te vrezen waarschuwing, met de meest
verschrikkelijke dreiging, welke ooit op de mens viel. Deze boodschap had tot
doel van de kinderen van God op hun hoede te houden, door hen het uur van de
bekoring en van de angst te tonen wat voor hen lag. De engel zegde : "Zij
zullen in enge strijd gewikkeld worden met het beest en zijn beeld. Hun enige
hoop van eeuwig leven is van standvastig te blijven. Ofschoon hun leven op het
spel staat, moeten zij de waarheid standvastig vast houden. De derde engel
sluit zijn waarschuwing aldus : "Uier is de lijdzaamheid der Heiligen; hier
zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus . "Op. 14 : 12.
Als hij deze woorden herhaalde, wees hij naar het hemelse heiligdom. De geest
van allen, die deze boodschap omarmd hadden, was gericht naar het heilige der
heiligen, waar Jezus voor de ark stond, zijn eind tussenkomst makend voor allen
voor wie barmhartigheid steeds voortduurt, en voor dezen , die zonder het te
weten de wet van God overtreden hebben. Deze verzoening werd gemaakt voor de
rechtvaardige doden zowel als voor de rechtvaardige levenden. Ze omvat allen,
die gestorven zijn vertrouwend in Christus, maar die, het licht niet ontvangen
hebben op Gods gebod, onwetend gezondigd hebben door zijn voorschrift te
overtreden.
Nadat Jezus de deur geopend had van het heilige der heiligen, werd het licht
van de Sabbat gezien, en het volk van God werd getest, als de kinderen van
Israël getest werden, om te zien of zij Gods wet zouden houden. Ik zag hoe de
derde engel naar boven wees, van de ontgoochelden de weg tonend naar het
heilige der heiligen van het heiligdom. Als zij in het geloof het heilige der
heiligen binnen gingen, vinden zij Jezus, en hoop en vreugde sprong opnieuw op.
Ik zag hen naar achter zien, het verleden herziende, vanaf de verkondiging van
de tweede komst van Jezus, doorheen de bevindingen van de tijd die voorbijging
en 1844. Zij zien hun ontgoocheling uitgelegd, en vreugde en zekerheid bezielde
hen opnieuw. De derde engel heeft het verleden verlicht, het heden en de
toekomst, en zij weten dat God hen toch geleid heeft door zijn mysterieuze
voorzienigheid.
Het werd aan mij voorgesteld lat de overblijvenden Jezus volgden in het heilige
der heiligen en de ark aanschouwden en het verzoendeksel,en ingenomen waren met
de heerlijkheid ervan. Jezus dan hief het deksel, op van de ark en zie! de
tafels van steen, met de tien geboden geschreven door Hem. Zij gingen de
levende orakels na en zagen met vrees achteruitdeinzend dat het vierde tussen
de heilige voorschriften met een lichtende glans scheen dan de negen andere, en
een cirkel van licht omgaf het gebod. Zij vonden niets dat hen aantoonde dat de
Sabbat afgeschaft was, of veranderd in de eerste dag van de week. Het gebod was
geschreven zoals het uitgesproken werd op de Sinai... (zie hoger) Ik zag de
wierook van het vat roken als Jezus hun belijdenis en gebeden offerde aan Zijn
Vader. En als het opsteeg rustte een schitterend licht op Jezus en op het
verzoendeksel; en de ernstig biddende die verward waren wegens het feit dat zij
zich ontdekten als overtreders van de wet, werden gezegend, en hun aangezicht
glansde met hoop en vreugde. Zij sloten zich aan, in het werk van de derde
engel en lieten hun stem horen om de plechtige waarschuwing te verkondigen, en
zij eerden God door Zijn Heilige dag te houden. Velen, die de derde engelen
boodschap aanvaardden, hadden geen bevinding in de twee eerste. Satan verstond
dit, en zijn kwaad oog was op hen gericht om hen te overkomen; maar de derde
engel richtte hen naar het heilige der Heiligen en deze, die een bevinding
gehad hadden in de vorige boodschappen toonden hen de weg naar het hemelse
heiligdom. Deze boodschap werd mij getoond als een anker voor het volk van God.
Deze, die begrepen en haar ontvingen zullen afgehouden worden van de vele
verleidingen van Satan.
Na de grote teleurstelling in 1844, legden Satan en zijn engelen strikken om
het geloof van het lichaam van de kerk te ontbinden. Hij bedierf de geest van
personen, die een bevinding gehad hadden in de boodschappen, en die een schijn
van nederigheid hadden. Sommigen wezen naar de toekomst voor het vervullen van
de eerste en tweede engelenboodschap, terwijl anderen deze in het verleden
plaatsten, verklarend dat ,zij vervuld waren. Ze kregen een invloed op de geest
van de onervarenen en ontbonden hun geloof. Sommigen zochten in de Bijbel om
een geloof op te bouwen uit henzelf, onafhankelijk van het lichaam. Satan
verheugde zich in al dit; want hij wist dat hij dezen die zich lostrokken van
het anker kon verderven met meerdere dwalingen en kon laten wegdrijven met
meerdere winden van leer. Velen, die leiders geweest waren in de eerste en
tweede engelenboodschap, ontkenden ze nu en er was verdeeldheid en verwarring
doorheen het lichaam. Early Writings 254-57.
De geest van toegeving aan het heidendom opende de weg voor een steeds
verdergaande veronachtzaming van de autoriteit van de hemel. Satan, werkend
doorheen ontoegewijde leiders van de kerk, knoeide zo met het vierde gebod, en
poogde de oude Sabbat opzij te zetten, de dag die God gezegend en geheiligd had
(Gen.2:2 en 3.) en in plaats ervan het feest, dat door de heidenen gehouden
werd als de eerbiedwaardige dag van de zon te verheffen. Deze verandering werd
niet in het begin openlijk aangenomen. In de eerst tijden werd de ware Sabbat
gehouden door alle christenen. Zij verdedigden de eer van God, en gelovend dat
Zijn wet onveranderbaar was behielden zij ijverig de heiligheid van dit
voorschrift. Maar met grote subtiliteit werkte Satan door zijn agenten om zijn
doel ten uitvoer te brengen, opdat de aandacht van het volk op de Zondag mocht
getrokken worden, werd er een feest van gemaakt ter ere van de verrijzenis van
Christus. Religieuze diensten werden op die dag gehouden; toch werd hij als een
dag van ontspanning beschouwd, terwijl Sabbat steeds heilig gehouden werd. Om
de weg te openen voor het werk, dat hij zich voornam te vervullen, leidde Satan
de Joden, vóór de komst van Christus, van de Sabbat te overladen met strikte
exactheid, van het onderhouden ervan een last makend. Nu voordeel trekkend uit
het valse licht, waarin hij veroorzaakte dat hij zou aanzien worden, legde hij
er minachting op als zijnde een Joodse instelling. Terwijl de Christenen in het
algemeen de Zondag als een vrolijke feestdag aanzagen, leidde hij hen eerst om
hun haat tegen het judaisme te uiten, de dag van de Sabbat als een vasten -en
dag van droefheid en duisternis te aanzien.
In de eerste helft van de vierde eeuw liet Keizer Konstantijn een de kreet
uitvaardigen om van de Zondag een feest te maken voor gans het Romeinse rijk,
de dag van de zon werd vereerd door zijn heidense onderdanen en was geëerd door
christenen; het was het doel van de keizer van de in strijd zijnde belangen van
heidendom en christendom te verenigen. Hij werd gedrongen dit te doen door de
bisschoppen van de kerk, die geïnspireerd door ambitie en dorst naar macht,
ontwaarden, dat als dezelfde dag gehouden werd door de heidenen en door de
christenen, de naam van christen door de heidenen gemakkelijker zou aanvaard
worden, en aldus de macht en de glorie van de kerk zou bevorderen. Maar als er
veel God-vrezende christenen stapsgewijze ertoe geleid werden van de Zondag te
aanzien als een grad van heiligheid hebbend, hielden zij nog steeds getrouw de
ware Sabbat als de heilige dag van de Heer en onderhielden hem in
gehoorzaamheid aan het vierde gebod. De aartsbedrieger had zijn werk nog niet
gans voltooid. Hij was van plan van de Christelijke wereld onder zijn banier te
scharen en zijn macht uit te oefenen door zijn vice regent, de trotse pontifex,
die beweerde de vertegenwoordiger van Christus te zijn. Door half bekeerde
heidenen, ambitieuze prelaten, en wereld beminnende kerkleden verwezenlijkte
hij zijn doel. Er werden omvangrijke concilies gehouden van tijd tot tijd,
waarin de hoogwaardigheidsbekleders van de kerk verenigd werden van de ganse
wereld. In bijna ieder concilie werd de Sabbat, die God ingesteld had naar
beneden gehaald, terwijl de Zondag daartegenover verheven werd. Aldus werd het
heidense feest ten laatste geëerd als een goddelijke instelling, terwijl de
Bijbelse Sabbat werd uitgesproken als een overblijfsel van het judaïsme, en het
onderhouden ervan als vervloekt werd aanzien. De grote apostaat was erin
geslaagd van zichzelf te verheffen "boven alles wat God genaamd of als God
geëerd wordt, alzoo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten,
zichzelven vertoonende, dat hij God is. " 2.Thess.2:4. Hij had het aangedurfd
van het enige voorschrift van de goddelijke wet, dat zonder fout gans het
mensdom verwijst naar de ene ware en levende God te veranderen. In het vierde
gebod, is God geopenbaard als de Schepper van de hemel en de aarde, en is
daarbij onderscheiden van alle valse goden. Hij was als een gedenkenis van de
schepping, dat de zevende dag geheiligd werd als een rustdag voor de mens. Hij
had de bedoeling van de levende God immer voor ogen te houden als de bron van
leven en het voorwerp van eerbied en aanbidding. Satan streeft ernaar om de
mens af te wenden van zijn trouw aan God, en van zijn gehoorzaamheid schenken
aan Zijn wet. Daarom leidt hij zijn kracht speciaal tegen dat gebod dat wijst
naar God als de Schepper. De protestanten beweren nu ook dat de opstanding van
Christus op een Zondag , van deze de christelijke Sabbat maakt. Maar de Schrift
bewijst het tegenovergestelde. Er werd zulk geen eer gegeven aan deze dag noch
door Christus noch door Zijn apostelen. Het houden van de Zondag als een
christelijke instelling heeft zijn oorsprong in die "verborgenheid der
ongerechtigheid" 2.Thes.2:7) die, zelfs in de dagen van Paulus, reeds begon te
werken. Waar en wanneer aanvaardde de Heer dit kind van het pausdom? Welke
geldige reden kan er gegeven worden voor een verandering die de Schrift niet
goedkeurt? In de zesde eeuw was het pausdom sterk gevestigd. Zijn zetel van
macht was gevestigd in de keizersstad, en de bisschop van Rome werd uitgeroepen
als het hoofd van gans de kerk. Het heidendom had plaats gemaakt voor het
pausdom, De draak had aan het beest "zijne kracht en zijnen troon en grote
macht gegeven". Openb.13:2, Toen begonnen de 1260 jaren van pauselijke
onderdrukking voorspeld in de profetieën van Daniel en de Openbaring. Dan.7:25;
Openb.13:5-7. De Christenen werden gedwongen van te kiezen of van hun
getrouwheid te laten varen en de pauselijke ceremoniën en eredienst te
aanvaarden of hun leven door te brengen in gevangenissen en kerkers of de dood
te ondergaan door de pijnbank of het schavot. Nu werd het woord van.. Jezus
vervuld : "En gij zult overgeleverd worden ook van ouders en broeders en magen
en vrienden en zij zullen er sommigen uit u doden, en gij zult van allen gehaat
worden om mijns naams wil" Luc.21:15-16. De vervolging brak los op de getrouwen
meer dan ooit tevoren, en de wereld werd een gans slagveld. Honderden jaren
vond de kerk van Christus beschutting in afzondering en in teruggetrokkenheid.
Aldus spreekt de profeet :"En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij eene
plaats had, haar van God bereid, opdat zij ze aldaar zouden voeden, duizend
tweehonderd zestig dagen. Openb.12:6. De toegang van de Roomse Kerk tot de
macht kenmerkt het begin van de duistere eeuwen. Terwijl haar macht steeg,
verdiepte de duisternis. Het geloof werd overgedragen van Christus, ware
fundament, op de paus van Rome. Inplaats van te vertrouwen op de Zoon van God
voor vergiffenis van zonden en voor het eeuwig heil, keek het volk op naar de
paus, en naar de priesters en prelaten, aan wien hij macht toekende. Zij werden
gezegd dat de paus hun middelaar was op de aarde, en dat niemand God kon
bereiken tenzij door hem; en verder, dat hij in de plaats van God stond voor
hen en dat hij daarom volledig moest gehoorzaamd worden. Eén afwijzing van zijn
eis was genoeg om de strengste straffen te ondergaan op het lichaam en de ziel
van de opstandelingen. Aldus werd de geest van het volk weggetrokken van God
naar feilbare dwalende en wrede mensen, neen meer naar de prins van de
duisternis zelf, die zijn macht uitoefende door hen. De zonde werd verscholen
in een kleed van heiligheid. Als de Schrift onderdrukt werd, en de mens ertoe
komt van zich als meerdere te beschouwen, kunnen wij alleen bedrog en valsheid
zien en lage ongerechtigheid. Met de verheffing van menselijke wetten en
tradities, werd het verderf geopenbaard dat altijd het resultaat is van het
opzij zetten van de wet van God. Dit waren dagen van gevaar voor de kerk van
Christus. Tenslotte werden de getrouwe standaarddragers klein in aantal.
Ofschoon de waarheid niet zonder getuigen gelaten werd, toch scheen het
somtijds dat de dwaling en de superstitie gans zouden bovenhand hebben, en dat
de ware godsdienst van de aarde zou gebannen zijn. Het evangelie werd uit het
oog verloren, maar de vorm van religie werd vermenigvuldigd, en het volk werd
overladen met strenge eisen.
Er werd niet alleen gezegd dat zij naar de paus moesten opzien als hun
middelaar, maar men leerde ze op eigen werken te vertrouwen voor verzoening van
hun zonden. Lange pelgrimstochten werden ondernomen, boetedoening, het
aanbidden van relikwieën, het oprichten van kerken, schrijnen, en altaren, het
betalen van grote sommen aan de kerk, deze en vele andere handelingen werden
volbracht om de wraak van God te bedaren ,of om Zijn gunst te verkrijgen; alsof
God gelijk een mens was die kwaad wordt, als Hij misdaan wordt, of gunstig
gestemd met giften of boetedoening.
Niettegenstaande ondeugd overheerste, zelfs onder de leiders in Rome, scheen
hun invloed bestendig te stijgen. Op het einde van de achtste eeuw, beweerden
de pauselijk gezindten, dat in de eerste eeuw van de kerk de bisschoppen van
Rome dezelfde geestelijke macht bezaten waar zij nu aanspraak op maakten. Om
deze bewering te bevestigen, moesten sommige middels gebruikt worden om er een
uiterlijke schijn van gezag aan te geven ven. Dit werd vlug gesuggereerd door
de vader van de leugens. Oude geschriften werden vervalst door monniken.
Dekreten van concilies, waarvan vooraf geen sprake was werden ontdekt, die de
universele suprematie van de Paus vermeldden vanaf de eerste tijden. En een
kerk, die de waarheid verworpen had aanvaardde gretig deze bedriegerij. Great
Controversy 52 - 56.
In de landen die buiten de jurisdictie van Rome lagen bestonden reeds
verschillende eeuwen groepen van christenen, die vrij bleven van de pauselijke
verdreven. Zij waren omgeven met heidendom en werden met de tijd bevlekt met
hun dwalingen; maar zij bleven toch de bijbel aanzien als de enige regel van
geloof en aanvaardden vele van haar waarheden. Deze Christenen geloofden in de
eeuwigheid van de wet van God en onder hielden de Sabbat van het vierde gebod.
Kerken die dit geloof in praktijk hielden bestonden in Centraal Afrika, en bij
de Armeniërs in Azië. Maar onder dezen, die de macht van de paus weerstond,
stonden de Waldenzen aan het hoofd. Great Controversy 63.
Terwijl de aanbidders van God speciaal zullen onderscheiden worden door het
onderhouden van het vierde gebod, aangezien dit een teken is van Zijn
scheppingsmacht en het getuigenis van Zijn recht op 's mensen eerbied en
eerbetuiging, zullen de aanbidders van het beest onderscheiden worden door hun
inspanning om de gedenkenis van de Schepper uit een te rukken om de instelling
van Rome te verheffen. Het was ten voordeel van de Zondag dat het pausdom het
eerst zijn arrogante eisen stelde. Hij nam het eerst toevlucht tot de staat om
het onderhouden van de Zondag te verplichten, als de "Dag des Heren. " Maar de
Bijbel wijst naar de zevende dag en niet naar de eerste, als de dag van de
Heer. Christus zegt : Zoo is dan de Zoon des mensen een Heere ook van den
Sabbat. :Marc.2 :28. Het vierde gebod luidt : "De zevende dag is de Sabbat van
de Heer" . En door de profeet Jesaja bepaalt de Heer hem :"Mijnen heiligen dag
". Jes.58:12-13. De bewering, die aangehaald wordt dat Christus de Sabbat
veranderde wordt weerlegd door Zijn eigen woorden : Matthëus. Lees Matth.5
:17-19. Het is een algemeen aangenomen feit door de protestanten, dat de
schrift geen gezag geeft om de Sabbat te veranderen...
De Rooms-katholieken erkennen dat de verandering van de Sabbat door hun kerk
gedaan werd; en zij vermelden deze verandering eervol om daarmee aan te tonen
dat hun kerk het gezag heeft in goddelijke dingen wetsveranderingen aan te
brengen. Zij verklaren dat de protestanten haar macht erkennen door de door hun
veranderde Sabbat te eerbiedigen. De Roomse kerk heeft haar aanspraak op haar
oppergezag niet opgegeven; en als de wereld en de Protestantse kerken een
Sabbat aannemen van haar maaksel, terwijl zij de Bijbelse Sabbat verwerpen,
nemen zij in feite deze aanmatiging aan. Zij mogen zich beroepen op het gezag
van de apostelen en de kerkvaders, om deze verandering te rechtvaardigen, maar
door dit te doen ontkennen zij het ware beginsel, dat hen van Rome scheidt, nl.
dat “de Bijbel en de Bijbel alleen, de religie van de protestant uitmaakt.” De
Roomsgezinde ziet in dat hij zichzelf misleidt door met opzet de ogen te
sluiten voor voorgaand beginsel. Als de beweging tot verplichting van de
Zondagsrust gunst wint, is hij verheugd, zich bevestigd voelend, dat dit feit
uiteindelijk de gehele protestantse wereld onder de banier van Rome zal
brengen.
Roomsgezinden verklaren dat "het vieren van de zondag door de Protestanten een
eerbetuiging is die zij betalen aan het gezag van de Katholieke Kerk,” ten
spijte van zichzelf. Het opleggen van de zondagsviering door de protestanten is
een dwingen van aanbidding van het pausdom dus van het beest. Zij, die de eisen
van het vierde gebod begrepen, en toch de valse Sabbat verkozen te houden
inplaats van de ware, geven hierdoor eer aan deze macht door wie alleen dit was
opgelegd. Door de handeling van een religieuze plicht, door een wereldse macht,
zouden de kerken zelf een beeld vormen van het beest; en daaruit vloeit voort,
dat het dwingen van de Zondagviering in de Verenigde Staten een dwingen zou
zijn van het aanbidden van het beest van zijn beeld.
Maar christenen van de vorige generaties onderhielden de Zondag,
veronderstellend dat zij aldus de Bijbelse Sabbat onderhielden; en er zijn nu
ook nog trouwe christenen in iedere kerk,niet uitgezonderd de Roomse Katholieke
gemeenschap, die rechtzinnig geloven dat de Zondag de Sabbat is van goddelijke
voorschrift. God aanvaardt hun rechtzinnigheid van bedoelingen hun trouw voor
Hem. Maar als de Zondagviering door de wet zal opgelegd worden, en de wereld
ingelicht zal worden in verband met het onderhouden van de ware Sabbat, dan zal
eenieder , die het gebod van God zal overtreden, om een voorschrift te
gehoorzamen, die geen hoger gezag heeft dan dat van Rome, hierdoor eer geven
aan het pausdom boven God. Hij geeft eer aan Rome en aan de macht, die deze
instelling oplegt, bevolen door Rome. Hij aanbidt het beest en zijn beeld. Als
de mens dan de instelling, die God verklaart als zijnde een teken van Zijn
gezag, verwerpt en deze dag eert, in de plaats, die Rome gekozen heeft als
teken van haar suprematie, zullen zij daardoor het teken van trouw aan Rome
aannemen, "het merkteken van het beest". En het is niet eerder dan wanneer
kwestie tenvolle voor het volk gebracht wordt, en zij ertoe gebracht worden om
te kiezen tussen het gebod van God en het gebod van mensen, dat deze, die
voortgaan met te overtreden, het "merkteken van het beest" zullen ontvangen.
Great Contoversy 446-49.
Het werk van de Sabbathervorming in de eindtijd is voorspeld in de profetie van
Jesaja : " Zo zegt de HERE: Onderhoudt het recht en doet gerechtigheid, want
mijn heil staat gereed om te komen en mijn gerechtigheid om zich te openbaren.
Welzalig de sterveling die dit doet, en het mensenkind dat daaraan vasthoudt;
die acht geeft op de sabbat, zodat hij hem niet ontheiligt, en acht geeft op
zijn hand, zodat zij niets kwaads doet. En de vreemdelingen die zich bij de
HERE aansloten om Hem te dienen, en om de naam des HEREN lief te hebben, om Hem
tot knechten te zijn, allen die de sabbat onderhouden, zodat zij hem niet
ontheiligen, en die vasthouden aan mijn verbond: hen zal Ik brengen naar mijn
heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers
en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal
een bedehuis heten voor alle volken. "Jes 56:1, 2, 6, 7.
Deze woorden zijn toepasselijk op de Christene tijden, zoals de tekst aanduidt
: "De Heere Heere, die de verdrevenen Israëls vergadert, spreekt : Ik zal tot
hem nog meer vergaderen, nevens degenen, die tot hem vergaderd zijn. " Vers 8.
Hier wordt de verzameling van de heidenen door het evangelie voorspeld. En op
dezen, die DAN de Sabbat houden wordt een zegening uitgesproken. Dus strekt de
verplichting van het vierde gebod zich uit tot na de kruisiging, verrijzenis en
hemelvaart van Christus, tot de tijd als Zijn dienaren zullen prediken tot alle
naties en talen, de boodschap van gelukkige tijding. De Heer beveelt door
dezelfde profeet :"Bind de getuigenis toe, verzegel de wet onder mijne
leerlingen. "Jes. 8 : 16. De zegel van Gods wet wordt gevonden in het vierde
gebod. Alleen dit, van alle tien, brengt de Naam en de titel van de Wetgever
naar voor. Het verklaart dat Hij de Schepper is van de hemelen en van de aarde,
en aldus bewijst het Zijn recht van eerbied en aanbidding boven alle andere.
Het is alleen in dit voorschrift van de wet, dat aangeduid wordt door welk
gezag de wet gegeven werd. Als de Sabbat veranderd werd door de pauselijke
macht, werd het zegel van de wet weggenomen. De volgelingen van Jezus worden
opgeroepen om dit te herstellen door de Sabbat te verheffen tot zijn ware
positie als een gedenkenis en een teken van Zijn gezag.
"Tot de wet en tot de getuigenis". Terwijl er geredetwist wordt over doctrines
en theorieën is de wet van God de enige onfeilbare maatstaf aan de welke alle
opinies doctrines en theorieën moeten getoetst worden. De profeet zegt : "Zoo
zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen
hebben. "Vers 20. Opnieuw wordt het bevel gegeven : Roep uit de keel, houd niet
in, verhef uwe stem als eene baziun, en verkondig mijn volk hunne overtreding,
en het huis Jakobs hunne zonden. "Jes 58 :1. Het is de boze wereld die moet
berispt worden om haar overtredingen maar deze, welke de Heer noemt : "Mijn
volk". Hij verklaart verder : "hoewel zij mij dagelijks zoeken, en eenen lust
hebben aan de kennis mijner wegen, als een volk, dat gerechtigheid doet en het
recht zijns Gods niet verlaat, "Vers 2. Hier wordt een soort aangeduid, die
zichzelf rechtvaardig wanen en de schijn geven van een grote interesse te
hebben in de dienst van God; maar de strenge en plechtige berisping van de
Doorzoeker van de harten bewijst dat zij op de goddelijke wetten trappen. De
profeet wijst op het bevel dat verzaakt geweest is: "En die uit U voortkomen,
zullen bouwen de oude vervoeste plaatsen de fundamenten, van geslacht tot
geslacht verwoest, zult gij oprichten en gij zult genaamd worden: Die de
bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt om te bewonen. Indien gij uwen
voet van den Sabbat afkeert, van te doen uwen lust op mijnen heiligen dag; en
indien gij den Sabbat noemt eene verlustiging opdat
de Heere geheiligd worde, die te eeren is: en indien gij dien eert, dat gij uwe
wegen niet doet en uwen eigen lust niet vindt, noch een woord daarvan spreekt :
dan zult gij u verlustigen in den Heere, en Ik zal u doen rijden op de hoogten
der aarde, en Ik zal u spijzigen met de erve uws vaders Jakobs; want de mond
des Heeren heeft het gesproken. "Jes; 58:12-1-4. Deze profetie is ook op onze
tijd toe te passen. De bres was gemaakt in de wet van God, als de Sabbat
veranderd werd door de Roomse macht. Maar de tijd is gekomen dat deze
goddelijke instelling hersteld wordt. De bres moet in gedijkt worden en de
grondslag van vele generaties moet terug op de voorgrond geplaatst worden. Deze
waarheden, zoals zij in openbaring 14 in verband met het eeuwig evangelie
voorgesteld worden zullen de kerk van Christus in de tijd van Zijn wederkomst
onderscheiden. Maar als resultaat van de drievoudige boodschap wordt gezegd :
"hier zijn dezen, die de wet van God en het geloof van Jezus hebben. " En deze
is de laatste boodschap, die gegeven wordt voor de komst van de Heer.
Onmiddellijk nadien wordt de Zoon des mensen gezien door de profeet, komend in
heerlijkheid om de oogst van de aarde binnen te halen.... Als de eis van de
Sabbat voorgesteld werd redeneerden velen van werelds standpunt. Zij zegden :"
Wij hebben altijd de Zondag gehouden, onze vaders hielden hem, en vele goede en
godsvruchtige mensen zijn in vrede gestorven en hielden hem ook. Als zij juist
waren zo zijn wij ook juist. Het houden van deze nieuwe Sabbat zou ons uit
harmonie houden met de wereld, en wij zouden geen invloed hebben op hen. Wat
kan een klein groepje, dat de zevende dag houdt uitrichten tegen gans de
wereld, die de Zondag viert? Het was met dezelfde manier van argumenteren dat
de Joden poogden hun verwerpen van Christus te rechtvaardigen. Hun vaderen
waren door God aanvaard als zij hun offeranden opdroegen en waarom konden de
kinderen geen heil vinden in het volgen van dezelfde zienswijze? Zo redeneerden
in de tijd van Luther de pausgezindten, dat ware Christenen gestorven waren in
het katholiek geloof, en daarom dat deze religie voldoende was om gered te
worden. Zulk een manier van redeneren legt een effectieve tegenstand tegen alle
vooruitgang in religieus geloof of praktijk. Velen beweerden dat de
zondagviering een gevestigde doctrine was en een overal verspreide gewoonte van
de kerk gedurende vele eeuwen. Tegen dit argument staat, dat de Sabbat en het
onderhouden ervan ouder is en meer verspreid, zelfs zo oud als de wereld zelf,
en dat hij de goedkeuring droeg van de engelen en van God. Als de grondslagen
van de aarde gelegd werden, als de morgensterren samen zongen, en al de zonen
van God juichten van vreugde, dan was de grondslag gelegd van de Sabbat. Job 1;
38: 6, 7. Gen.2 : 1-3. Deze instelling kan onze eerbied vergen. Zij werd
verordend door geen menselijke autoriteit en rust op geen menselijke tradities;
zij werd ingesteld door de Oude van Dagen en opgelegd door Zijn eeuwig woord.
Als de aandacht van het volk gericht werd op de Sabbathervorming, verdraaiden
gewone bedienaars het woord van God, zijn getuigenis interpreterend op een
wijze waardoor vragende geesten het best konden tot rust gebracht worden. En
deze, die de schrift niet onderzochten voor zichzelf stelden zich tevreden met
het aanvaarden van besluiten die in overeenstemming waren met hun begeerten.
Door argumentatie, sofisterij, en tradities van de kerkvaders, en de autoriteit
van de kerk, poogden velen de waarheid te overtroeven. De voorstanders van de
waarheid wezen naar de Bijbel gedreven om de waarheid van het vierde gebod te
verdedigen. Eenvoudige mensen, alleen gewapend met het woord van de waarheid,
doorstonden de aanvallen van geleerde mensen, die, met verwondering en ergernis
vonden.dat hun welsprekender drogredenen arm waren tegenover de eenvoudig,
eerlijke redenering van mensen, die meer thuis waren in de schriften dan inde
spitsvondigheden aan de scholen. Zonder de getuigenis van de bijbel tot
staving, beweren velen met een niet weifelend volhouden, vergetend hoe dezelfde
redenering gebruikt geweest is tegen Christus en Zijn apostelen : "Waarom
verstaan onze grote mannen deze Sabbatkwestie niet? Want weinigen geloven wat
gij gelooft. Het is onmogelijk, dat gij juist zijd als al die anderen,geleerde
mannen in de wereld verkeerd zijn. Om zulke argumenten tegen te gaan;was het
nuttig alleen de onderwijzingen van de Schriften en de geschiedenis van de
onderhandelingen van de Heer met Zijn volk in alle eeuwen aan te halen. God
werkt door deze die zijn stem horen en haar gehoorzamen , door dezen, die
willen, indien nodig, minder aangename waarheden spreken, door dezen, die niet
vrezen van de gekende zonden te berispen. De reden waarom Hij niet dikwijls
mannen kiest van hogere geleerdheid en hogere positie om hervormingsbewegingen
te leiden, is dat zij vertrouwen op hun geloof, theorieën, en theologische
systemen, en dat zij geen nood voelen om door God onderwezen te worden. Alleen
deze, die een persoonlijk contact hebben met de Bron van wijsheid zijn in staat
om de Schriften te verstaan en uit te leggen. Mensen die weinig
schoolgeleerdheid hebben worden somtijds geroepen om de waarheid te verklaren,
niet omdat zij ongeleerd zijn, maar omdat zij niet te zelfvoldaan zijn om door
God onderricht te worden. Zij leren in de school van Christus, en hun
nederigheid en gehoorzaamheid maken hen groot. Door hen een kennis toe te
vertrouwen van Zijn waarheid legt God op hen een eer, die aardse eer en
menselijke grootheid in onbetekenis doet zinken.
Het merendeel van de Adventisten verwierpen de waarheden betreffende het
heiligdom en de wet van God, en gaven ook hun geloof op in de adventbeweging en
namen ongezonde en tegenstrijdige meningen aan in verband met de profeties, die
van toepassing waren op dat werk. Sommigen worden in de dwaling gebracht door
herhaaldelijk een definitieve tijd te bepalen voor de komst van Christus. Het
licht, dat nu schijnt in verband met het heiligdom zou hen moeten aangetoond
hebben, dat geen profetische periode reikt tot de tweede komst; dat de juiste
tijd van deze gebeurtenissen niet voorspeld werd Maar zich afwendend van het
licht gaan zij verder met tijd na tijd te bepalen voor de komst van de Heer, en
telkens worden zij teleurgesteld. Als de Kerk van Thessalonicen verkeerde
zienswijzen ontving nopens de komst van Christus, raadde de apostel Paulus aan
van hun hoop en verwachting zorgvuldig te toetsen aan het woord van God. Hij
verwees hen naar de profetieën, die de gebeurtenissen openbaarden, die moesten
plaats grijpen vóór Christus zou wederkomen en toonde hen aan dat zij geen
reden hadden om Hem in hun dagen te verwachten. " Dat niemand u verleide" ,
waren zijn woorden van waarschuwing. Als zij zouden toegeven aan verwachtingen,
die niet verantwoord zijn door schriften zouden zij tot een verkeerde gang van
zaken geleid worden; teleurstelling zou hen blootstellen aan de bespotting van
dezen, die niet geloven, en zij zouden in gevaar gebracht worden van
ontmoediging en zouden bekoord worden om aan de waarheid te twijfelen, die
essentieel is voor hun redding. De waarschuwing van de apostel aan de
Thessalinicensen bevat een belangrijke les voor dezen, die leven in de laatste
dagen. Vele Adventisten hebben gedacht dat, tenzij zij hun hoop konden vestigen
op een bepaalde tijd voor de komst van de Heer, zij niet ijverig konden zijn in
het werk
van voorbereiding. Maar als hun hoop altijd opnieuw geprikkeld wordt, alleen om
teniet gedaan te worden achteraf , ondergaat hun geloof zulk een schok, dat het
bijna onmogelijk wordt onder de indruk te komen van de grote waarheden van de
profetie.
Het prediken van een definitieve tijd voor het oordeel, in het geven van de
eerste engelenboodschap, werd door God gewild. De berekening van de profetische
perioden waarop deze boodschap gebaseerd is, het einde van de 2300 jaren dagen
plaatsend in de herfst van 1844, staat vast zonder tegenspraak. De herhaalde
inspanningen om een nieuwe datum te vinden voor het begin en het einde van de
profetische perioden, en de ongezonde redenering, die nodig is om deze bewering
te handhaven, leiden de geesten niet alleen van de huidige waarheid af, maar
legt minachting op alle inspanningen om de profetie uit te leggen.
Hoe herhaaldelijker een bepaalde tijd vastgesteld wordt, en hoe meer deze
verspreid wordt, hoe meer uit overeenkomt met de bedoelingen van Satan. Als de
tijd voorbij is brengt hij de verkondigers van de terugkomst van Christus in
diskrediet en spot, en brengt aldus verwijt op de grote adventbeweging van
1843-44. Deze, die volhouden in deze dwaling zullen een te ver in de toekomst
liggende datum aanduiden, zodat het te laat zal zijn. Zo zullen zij gebracht
worden in een toestand van berusting in valse zekerheid, en velen zullen niet
ontgoocheld worden vooraleer het te laat is.
De geschiedenis van het oude Israël is een treffende illustratie van de
bevinding in het verleden van de Adventgemeenschap. God leidde Zijn volk in de
adventbeweging, zoals Hij Zijn volk van Israël uit Egypte leidde. Bij de grote
ontgoocheling werd hun geloof getoetst als dat van de Hebreeën aan de rode zee.
Hadden ze steeds vertrouwd op de leidende Hand, die met hen geweest was in het
verleden, zouden zij het heil van God gezien hebben. Hadden allen eensgezind
gewerkt in het werk van 1844, hadden zij de derde engelen boodschap aangenomen
en verkondigd in de macht van de Heilige Geest, dan zou de Heer machtig
medegewerkt hebben met hun inspanningen. Een stroom van licht zou op de wereld
uitgestort zijn. Jaren tevoren zouden alle inwoners van de aarde verwittigd
geweest zijn, het sluitingswerk af gesloten, en Christus zou gekomen zijn voor
de verlossing van Zijn volk. Het was de wil van God niet dat Israël veertig
jaar in de woestijn zou verblijven; Hij wilde hen leiden onmiddellijk naar het
land van Kanaan en hen daar vestigen als een heilig en gelukkig volk. Lees:
Hebr.3 - 19. Wegens hun achteruitgaan en hun afval kwamen zij om in de
woestijn, en anderen werden tot stand gebracht om het beloofde land binnen te
gaan. Op dezelfde wijze, was het niet de wil van God dat de komst van Christus
zo lang zou uitgesteld blijven en dat Zijn volk zovele jaren op deze wereld nog
moest blijven van zonde en verdriet. Maar ongeloof scheidde hen af van God. Als
zij weigerden van te doen wat Hij gevraagd had, werden anderen opgewekt om de
boodschap te verkondigen. . In barmhartigheid voor de wereld, s telt Christus
Zijn komst uit, opdat de zondaars een kans mogen krijgen om de waarschuwing te
horen, en een beschutting in Hem te vinden vooraleer de wraak van God zal
uitgestort worden.
Nu, juist als in andere tijden zal het verkondigen van de waarheid die de
zonden en de dwalingen van de tijd terecht wijst, oppositie veroorzaken.. "Want
een iegelijk die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht
niet, opdat zijne werken niet bestraft worden". Joh.3:20. Als men ziet dat men
zijn positie niet kan volhouden, beslissen velen van ze toch vol te houden op
goed geluk af, en met een boosaardige geest vallen zij het karakter en de
beweegredenen van dezen aan, die in verdediging staan van onpopulaire
waarheden. Dezelfde methode is gevolgd geweest in alle tijden. Eliah werd
voorzien als een verstoorder in Israël, Jeremiah een verrader, Paulus een
tempelschender.. Van dan af tot heden zijn deze, die trouw willen zijn aan de
waarheid overgedragen geworden als opruiers, ketters of schismatieken. Velen,
die te ongelovig zijn om het zekere woord van de profetie te aanvaarden, zullen
de beschuldiging aanvaarden met een blind vertrouwen tegen dezen, die het
aandurven van gangbare zonden aan te klagen. Deze geest zal meer en meer
toenemen. En de bijbel onderwijst tenvolle dat een tijd op komst is,als de
wetten van de Staat zo in tegenstrijd zullen staan met de wet van God dat wie
ook zal gehoorzamen aan al de goddelijke voorschriften verwijt en straf zullen
moeten trotseren als een kwaaddoener. In het vooruitzicht van dit alles, wat is
de plicht van de boodschapper van de Waarheid? Zal hij besluiten, dat de
waarheid niet moet verkondigd worden, omdat dikwijls haar enige uitslag is van
de mensen ertoe te brengen van haar te ontgaan of van haar tegen te werken?
Neen er is niet meer reden om de getuigenis van Gods woord te weerhouden, omdat
het oppositie ophitst, dan de vroegere hervormers hadden. De belijdenis van
geloof door martelaren en heiligen werd opgenomen voor het welzijn van de
opvolgende generaties. Deze levende voorbeelden van heiligheid en
standvastigheid zijn naar ons gekomen om moed te geven aan hen die nu geroepen
zijn om als getuigen van God op te treden. Zij ontvingen genade en waarheid,
niet voor zichzelf alleen, maar opdat door hen, de kennis van God de aarde moge
verlichten. Heeft God licht gegeven aan Zijn dienaren in deze generatie? Dan
zullen zij het laten schijnen in de wereld.
De Heer zegde vroeger aan iemand, die in Zijn naam sprak : "Maar het huis
Israëls wil naar u niet hooren, opdat zij naar Mij niet willen hooren; want het
gansche huis Israëls is stijf van voorhoofd en hardvan. hart zijn zij. "Maar
gij zult mijne woorden tot hen spreken, hetzij dat zij hooren zullen, of hetzij
dat zij het laten zullen; want zij zijn wederspannig. " Ez. 3 :7 : 2 : 7. Aan
de dienaar van God in deze tijd wordt het bevel gezonden: "Roept uit de keel,
houd niet in, verhef uwe stem als eene bazuin, en verkondig mijn volk hunne
overtredingen, en het huis Jakobs hunne zonden. "Jes 58:1.
Voor zover zijn gelegenheden zich uitstrekken, is eenieder, die het licht van
de waarheid ontvangen heeft, onder dezelfde plechtige en te vrezen
verantwoordelijkheid als was de profeet van Israël, naar wien het woord van de
Heer kwam, zeggende: Lees Ez.33:7-9.
Het grote beletsel voor het aannemen en verspreiden van de waarheid ligt
hierin, dat het ongemakken en verwijten teweeg brengt. Dit is het enige
argument tegen de waarheid, die haar verdedigers nooit hebben kunnen
weerleggen. Maar dit schrikt de ware volgelingen van Christus niet af. Deze
wachten niet tot de waarheid populair geworden is. Overtuigd van hun plicht,
aanvaarden zij gewillig het kruis, met de apostel Paulus rekende dat " onze
lichte verrukking, die zeer haast voorbijgaat, werkt om een gansch zeer
uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid. "2.Cor 4:17. Met nog iemand van ouds
: "achtende de versmaakheid van Christus meerderen rijkdom te zijn dan de
schatten in Egypte, want hij zag op de vergelding des loons. " Hebr.11:26. Wat
ook. hun belijdenis mag zijn, het zijn alleen deze, die wereld dienaars zijn
met het hart, die eerder handelen uit berekening dan uit princiep in religieuze
dingen. Wij moeten het recht keizen omdat het recht is, en de gevolgen aan God
overlaten. Aan de mensen met princiepen, geloof en durf, is de wereld de grote
hervormingen verschuldigd. Door zulke mannen moet het werk van hervorming in
onze tijd voorwaarts gestuwd worden. Aldus zegt de Heer : "Lees Jes. :51:7, 8.
The Great Controversy 451-60.
En als de eis van het vierde gebod aan het volk opengelegd wordt, wordt
bevonden dat het onderhouden van de zevende dag als Sabbat bevolen wordt; en
als enig middel om zich vrij te maken van de plicht, die zij niet gaarne
volbrengen, verklaren vele volksonderrichters dat de wet van God niet langer
bindend is. Zo verwerpen zij de Sabbat en de wet. Als het werk van
Sabbathervorming zich uitbreidt, zal deze verwerping van de wet om de eisen van
het vierde gebod te ontgaan, ongeveer algemeen zijn. Het onderricht van de
religieuze leiders heeft de deur geopend tot ontrouw, tot spiritisme en tot
minachting van de wet van God; en op deze leiders rust een verschrikkelijke
verantwoordelijkheid voor de ongerechtigheid die heerst in de Christelijke
wereld. Toch beweren deze zelfde mensen dat de overal verspreide corruptie
grotendeels te wijten is aan het ontwijden van de zogenaamde "Christelijke
Sabbat", en dat het opleggen van de zondagviering grotelijks de morele toestand
van de maatschappij zou verbeteren. Deze bewering wordt vooral aangevoerd in
Amerika, waar de doctrine van de ware Sabbat meest overal gepredikt werd. Hier
wordt het werk voor de matigheid, een van de meest prominente en belangrijk
morele hervormingen, dikwijls gecombineerd met de zondagbeweging, en de
voorsprekers van de laatste stellen zich voor als werkend tot bevordering van
de hoogste belangen van de sociëteit; en deze, die weigeren zich met hen te
verenigen worden aanzien als vijanden van matigheid en van hervorming. Maar het
feit dat een beweging om dwaling te vestigen verbonden is met een werk, dat op
zichzelf goed is, is geen argument ten gunste van de dwaling. Wij kunnen
vergift verbergen door het met goed voedsel te vermengen maar de natuur van het
vergift wordt hiermede niet veranderd. Integendeel het wordt veel gevaarlijker,
omdat het onverwachts kan ingenomen worden. Het is een van de listen van de
Satan van met leugen juist zoveel waarheid te vermengen tot ze aanvaardbaar
wordt. De leiders van de zondagbeweging mogen beweren hervormingen toe te
passen die het volk nodig heeft, princiepen, die met de bijbel overeenkomen;
toch indien daar een eis bij is, die in tegenstrijd is met Gods wet dan kunnen
Gods dienaren hiermede niet eens gaan. Niets kan hun verrechtvaardigen in het
opzij zetten van de geboden van God voor voorschriften van mensen. Door de twee
grote dwalingen, de onsterfelijkheid van de ziel en de heiligheid van de Zondag
wil Satan het volk brengen onder zijn listen. Terwijl de eerste de grondslag
legt voor het spiritisme, schept de laatste een gemeenschap van sympathie met
Rome. De protestanten van de Verenigde Staten zullen de eerste zijn om de hand
uit te strekken over de kloof;om de hand van het spiritisme te grijpen; Zij
zullen over de afgrond stappen om de hand te geven aan de Romeinse macht; en
onder de invloed van deze drievoudige eenheid, zal dit land de stappen volgen
van Rome in het vertrappelen van de rechten van het geweten.
Als het spiritisme meer het nominaal Christendom van deze tijd nabootst, dan
heeft het grote macht om te bedriegen en om te verleiden. Satan zelf is bekeerd
naar de moderne gang van zaken. Hij zal verschijnen in de rol van een engel des
lichts. Door de tussenkomst van spiritisme zullen mirakelen gedaan worden, de
zieken zullen genezen worden, en vele onloochenbaar wonderen zullen volbracht
worden. En als de geesten zullen geloof belijden in de bijbel, en eerbied
zullen vertonen voor de instellingen van de kerk, zal hun werk aanvaard worden
als een manifestatie van goddelijke macht.
De onderscheidingslijn tussen belijdende christenen en goddeloze is nu reeds
nauwelijks te onderscheiden. Kerkleden beminnen de wereld en zijn bereid zich
met haar te verenigen, en Satan komt ertoe van hen te verenigen in één lichaam
en kan aldus zijn zaak kracht bijzetten, door allen in te lijven in de rangen
van het spiritisme. Pausgezinden die prat gaan op mirakels als een teken van de
ware kerk, zullen gereed zijn om bedrogen te worden door deze wonder-werkende
kracht; en de Protestanten doordat zij het schild van de waarheid hebben
weggegooid, zullen ook bedrogen worden. Pausgezinden, protestanten en
wereldlingen zullen allen samen de vorm van godsdienst aannemen zonder de
kracht ervan, en zij zullen in deze vereniging een grote beweging zien voor de
bekering van de wereld en de inleiding tot het lang verwachte millennium. Door
spiritisme, komt Satan voor als een weldoener van het mensenras, de zieken
helend en bewerend, dat hij een nieuw en beter systeem van religieus geloof
brengt, werkt hij ter zelve tijde als een vernietiger. Zijn bekoringen leiden
menigten naar de afgrond. Onmatigheid onttroont de rede;toegeving aan
sensualiteit, strijd en bloedvergieten volgen hierop. Satan schept zijn behagen
in oorlog, want hierdoor worden de sterkste passief van de ziel opgehitst dan
worden de slachtoffers naar de eeuwigheid gezonden gedompeld in ondeugd en
bloed. Het is zijn doel de naties tegen elkander op te jagen in oorlog, want
aldus kan hij de geest van het volk afleiden van het werk van voorbereiding om
stand te houden in de grote dag van God. Satan werkt doorheen de
natuurelementen om zijn oogst te verzamelen van onvoorbereide zielen. Hij heeft
de geheimen van de laboratoria van de natuur bestudeerd en hij gebruikt al zijn
macht om deze elementen te controleren voor zover het God toelaat. Als hij
toelating kreeg om Job te kwellen, hoe vlug werden zijn kudden, herders,
dienaren, huizen en kinderen weggeveegd, de ene ramp de andere opvolgend als in
één ogenblik. Het is God die Zijn schepselen beschermt en beschut tegen de
macht van de vernietiger. Maar de Christelijke wereld heeft de wet van Jehova
bespot, en de Heer zal juist doen wat Hij verklaard heeft dat Hij zou doen: Hij
zal Zijn zegeningen terugtrekken van de aarde en Zijn beschermende zorg van
dezen, die opstandig zijn tegen Zijn wet en die leren en dwingen aan anderen te
doen wat zij doen. Satan heeft macht op allen, waarover God niet speciaal
waakt. Hij zal er sommigen begunstigen en voorspoedig maken om Zijn eigen doel
te bereiken, en hij zal verwarring brengen bij anderen en de mens laten
geloven, dat het God is die hen in ellende stort. Terwijl hij verschijnt aan de
kinderen van mensen als een grote heelmeester, die al hun ziekten kan genezen,
zal hij ziekte en ramp veroorzaken, totdat bevolkte steden herleid worden tot
uitroeiing en verlatenheid. Reeds nu is hij aan het werk. In ongelukken en
rampen te land en te zee, in grote branden, in sterke tornados en zware
hagelstormen, in tempeesten, overstromingen, cyclonen, vloedgolven en
aardbevingen, overal en in duizenden vormen, oefent Satan zijn macht uit. Hij
vernietigt de rijpende oogst, en hongersnood en wee volgt hierop. Hij geeft aan
de lucht een dodende uitwaseming en duizenden sterven ervan. Deze bezoekingen
zullen in de toekomst meer voorkomen en rampspoediger worden. Vernietiging zal
vallen zowel op mens als op dier. "Het land treurt, het verwelkt, het aardrijk
kwijnt, het verwelkt; de oogsten van het volk des lands kwijnen; " Want het
land is bevlekt vanwege zijne inwoners, want zij overtreden de wetten, zij
veranderen de inzetting, zij vernietigen het eeuwig verbond."Jes.24:4,5.
En dan zal de grote verleider de mens willen overtuigen, dat deze, die God
dienen de oorzaak zijn van deze kwade dingen. Deze, die de misnoegdheid van de
hemel veroorzaakt hebben, zullen allen hun tegenspoed werpen op dezen die
gehoorzaam zijn aan de wetten van God, welke een voortdurend verwijt zijn voor
de overtreders. Het zal uitgesproken worden dat de mens God misnoegd heeft door
het overtreden van de Zondag als Sabbat; dat deze zonde de rampen, veroorzaakt
heeft, die niet zullen ophouden totdat de zondagviering strikt
zal opgelegd worden; en dat deze, die de eis van het vierde gebod voorhouden,
en aldus de eerbied voor de Zondag te niet doen, verstoorders zijn van het
volk, hun herstel in de gunst van God en hun tijdelijk voorspoed belemmerend.
Zo zal de beschuldiging van ouds, die op het volk van God gelegd werd herh9ald
worden en op dezelfde gronden gevestigd worden: "En het geschiedde als Achab
Elia zag, dat Achab tot hem zegde : Zijt gij die beroerder Israëls? Toen zeide
hij: Ik heb Israel niet beroerd, maar gij en uws vaders huis, daarmede dat gij
lieden de geboden des lieeren verlaten hebt en de Baiils nagevolgd zijt. "
1.Kon.18:17,18. Als de wraak van het volk zal opgehitst zijn door valse
beschuldigingen, zullen zij op dezelfde manier handelen met de godsgezanten.
De mirakel werkende macht geopenbaard door het spiritisme zal haar invloed
uitoefenen tegen dezen, die kozen te gehoorzamen aan God eerder dan aan mensen.
Mededelingen van de geesten zullen verklaren dat God hengezonden heeft om de
verwerpers van de Zondag te overtuigen van hun dwaling, door hen onder het oog
te brengen dat de wetten van het land moeten gehoorzaamd worden juist zoals de
wet van God. Zij zullen de grote boosheid in de wereld betreuren en de
getuigenis van de rellgieuse leiders steunen die zeggen dat deze ontaarde staat
van de moraliteit veroorzaakt is door de ontheiliging van de Zondag. Groot zal
de verontwaardiging zijn verwekt tegen dezen die deze getuigenis weigeren van
aan te nemen.
De methode van Satan in dit eindkonflikt met Gods volk is dezelfde die hij
gebruikte bij de opening van de grote strijd in de hemel. Hij beweerde zoekend
te zijn om de stabiliteit van het goddelijk bestuur in de hemel te bevorderen.
terwijl hij in het geheim alles in het werk zet om het omver te werpen. En hij
beschuldigde de engelen van het werk te doen, waar hij zelf mee bezig was.
Dezelfde manier van misleiden heeft de geschiedenis van de Roomse Kerk
gekenmerkt. Zij heeft beleden te handelen als de stede houder van de hemel,
terwijl zij zocht om zichzelf te verheffen boven God en om de wet te
veranderen. Onder de heerschappij van Rome„ werden deze, die de dood
ondergingen voor hun trouw aan het evangelie, aangeklaagd als kwaaddoeners; men
dacht dat zij heulden met Satan; en ieder mogelijk middel werd gebruikt om hen
te overladen met verwijt, om te schijnen inde ogen van het volk en soms bijna
in hun eigen ogen als de gemeenste boosdoeners. Zo zal het ook nu zijn. Terwijl
Satan zoekt om deze te vernietigen, die Gods wet eren, zal hij veroorzaken, dat
zij beschuldigd worden als wetbrekers, als mensen, die God onteren en zijn
oordelen brengen op de wereld. God legt nooit geen dwang op de wil noch op het
geweten. Maar Satans bestendige inspanning, van zeggenschap uit te oefenen op
dezen, die hij anders niet kan overwinnen,bereikt hij door dwang bij middel van
wreedheid. Door vrees of dwang poogt hij te heersen over de gewetens en voor
zichzelf eer te verzekeren. Om dit te volbrengen, werkt hij door religieuze en
seculiere autoriteiten, hen bewegend om menselijke wetten op te leggen in
strijd met de wet van 'god. Deze, die de bijbelsabbat eren, zullen aangeklaagd
worden als vijanden van de wet en de orde, alsof zij de morele beperking van de
gemeenschap afbreken, anarchie veroorzakend, en verderf, en het oordeel van God
op hun hoofd trekkend in de wereld. Hun gewetensbezwaren zullen aanzien worden
als koppigheid en verachting van het gezag. Zij zullen beschuldigd worden van
ontevredenheid tegenover het gouvernement. Bedienaars, die de verplichting van
de goddelijke wet ontkennen, zullen eveneens verklaren, van op de preekstoel
dat gehoorzaamheid verschuldigd is aan de civiele gezagdragers, als door God
bevolen. In wetszalen en gerechtshoven zullen de geboden houders verkeerd
voorgesteld en veroordeeld worden. Een valse betekenis zal aan hun woorden
gegeven worden en een ongunstige uitleg zal aan hun beweegredenen gegeven
worden. Als de protestantse kerken de klare Scripturale argumenten verwerpen
ter verdediging van Gods wet, zullen zij verlangen van dezen tot zwijgen te
brengen, wiens geloof zij door de bijbel niet kunnen doen wankelen. Ofschoon
zij hun ogen toedoen voor dit feit, nemen zij nu reeds een richting aan, die
zal leiden tot vervolging van hen, die in geweten weigeren te doen wat de rest
van de Christelijke wereld wel doet, en die de eisen van de Pauselijke Sabbat
herkennen.
De hoogwaardigheidbekleders van de kerk en van de Staat zullen zich verenigen
om allen om te kopen, te overtuigen en te verplichten om de zondag te eeren.
Het gebrek aan goddelijk autoriteit zal vervangen worden door onderdrukkende
verordeningen. Politieke corruptie doodt liefde voor gerechtigheid en in
achtneming van de waarheid; en zelfs in het vrije Amerika, zullen wetgevers, om
hun publieke gunst te verzekeren, toegeven aan de algemene vraag tot het
dwingen van het vieren van de Zondag. Vrijheid van geweten, die zo een groot
offer gekost heeft, zal niet langer gerespecteerd worden. In het spoedig komend
conflict zullen wij de woorden van de profeet in vervulling zien gaan" En de
draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen
van haar zaad, die de geboden Gods bewaren en de getuigenis van Jezus Christus
hebben. " Op 12 : Groot Confl:" 587-92. Lees Openb.18:1,2,4.
Deze schriftuurtekst wijst naar een tijd, wanneer de aankondiging van de val
van Babylon zoals gedaan door de tweede engel van Openb. 14 (vers 8), moet
herhaald worden, met de bijkomende vermelding van de corruptie die binnen
gekomen is in de verschillende organisaties, waaruit Babylon bestaat, sinds dat
de eerste boodschap gegeven geweest is in de zomer van 1844. Er wordt hier een
verschrikkelijke toestand van de religieuze wereld beschreven. Met ieder
verwerping van de waarheid zullen de geesten van het volk meer verduisterd
worden, hun hart meer verhard, totdat zij zullen verschanst zijn in hun
verharding in het ongeloof. Spijts de waarschuwing die God gegeven heeft, gaan
zij voort met op één van de wetten van de decaloog te trappen, totdat zij
geleid worden om deze te vervolgen, die deze wet heilig houden. Christus wordt
gesmaad in de minachting die op Zijn woord en op Zijn volk geplaatst worden.
Als de onderrichtingen van het spiritisme aangenomen worden door de kerken,
wordt de beperking, gelegd op het vleselijke hart, weggenomen en de belijdenis
van religie zal een dekmantel worden voor de laagste ongerechtigheden. Het
geloof in spiritistische manifestaties opent de deur voor verleidende geesten
en leringen van duivels, en aldus zal de invloed van boze engelen gevoed worden
in de kerken. Van Babylon, in de tijd die hier besproken wordt in deze
profetie, wordt verklaard: "Wat hare zonden zijn de eene de ander gevolgd tot
den hemel toe, en God is hare ongerechtigheden gedachtig geworden. " Op.18:5.
Zij heeft de maat van haar schuld vervuld, en vernietiging is op het punt van
op haar terecht te komen. Maar God heeft nog een volk in Babylon en vóór Gods
oordelen vallen moeten deze getrouwen uit Babylon geroepen worden, opdat zij "
aan haar zonden geen gemeenschap hebben en opdat zij van haar plagen niet
ontvangen". Vandaar de beweging , afgebeeld door de engel, die uit de hemel
komt, de aarde verlichtend met zijn glorie en die roept met een machtige stem
de zonden van Babylon aankondigend. In verband met zijn boodschap wordt de
kreet gehoord: Kom uit van haar, Mijn volk…. "Deze aankondiging, zich
aansluitend met de derde engelenboodschap , maakt de laatste waarschuwing uit
die aan de inwoners van de aarde moet gegeven worden. Vreselijk is het
resultaat waarin de wereld moet gebracht worden, De machten van de aarde, zich
verenigend om te strijden tegen de geboden van God, zullen uitroepen dat " dat
allen, kleinen en groeten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten",
(Openb.13:16 ) zich moeten aanpassen aan de gewoonten van de kerk door het
houden van de valse Sabbat. Allen die zullen weigeren van toe te geven zullen
burgerlijke straffen ondergaan, en het zal erop uitlopen, dat er verklaard
wordt, dat zij de dood schuldig zijn. Anderzijds eist de wet van God, de
Scheppers rustdag opleggend, gehoorzaamheid en dreigt met toorn, allen die dit
voorschrift overtreden.
Hij die dit resultaat klaar voor ogen heeft en toch op Gods wet trapt om een
menselijke instelling te gehoorzamen, ontvangt het merkteken van het beest; Hij
aanvaardt het teken van trouw aan de macht, die hij gekozen heeft te
gehoorzamen in plaats van God. De waarschuwing van de hemel luidt als volgt :
Lees Op.14 :9-10. Maar niemand moet de wraak van God op zich krijgen vóór dat
hij de waarheid die tot zijn geest en tot zijn geweten gebracht zijn, verworpen
heeft. Er zijn velen, die nooit een gelegenheid gehad hebben om de speciale
waarheid voor deze tijd te horen. De verplichting van het vierde gebod is nooit
voor hen gezet geweest in zijn waar licht. Hij die aller harten doorgrondt, en
ieder beweegreden kent, zal niemand achterlaten, die begeert naar de kennis van
de waarheid, om bedrogen te worden nopens de uitslag van de strijd. Het dekreet
zal niet blindelings op het volk gelegd worden. Een ieder moet genoeg licht
hebben om verstandig zijn besluit te nemen. De Sabbat zal de grote test van
getrouwheid uitmaken, want het is het punt van de waarheid speciaal in
betwisting gebracht. Als de eindtest er zal toe gekomen zijn van gelegd te zijn
op de mens, dan zal er een onderscheidingslijn getrokken worden tussen deze,
die God dienen en deze die Hem niet dienen. Terwijl de inachtneming van de
valse Sabbat, in overeenstemming met de wet van de staat, in tegenstelling met
het vierde gebod, een erkentenis zal zijn van overeenkomst met de macht, die in
oppositie is met God, is de ware Sabbat, in gehoorzaamheid aan de wet van God,
een bewijs van trouw aan de Schepper. Terwijl de Bene klasse, door het teken
van onderwerping aan de aardse machten te aanvaarden, het merkteken van het
beest ontvangen, ontvangende anderen, door het teken van trouw aan de
goddelijke autoriteit te kiezen, het zegel van God. Tot hiertoe zijn deze, die
de waarheden van de derde engelenboodschap verkondigden aanzien geweest als
alarmisten. Hun voorspelling dat religieuze onverdraagzaamheid de overhand zou
hebben in de Verenigde Staten, dat kerk en staat zich zouden verenigen om deze
te vervolgen die de geboden van God onderhouden, zijn als grondeloos en absurd
aanzien geweest. Het is confidentieel verklaard geweest, dat dit land nooit
anders zou kunnen worden dan het geweest is:De verdediger van religieuze
vrijheid. Maar als de kwestie van Zondagviering overal in het gedrang komt, dan
wordt de gebeurtenis die zolang betwijfeld en niet geloofd geweest is, gezien,
als naderend, en de derde engelenboodschap zal een effect hebben, dat zij
vroeger niet kon gehad hebben.
In alle generaties heeft God Zijn boodschappers gezonden om zonden te berispen.
Zowel in de wereld als in de kerk. Maar het volk begeert zoete dingen te horen
en de reine onbedekte waarheid is niet aanvaardbaar. Vele hervormers, als zij
aan dit werk begonnen, namen zich voor van grote voorzichtigheid aan de dag te
leggen bij het aanvallen van de zonden van de kerk en van de natie; Zij
hoopten, door het voorbeeld van rein Christelijk leven, het volk te leiden naar
de leerstellingen van de bijbel. Maar de Geest van God kwam op hen als hij kwam
op Eliah, hem bewegend om de zonden van de boze koning, en van een afvallig
volk te berispen. Zij konden zich niet inhouden van de volle uitspraken van de
Bijbel-doctrines te prediken. Leerstellingen die zij niet gaarne wilden
voorstellen. Zij voelden zich gedrongen van ijverig de volle waarheid en het
gevaar dat hun ziel bedreigden te verkondigen. De woorden, die de Heer hen gaf,
spraken zij uit, zonder vrees voor de gevolgen, en het volk was verplicht van
de waarschuwing te horen.
Op deze wijze zal de derde engelenboodschap verkondigd worden de tijd komt dat
hij gegeven moet worden met zeer grote kracht, zal de Heer werken door nederige
instrumenten, de geesten van leidend, die zich aan Zijn dienst wijden. De
arbeiders zullen bevoegd worden eerder door de zalving van de Heilige Geest dan
door de training in literaire scholen. Mannen van geloof en gebed zullen
gedrongen worden om voorwaarts te gaan met een heilig ijver, om het woord dat
God hen gegeven heeft, te verkondigen. De zonden van Babylon zullen opengelegd
worden. De te vrezen resultaten van het opleggen van de kerkelijke
voorschriften door burgerlijke gezaghebbers , het invoeren van spiritisme, de
standvastige en vlugge vooruitgang van de pauselijke macht, alles zal
ontmaskerd worden. Door deze plechtige waarschuwing zal het volk bewogen
worden. Duizenden en duizenden zullen luisteren, naar woorden zoals zij nooit
gehoord hebben. Met verwondering vernemen zij dat Babylon de Kerk is, gevallen
wegens haar dwalingen en zonden, wegens haar verwerpen van de waarheid die naar
haar gezonden is vanuit de hemel. Als het volk naar zijn vorige onderrichtes
gaat met de scherpe vraag: zijn deze dingen zo? Stellen predikers fabels voor,
profeteren zoete dingen, om hun vrees te verzachten en hun opgeschrikt geweten
te stillen. Maar aangezien velen zich niet willen tevreden stellen met louter
alleen het gezag van mensen en een volle "Zo zegt de Heer" wensen zulke de
predikers gelijk de Farizeeën van ouds, vertoornd als hun gezag in twijfel
wordt getrokken, de boodschap aan Satan toeschrijven en de zonde minnende
menigte ophitsen om deze te vervolgen, die deze boodschap verkondigen.
Als de strijd nieuwe velden bereikt en de geest van het volk gevestigd wordt op
het overtreden van Gods wet, is Satan in actie. De macht waarmede de boodschap
gepaard gaat zal a»e anderen razend maken, die er tegen opkomen. De
geestelijkheid zal bovenmenselijke krachten in het werk zetten om het licht uit
te schakelen, opdat het niet zou schijnen op de kudden. Door alle middels, die
ter beschikking staan zullen zij pogen de discussies nopens deze vitale
kwesties te smoren. De kerk doet beroep op de machtige hand van de staat en
hiervoor verenigen zich Pausgezinden en protestanten.
Als de beweging voor het opleggen den de Zondag stoutmoediger en beslister
wordt, zal de wet ingeroepen worden tegen de geboden houders. Zij zullen
bedreigd worden met geldboeten en met gevangenisstraf en aan sommigen zullen
invloedrijke betrekkingen, aan anderen beloningen en voordelen aangeboden
worden om hun geloof te verzaken. Maar hun beslist antwoord is : "Toon ons
vanuit het woord van God waar wij dwalen. " Hetzelfde pleidooi werd gegeven
door Luther in dezelfde omstandigheden. Deze, die voor het gerechtshof gebracht
worden verdedigen op een krachtige wijze de waarheid, en sommigen, die hen
horen worden ertoe gebracht om hun plaats te kiezen om alle geboden van God te
onderhouden. Aldus zal het licht gebracht worden voor duizenden die anders de
waarheid niet zouden gekend hebben. Gewetensvol gehoorzamen aan het woord van
God zal aanzien worden als opstandigheid. Verblind door Satan, zullen de ouders
hardheid en strengheid toepassen op hun gelovige kinders, de meesters of
meesteressen zullen de geboden houdende dienaar onderdrukken. Genegenheid zal
vervreemd worden. Kinderen zullen onterfd worden en van huis weggezonden
worden. Het woord van Paulus zal zich letterlijk vervullen : "Allen, die willen
godzaliglijk leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden. " 2,Tim.3:12.
Als de verdedigers van de waarheid weigeren de Zondag te vieren worden sommigen
van hen in de gevangenis gebracht, anderen verbannen, anderen behandeld als
slaven voor het menselijk begrip en wijsheid schijnt dit alles nu onmogelijk te
zijn, maar als de terughoudende macht van de Geest van God zal teruggetrokken
zijn van de mens, en zij onder toezicht zullen staan van Satan, die de
goddelijke voorschriften haat, zal er een vreemdsoortige ontwikkeling zijn. Het
hart kan zeer wreed zijn, als de vreze Gods en de liefde voor God weggenomen
worden.
Als de storm nadert, geeft een groot aantal van dezen, die geloof in de
engelenboodschap beleden hebben, maar die niet geheiligd geweest zijn door de
waarheid, door gehoorzaamheid aan de waarheid, hun positie op en sluiten aan
met de rangen van de oppositie. Door zich met de wereld te verenigen en deel te
nemen aan zijn geest, zijn zij er toe gekomen van de zaken te zien op ongeveer
dezelfde wijze , en als zij getest worden, zijn zij gereed om de gemakkelijke
weg te kiezen, de algemeen geldende kant. Mensen met talent en met aangenaam
voorkomen, die zich eens verheugd hebben in de waarheid, gebruiken hun talent
om zielen te bedriegen en te misleiden. Zij worden de bitterste vijanden van
hun vroegere broeders. Als de Sabbat houders voor het gerecht gebracht worden
om te getuigen nopens hun geloof, zijn deze afvalligen de meest efficiënte
agenten van Satan om verkeerd uit te leggen en hen te beschuldigen, en door
valse verklaringen en zinspelingen de leiders op te hitsen tegen hen.
In deze tijd van vervolging zal het geloof van de dienaren van God beproefd
worden. Zij hebben getrouw de waarschuwing gegeven, naar God opziende en naar
Zijn woord alleen. De Geest van God die hun hart bewoog, heeft hun gedwongen te
spreken. Gedreven door heilige ijver en sterk gedreven door de goddelijke
stuwkracht zijn zij ingegaan op het volbrengen van hun plichten zonder koude
berekening van de gevolgen van hun spreken tot het volk van het woord, dat de
Heer hen gegeven had. Zij hebben huntijdelijke voordelen niet nagegaan,' noch
gezocht van hun reputatie of hun leven in stand te houden. Nu als de storm van
oppositie en verwijt op hen losbreekt, zijn sommigen, overweldigd door
verslagenheid, gereed om uit te roepen: Hadden wij de gevolgen moeten voorzien,
van onze woorden, dan zouden wij stilgezwegen hebben. " Zij worden omgeven van
moeilijkheden. Satan valt ze aan met sterke bekoringen. Het werk, dat zij
ondernomen hebben schijnt ver beneden hun mogelijkheid om volbracht te worden.
Zij worden bedreigd met vernietiging. Het enthousiasme dat hun bezielde is weg;
toch kunnen zij niet terug. Dan hun uiterlijke hulpeloosheid aanvoelend,
vluchten zij naar de Machtige om kracht. Zij herinneren zich, dat de woorden,
die zij gesproken hebben de hunne niet waren, maar die van Hem, die hen
gevraagd had van de waarschuwing te geven. God plaatste de waarheid in hun
hart, en zij konden niet anders dan ze te verkondigen.
Dezelfde beproevingen overkwamen mannen in het verleden. Wycleff, Huss, Luther,
Tyndale, Baxter, Wesley, beweerden dat alle doctrines de test van de Bijbel
moesten ondergaan en verklaarden dat zij alles zouden opgeven, wat de bijbel
veroordeelde. Tegen deze mensen raasde de vervolging met woede; toch hielden
zij niet op de waarheid te verkondigen. Iedere periode in de geschiedenis wordt
gekenmerkt door de ontwikkeling van een of ander speciale waarheid, aangepast
aan de noodwendigheden van Gods volk gedurende die tijd. Iedere nieuwe waarheid
heeft haar weg gemaakt doorheen haat en tegenkanting; deze, die gezegend werden
met dit licht werden bekoord en beproefd. De Heer geeft een speciale waarheid
voor het volk in noodtoestand. Wie durft weigeren van ze te verspreiden? Hij
beveelt Zijn dienaren van de laatste uitnodiging van barmhartigheid aan de
wereld te verkondigen. Zij kunnen niet zwijgen tenzij op gevaar af van hun
ziel. Christus' vertegenwoordigers hangen niet af van de gevolgen. Zij moeten
hun plicht vervullen en de resultaten aan God overlaten. Als de tegenstand
feller wordt, zijn de dienaars van God opnieuw onthutst; want het schijnt alsof
zij zelf de oorzaak zijn van de crisis. Maar het geweten en het woord van God
verzekeren hen dat hun handelwijze juist is; en afschoon de beproevingen
aanhouden, worden zij gesterkt om ze te dragen. De tegenstand groeit aan, maar
hun geloof en moed stijgen in proportie met de noodtoestand. Hun getuigenis
is:"Wij durven niet tornen aan Gods woord, Zijn heilige wet scheidend ; het ene
deel als belangrijk aanziend, en het andere als onbelangrijk, om de gunst van
de wereld te winnen. De Heer die wij dienen is in staat ons te bevrijden.
Christus heeft de machten van de aarde overwonnen en zullen wij bevreesd zijn
van de wereld, die reeds overwonnen is ? Vervolging in zijn verschillende
vormen is de ontwikkeling van een princiep, dat zal bestaan zolang als Satan
bestaat en Christenheid een vitale macht heeft. Niemand kan God dienen zonder
dat hij tegen zich de tegenkanting van de heiren van de duisternis trekt. Kade
engelen zullen hem aanvallen, in alarm gebracht door dat hij hun prooi uit de
hand rukt. Kwade mensen bestraft door zijn voorbeeld, zullen zich met hen
verenigen om hem van God af te trekken door verleidelijke beweringen. Als dit
niet slaagt, dan wordt een dwingende macht gebruikt om het geweten te dwingen.
Maar zolang Jezus de voorspreker is in het heiligdom boven, wordt de
terughoudende invloed van de Heilige Geest gevoeld op de leiders en het volk.
Hij beheerst steeds tot een zekere mate de wetten van het land. Ware het niet
van deze wetten, de toestand van de wereld zou veel slechter zijn dan hij nu
is. Terwijl vele van onze leidersactieve agenten zijn van de Satan, heeft God
ook Zijn agenten in het leidende korps van het land. De vijand beïnvloedt zijn
dienaren om maatregelen te laten treffen, die het werk van God grotelijks
tegengaan; maar staatslieden, die de Heer vrezen worden beïnvloed door de
heilige engelen om zulke voorstellen tegen te gaan met onweerlegbare
argumenten. Dus kunnen een klein aantal mensen een machtige stroom van kwaad in
bedwang houden. De tegenkanting van vijanden van de waarheid zal in bedwang
worden,opdat de derde engelenboodschap zou kunnen verkondigd worden, en haar
werk doen. Als de laatst waarschuwing zal gegeven worden, zal ze de aandacht
van deze leidende mannen trekken, door wiep de Heer nu werkzaam is, en sommigen
van hen zullen de waarheid aanvaarden, en zullen zich plaatsen met het volk van
God doorheen de tijd van benauwdheid. De engel, die samen werkt om de derde
engelenboodschap uit te roepen moet de ganse aarde verlichten met zijn
heerlijkheid. Er wordt hem een werk voorspeld, van wereldwijde uitgestrektheid
en ongewone macht. De adventbeweging van 1840-44. was een glorieuze openbaring
van de macht van God; de eerste engelenboodschap werd gedragen naar ieder
missioneringstations in de wereld, en in sommige landen was de grootste
religieuze interesse die getuigd geweest was sedert de Reformatie van de 16de
eeuw; maar deze zal overtroffen worden door de machtige beweging onder de
laatste verwittiging van de derde engel.
Het werk zal hetzelfde zijn van dat van de dagen van Pinksteren. Zoals de
eerste regen viel, bij de uitstorting van de Heilige Geest bij het begin van
het evangelie, om het kostbare zaad te laten ontkiemen, zo zal de late regen
gegeven worden voor het rijpen van de oogst.' Dan zullen wij kennen, wij zullen
vervolgen om den Heer te kennen, zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij
zal tot ons komen als de vroege regen, als de spade regen en vroege regen des
lands. "Hosea 6:3. "En gij kinderen van Sion, verheugt u, en zijt blijde in den
Heere, uwen God; want hij zal u geven dien leeraar ter gerechtigheid, en Hij
zal u den regen doen nederdalen, den vroegen regen en den spaden regen in de
eerst maand; "Joel 12:23. "En het zal zijn in de laatst dagen (zegt de God) Ik
zal uitstorten van mijnen Geest op alle vleesch" "en het zal zijn, dat een
iegelijk, die den naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden."Hand.2:17,
21.
Het grote werk van het evangelie kan niet sluiten met minder openbaring van de
macht van God dan de opening ervan kenmerkte. De profetieën, die vervuld werden
in de uitstorting van de vroege regen bij de opening van het evangelie moeten
opnieuw vervuld worden in de late regen bij liet einde ervan. Hier zijn de
tijden van verfrissing, waar de apostel Petrus naar opziet als hij zegt :
"Betert u dan en bekeert u, opdat uwe zonden mogen uitgewischt worden, wanneer
de tijden der verkoeling zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren, en
Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, die u te voren gepredikt is. Hand. 3 :
19, 20. Dienaren van God, met hun aangezicht verlicht en schijnend met de
heilige toewijding, zullen zich spoeden van plaats tot plaats om de boodschap
van de hemel te verkondigen. Door duizende stemmen over de ganse aarde, zal de
waarschuwing gegeven worden. Mirakels zullen gewrocht worden, de zieken zullen
geheeld worden, en tekenen en wonders zullen de gelovigen volgen. Satan werkt
ook met bedrieglijke wonders,zelfs zal hij vuur uit de hemel doen nederdalen
voor het zicht van de mensen. Openb.13:13. Zo zullen de inwoners van de aarde
ertoe gebracht worden om hun standpunt in te nemen.
De boodschap zal niet zozeer door argumenten verspreid worden, maar door de
diepe overtuiging van de Heilige Geest. De argumenten zijn gegeven geweest. Het
zaad is gezaaid geweest en nu zal het ontkiemen en vrucht voortbrengen. De
publicaties verspreid door missionarissen hebben hun invloed uitgeoefend, toch
velen, wiens geest onder de indruk was, zijn belet geweest van tenvolle te
begrijpen, of van gehoorzaamheid te schenken aan de waarheid. Nu dringen de
lichtstralen, overal binnen, de waarheid wordt gezien in haar klaarheid,en de
oprechte kinderen van God breken de banden, die hen gebonden hebben. Familie
banden, kerkrelaties, zijn machteloos, om hen nu tegen te houden. De waarheid
is -kostbaarder dan alle bijkomstigheden. Niettegenstaande de elementen, die
tegen de waarheid samengebundeld worden, neemt een groot getal de zijde van de
Heer. 603-612. Idem. Als Gods tegenwoordigheid ten laatste teruggetrokken was
van de Joodse natie, wisten het de priesters en het volk niet. Ofschoon zij
onder de macht van de Satan waren, en gedreven werden door de
verschrikkelijkste en kwaadaardigste passies, aanzagen ze zich nog steeds als
het uitverkoren volk van God. De bediening in de tempel ging verder; offers
werden opgedragen op hun bevuilde altaren en dagelijks werd de goddelijke zegen
opgeroepen over het volk,schuldig aan het bloed van Gods dierbare Zoon, en
zoekend om Zijn bedienaars,de apostelen te doden. Zo, als de onherroepelijke
beslissing van het heiligdom uitgesproken geweest is en het lot van de wereld
voor tijd vastgelegd is, zullen de inwoners van de aarde het ook niet weten. De
vorm van religie zal voortgaan bij het volk van wien de Geest van God zich
teruggetrokken heeft; en de satanische ijver waarmede de prins van het kwaad
hen zal inspireren voor het vervullen van zijn boosaardig doel, zal de schijn
dragen van de ijver voor God.
Als de Sabbat het speciale punt van tegenkanting geworden is, voor het ganse
christendom en religieuze en seculiere autoriteiten zich zullen bijeen gevoegd
hebben om de viering van de Zondag te dwingen, dan zal het volgehouden weigeren
van een kleine minderheid om aan de algemene eis te voldoen, van hen voorwerpen
maken van algemene verfoeiing . Het zal gezegd worden dat de weinigen die in
tegenkanting staan tegen een instelling van de kerk en een wet van de Staat
niet moeten geduld worden; dat het beter is dat zij lijden dan dat de ganse
natie gestort wordt in verwarring en wetteloosheid. Hetzelfde argument werd
1800 jaar geleden geurt tegen Christus door de "leiders van het volk" "dat het
ons nut is dat één mensch sterve voor het volk, en het geheele volk niet
verloren ga. "Joh 11 :50, zegde de sluwe Kajifas. Dit argument zal beslissend
zijn; en een dekreet zal tenlaatste uitgevaardigd worden tegen dezen, die de
Sabbat heiligen, hen schuldig houdend voor de strengste straf en aan het volk
de vrijheid gevend na een zekere tijd van hen ter dood te brengen. Romanisme in
de oude wereld en het afvallig protestantisme in de Nieuwe zullen een
gelijaard1ge richting volgen tegenover dezen. die al de goddelijke wetten eren.
Idem 615-16.
De tijd waarin wij leven vraagt bestendige waakzaamheid, en de bedienaars,van
God moeten het licht van de Sabbatkwestie voorleggen. Zij moeten de inwoners
van de aarde waarschuwen dat "Christus spoedig zal komen met macht en grote
glorie. De laatste boodschap van waarschuwing aan de wereld moet de mens ertoe
brengen van het groot belang te zien dat God aan Zijn wet hecht. De waarheid
moet zo volledig en klaar naar voorgebracht worden, dat geen overtreder, ze
horend, te verontschuldigen zal zijn, indien hij het belang van de
gehoorzaamheid aan Gods wetten niet onderscheidt.
Ik werd geleerd te zeggen, verzamel uit de schriften de bewijzen dat God de
zevende dag geheiligd heeft, en laat deze bewijzen gelezen worden in de
vergadering. Laat deze, die de waarheid niet gehoord hebben getoond worden dat
allen, die afwijken van een volk "zo zegt de Heer", het resultaat van hun
handelwijze zullen ondergaan. In alle tijden is de Sabbat een test geweest van
trouw aan God. Het is een teken tussen Mij en de kinderen van Israël voor
altijd. " Vele opmerkingen zijn gemaakt geweest, dat onze sprekers in hun
sermoenen blijven stilstaan op de wet en niet genoeg op Jezus. Deze
vaststelling is niet strikt juist, maar is er daar geen reden voor? Stonden er
in de predikstoel geen mannen, die geen ware bevinding hebben in de dingen van
God, mannen, die de gerechtigheid van Christus niet ontvangen hebben? Vele van
onze predikers hebben juist maar gepredikt, onderwerpen voorstellend op een
wijze dat zij leiden tot argumentatie, en schaars de reddende macht van
Christus vermelden. Hun getuigenis was ontbloot van het reddende bloed van
Christus. Hun offerande geleek op deze van Kaïn, Hij bracht naar de Heer het
fruit van het veld, dat op zichzelf aanvaardbaar was voor de Heer. Inderdaad
het fruit was zeer goed maar de kracht van de offerande, het bloed van het
geslachte lam, het bloed van .Christus voorstellend, ontbrak. Zo is het jok met
de sermoenen zonder Christus. De mensen worden er niet door aangespoord in hun
hart, zij worden er niet toe gebracht van te zeggen: Wat moet ik doen om gered
te worden? Van alle belijdende Christenen moeten de zevende dags adventisten,
de eerste zijn om Christus te verheffen voor de wereld. De verkondiging van de
derde engelenboodschap vraagt naar de verkondiging van de Sabbatwaarheid. Deze
waarheid met nog andere in de boodschap begrepen, moeten verkondigd worden.
Maar het grote centrum van aantrekking, Christus Jezus, mag niet op zij gelaten
worden. Het is op het kruis van Christus dat barmhartigheid en waarheid
elkander kussen. De Zondaar moet ertoe gebracht worden van op te zien naar
cavalerie; met het eenvoudig geloof van een kind moet hij vertrouwen op de
verdiensten van de Heiland, Gospel Workers 149 en 150.
Ik heb er velen ontmoet, die beweren zonder zonde te leven. Maar als deze
personen getest werden door Gods Woord, werden zij bevonden als open
overtreders van Zijn Heilig Wet. De klaarste bewijzen voor de
onvergankelijkheid en de bindende kracht van het vierde gebod kon hun geweten
niet wakker schudden. Zij konden de eisen van God niet ontkennen, maar waagden
het van zichzelf te verontschuldigen in het breken van de Sabbat. Zij beweerden
geheiligd te zijn, en van God te dienen op al de dagen van de week. Vele goede
lieden, zegden zij hielden de Sabbat niet. Als de mens geheiligd ware, zou er
geen veroordeling op hem vallen, als hij de Sabbat niet onderhoudt.
God was te barmhartig om hen te straffen voor het niet onderhouden van de
zevende dag, zij zouden als zonderlingen aanzien worden in de maatschappij als
zij de Sabbat moesten houden, en zouden geen invloed hebben in de wereld. En
zij zouden onderworpen zijn aan de bestaande machten.
Een vrouw in New Hampshire gaf getuigenis in een publieke meeting dat de genade
van God haar hart beheerste en dat zij gans van de Heer was. Zij drukte dan
haar geloof uit dat dit volk veel goed deed in het wakker schudden van de
zondaars omdat zij hun gevaar zouden ontwaren. Zij zegde: "De Sabbat dat deze
mensen ons voorhouden is de enige Sabbat van de bijbel": Zij bevestigde dan dat
haar geest geplaatst geweest was op dit onderwerp. Zij zag grote beproevingen
voor haar, die zij zou tegenkomen als zij de Sabbat zou onderhouden. De
volgende dag kwam zij naar de vergadering en getuigde opnieuw, zeggende dat zij
de Heer gevraagd had of zij de Sabbat moest houden, en Hij had gezegd aan haar
dat zij hem niet moest houden. Haar geest was nu tot rust gekomen nopens dit
onderwerp. Zij gaf dan een sensationele aansporing aan allen om tot de volle
liefde te komen van Jezus, waar er geen veroordeling meer is voor de ziel.
Deze vrouw bezit geen ware heiligmaking, het was God niet die haar zegde dat
zij kon geheiligd worden als zij in ongehoorzaamheid leefde aan één van Zijn
geboden. Gods wet is heilig en niemand kan hem overtreden zonder niet gestraft
te zijn. Deze, die haar vertelde dat zij kon verder Gods wet breken en
zondeloos zijn was de prins van de machten van de duisternis dezelfde die Eva
in Eden, door de slang zegde : "Gij lieden zult den dood niet sterven" Gen.
3:4. Eva vleide zich, dat God te goed was, opdat Hij haar zou straffen voor
ongehoorzaamheid aan zijn uitdrukkelijke geboden. Dezelfde bedrieglijke manier
van uitleggen wordt opgedrongen door duizenden als verontschuldiging voor hun
ongehoorzaamheid aan het vierde gebod. Deze die de geest van Christus hebben
zullen al de geboden onderhouden zonder de omstandigheden in acht te nemen. De
majesteit van de hemel zegt "Gelijkerwijze Ik de geboden Mijns Vaders bewaard
heb, en blijf in Zijn liefde. " Joh.15:10. Adam en Eva durfden de eisen van de
Heer te overtreden, en het verschrikkelijk resultaat van hun zonde, zou moeten
een waarschuwing zijn voor ons om hun voorbeeld niet te volgen van
ongehoorzaamheid. Christus bad voor zijn volgelingen in deze zin: "Heilig hen
in de waarheid: uw woord is de waarheid. "Joh.17:17. Er is geen echte
heiligmaking tenzij door gehoorzaamheid aan de waarheid. Deze, die God beminnen
met gans hun hart zullen al zijn geboden lief hebben. Het geheiligde hart is in
harmonie met de voorschriften van Gods wet: want zij zijn heilig, juist en
goed. Het karakter van God is niet veranderd. Hij is dezelfde naijverige God nu
gelijk Hij dit was op de Sinai, als Hij met Zijn vinger op de stenen tafelen
schreef. Deze, die trappen op Gods Heilige wet kunnen zeggen, "Ik van
geheiligd". Maar om inderdaad geheiligd te zijn, en om te beweren heilig te
zijn, zijn twee verschillende dingen.
Het Nieuw Testament heeft de wet van God niet veranderd. De heiligheid van de
Sabbat van het vierde gebod is stevig bevestigd als de troon van Jehova.
Johannes schrijft : "Een iegelijk, die de zonde doet die doet ook de
ongerechtigheid, want de zonde is de ongerechtigheid, en gij weet, dat Hij
geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zou wegnemen, en geen zonde is in Hem.
Een iegelijk die in Hem blijft, die zondigt niet; Een iegelijk, die zondigt,
die heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend. "Joh 3:4, 6. Wij mogen
dezen, die beweren in Christus te zijn en geheiligd te zijn, terwijl zij in
overtreding leven van Gods wet, op dezelfde wijze aanzien, als de geliefde
apostel. Hij had met dezelfde klas te doen als wij nu. Hij zegde: "Kinderkees,
dat u niemand verleide. Die de rechtvaardigheid doet, die is rechtvaardig,
gelijk Hij rechtvaardig is. Die de zonde doet, is uit den duivel, want de
duivel zondigt van den beginne . Hiertoe is de Zoon Gods geopenbaard, opdat Hij
de werken des duivels verbreken zou. "1 Joh.3:6-8. Hier spreekt de apostel in
volle termen, als hij het gevraagde onderwerp oordeelt. Het epistel van
Johannes ademt een geest van liefde. Maar, als hij in contact komt met dat
soort, dat de wet breekt en toch beweert dat zij zonder zonden leven dan
aarzelt hij niet hen te waarschuwen voor hun te vrezen bedrog. "Indien wij
zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen,
zoo liegen wij, en doen de waarheid niet; maar indien wij in het licht
wandelen, gelijk Hij in het licht is, zoo hebben wij gemeenschap met elkander,
en het bloed van Jezus Christus, zijnen Zoon, reinigt ons van alle zonde.
Indien wij zeggen, dat wij geene zonde hebben, zoo verleiden wij onszelven, en
de waarheid is in ons niet. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en
rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle
ongerechtigheid. Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, zoo maken
wij Hem tot eenen leugenaar, en Zijn woord is niet in ons. " Joh.1:6-10.
Sanctified Life 66-69.
Ik zag dat Jezus niet kwam en Zijn Vaders wet af te schaffen. De tien geboden
moeten voor altijd stand houden. Adam en Eva braken Gods wet en vielen, en de
familie van Adam moest vergaan. God kon Zijn wet niet veranderen noch af
schappen om de mens te redden, die door zijn overtreding zo laag gevallen was,
dat God geen enkele inspanning van zijne kant kon aanvaarden dat hij zou maken
om deze heilige juist en goede wet te houden. Jezus zag de ontaarding van de
mens, en had medelijken met zijn hopeloze toestand. Gans de hemel wist dat God
Zijn wet niet kon veranderen of afschaffen om de mens te redden. Jezus had
medelijden met het gevallen ras en offerde om de wraak van God op zichzelf te
brengen, die de mens moest ondergaan en om te lijden in zijn plaats. De engel
zegt :"Kwam Jezus om de wet zonder kracht te maken en door Zijn dood af te
schaffen? Neen, neen, als Gods wet kon veranderd geweest zijn; Als hij had
kunnen afgeschaft worden, dan zou God zijn Zoon niet moeten geven hebben om een
wrede en schaamtevolle dood te sterven. Maar het feit, dat Jezus Zijn leven
gegeven heeft, bewijst de onveranderbaarheid van de wet van God. Jezus gaf Zijn
leven om de verloren mens van de vloek of schuld, die hij verdiende door
overtreding te verlossen. Hij verhoogde de mens door Zijn vernedering. Hij werd
de stapsteen om de mens te verheffen, opdat hij hand moge leggen op de kracht
van Zijn bloed, om de wet van God te houden, en terug moge gebracht worden om
te eten van het vrucht van de boom van leven, waar Adam en Eva alle recht voor
verloren hadden. De engel zegde :"De arme dwaze mens weet niet wat hij doet.
Hij heeft zijn zwakke hand tegen de Almachtige opgeheven. Hij heeft Gods wet
geminacht. De wet van God is de gouden ketting om de eindige mens te verbinden
aan de oneindige God . Hij bindt de aarde aan de hemel, en de mensen aan God. "
De overtreder staat op het punt van de grote Wetgever te ontmoeten. De wraak
van God heeft lang gesluimerd, maar spoedig, zal zijn wraak met
verschrikkelijke gerechtigheid en zwaar gewicht vallen op de overtreder. En
deze arm die uitgestrekt geweest is in opstand tegen Gods wet, en die de gouden
ketting van binding van de aarde met de hemel en van de mens met God heeft
willen breken, zal verdorren, terwijl de overtreder nog op zijn voeten staat.
Deze tong die trots en hoogvaardig gesproken heeft tegen de wet van God, en die
het vierde gebod zonder uitwerking gemaakt heeft, zal in zijn mond verteerd
worden, terwijl hij nog op zijn voeten staat. Verschrikkelijk zal het lot zijn
van dezen, die Gods wet overtreden, en die anderen ertoe brengen om hetzelfde
hemel tergende pad van opstandigheid op te gaan. Ik werd dan verwezen naar de
vleiende dingen onderwezen door dezen, die de wet van God overtreden. Er werd
mij een schitterend licht getoond, gegeven door God om allen te leiden, die
wilden wandelen in de weg van heil, en ook om te dienen als een waarschuwing
voor de zondaar om voor de wraak van God te vluchten en een gewillige
gehoorzaamheid te schenken aan Zijn eisen. Terwijl dit licht. voorging met
schijnen, was er hoop. Maar er was een periode dat dit licht zou ophouden. Als
hij die heilig is voor altijd heilig zal blijven, en als hij die vuil is vuil
zal blijven. Als Jezus opstond, als Zijn werk beëindigd was in het
allerheiligste, dan zal er geen ander straal licht zijn om uitgereikt te worden
aan de zondaar.
Maar Satan vleit sommigen, doorheen zijn uitgekozen dienaren, zoals hij Eva
vleide in Eden. Gij zult niet zekerlijk sterven, en zij vertellen hen dat er
een tijdstip zal zijn voor bekering, een tijd van beproeving, waarin de vuile
kan rein gemaakt worden. De medewerkers van Satan en zijn engelen plaatsen het
licht in de toekomstige tijd, onderrichtend, dat na de komst van Christus, een
proeftijd komt, wat de zondaar bedriegt, en die de koudhartige leraar naar
vleselijke veiligheid leidt. Hij is onbezorgd en onverschillig en wandelt
struikelend over de uren van zijn proeftijd. Het licht is gemaakt om ver
vooruit te reiken, waar alles volle duisternis is. Michaël staat op. In plaats
van barmhartigheid, voelt de bedrogen zondaar wraak, onvermengd met
barmhartigheid. En zij beseffen te laat deze fatale bedriegerij. Dit plan werd
uitgewerkt door Satan, en wordt uitgevoerd door bedienaars, die de waarheid van
God in een leugen veranderen. 2 Spir. Gifts 274-76.
Ik werd teruggevoerd tot de schepping en werd getoond dat de eerste week,
waarin God het werk van schepping volbracht in zes dagen, rustte op de zevende
dag, juist gelijk een andere week was. De grote God in Zijn scheppingsdagen en
Zijn rustdag mat de eerste cyclus af als een voorbeeld voor de volgende weken
tot het einde der tijden. "Dit zijn de geboorten des hemels en der aarde, als
zij geschapen werden; ten dage als de Heere God de aarde en den hemel maakte,
Gen. 2:4.
God geeft ons de voortbrengsel"n van Zijn werk bij het afsluiten van iedere
letterlijke dag. Iedere dag werd door Hem genoemd een geboorte, want op iedere
dag heeft Hij voortgebracht of doen geboren worden een nieuw deel van zijn
werk. Op de zevende dag van de eerst week heeft God gerust van Zijn werk, en
dan heeft Hij de dag van rust gezegend, en afgezonderd voor het gebruik van de
mens. De wekelijkse cyclus van zeven letterlijke dagen, zes voor de arbeid en
de zevende voor de rust, die behouden geweest is en doorheen de geschiedenis
van de bijbel tot ons gekomen in heeft zijn oorsprong in het grote feit van de
eerst zeven weken.
Als God Zijn wet uitsprak met hoorbare stem op de Sinai, leidde Hij de Sabbat
in door te zeggen: "Gedenk de Sabbat dat gij hem heilig houdt". Hij dan
verklaart definitief wat gedaan zal worden op de zes dagen en wat niet zal
gedaan worden op de zevende dag. Hij dan door het geven van de reden om op deze
wijze de week door te brengen, verwijst hen naar Zijn voorbeeld op de eerste
zeven dagen van de tijd. Want in zes dagen maakte de Heer de hemel en de aarde,
en rustte de zevende dag, waarop de Heer de Sabbatdag zegende en hem heiligde.
" Deze reden schijnt schoon en aanneembaar als wij aannemen dat in het verhaal
van de schepping sprake is van zeven letterlijke dagen. De eerste zes dagen van
iedere week zijn gegeven aan de mens om te werken, omdat God dezelfde periode
van de eerste week gebruikte om Zijn Scheppingswerk te volbrengen. De zevende
dag heeft God voorbehouden als een dag van rust, in herinnering aan Zijn rust
gedurende dezelfde periode van tijd nadat Hij het werk van schepping in zes
dagen volbracht had. Maar de ontrouwe veronderstelling, dat de gebeurtenissen
van de eerst week zeven lange onbepaalde perioden vergt tot vervulling ervan,
is direct in tegenstelling met de grondslag van de Sabbat van het vierde gebod.
Het maakt onbepaald en duister dat wat God duidelijk gemaakt heeft. Het is de
ergste soort van ontrouw; want met velen, die belijden het scheppingsverhaal te
geloven, is het ontrouw in gedekte vorm. Ze beschuldigen God dat Hij de mens de
week van zeven letterlijke dagen doet onderhouden in gedenkenis van zeven
onbepaalde perioden, wat niet overeenkomt met Zijn manier van om gaan met
sterfelijke wezens en wat Zijn wijsheid in het gedrang brengt.
Ontrouwe geologen beweren dat de wereld veel ouder is dan de Bijbel verhaalt.
Zij verwerpen de bijbel, wegens deze dingen die voor hen bewijzen zijn uit de
aarde zelf, dat de wereld tienduizenden jaren bestaat. En velen die het
bijbelverhaal geloven zijn het spoor bijster) wanneer zij moeten verantwoorden
nopens de betekenis van de wonderbare dingen, die gevonden worden In de aarde,
met de vooropgezette idee, dat de scheppingsweek bestaat uit zeven letterlijke
dagen, en dat de wereld nu pas ongeveer zes duizend jaren oud is, deze, om zich
te bevrijden van moeilijkheden op hun weg gebracht door ontrouwe geologen,
nemen het standpunt aan dat de zes dagen van de schepping zes lange perioden
waren , onbepaald, en dat de rustdag van God nog een andere onbepaalde periode
was; aldus maken zij het vierde gebod van Gods Heilige wet zinneloos. Sommigen
namen gretig deze positie aan, want het vernietigt de kracht van het vierde
gebod, en zij voelen zich bevrijd van de eis, die het gebod stelt. Zij hebben
beperkte begrippen over de grote van de mens, het dier, de bomen vóór de vloed,
en van de grote verandering, die toen plaats greep, in de aarde toen.
Beenderen van mensen en dieren werden gevonden in de aarde, in bergen en dalen,
aantonend dat veel groter mensen en dieren eens geleefd hebben op de aarde. Mij
werd getoond dat grote en machtige dieren geleefd hebben, vóór de zondvloed,
die nu niet meer bestaan. Somtijds werden ook oorlogstuigen gevonden; ook
versteend hout. Omdat deze overblijfselen van beenderen veel groter zijn dan
van de levende wezens nu, of dan deze van vele generaties vooraf, besluiten
sommigen, dat de wereld ouder is dan bepaald door de schriftopnamen, die wij
hebben, en dat hij bevolkt was lang vóór het verhaal van de schepping, door een
ras van wezens veel groter van afmetingen dan deze mensen, die nu op de aarde
leven.
Mij is getoond geweest, dat zonder de Bijbelgeschiedenis, de geologie niets kan
bewijzen. Overblijfsels in de aarde bewijzen, dat de staat van de dingen heel
anders was dan nu in verschillende opzichten. Maar de tijd van hun bestaan en
hoelang deze dingen zich in de aarde bevinden, kan alleen begrepen worden door
de bijbelgeschiedenis. Het kan onschuldig schijnen van veronderstellingen te
maken buiten de bijbelgeschiedenis, als onze veronderstellingen niet in
tegenspraak zijn met de feiten, die opgetekend staan in de heilige Schriften.
Maar als de mens het woord van God achterlaat in verband met de geschiedenis
van de Schepping, en zoekt van Gods Scheppingswerken te verantwoorden gesteund
op natuurlijke princiepen, dan komen zij op een eindeloze oceaan van
onzekerheid. Hoe God juist het scheppingswerk volbracht in zes letterlijke
dagen heeft Hij nooit wijs gemaakt aan sterfelijke wezens. Zijn
scheppingswerken zijn even onbegrijpelijk als Zijn bestaan.
De heere is groot en zeer te prijzen, en Zijne grootheid is ondoorgankelijk Ps.
145:3.
"Die groote dingen doet, die men niet doorzoeken kan, en wonderen, die men niet
tellen kan". Job 9:10, God dondert niet Zijne stem zeer wonderbaar, Hij doet
grote dingen en wij begrijpen ze niet "Job 37:5.
“O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk
zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Want: wie heeft de zin
des Heren gekend? Of wie is Hem tot raadsman geweest?”
Rom.11 : 33, 34. Het woord van God is ons gegeven als een lamp voor onze voeten
en een licht op ons pad. Deze die dit Woord weggooien, en zoeken door hun eigen
blinde filosofie de wonderbare mysterie van Jehova uit te stippelen, zullen
struikelen in de duisternis. Een gids is gegeven aan de stervelingen, waardoor
zij Jehova en Zijn wenken kunnen nagaan voor zover het tot hun goed strekt. De
inspiratie geeft ons de geschiedenis van de zondvloed, en verklaart hierdoor
wonderbare mysteries, welke de geologie, onafhankelijk van de inspiratie, nooit
zou kunnen geven. Het is het speciale werk geweest van Satan van de gevallen
mens ertoe te brengen van in opstand te komen tegen Gods bestuur en er maar al
te wel in geslaagd is. Hij heeft gepoogd de wet van God te verduisteren, die op
zichzelf zeer klaar is. Hij heeft een speciale haat geopenbaard tegen het
vierde voorschrift van de decaloog, omdat het de levende God bepaalt, de maker
van de hemelen en de aarde. De klaarste voorschriften van Jehova worden de rug
toegekeerd om onware fabels aan te nemen.
De mens zal zonder verontschuldiging zijn. God heeft voldoende bewijzen gegeven
waarop het geloof kan gegrond vest worden, als Hij tenminste wenst te geloven.
In de laatst dagen zal de aarde bijna ontdaan zijn van Waar ECHT geloof.
Gesteund op louter voorwendsel zal het woord van God als onbetrouwbaar aanzien
worden terwijl menselijke redeneringen zullen aanvaard worden, ofschoon zij in
oppositie zijn met de duidelijke feiten van de bijbel. De mens zal pogen om van
de natuurlijke oorzaken uitgaande,het scheppingswerk uit te leggen, wat God
nooit geopenbaard heeft. Maar menselijke wetenschap kan nooit de geheimen van
God doorgronden, en de verbazingwekkende werken van de schepping uitleggen, die
een mirakel waren van de Almachtige Kracht, zoals het ook niet kan getoond
worden hoe God tot ontstaan kwam. De verborgene dingen zijn voor den Heere ,
Onzen God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en voor onze kinderen tot in
eeuwigheid. "Deut.29:29. Mensen, die belijden bedienaars te zijn van God, laten
hun stem rijzen tegen het onderzoek van de profetie en vertellen aan het volk
dat de profetieën speciaal van Daniel en Johannes duister zijn en dat wij deze
niet kunnen verstaan. Maar sommigen van hen die zich kanten tegen de profetie,
omdat zij duister is, ontvangen begerig de veronderstellingen van de geologen,
die het Mozisch verhaal betwisten. Maar als Gods geopenbaarde wil zo moeilijk
te verstaan is, zouden de mensen zekerlijk hun geloof niet moeten laten rusten
op louter veronderstellingen in verband met dit, wat Hij niet geopenbaard
heeft. Gods wegen zijn niet als onze wegen, noch zijn Zijn gedachten niet als
de onze. De menselijke wetenschap kan nooit uitleg verschaffen voor Zijn
wonderwerken. God schikte het zo, dat mensen, dieren en bomen, veel groter dan
ze nu zijn, en andere dingen, begraven werden onder de aarde ten tijde van de
zondvloed, en daar bewaard werden om aan de mens te bewijzen dat de inwoners
van de oude wereld vergingen door een zondvloed. God wil dat het ontdekken
hiervan in de aarde, het geloof van de mens in de geïnspireerde geschiedenis
zou bevestigen. Maar de mensen, met hun ijdele redenering, maakten een verkeerd
gebruik van deze dingen, die God bepaald had dat zij hen ertoe zouden leiden
Hem te verheffen. Zij vallen in dezelfde dwaling, waarin de mensen van vóór de
vloed vervielen; Zij draaiden deze dingen, die God gegeven had voor hun
welzijn, in een vloek, door ze op een verkeerde manier te gebruiken. 3. Spir.
Gifts. 94 - 96.
De Heer is nu niet minder nauwkeurig in verband met Zijn Sabbat dan wanneer Hij
de vroegere speciale onderrichtingen gaf aan de kinderen van Israël. Hij vroeg
hen van te bakken wat zij moesten bakken, en koken wat zij moesten op de zesde
dag, de voorbereidingsdag voor de rust van de Sabbat. Deze die verwaarlozen van
een voorbereiding t e maken op de vrijdag, en die koken op de Sabbat,
overtreden het vierde gebod, en zijn overtreders van Gods wet. Allen die
bekommerd zijn om de Sabbat te houden volgens het gebod, zullen niets koken op
de Sabbat. Zij zullen , in de vreze Gods, die de wet gaf op de Sinai, zichzelf
bedwingen, en voedsel eten dat op de zesde dag voorbereid werd, zelfs moest het
niet zo smakelijk zijn. God verbood aan Israël van te koken en te bakken op de
Sabbat. Dit verbod zou moeten in acht genomen worden door iedere Sabbathouder,
als een plechtig bevel voor hen door Jehova.
De Heer wil Zijn volk sparen van toegeving aan overdaad op de Sabbat, die Hij
afgezonderd heeft voor heilige bedenking en aanbidding.
De Sabbat van de Heer is een dag van rust van de arbeid, en het dieet op deze
dag zou eenvoudiger moeten zijn en er zou minder moeten van gebruikt worden,
dan op de zes werkdagen, omdat wij op die dag minder oefeningen doen dan op de
andere dagen. Velen hebben gedwaald door geen zelfbeheersing toe te passen op
de Sabbat. Door volle maaltijden te nemen zoals op andere dagen, was hun geest
beneveld. Zij zijn dwaas en dikwijls slaperig. Sommigen hebben hoofdpijn. Deze
hebben geen ware toegewijde gevoelens op de Sabbat, en de zegening die er op
rust, oefent geen geregelde invloed uit op hen, De zieken en de lijdende vragen
zorgen en aandacht op de Sabbat, zowel als op de andere dagen. Het kan
noodzakelijk zijn voor her warm eten te bereiden. Dat is niet een overtreding
van de Sabbat, van het hen in zulke omstandigheden zo goed mogelijk te maken.
De grote Wetgever is een God van medelijden zowel als van rechtvaardigheid.
Idem 253 : 54. De zonen van Aaron die afweken van Gods gebod, vertegenwordigen
deze; die het vierde gebod van Jehova overtreden, dat zeer duidelijk is. Bijna
alle belijdende christenen houden de Sabbat niet, die God geheiligd heeft en
die Hij gevraagd heeft hem als heilig te houden, van te rusten op deze dag
omdat Hij zelf erop gerust heeft. Zij werken gedurende de heilige tijd van God,
en eren de eerst dag van de week hierop rustend, die een gewone werkdag is, een
dag waarop God niet rustte, en waarop Hij geen heilige eer gelegd heeft. Een
afwijking van het vierde gebod zal nu niet onmiddellijk bezocht worden met de
tijdelijke dood. Toch aanziet God de overtreding van zijn geboden niet lichter
dan hij de overtreding van de zonen van Agron aanzag. Dood is de uiteindelijke
straf van allen, die het licht verwerpen, en die voortgaan met te overtreden.
Als God zegt houdt de zevende dag heilig, dan bedoelt hij niet de zesde of de
eerste maar de werkelijke dag die
Hij vastgesteld heeft. Als de mens een gewone dag in de plaats stelt van de
heilige dag en zegt dat het ook goed is, dan beledigt hij de Maker van hemel en
aarde, die de Sabbat maakte als een herinnering van Zijn rusten op de zevende
dag, nadat Hij de aarde geschapen had in zes dagen. Het is een gevaarlijk iets
van, in de dienst van God zijnde, af te wijken van de goddelijke instellingen.
Deze, die met God te doen hebben, die oneindig is, die uitdrukkelijk leiding
geeft in verband met Zijn aanbidding, zullen de juiste lijn volgen, die Hij
getrokken heeft en zich niet vrij voelen van ook maar in het kleinst af te
wijken, omdat zij denken het zal ook daaraan beantwoorden. God zal al Zijn
schepselen leren, dat Hij meent wat Hij zegt. 4a Spir. Gifts 13-15.
Van de volgende tekst werd gezegd, dat hij weggelaten geweest is, uit het
visioen in de eerste geschriften: "En als iemand geloofd heeft en de Sabbat
gehouden heeft, en er de verwachte zegeningen van gekend heeft, en hem dan
opgegeven heeft, en Het heilige gebod verbroken heeft, hij zal de poorten van
de Heilige Stad voor zichzelf toe sluiten, zo zeker als er een God heerst in de
hemel hierboven".
Deze, die klaar de Sabbat gezien hebben en de waarheid aanvaard hebben nopens
het oude gebod en de zegeningen ontvangen hebben als gevolg van gehoorzaamheid,
maar die sindsdien hun geloof opgegeven hebben, en gedurfd hebben van de wet
van God te overtreden, zullen ondervinden, als zij volhouden op dit pad van
ongehoorzaamheid dat de poorten van de stad van God voor hen gesloten zijn. 1
Select Message 66.
Het is onmogelijk van enig idee te geven nopens de bevindingen van Gods volk,
die zullen leven, op de aarde als voorbije ellende en de hemelse glorie zullen
vermengd zijn. Zij zullen in het licht wandelen, dat van de troon van God komt.
Bij middel van de engelen zal er bestendig gemeenschap zijn, van de hemel met
de aarde. En Satan, omgeven met kwade engelen, en bewerend God te zijn, zal
mirakels doen van alle slag om indien het mogelijk ware, zelfs de uitverkorenen
te verleiden Gods volk zal zijn veiligheid niet vinden in het volbrengen van
mirakels, want Satan zal elk mirakel, dat kan gewrocht worden, nadoen. Gods
beproefd en getest volk zal -zijn kracht vinden in het teken, dar uitgesproken
werd in Ex. 31 : 12-18. Zij moeten stand houden bij het levend geschreven woord
:"Het is geschreven. " Dit is de enige grondslag waarop zij kunnen zekerlijk
stand houden. Deze, die hun verbond met God verbroken hebben zullen op deze dag
zonder hoop zijn en zonder God in de wereld. De aan bidders van God zullen
speciaal onderscheiden worden wegens hun in acht nemen van het vierde gebod,
daar dit het teken is van Zijn scheppingskracht en de getuigenis van Zijn eis
aan de mens van Hem eer en hulde te betuigen. De bozen zullen onderscheiden
worden door hun inspanning om de gedenkenis van God uiteen te rukken en de
instelling van Rome te verheffen. Bij de einduitkomst zal gans het christen dom
verdeeld zijn in twee grote klassen : deze, die de wet van God houden en het
geloof van Jezus hebben, en deze, die het beest
aanbidden en zijn beeld en die zijn merkteken ontvangen. Ofschoon de kerk en de
staat hun machten zullen verenigen om allen te "dwingen kleinen en groten, en
rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, een merkteken geeft aan hunne
rechterhand of aan hunne voorhoofden, " O;an'13 :16. Toch zal het volk van God
dit niet ontvangen. De profeet van Patmos ziet hen : "En ik zag die de
overwinnig hadden van het beeld en van het beest en van zijn merkteken.
"Openb.15:2. En ze staan aan de glazen zee met de harpen van God zingend het
lied van Mozes en van het lam (Operb.15:2).
Vreselijke beproevingen en testen staan Gods volk te wachten. De geest van
oorlog hitst de naties op van het ene einde van de aarde tot het andere. Maar
in het midden van de tijd van benauwdheid, die komende is, zoals er niet gezien
geweest is sedert er naties bestaan, dan zal Gods uitverkoren volk zonder te
wijken stand houden. Satan en zijn engelen kunnen hen niet vernietigen, want
engelen, die uitmunten in kracht zullen hen beschermen. 2.Sel. Mess. 54-55.
De profeet zegt : "En na dezen zag ik eenen anderen engel afkomen uit den hemel
hebbende groote macht, en de aarde is verlicht geworden van zijne heerlijkheid.
En hij riep krachtiglijk met eene groote stem, zeggende : Zij is gevallen, zij
is gevallen, de groote stad Babylon, en is geworden eene woonstede der
duivelen. " Openb.18:1,2.
Dit is dezelfde boodschap die gegeven geweest is door de tweede engel. Babylon
is gevallen" omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft
gedrenkt. " 14 :8. Wat is die wijn?. Haar valse leerstellingen. Zij heeft aan
de wereld een valse Sabbat gegeven in plaats van de Sabbat van het vierde
gebod, en heeft hetzelfde bedrog herhaald, dat Satan het eerst vertelde aan Eva
in Eden. De natuurlijke onsterfelijkheid van de ziel. Vele gelijkaardige valse
dingen heeft zij overal verspreid “lerende leringen die geboden van mensen
zijn?" Matth. 15 :9. Toen Jezus zijn openbaar leven begon, reinigde Hij de
tempel van de goddeloosheid die hem ontheiligde. Een van de laatste handelingen
van Zijn bediening was de tweede reiniging van de tempel. Zo zullen in het
laatste werk van waarschuwing aan de wereld twee onderscheiden oproepen gedaan
worden aan de kerken: Openb.14:8. en Op.18:4-5. 2.Sel. Mess. 118.
Wij moeten ons niet vestigen, daar, waar wij in nauwe verbinding moeten zijn
met dezen, die God niet eren... Er komt spoedig een crisis in verband met het
vieren van de zondag...
De voorstanders van Zondag versterkten zich in hun valse beweringen, en dat zal
verdrukking betekenen voor hen, die beslist zijn van de Sabbat van de Heer te
houden. Wij moeten wonen, daar, waar wij de Sabbat in zijn volheid kunnen
onderhouden. En wij moeten oppassen van uit te gaan met onze kinderen, waar het
moeilijk wordt om de Sabbat te houden.
Als wij in de voorzienigheid van God ons plaatsen kunnen verschaffen weg van de
steden, dan is het dit dat de Heer wil dat wij zouden doen. Er zijn moeilijke
tijden op komst.
Als de macht die gegeven is aan koningen ten goede gebruikt wordt, is het omdat
deze koning die verantwoordelijkheid draagt onder de goddelijke diktering
staat. Als macht verbonden is met het kwaad, dan is ze verenigd met Satanische
krachten, en zij zal werken om deze te vernietigen, die aan De Heer toebehoren.
De protestantse wereld heeft een valse sabbat aangenomen, in de plaats, van
deze van God, en zij treden in de voetstappen van het pausdom. Hierom zie ik
dat het nodig is voor het volk van God van de steden te verlaten en zich op de
buiten terug te trekken, waar zij het land kunnen bewerken en zorgen voor hun
eigen productie. Aldus kunnen zij hun kinderen opbrengen op eenvoudige en
gezonde wijze. Ik zie de noodzaak van spoed te maken om alles klaar te hebben
voor de crisis. 2 Sel. Mess. 359.
Broeders en zusters, ik doe een oproep tot u zevende-dags-adventisten, van
alles te zijn, wat die naam betekent. Er is gevaar van af te wijken van de
geest van de boodschap.. .
Het volk van God mag niet geleid worden door de meningen of praktijken van de
wereld. Luister naar hetgeen de Heer zegt aan Zijn leerlingen :"En Ik zal den
Vader bidden en Hij zal u eenen anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve
in der eeuwigheid, namelijk den Geest der waarheid, welken de wereld niet kan
ontvangen, want zij ziet 11em niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want
Hij blijft bij ulieden en zal in u zijn." Joh.14:16,17. "Ziet hoe groote liefde
ons de Vader gegeven heeft; namelijk dat wij kinderen Gods genaamd zouden
worden. Daarom kent ons de wereld niet, omdat zij Hem niet kent. " 1.Joh. 3 :
1.
Het woord van God verklaart ons duidelijk dat Zijn wet zal bespot, vertrappend
worden door de wereld; er zal een buitengewone overheersing zijn van
ongerechtigheid. De belijdende protestantse wereld zal een overeenkomst maken
met de man van de zonde en de kerk en de wereld zullen in verdorven
samenwerking zijn. Dan komt de grote crisis over de wereld. De schriften leren
dat het pausdom zijn verloren macht herwint, en dat het vuur van vervolging zal
opnieuw aangestoken worden door de huik naar de wind hangende toegevingen van
de zogenaamde protestantse wereld. In deze tijd van gevaar kunnen wij alleen
stand houden als wij de waarheid hebben en de macht van God. De mens kan alleen
de waarheid kennen als hij zelf deelnemer is van de goddelijke natuur. Wij
hebben nu meer dan menselijke wijsheid nodig in het lezen en onderzoeken van de
Schriften. En als wij tot Gods woord komen riet een eenvoudig hart, dan zal Hij
voor ons een standaard opheffen tegen de wetteloze elementen.
Het is moeilijk van het begin van ons vertrouwen vast te houden tot het einde;
de moeilijkheden stijgen als er weggedoken invloeden bestendig aan het werk
zijn om een andere geest in te voeren, een tegenwerkend element, uitgaande van
Satan in verband met deze kwestie. In de afwezigheid van vervolging zijn in
onze rangen personen gedreven, die gezond schijnen, en hun christelijkheid is
ontegensprekelijk, maar die, als er vervolging zou ontstaan, ons zouden
verlaten. In de crisis zullen zij kracht zien in schoonschijnende redenering
die een invloed gehad heeft op hun geest. Satan heeft verschillende listen
bereid om verschillende geesten te bewerken. Als de wet van God zonder
uitwerking zal gebracht worden zal de kerk gezift worden door hevige
beproevingen, en een groot aantal in proportie veel omvangrijker dan wij nu
denken zullen toegeven aan verleidende geestenen leerstellingen van de
duivelen. In plaats van gesterkt te worden als zij in moeilijke posities
gebracht worden, -zullen velen bewijzen, dat zij geen levende takken Zijn van
de Ware Wijnstok; zij droegen geen vruchten, en de landman nam ze weg. Maar als
de wereld de wet zonder kracht maakt, wat zal dan het affect zijn op de ware
gehoorzamen en rechtvaardigen? Zullen zij weggeveegd worden door de sterke
stroom van kwaad? Om dat er zovelen zich onder de bannier van de prins van de
duisternis scharen, zal Gods geboden houdend volk afdwalen van hun trouw?
Nooit! Niet één die in Christus is, zal falen of vallen. Zijn volgelingen
zullen buigen in gehoorzaamheid aan een hoger gezag dan dat van gelijk welke
aardse potentaat. Terwijl de verachting, die geplaatst wordt op Gods geboden,
velen ertoe leidt van de waarheid te onderdrukken en van minder eerbied ervoor
te betuigen, zullen de getrouwen met groter ernst zijn onderscheidende
waarheden hoog houden. Wij zijn niet achtergelaten aan ons eigen leiding. Op al
onze wegen zouden wij God moeten herkennen, en Hij zal onze paden leiden. Wij
,zouden moeten Zijn woord raadplegen met nederig hart, Zijn raad vragen, en
onze wil aan Hem overgeven. Wij kunnen niets doen zonder God.
Er is de meeste reden voor ons om de ware Sabbat te prijzen den hem te
verdedigen, want hij is het teken dat het volk van God onderscheidt van de
wereld. Het gebod, dat de wereld zonder uitwerking maakt is dit waaraan het
volk van God om deze reden groter eer zal geven. Het is, als de ongelovige
verachting legt op het woord van God dat de gelovige Calebs opgeroepen worden.
Het is dan dat zij zullen stevig stand houden op de post van plicht zonder
uiterlijk vertoon en zonder afdwalen wegens verwijt. De ongelovige bespieders
stonden gereed om Caleb te vernietigen. Hij zag de stenen in de handen van
dezen, die een vals verslag gegeven hadden, maar dit schrikte hem niet af, hij
had een boodschap en hij zou ze geven. Dezelfde geest zal geopenbaard worden
heden ten dage door hen, die getrouw zijn aan God.
De psalmist zegt: “want zij hebben uwe wet verbroken; daarom heb ik uwe geboden
lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud.” Ps.119:126-127.
Als men dicht aansluit aan de zijde van Jezus, als Christus in de harten
verblijkt door het geloof, groeit hun liefde voor de geboden van God in
verhouding tot verachting die de wereld ophoopt op Zijn heilige voorschriften.
Het is in dezetijd dat de ware Sabbat voor het volk moet gebracht worden door
pen en stem. Als het vierde gebod en deze die het onderhouden miskend en
veracht worden, voelen de getrouwen dat het de tijd is niet om hun geloof te
verbergen maar om de wet van Jehova te verhogen door de bannier te ontvouwen
waarop geschreven staat de boodschap van de derde engel, de geboden van God en
het geloof van Jezus.
Laat deze, die de waarheid hebben zoals zij in Jezus is, geen goedkeuring
geven, zelfs niet door hun stilzwijgen, aan het werk van de geheimenis van
ongerechtigheid. Dat zij nooit ophouden van de noot van alarm te schallen. Dat
de opvoeding en de opleiding van de leden van onze kerken aldus weze, dat de
kinderen en de jeugd ander ons zullen begrijpen, dat er geen toegevingen mogen
gedaan worden aan deze macht, de man van de zonde. Leer hen dat, ofschoon de
tijd zal komen dat wij de oorlog alleen kunnen voeren op het gevaar af van
eigendom en vrijheid, toch moet de strijd gestreden worden, in de geest en
zachtmoedigheid van Christus; de waarheid moet vast gehouden worden en
verdedigd zoals zij in Jezus is. Weelde, eer, gemak, huis en wat ook, meten in
tweede rang aanzien worden. De waarheid moet niet weggestoken worden, niet
ontkend of vermomd worden, maar tenvolle bekend en stoutmoedig verkondigd.
De Heer heeft getrouwe wachters op de muren van Sion om luid te roepen en niet
te sparen, om hun stem te verheffen als een trompet, en Zijn volk hun
overtredingen en het huis van Jakob zijn zonden te tonen. De Heer heeft
toegelaten dat de vijand van de waarheid een besliste krachtinspanning doet
tegen de Sabbat van het vierde gebod. Hij heeft als doel een besliste interesse
wakker te schudden voor deze kwestie die een test is voor de laatste dagen. Dit
zal de weg openen voor de derde engelen boodschap om verkondigd te worden met
kracht. Dat niemand, die de waarheid gelooft, nu zwijge. Niemand zal nu
zorgeloos zijn; dat allen hun smekingen dringen voor de troon van genade,
pleitend op de belofte :"en zoo wat gij begeren zult in Mijn naam, dat zal Ik
doen, opdat de Vader in den Zoon verheerlijkt worde. "Joh.14:13." Zoo gij iets
begeeren zult in mijnen naam, Ik zal het doen." Idem Vers 14.
Het is een gevaarlijke tijd nu. Als dit land dat prat gaat op de vrijheid zich
voorbereidt om ieder princiep op te offeren, dat binnenkomt in haar
Constitutie, dekreten uitvaardigend om de religieuze vrijheid te onderdrukken,
en om pauselijke leugen en bedrog te dwingen dan moet het volk van God zijn
petities in geloof tot de Allerhoogste richten. Er is bemoediging in de
beloften van God. voor hen die hun vertrouwen in Hem stellen. Het vooruitzicht
van in persoonlijk gevaar en ellende gebracht te worden, moet geen
mismoedigheid veroorzaken, maar zou de kracht en de hoop van Gods volk moeten
opwekken. Want de tijd van hun gevaar is het moment voor Gods volk om hen
klaardere openbaringen te geven van Zijn macht. Wij moeten niet kalm zitten
wachten op de onderdrukking en op de vervolging, en onze handen vouwen, niets
doende om het kwaad af te wenden. Dat ons verenigd geroep naar de hemel stijge.
Bidt en werkt, en werkt en bidt. Maar dat niemand overhaastig handele.... Maar
leer zoals nooit tevoren, dat gij moet zacht en geduldig van hart zijn. Gij
moet geen beschuldiging leggen op niemand, noch op individuen noch op de
kerken. Leer van om te gaan met de geesten zoals Christus het deed. Er moeten
somtijds scherpe dingen gesproken worden; maar wees zeker dat de Heilige Geest
in uw hart verblijft voor aller gij de klaar-snijdende waarheid spreekt; dan
laat ze snijden op haar manier. Het is gij niet die moet snijden 2. Sel. Mess.
367-371.
Ondertussen was de toestand in het Medo-Pesisch koninkrijk vlug veranderd.
Daruis, Hystapses, onder wiens bestuur de Joden veel gunsten genoten hadden,
werd opgevolgd door Xerxes de Grote. liet was onder zijn regering, dat degene
onder de Joden die niet geluisterd hadden naar de boodschap van te vluchten,
werden opgeroepen om een verschrikkelijke crisis door te maken. Geweigerd
hebbende van voordelen te trekken uit de gelegenheid die God gegeven had om te
vluchten, werden zij nu van aangezicht tot aangezicht met de dood gebracht.
Door Ilaman de Agagite, een gewetenloos man met hoog gezag in Medo Perzië,
beoogde Satan in deze tijd de doeleinden van God tegen te werken. Haman
koesterde bittere kwaadaardigheid tegen Mordecai, een Jood. Mordecai had geen
kwaad gedaan aan IIaman, maar hij weigerde hem aanbidden de eerbied te
schenken. Doch Haman, verachtende van de hand te leggen op Mordecai alleen,
schikte hij hier van. al de Joden, die in het ganse land van Ahasveros waren,
namelijk het volk van Mordechai te verdelgen. "Misleid door de valse
verklaringen van Haman. werd Xersus ertoe gebracht om een dekreet uit te
vaardigen om alle Joden te verdelgen"die in de provincies onder het volk
verspreid waren.
Er werd een dag vastgesteld waarop de Joden zouden verdelgd worden en al hun
goederen zouden aangeslagen worden. De koning realiseerde zich weinig de
verreikende gevolgen van het voluit uitvoeren van dit decreet. Satan zelf de
weggedoken ophitser van dit plan, poogde de aarde te scheuren voor dezen, die
de kennis van de ware God behouden hadden.
"En in ieder landschap en iedere plaats, waar het woord des konings en zijne
wet aankwam, was een groote rouw onder de Joden, met vasten en geween en
misbaar, Velen lagen in zakken en asch." Ester 4 : 3. Het dekreet van de Perzen
kon niet teruggetrokken worden; Schijnbaar was er geen hoop ; al de Israëlisten
werden tot vernietiging gedoemd.
Maar het complot van de vijand werd teniet gedaan door een Macht, die heerst
onder de mensenkinderen. In de voorzienigheid van God was Ester die de
Allerhoogste vreesde een Jodin,koningin gemaakt van het Medo-Pesiche
rijk.Mordecai was een dicht familielid van haar. In hun uiterste nood beslisten
zij van beroep te doen op Xerxes ten behoeve van het volk. Ester moest het
aandurvan van in zijn tegenwoordheid te komen als tussen persoon. "En wie weet,
of gij niet op zulken tijd als deze is, tot dit koninkrijk geraakt zijt" zegde
Mordecai. De crisis die Esther voor ogen had vroeg levendige en ernstige
doordrijving;maar beiden, zij en Mordecai realiseerden zich dat alleen God
machtig kon werken ten hunnen behoeve, dat hun eigen inspanningen anders
nutteloos zouden zijn. Zo nam Esther tijd om met God vereniging te zoeken, de
bron van haar kracht.
" Ga, vergader alle Joden, die te Susan gevonden worden, en vast voor mij, en
eet of drinkt niet in drie dagen, des nachts noch des daags; ik en mijne jonge
dochters zullen ook alzoo vasten en alzoo zal ik tot den koning gaan, hetwelk
niet naar de wet is. Wanneer ik dan omkom, zoo kom ik om" Vers 16.
De beproevende bevindingen, die kwamen over Gods volk in de dagen van Esther,
waren niet specifiek alleen voor deze tijd. De openbaarder door de eeuwen heen
ziende op het einde der tijden, verklaarde : "En de draak vergrimde op de
vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad die de
geboden van God bewaren en de getuigenis van Jezus Christus hebben. Openb.12
:17.
Sommigen, die nu op de aarde leven zullen deze woorden vervuld zien. Dezelfde
geest, die in de vorige eeuwen de mens ertoe leidde om de ware kerk te
vervolgen zal in de toekomst leiden tot het volgen van eenzelfde richting
jegens hen, die hun getrouwheid aan God volhouden. Nu reeds worden
voorbereidingen getroffen voor dit laatste grote conflict. Het dekreet, dat ten
laatst zal uitgevaardigd worden tegen het overblijfsel van Gods volk zal
gelijkend zijn op dat wat uitgevaardigd werd door Ahasverus tegen de Joden.
Heden ten dage zien de vijanden van de ware kerk in het kleine groepje dat de
Sabbat houdt, een Mordecai aan de deur. De eerbied van Gods volk voor Zijn wet
is een bestendige berisping voor hen, die de vreze des Heren weggegooid hebben
en die op de Sabbat trappen. Satan zal verontwaardiging opwekken tegen de
minderheid, die weigert van algemene gewoonten en tradities aan te nemen.
Mensen met positie en reputatie, zullen zich voegen met de wetteloze en de
kwaden om raad te houden tegen het volk van God. Weelde genialiteit, opvoeding,
zullen gecombineerd worden om hen te overladen met verachting. Vervolgende
heersers, bedienaars en kerkleden zullen samenspannen tegen hen. Met stem en
pen, door trots, dreigingen en spot, zullen zij hun geloof omverwerpen. Door
valse voorstellingen en toornige oproepen, zullen mensen de passies van het
volk opzwepen. Niet hebbende "Aldus zegt het de schriftuur", om tegen de
verdedigers van de bijbelse Sabbat in te brengen, zullen zij hun toevlucht
nemen tot verordeningen,om in het gebrek te voorzien. Om de populariteit en
begunstiging te verzekeren, zullen de wetgevers toegeven aan de vraag om de
Zondagswet. Maar deze, die God vrezen, kunnen een instelling die één
voorschrift van de wet overtreedt niet aanvaarden. Op dit slagveld zal de
laatste grote strijd uitgevochten worden in de tegenstelling tussen waarheid en
leugen en dwaling. En wij zijn niet in twijfel gelaten nopens de einduitslag.
Nu als in de dagen van Esther en Mordecai. zal de Heer Zijn waarheid en Zijn
volk de overwinning schenken. Prophets and Kings Hoofdstuk 49. bl 600-606.
(In de tijd van Nehemia) Een ander resultaat van de omgang met de
afgodendienaars was een niet inachtneming van de Sabbat, het teken, dat de
Israëlieten onderscheidde van alle andere naties als aanbidders van de ware
God. Nehemia ondervond dat heidense handelaars en verkopers van de omliggende
landen, die naar Jeruzalem kwamen vele gewoonten ingevoerd hadden onder de
Israëlieten om zich te begeven aan handelsdrijverij op de Sabbat. Er waren er
die niet konden overtuigd worden om hun princiepen achter te laten, maar
anderen zondigden en verenigden zich met de heidenen in hun inspanningen om de
striktheid van geweten van anderen te overwinnen. Velen durfden openlijk de
Sabbat te overtreden. " In die dagen zag ik in Juda, die persen traden op den
Sabbat, en die garven inbrachten, die zij op ezels laadden; als ook wijn,
druiven en vijgen, en allen last, dien zij te Jeruzalem inbrachten op de
Sabbatdag; en ik betuigde tegen hen ten dage als zij eetwaren verkochten. Daar
woonden ook Tyriërs binnen, die visch aanbrachten en allerlei koopwaar, die zij
op de Sabbat verkochten aan de kinderen van Juda en te Jeruzalem.
"Neh.13:15-16. Deze toestand had kunnen voorkomen worden, hadden de heersers
hun gezag uit gevoerd; maar een begeerte van hun eigen belang te bevorderen,
had ertoe geleid van de goddeloze te begunstigen. Nehemia berispt hen zonder
meer wegens de verwaarlozing van hun plicht. " Wat voor een boos ding is dit,
dat gijlieden doet, en ontheiligt den Sabbatdag? " Vers 17. , vroeg hij stout.
" Deden niet uw vaders alzo en onzen God bracht al dit kwaad over ons en over
deze stad; En gijlieden maakt der hittige gramschap nog meer over Israël,
ontheiligende den Sabbat. " Vers 18.
Hij beval dan dat " als de poorten van Jeruzalem schaduw gaven, voor den
Sabbat" dat ik bevel gaf en de deuren werden gesloten; en ik beval, dat zij ze
niet zouden open doen tot na den sabbat," en meer vertrouwen hebbend in zijn
eigen dienaren dan in die van de magistraten van Jeruzalem, plaatst hij hen aan
de deuren om te zien of deze bevelen opgevolgd werden.
Niet ertoe geneigd om hun voornemens op te geven, " vernachtten de kramers en
de verkoopers van alle koopvaar buiten voor Jeruzalem, eens of tweemaal. " Vers
20. Hopende van de gelegenheid te vinden voor handel met de stedelingen of het
buitenvolk. Nehemia verwittigde hen dat zij zouden gestraft worden, als zij
voort gingen met deze praktijk. " Waarom vernacht gijlieden tegenover den muur?
" vroeg hij, Zoo gij het weder doet, zal ik de hand aan u slaan. Van die tijd
af kwamen zij niet op den Sabbat. " Hij vroeg ook aan de levieten om de poorten
te bewaken. wetend dat zij voor hen meer respect zouden hebben dan voor
anderen, wegens hun dichte verbinding met de dienst van God was het te
verwachten dat zij ijveriger zouden zijn om gehoorzaamheid aan de wet op te
eisen. In het werk van hervorming, dat heden ten dage voorwaarts moet gebracht
worden, is er nood aan mannen gelijk Ezra, Nehemia die de zonde niet verzachten
of verschonen, noch schrik hebben aan de eer van God te verdedigen. Deze op
wien de last ligt van dit werk zullen niet stil blijven, wanneer kwaad gedaan
wordt noch zullen zij kwaad bedekken met een dekmantel van valse liefdadigheid.
Zij zullen zich herinneren dat God geen aanzien heeft des persoons, en dat
strengheid voor w,3inigen barmhartigheid uitmaakt voor velen. Zij zullen zich
herinneren dat in deze die kwaad berispt, de Geest van God altijd moet aanwezig
zijn.
In hun werk, vernederden zich Ezra en Nehemia voor de Heer, hun zonden en deze
van hun volk belijdend, en vergiffenis afsmekend alsof zijzelf de overtreders
waren. Met geduld wroetten zij en baden en leden. Wat hun werk het moeilijkst
maakte, was niet de open vijandschap van de heidenen, maar de geheime oppositie
van deze die zich als vrienden voordeden, die, door hun invloed te schenken aan
het kwaad, de lasten vertienvoudigden van Gods dienaren. Deze verraders
schaften materiaal aan de vijanden van de Heer om te gebruiken in de oorlog
tegen Zijn volk. Hun kwade passies en opstandige wil waren altijd in strijd met
de volle eisen van God. Het succes dat Nehemia's inspanningen bereikten, tonen
aan wat gebed, geloof, en wijze en energetische aktie kan vervullen. Nehemia
was geen priester; hij was geen profeet; hij kon geen beroep doen op hoge
titels. Hij was een hervormer opgestaan voor een belangrijke tijd. Het was zijn
doel van Zijn volk recht te zetten met God. Geïnspireerd door een groot doel,
gebruikte hij al de energieën van zijn wezen om dit te vervullen. Hoge
onbuigzame integriteit kenmerkten zijn inspanningen. Als hij in contact kwam
met kwaad of oppositie tegen het recht, nam hij zo beslist standpunt in, dat
het volk opgewekt werd om te werken. met nieuwe ijver en moed. Zij konden niet
anders dan zijn trouw erkennen, zijn liefde voor het volk, en zijn diepe liefde
voor God; en dit ziende waren ze gewillig om geleid te worden waar hij ze
bracht. Het werk van herstel en hervorming vooruit gebracht door Zerubbabel,
Ezra en Nehemia zijn een beeld van het werk van geestelijk herstel, dat moet
volbracht worden in de eindtijd van de wereldgeschiedenis. Het overblijfsel van
Israël was een zwak volk, blootgesteld aan de aanvallen van hun vijanden; maar
door hen wilde God een kennis van Hemzelf en van Zijn wet in stand houden. Zij
waren de bewakers van de ware aanbidding, de houders van de heilige orakels.
Zij ondergingen verschillende bevindingen als zij de tempel herbouwden en de
muren van Jeruzalem; sterk was de tegenstand die zij ontmoetten. De lasten
waren zwaar die door de leiders gedragen werden in dit werk; maar deze mannen
gingen vooruit in standvastig vertrouwen, in nederigheid van geest, en in vaste
verbinding met God, gelovend dat Hij Zijn waarheid zou doen zegenvieren. Gelijk
de koning Hezehia, Nehemia " kleefde de Heer aan en hij week niet van Hem na te
volgen en hij hield zijne geboden, die de Heere Mozes geboden had. Zoo was de
Heere met hem " 2.Kon.18:6,7. Het geestelijk herstel, dat in de tijd van
Nehemia vooruit gebracht werd als een symbool, is beschreven in de woorden van
Jesaja : "En zij zullen de verwoeste steden vernieuwen, die verstoord waren van
geslacht tot geslacht."
"En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen de
fundamenten, van geslacht tot geslacht. verwoest zult gij oprichten en gij zult
genaamd worden : Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt om te
bewonen. "Jes. 61:4; 58:12.
Het geestelijk herstel, dat in de tijd van Nehemia vooruit gebracht werd als
een symbool, is beschreven in de woorden van Jesaja: "En zij zullen de oude
verwoeste plaatsen bouwen, de vroegere verstoringen weder oprichten, en de
verwoeste steden vernieuwen, die verstoord waren van geslacht tot geslacht".
"En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen de
fundamenten, van geslacht tot geslacht, verwoest zult gij oprichten en gij zult
genaamd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt om te
bewonen. Jes.61:4; 58:12.
De profeet beschrijft een volk, dat in een tijd van algemene afwijking van de
waarheid en gerechtigheid, zoeken om de princiepen, die de grondslag zijn van
het koninkrijk van God, te herstellen. Zij zijn herstellers van een bres, die
in de wet van God gemaakt geweest is, de muur die Hij had geplaatst rond Zijn
uitgekozenen, om hen te beschermen, en gehoorzaamheid aan Zijne voorschriften
van gerechtigheid, waarheid , en reinheid, is hun eeuwige beschutting.
In woorden van onfeilbare betekenis stippelt de profeet het specifieke werk uit
van zijn overblijvend volk, dat de muur opbouwt; "Indien gij uwen voet van den
Sabbat afkeert, van te doen uwen lust op mijnen heiligen dag; die te eeren is;
en indien gij dien eert, dat gij uwe wegen niet doet, en uwen eigen lust niet
vindt, noch een woord daarvan spreekt;dan zult gij u verlustigen in den Heere,
en Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en Ik zal u spijzigen met de
erve uw vaders Jakobs;want de mond des Heeren heeft het gesproken".
Jes.58:13,14.
In de tijd van het einde moet iedere goddelijke instelling hersteld worden. De
bres die in de wet gemaakt geweest is, als de Sabbat door de mens veranderd
werd moet hersteld worden. Gods overblijvend volk, voor de wereld staande als
hervormers, moeten de wet van God doen blijken als de grondslag van alle
blijvende hervormingen dat de Sabbat van het vierde gebod moet blijven als een
gedenkenis van de schepping, een bestendige herinnering aan de macht van God.
In klare duidelijke lijnen moeten zij op de noodzakelijkheid van gehoorzaamheid
aan al Zijn voorschriften van de decaloog wijzen. Gedreven door de liefde van
Christus, moeten zij samen werken met Hem in het bouwen van de woeste plaatsen.
Zij moeten herstellers zijn van de bres, herstellers van het pad om op te
wandelen zie Vers 12. Pr. Kings 671-78.
Het is verklaard geweest dat het breken van de Sabbat zou gestraft worden met
de dood,.... In onze dagen zijn er velen, die de Sabbat van de Schepping
verwerpen als een Joodse instelling, en beweren als hij moet onderhouden
werden, de doodstraf moet toegepast worden, als hij overtreden wordt. Maar wij
zien dat godslastering dezelfde straf ontvangt. Zullen wij daaruit moeten
besluiten dat het derde gebod ook moet op zij gezet worden en alleen van
toepassing is voor de Joden? Dan moet het argument, getrokken uit de doodstraf
toegepast worden op het derde, het vijfde en bijna op al de tien geboden, even
goed als op het vierde. Ofschoon God nu geen straf legt op de overtreding van
Zijn wet met tijdelijke straffen, toch verklaart Zijn woord dat het loon van de
zonde de dood is; en in het laatste oordeel zal er ondervonden worden, dat de
dood het deel is van hen, die Zijn voorschriften overtreden Patr. Pr 409.
Als wij het licht van het vierde gebod ontvingen, waren ongeveer een
vijfentwintig adventisten in Maine, die de Sabbat hielden; Maar deze waren zo
verschillend van mening op andere punten van de leer, en woonden zo verspreid
van elkander dat hun invloed zeer gering was. Er waren er ongeveer evenveel in
dezelfde conditie in een ander deel van New England. Het scheen onze plicht te
zijn van deze in hun huizen te gaan bezoeken, en hen te sterken in de Heer en
in Zijn waarheid en doordat zij zo verspreid woonden moesten wij veel tijd
doorbrengen op de weg. (Dan wordt beschreven hoe moeilijk deze reizen verliepen
bij gebrek aan geld, in niet verluchtte treinen op onpraktische boten in ijzige
koude of stikkende hitte) Dit was zeer vermoeiend voor mij, vooral als ik moest
reizen met een kind in de armen. Deze manier van leven scheen niet de beste.
God riep ons in onze armoede, en leidde ons door de oven van beproeving, om ons
de bevinding te geven die voor ons van grote waarde zou zijn, en een voorbeeld
voor anderen die ons nadien zouden vervoegen in het werk.
Onze Meester was een Man van smarten; hij was bekend met lijden; en deze, die
met Hem lijden zullen met Hem regeren. Lijden is het deel geweest van het volk
van God van de dagen van het martelaarschap van Abel. De patriarchen leden om
trouw te blijven aan God en gehoorzaam aan Zijn geboden. Het grote Hoofd van de
kerk leed voor onze zaak; Zijn eerste apostelen en de primitieve kerk, de
miljoenen martelaren, en de Hervormers moesten lijden ondergaan. En wij zouden
wij, die de gezegende hoop van onsterfelijkheid hebben, om opgenomen te worden
bij de spoedige verschijning van Christus, schrik hebben van een leven van
lijden? Was het mogelijk van de boom van leven te bereiken in het midden van
het Paradijs van God, zonder lijden, dan zouden wij zulk geen rijke beloning
genieten voor dewelke wij niet geleden hebben. Wij zouden afgeschrikt zijn van
de heerlijkheid; schaamte zou ons vervullen temidden van dezen, die de goede
strijd gestreden hebben, die de ren gelopen hebben met geduld, en die vaste
hand gelegd hebben op het eeuwig leven. Maar niemand zal daar zijn, die niet,
gelijk Mozes, gekozen heeft van droefheid te ondergaan met het volk van God. De
profeet Johannes zag de menigte van de verlosten, en vroeg wie zij waren. Het
vlugge antwoord was : "Dezen, die gekomen zijn uit de grote verdrukking, en die
hun klederen gewassen hebben en ze wit gemaakt hebben in het bloed van het Lam.
" Als wij begonnen met het licht te geven over de Sabbat hadden wij nog geen
definitief klaar idee over de derde engelenboodschap van Openb.14:9-12. Het
hoofdthema van onze getuigenis, was dat de tweede Komstbeweging van God was,
dat de eerste en tweede engelenboodschap voorgegaan waren en dat de derde moest
gegeven worden. Wij zagen dat de derde sloot met de woorden: "Hier is de
lijdzaamheid der Heiligen; hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het
geloof van Jezus". En, wij zagen klaar, zoals wij nu zien, dat deze profetische
woorden een Sabbat hervorming suggereerden; maar wat de aanbidding van het
beest, vermeld in deze boodschap of wat het beeld van het beest
betekenden,daarvoor hadden wij geen definitieve positie ingenomen. God liet
door Zijn Geest licht schijnen op Zijn dienaren, en het onderwerp legde zich
trapsgewijze open voor hun geest. Het vroeg veel studie en angstige zorg om het
te onderzoeken, deel per deel. Door zorg, angst, en bestendig werken is het
werk stapsgewijze vooruitgegaan tot dat de grote waarheden van onze boodschap,
een klaar gebonden prefect geheel vormden en aan de wereld gegeven werden. "
1.Test. Church 77-79. Scheidt de Sabbat af van de andere boodschappen, en hij
verliest zijn macht; maar als hij verbonden is met de boodschap aan de derde
engel, dan krijgt hij een macht, die ongelovigen overtuigt en hen uitleidt met
kracht om stand te houden, te leven, te groeien en te bloeien in de Heer. Idem
1Test. 337. Een belijdenis van christelijkheid zonder geloof en werken die
daarmede gepaard gaan, zal van geen waarde zijn. Niemand kan twee meesters
dienen; aan wie hij zich zelf geeft als dienaar om te gehoorzamen, diens
dienaar is hij; en hij kan geen dienaar zijn van God, zolang hij de duivel niet
afzweert en al zijn werken. Het kan niet zonder schade zijn voor de dienaren
van de Hemelse Koning van zich te begeven in plezier en vermaak waar de
dienaren van Satan zich aan begeven, ofschoon zij dikwijls beweren, dat zulk
vermaak schadeloos is. God heeft heilige waarheden verkondigd om Zijn volk te
scheiden van de goddeloze en om hen te reinigen voor zichzelf. Zevende dags
adventisten moeten hun leven van geloof uitleven. Deze, die de tien geboden
gehoorzamen zien de staat van de wereld en van de religieuze dingen van een
ander standpunt dan zij, die geloofs belijders zijn maar ook iiefhebbers van
plezier, die het kruis schuwen, en die in overtreding leven met het vierde
gebod. In de huidige toestand is het niet gemakkelijk voor de ouders om hun
kinderen zich te leren bedwingen en hen te onderrichten volgens de regels van
gerechtigheid van de bijbel. 1.Test. Church 404
Er is mij getoond geweest dat er te grote laksheid aan de dag gelegd geweest is
in verband met het houden van de Sabbat. Er is geen stiptheid geweest in het
volbrengen van de gewone bezigheden gedurende de werkweek, die God gegeven
heeft aan de mens, en zorgzaamheid om geen enkel uur inbreuk te maken op de
heilige tijd die Hij voor zich heeft voorbehouden. Er is geen enkele menselijke
bezigheid, die als voldoendekan aanzien worden om het vierde gebod van God te
overtreden. Er zijn gevallen waar Christus toelating gegeven heeft te werken
zelfs op de Sabbat in het redden van mensenlevens of van dieren. Maar als wij
de letter van het vierde gebod overtreden ter onzen gunste van een speciaal
standpunt uit gezien dan worden wij Sabbatbrekers en schuldig aan overtreding
van alle geboden want als wij in één punt overtreden dan zijn wij in allen
schuldig . Als wij dan om bezit te redden , het uitdrukkelijk gebod van God
overtreden, waar is het einde van dit alles ? Waar zullen wij de grens zetten?
Overtreden in een klein punt en dit aanzien als zulk geen grote zonde van onze
kant, leidt tot verharding van het geweten, en tot verdoving van de
sensibiliteiten tot wij steeds verder kunnen gaan tot wij geheel en al een
hoeveelheid werk doen en steeds onszelf wijs maken dat wij Sabbat houders zijn,
terwijl wij volgens Christus standpunt ieder voorschrift van Gods heilige wet
breken. De Sabbat houders begaan fout op dit gebied., maar God is veeleisend
hierin, en allen die denken, dat zij wat tijd winnen, of zich voordeel doen met
een beetje af te nemen van de tijd van de Heer, zullen vroeg of laat verlies
ondergaan. Hij kan hen niet zegenen, zoals Hij het zou gaarne doen, want zij
onteren Zijn naam. Zijn voorschriften worden te licht aanzien. Gods vloek zal
op hen rusten, en zij zullen tien of twintig keren meer verliezen, dan zij
gewonnen hebben. "Zal een mens God beroven? Maar gij berooft mij... Zelfs het
ganse volk" Mal 3 : 8,9. God heeft de mens zes dagen gegeven om te werken voor
zichzelf, maar Hij heeft één dag voorbehouden, waarop Hij speciaal moet geëerd
worden. Hij moest verheerlijkt worden. Zijn gezag moet gerespecteerd worden. En
toch wil de mens God beroven door een beetje van Zijn tijdte stelen die de
Schepper voorbehouden heeft voor Zichzelf. God heeft de zevende dag
voorbehouden als een periode van rust voor de mens, voor het welzijn van de
mens, zowel als voor Zijn eigen heerlijkheid. Hij zag dat de mens behoefte had
aan een dag rust van werk en zorg, dat zijn gezondheid en leven zouden in
gevaar zijn, zonder een periode van ontspanning van de arbeid en de angst van
de zes dagen.
De Sabbat was gemaakt ten voordelen van de mens; en bewust het heilig gebod
overtreden is een misdaad in het oog van de hemel, die zo groot aanzien word-
onder de Mozaische wet dat ze de dood als straf voorzag voor de overtreder.
Maar dat was niet alles wat de overtreder moest ondergaan, want God zal geen
overtreder van Zijn wet in de hemel opnemen. Hij moet de tweede dood ondergaan,
die de volle en eindstraf is voor de overtreder van de wet van God 1Test,
Church 531-33.
"Ik doe een groot werk, "zegde Nehemia. " Zoodat ik niet zal kunnen afkomen;
waarom zou dit werk ophouden, terwijl ik het zou nalaten en tot u lieden
afkomen? " Neh.6 : 3.
Er werd mij getoond in Januari 1875, dat Gods volk voor geen ogenblik zijn.
waakzaamheid en voorzichtigheid mag los laten, Satan is ons op de hielen. Hij
is beslist van Gods geboden houdend volk te overwinnen met zijn bekoringen. Als
wij hem niet toelaten, maar zijn listen tegengaan, standvastig in het geloof,
dan zullen wij kracht hebben om alle ongerechtigheid te ontkomen. Deze, die de
geboden Gods onderhouden zullen een macht vormen in het land, als zij leven in
overeenstemming met hun licht en voorrechten. Zij kunnen voorbeelden zijn van
godsvrucht, heilig in het hart en in gesprekken. Wij zullen ons niet op ons
gemak houden, zodat wij kunnen ophouden van te waken en te bidden. Als de tijd
nadert, dat Christus in de wolken van de hemel zal geopenbaard worden zullen de
bekoringen van Satan met groter macht gelegd worden op hen, die Gods geboden
onderhouden, Want hij weet dat zijn tijd kort is.
Het werk van Satan zal volbracht worden door agenten, Bedienaars, die de wet
van God haten zullen alle middels gebruiken om zielen van hun trouw aan God af
te wenden. Onze bitterste vijanden zullen zich bevinden onder de eerste dag
adventisten. Hun hart is tenvolle beslist van oorlog te maken tegen dezen, die
de geboden van God onderhouden en het geloof van Jezus hebben. Deze mensen
aanzien het als een deugd van te spreken, te schrijven en te handelen, met de
meest bittere haat tegen ons. Wij moeten geen eerlijke omgang verwachten met
hen of rechtvaardigheid aan hun handen. Velen van hen zijn ingegeven door Satan
met krankzinnige dolheid tegen hen, die de wet van God onderhouden. Wij zullen
belasterd worden en verkeerd geïnterpreteerd; al onze beweegredenen en
handelingen zullen verkeerd beoordeeld worden, en ons karakter zal aangevallen
worden. Op deze wijze zal de wraak van de draak geopenbaard worden. Maar ik zag
dat wij niet in het minst moeten ontmoedigd worden. Onze kracht is in Jezus,
onze Voorspreker. Als wij in nederigheid op God vertrouwen en aan Zijn beloften
vasthouden, zal Hij ons genade geven en hemelse wijsheid om zijn listen te
weerstaan en om als overwinnaars uit te komen.
In mijn laatst gezicht zag ik dat het onze invloed niet zal vermeerderen of ons
in de gunst van God zal doen stijgen, als wij vergelding zoeken of afdalen van
ons groot werk om neder te dalen op hun peil door hun laster tegen te gaan. Er
zijn er die hun toevlucht willen nemen tot gelijk welke verleiding of bedrog om
hun doel te bereiken en zielen te bedriegen, en een vlek te leggen op de wet
van God en op dezen, die gaarne gehoorzamen.
Zij zullen de meest onlogische en gemene leugens herhalen, altijd maar opnieuw,
tot dat zij zelf zullen geloven dat het waar is wat ze zeggen. Het zijn
namelijk de sterkste argumenten, die zij gebruiken tegen de Sabbat van het
vierde gebod. Wij moeten ons niet laten overheersen door onze gevoelens en ons
laten afbrengen van het werk dat er in bestaat van de wereld te verwittigen.
Het geval van Nehemia werd mij voorgesteld. Hij moest de muren van Jeruzalem
herstellen. "En het geschiedde als Sanballet en Tobia en de Arabieren en de
Ammonieten en de Asdodieten hoorden, dat de verbetering aan de muren van
Jeruzalem toenam, dat de scheuren begonnen gestopt te worden, zoo ontstaken zij
zeer, en zij maakten allen te samen een verbond, dat zij zouden komen om tegen
Jeruzalem te strijden, en eene verbijstering daarin te maken." Neh.4:7,8. In
dit geval vormde een geest van haat en tegenkanting tegen de Hebreëen een
eenheid en schiep een onderlinge sympathie tussen de verschillende groepen van
mensen, die anders strijd tegen elkander zouden gevoerd hebben. Dit illustreert
goed, waar wij dikwijls getuige van zijn heden ten dage, namelijk het bestaan
van eenheid tussen mensen van verschillende denominaties om de waarheid tegen
te gaan, mensen, die alleen één zijn, in dat,wat draakachtig is in hun natuur,
om bitterheid en haat te openbaren tegen het overblijfsel, dat de geboden van
God houdt. Dat wordt in de eerste plaats opgemerkt bij de eerste dags
adventisten, bij de geen dag en de alle dagen adventisten die uitmunten in het
haten en in het elkander belasteren, als zij tijd kunnen sparen voor hun
inspanning om de Zevende-dags-adventisten verkeerd te interpreteren te
belasteren, en op elk gebied te misbruiken.
"Maar wij baden tot onzen God, en zetten wacht tegen hen, dag en nacht, hunnen
halve. "Vers 9. Wij zijn bestendig in gevaar van zelfvergenoegd te zijn en op
ons eigen wijsheid af te gaan, en van God onze macht niet te maken, Niets
stoort de Satan zozeer dan dat hij weet dat wij zijn listen kennen. Als wij het
gevaar voelen zullen wij onze noodgevoelen aan gebed, zoals Nehemia, en gelijk
hij zullen wij deze zekere verdediging verkrijgen, die ons zekerheid zal
schenken in gevaar. Als wij zorgeloos en onverschillig zijn zullen wij zeker
door de listen van Satan overwonnen worden. Wij moeten waakzaam zijn. Terwijl,
gelijk Nehemia, wij onze toevlucht nemen tot het gebed en onze lasten en onze
verslagenheid leggen op God, zullen wij niet voelen, dat wij niets te doen
hebben. Wij moeten waken en bidden. Wij moeten waken op hetgeen onze
tegenstanders doen, opdat zij geen succes hebben in het verleiden van zielen.
Wij moeten in de kracht van Christus in spanningen doen om hun doeleinden te
doen mislukken, terwijl, wij tezelfdertijd niet mogen toelaten dat zij ons
terug roepen van ons groot werk. Waarheid is sterker dan dwaling. Gerechtigheid
zal het kwaad overheersen. Het volk van God zoekt om de bres, die in Gods wet
gelegd geweest is te herstellen . "En die uit u voortkomen. zullen bouwen de
oude verwoeste plaatsen; de fundamenten, van geslacht tot geslacht verwoest,
zult gij oprichten en gij zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt die de
paden weder opmaakt om te bewonen. Indien gij uw en voet van den Sabbat
afkeert, van te doen uwen lust op mijnen heiligen dag; en indien gij den Sabbat
noemt eene verlustiging, opdat de Heer geheiligd worde, die te eeren is; en
indien gij dien eert, dat gij uwe wegen niet doet, en uwen eigen lust niet
vindt, noch een woord daarvan spreekt : dan zult gij u verlustigen in den
Heere, en Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en Ik zal u spijzigen
met de erve uws vaders Jakobs; want de mond des Heeren heeft het gesproken. "
Jes.58:12,14.
Dit verstoort de vijanden van ons geloof, en ieder middel wordt gebruikt om
ons, werk te verhinderen. En toch wordt de gebroken muur bestendig verhoogd. De
wereld wordt verwittigd, en velen keren zich af van het vertrappen van de
Sabbat. God is in dit werk, en de mens kan het niet stoppen. De engelen van God
werken samen met de inspanning van Zijn getrouwe dienaren, en het werk gaat
bestendig vooruit. Wij zullen af te rekenen herhen met tegenkantingen van alle
aard, zoals de bouwers van de muren van Jeruzalem; maar als wij waken en bidden
en werken, zoals zij deden, zal God onze strijd strijden en ons een kostbare
overwinning geven. Nehemia" kleefde den Heere aan; hij week niet van hem na te
volgen, en hij hield zijne geboden, die de Heere Mozes geboden had, Zoo was de
Meere met hem". 2.Kon.18:6-7. Boodschappers werden herhaaldelijk gezonden om
een onderhoud te vragen met Nehemia; maar hij weigerde hen te ontmoeten.
Stoutmoedige bedreigingen werden gedaan, van wat zij van plan waren te doen ,
en boodschappers werden gezonden om het volk toe te spreken, dat bezig was met
het werk. Deze kwamen met vleiende lokmiddelen voor de dag en beloofden aan de
bouwers bevrijding van de dwang en wonderbare voorrechten, als zij hun belangen
wilden dienen en ophouden met bouwen. Maar het volk werd opgelegd niet in
woordenwisseling te komen met hun vijanden en hen geen woord te antwoorden,
zodat hen geen voordeel van woorden gegeven werd. Dreigingen en bespottingen
werden hen toegestuurd. zij zegden : "Al is het dat zij bouwen zoo daar een vos
opkwame, hij zou hunnen steenen muur wel verscheuren" Sonballet ontstak en werd
zeer toornig en hij bespotte de Joden" Neh. 4 : 3,1. Nehemia bad. "Hoor, o onze
God dat wij zeer verzocht zijn en doe h'inne versmaadheid weder keren op hun
hoofd" Neh. 4: 4. "En ik zond boden tot hen, om te zeggen : Ik doe een groot
werk, zoodat ik niet zal kunnen afkomen; waarom zou dit werk ophouden, terwijl
ik het zou nalaten en tot ulieden afkomen? Zij zonden nu wel viermaal tot mij
op dezelfde wijze, en ik antwoordde hen op dezelfde wijze. Toen zond Sonballet
tot mij op dezelfde wijze ten vijfden maal zijnen jongen , met een open brief
in zijn hand. "Neh. 6 :3-5.
Wij zullen de hevigste tegenstand hebben van de adventisten die de wet van God
tegengaan. Maar gelijk de bouwers van de muren van Jeruzalem moeten wij niet
verstrooid worden noch verhinderd van ons werk door mededelingen, door
boodschappers, die graag redetwisten of in strijd komen, of door vrees
aanjagende bedreigingen, het publiceren van leugens of door enige andere list
van de Satan, Ons antwoord moet zijn : Wij zijn ingenomen door een groot werk
en wij kunnen niet naar beneden komen. Wij zullen somtijds verlegen zijn en
niet weten welke richting wij moeten nemen om de eer van de zaak van God te
beveiligen en om de waarheid te verdedigen. De manier van doen van Nehemia zou
een sterke invloed op ons moeten hebben om te zien hoe wij moeten het hoofd
bieden aan deze tegenkantingen. Wij zullen al deze dingen aan God voorleggen in
gebed, zoals Nehemia zijn smekingen liet opstijgen voor God, terwijl zijn eigen
geest nederig was. Hij hield aan God vast met onwankelbaar geloof. Dit is de
manier, die wij moeten volgen. De tijd is te kostbaar om te besteden aan het
verdedigen van hun zwart gemaakt karakter door hen, die de Sabbat van de Heer
haten. Wij moeten met onwankelbaar vertrouwen voorwaarts gaan, gelovend dat God
Zijn waarheid grote en kostbare overwinningen zal schenken. In heiligheid,
zachtmoedigheid, en reinheid van hart, ons latende afhangen van Christus,
zullen wij een overtuigende kracht met ons medevoeren, dat wij de waarheid
hebben.
Wij begrijpen ons voorrecht niet, het geloof en het vertrouwen, dat wij kunnen
hebben in God, en de grote zegeningen, die het geloof teweegbrengen. Een
belangrijk werk ligt voor ons. Wij moeten een morele geschiktheid hebben voor
de hemel. Onze woorden en ons voorbeeld moeten spreken tot de wereld. Engelen
van God zijn aangesteld om te werken voor de kinderen van God. Kostbare
beloften staan ter uitvoering op voorwaarde dat wij de voorschriften
gehoorzamen. De hemel is vol met de rijkste zegeningen, wachtende om aan ons
gegeven te worden. Als wij onze nood aanvoelen, en tot God komen in
rechtzinnigheid en in ernstig geloof, zullen wij in nauwe verbinding gebracht
worden met de hemel en zullen wij kanalen van licht zijn voor de wereld. De
waarschuwing moet dikwijls luiden : "Zijt nuchteren en waakt; want uwe
tegenpartij, de duivel, gaat om als een brieschende leeuw, zoekende, wien hij
zou mogen verslinden. "1.Petr.5:8. 3 Test. 570-75.
Mijn dierbare jonge broeder, gij zijd ambitieus geweest om kennis te verwerven.
Deze ambitie is prijzenswaardig; maar om eraan toe te geven hebt gij uw eeuwige
belangen verwaarloosd en ze op de tweede plaats gezet na uw studies. God en de
hemel hebben een ondergeschikte positie ingenomen in uw gevoelens. De eisen van
Gods heilige wet zijn niet gevolgd geweest in uw dagelijks leven. Gij hebt de
Sabbat overtreden door te studeren gedurende deze heilige tijd, die gij niet
mocht doorbrengen voor uw eigen doeleinden. God heeft gezegd dan zult gij geen
werk doen" 4 Test. Church 114.
De kostbare tijd van genade gaat voorbij en weinigen stellen zich voor dat die
tijd hen gegeven is om zich voor te bereiden voor de eeuwigheid. De gouden uren
worden versleten in wereldse achtervolgingen, in plezier, en werkelijk
zondigen. Gods wet wordt op zij gezet en vergeten toch blijft ieder voorschrift
bindend. Iedere overtreding zal haar straf medebrengen. Liefde voor werelds
gewin leidt tot het overtreden van de Sabbat. Toch zijn de eisen betreffende
deze heilige dag niet afgeschaft of verminderd. Gods gebod op dit punt
duidelijk en onbetwistbaar; Hij heeft ons volstrekt verboden van op de zevende
dag te werken. Hij heeft hem afgezonderd als een dag voor Hemzelf geheiligd.
Velen vormen een hinderpaal op het pad van dezen, die willen wandelen in
gehoorzaamheid aan de wetten van God. Er zijn sterke en subtiele invloeden, die
hen binden aan de wagen van de wereld, maar de macht van de Heer kan deze
banden breken. Hij zal ieder beletsel uit de weg ruimen voor de voeten van de
getrouwen of hen kracht en moed geven om iedere moeilijkheid te overwinnen, als
zij ernstig Zijn hulp afsmeken. Alle hindernissen zullen wegzinken voor een
ernstig begeren en volgehouden krachtinspanning om de wil van God te doen, ten
koste van zichzelf, zelfs moest het leven ervoor opgeofferd worden. Licht 'jan
de hemel zal de duisternis verlichten van dezen, die, in beproeving en
verlegenheid voorwaarts gaan opziende naar Jezus als de verwezenlijker van hun
hoop.
In de oude tijden sprak God door de mond van profeten en apostelen. In deze
dagen spreekt Hij tot hen door de getuigenissen van Zijn Geest. Er was nooit
een tijd waarop God Zijn volk onderrichtte op een meer ernstige wijze dan Hij
hen nu onderricht nopens Zijn wil en de richting die Hij wil dat zij volgen.
Naar zullen zij nut trekken uit deze onderrichtingen? Zullen zij Zijn
berispingen aanvaarden, en acht slaan op Zijn waarschuwing? God kan geen halve
gehoorzaamheid aanvaarden; Hij laat niet toe dat wij een compromis sluiten met
ons zelf. 4 Test. 147-48.
Er werd mij getoond, dat er hinderpalen zijn in de spirituele bloei van de
kerk. De Geest van God Is bedroefd omdat velen niet recht zijn in het hart en
in hun leven; Het geloof, dat zij belijden is niet in harmonie met hun werken.
De Heilige rustdag van Jehova is niet gehouden zoals het zou moeten. Iedere
week wordt God beroofd door schending van het begin en het einde van Zijn
heilige tijd; en de uren, die zouden moeten toegewijd zijn aan gebed en
overweging worden gegeven aan wereldse bezigheden.
God heeft ons Zijn geboden gegeven, niet alleen om geloofd te worden, maar om
er aan te gehoorzamen. De grote Jehova als Hij de grondslag van de aarde gelegd
heeft, als Hij gans de aarde getooid heeft met een krans van schoonheid, en
haar gevuld heeft met dingen, die nuttig zijn voor de mens, als Hij al de
wonders van het land en de zee geschapen heeft, heeft dan de Sabbatdag
ingesteld en hem geheiligd. God zegende en heiligde de zevende dag, omdat Hij
rustte op deze dag van al Zijn wonderbare werken van schepping. De Sabbat was
gemaakt voor de mens, en Godwil dat hij zijn werk opzij legt op deze dag, zoals
Hij zelf rustte na Zijn zes werkdagen van schepping.
Zij, die de geboden van God willen in ere houden, volgen het licht dat hen
gegeven geweest is in verband met het vierde voorschrift van de Decaloog
gehoorzamen hieraan zonder te discuteren over het doenbare ervan of de
geschiktheid tot zulk een gehoorzaamheid. God schiep de mens naar Zijn beeld en
gaf hem dan een voorbeeld van onderhouden van de zevende dag, dewelke Hij
heiligde en heilig maakte. Hij bepaalde dat op deze dag de mens Hem zou
aanbidden en dat hij zich niet zou bezig houden met wereldse bezigheden.
Niemand, die dat vierde gebod veronachtzaamt, na licht ontvangen te hebben
nopens de eisen van de Sabbat, kan schuldeloos aanzien worden voor het oog van
God.
Broeder, gij herkent de eisen van God om de Sabbat te houden, maar uw werken
zijn niet in harmonie met het geloof dat gij belijdt. Gij geeft uw invloed aan
de zijde van de ongelovige, voor zover gij de wet van God overtreedt. Als uw
tijdelijke aangelegenheden het vergen, overtreedt gij het vierde gebod zonder
gewetensbezwaar. Gij maakt van het onderhouden van Gods wet een zaak van
geschiktheid, gehoorzamend of ongehoorzaam zijnde volgens uw zaken of uw
neigingen het wensen. Dit is geen in eer houden van de Sabbat als een heilige
instelling. Gij bedroeft de Geest van God en onteert uw Verlosser door deze
vermetele richting te volgen. Een gedeeltelijke in acht neming van de Sabbat
wordt door de Heer niet aanvaard en heeft een verkeerde uitwerking op de geest
van de zondaars dan wanneer gij niet beleed dat Gij een Sabbathouder waart. Zij
worden gewaar, dat uw leven uw geloof tegenspreekt, en verliezen geloof in de
Christenheid. De Heer meent wat Hij zegt, en de mens kan zijn geboden niet
opzij zetten zonder een straf te ondergaan. Het voorbeeld van Adam en Eva in de
hot van Eden zou ons voldoende moeten waarschuwen tegen enige ongehoorzaamheid
aan de goddelijke wet. De zonde van onze eerst ouders door te luisteren naar
een schoonschijnende bekoring van de vijand bracht schuld en wee op de wereld,
en veroorzaakte dat de Zoon van God de koninklijke hoven van de hemel moest
verlaten en een nederige plaats moest innemen op de aarde. Hij was onderworpen
aan verwijt, verwerping, en kruisiging door de schuld van hen, die Hij kwam om
te zegenen. Welk een enorme kostprijs stond deze overtreding te wachten in de
hof van Eden! De Majesteit van de hemel werd opgeofferd om de mens van de straf
voor zijn misdaad te redden.
God zal geen enkele overtreding van Zijn wet meer door de vingers zien nu dan
in de dagen als Hij oordeel velde over Adam. De Redder van de wereld liet Zijn
stem rijzen in protest tegen hen, die het goddelijk gebod met zorgeloosheid en
onverschilligheid houden. Hij zegt : "Zoo wie dan een van deze minste geboden
zal ontbinden, en de menschen alzoo zal geleerd hebben, die zal de minste
genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zoo wie dezelve zal gedaan
en geleerd hebben, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen."
Matth.5 :19.
De les, die in onze levens wijze tot uiting komt is gans voor of tegen de
waarheid. Als uw werken de overtreder in zijn zonden schijnt te rechtvaardigen,
als uw invloed de indruk geeft dat het een lichte zaak is van de geboden te
overtreden, dan zijt gij niet alleen schuldig zelf, maar gij zijt voor een
zeker deel verantwoordelijk voor daarop volgende dwalingen van de anderen: Bij
het begin van het vierde voorschrift, zegt God: "Gedenk", wetend dat de mens in
zijn grote hoeveelheden van zorgen en bezigheden bekoord zou worden om zichzelf
te verontschuldigen om de volle eisen van de wet te vervullen of, in de haast
van zijn wereldse bezigheden, zijn heilige belang zou vergeten. Lees Ez.20:9.
Broeder K. Hoe durft gij het wagen van een gebod dat zo plechtig en belangrijk
is te overtreden ? Heeft de Heer een uitzondering gemaakt waardoor gij
kwijtgescholden zijt van de wet die Hij aan de wereld gegeven heeft? Zijn uw
overtredingen weggenomen van het boek van gedenkenis ? Heeft Hij het goed
gevonden van uw ongehoorzaamheid te verontschuldigen, als de naties voor Hem
komen voor het oordeel? Bedrieg uzelf geen enkel ogenblik met de gedachten dat
uw zonde haar verdiende straf niet zal medebrengen. Uw overtredingen zullen
bezocht worden met de roede, omdat gij het licht gehad hebt, en toch in
tegenstelling ermede gewandeld hebt. En die dienaar, welke geweten heeft den
wil des Heeren en zich niet bereid noch naar zijnen wil gedaan heeft, die zal
met vele slagen geslagen worden" Lucas 12:47.
God heeft de mens zes dagen gegeven om zijn werk te doen en om de gewone levens
bezigheden uit te voeren; maar Hij eist één dag op, die Hij afgezonderd heeft
en geheiligd. Hij geeft deze aan de mens als een dag waarop Hij mag rusten van
de arbeid en zichzelf toewijden aan de aanbidding en de vooruitgang van zijn
geestelijke conditie. Welk een schreeuwende belediging is het voor de mens van
de eene geheiligde dag van Jehova te stelen en te gebruiken voor eigen
doeleinden! Het is de grootste verwaandheid voor de sterfelijke mens van het te
wagen om een compromis te sluiten met de Almachtige om zijn onbeduidende
tijdelijke interesse te verzekeren! Het is een even onmeedogende overtreding
van de wet van per gelegenheid de Sabbat te gebruiken voor gewone bezigheden
als van hem tenvolle te verwerpen; want het is van het gebod van God een zaak
maken van geriefelijkheid. "Ik de Heer uw God, ben een naijverig God," werd
vanaf de Sinai verkondigd. Geen gedeeltelijke gehoorzaamheid , geen verdeelde
belangstelling, wordt door Hem aanvaard, die verklaart dat de ongerechtigheden
van de vaders de kinderen zullen bezoeken tot de derde en vierde generatie van
hen die Hem haten, en dat Hij barmhartigheid zal tonen aan duizenden van mensen
die in Hem geloven en Zijn geboden onderhouden. Het is geen kleine zaak uw
buurman te beroven, en groot is het lidteken op iemand, die schuldig bevonden
wordt aan zulk en daad. Toch zal degene met verachting spreekt over het
bestelen of afzetten van zijn naaste, zonder schaamte zijn hemelse Vader
beroven van de tijd, die Hij gezegend heeft en afgezonderd heeft voor een
speciaal doel.
Mijn dierbare broeder, uw werken zijn in tegenstrijd met het geloof dat gij
belijdt, en uw enige verontschuldiging ligt in het feit dat gij een pover
inkomen hebt. De dienaren van God in de vroegere tijden zijn geroepen geweest
om hun leven af te leggen ten behoeve van hun geloof. Uw manier van handelen
komt slecht overeen met deze van de martelaren, die honger en dorst
doorstonden, marteling en dood eerder dan hun godsdienst op te geven of hun
princiepen van waarheid prijs te geven. Het staat geschreven : "Wat nuttigheid
is het mijn broeders, indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en heeft de
werken niet? Kan dat geloof hem zaligmaken? "Jac.2:14. Iedere keer wanneer uw
handen het werk opnemen op de Sabbat, ontkent u feitelijk uw geloof. De Heilige
Schrift leert ons dat geloof zonder de werken dood is, en dat het getuigenis
van iemands dagelijks leven aan de wereld verkondigt of hij getrouw is aan het
geloof dat hij belijdt. Door uw gedrag wordt Gods wet in de ogen van uw
wereldse vrienden van minder waarde geacht. Daardoor zegt men: "Men mag de
geboden wel dan niet gehoorzamen. Ik geloof dat de wet van God in zekere zin
voor de mens bindend is; maar de Here beoordeelt ons niet zo precies, of wij
zijn voorschriften zo nauwgezet onderhouden; zo nu en dan eens een overtreding
wordt door Hem niet met strengheid bestraft.”
Velen verontschuldigen zich bij het overtreden van de Sabbat door te verwijzen
naar uw voorbeeld. Zij redeneren, dat, als zo‘n goed mens, die gelooft dat de
zevende dag de Sabbat is, met wereldse bezigheden op deze dag bezig kan zijn,
als de omstandigheden dat vragen, zij het zeker ook mogen doen zonder
veroordeeld te worden.
Velen zullen u tegemoet komen op de oordeelsdag, van uw invloed een
verontschuldiging makend voor hun ongehoorzaamheid aan Gods wet. Ofschoon dit
hun zonde niet zal verontschuldigen, toch zal het vreselijk tegen u spreken.
God heeft gesproken en Hij bedoelt dat de mens zal gehoorzamen. Hij vraagt hem
niet of het voor hem past. De lieer van leven en glorie heeft Zijn
geschiktheden of gemak en plezier niet geraadpleegd als Hij Zijn staat van hoog
bevel verliet om te worden een man van smarten, bekend gemaakt met lijden,
aanvaardend smaad en dood om de mens te bevrijden van de gevolgen van zijn
ongehoorzaamheid. Jezus stierf niet om de mens te verlossen in zijn zonden maar
van zijn zonde. De mens moet de dwaling van zijn wegen verlaten, om het
voorbeeld van Christus te volgen, om het kruis op te nemen en Hem te volgen,
zichzelf vernederend, en gehoorzamend aan God ten koste van wat ook. Christus
zegde: "Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den eenen haten en den
anderen liefhebben, of hij zal den eenen aanhangen en den andere verachten. Gij
kunt niet God dienen en den Mammon" Matth. 6 : 24. Als wij trouwe dienaren van
God zijn zal er geen vraag in onze geest opkomen of wij Zijn geboden zullen
onderhouden of onze eigen tijdelijke belangen raadplegen. Als de gelovigen in
de waarheid niet ondersteund worden door hun geloof in deze in vergelijking nog
vredig dagen, wat zal hen ophouden als de grote test komt en het dekreet zal
uitgaan tegen hen, die het beeld van het beest niet willen aanbidden en het
merkteken op hun voorhoofd of op hun handen niet willen aanvaarden? Deze
plechtige tijd is niet veraf. In plaats van zwak en onbeslist te worden, moet
het volk van God kracht verzamelen en moed voor de tijd van benauwdheid.
Jezus, ons grootste voorbeeld, leerde in Zijn leven en dood de striktste
gehoorzaamheid. Hij stierf als de rechtvaardige voor de onrechtvaardigen, de
onschuldige voor de schuldige, opdat de eer van Gods wet mocht behouden worden
en de mens niet zou moeten vergaan. Zonde is de overtreding van de wet. Als de
zonde van Adam zulk een onbeschrijfelijke ellende bracht, het offer vragend van
Gods dierbare Zoon, wat zal dan de straf zijn van Hen, die het licht van de
waarheid ziende, het vierde gebod zonder uitwerking maken?
Omstandigheden zullen niemand rechtvaardigen van te werken op de Sabbat voor
werelds profijt. Als God één mens verontschuldigt kan Hij ze allen
verontschuldigen. Waarom mag Broeder L, die een arme man is niet werken op de
Sabbat om in zijn levensonderhoud te voorzien, als hij door dit te doen meer in
staat zal zijn om zijn familie te ondersteunen? Waarom mag geen andere broeder
of wij allemaal de Sabbat houden alleen wanneer het ons past? De stem van de
Sinai antwoordt " Zes dagen zult gij arbeiden, en al uw werk doen : maar de
zevende dag is de Sabbat van de Heer Uw God."
Verkeerdheden, die begaan worden door gelovigen in de waarheid brengen grote
zwakheid op de kerk. Zij zijn struikelblokken op de weg van de zondaars en
beletten hen van tot het licht te komen. Broeder, God roept u om tenvolle Zijn
zijde te kiezen en te laten zien door uw werken, dat gij Zijn voorschriften in
acht neemt en dat gij de Sabbat houdt zonder hem te overtreden. Hij vraagt u
wordt wakker om te zien wat uw plicht is en wees trouw aan de
verantwoordelijkheden die op u rusten. Deze plechtige woorden zijn tot u
gericht : "Lees Jes, 58:13,14.
Gelijk velen van onze broeders zijt gij verstrikt geraakt met de overtreders
van Gods wet, de zaken ziende in hun eigen licht en vallend in hun eigen
dwaling. God zal dezen bezoeken met Zijn oordeel, die Hem met de mond belijden
te dienen, en toch in werkelijkheid de mammon dienen. Deze, die Gods
uitgesproken wil veronachtzamen voor hun eigen voordeel trekken het toekomstig
wee op hen. De kerk in , . ' zouden zich moeten afvragen als zij niet gelijk de
Joden, van de tempel Gods een verkoopplaats gemaakt hebben. Christus zegt :"Het
is geschreven, Mijn huis zal een huis van gebed genaamd worden: maar gij hebt
er een rovershol van gemaakt. " Zijn velen van ons volk niet in de zonde
gevallen door het opofferen van hun godsdienst voor de zaak van werelds gewin;
een vorm van godsvrucht behoudend, toch gans hun geest gevend aan tijdelijke
belangen? Gods wet moet aanzien worden als de eerste van allen en gehoorzaamd
in de geest en in de letter. Als Gods woord gesproken in eerbiedwaardige
plechtigheid van op de Sinai lichtzinnig aanzien wordt, hoe zullen dan de
Getuigenissen van Zijn Geest ontvangen worden? Geesten die zo verduisterd zijn
dat zij de autoriteit van Gods geboden, op een rechtstreekse wijze aan de mens
gegeven, niet kunnen onderscheiden, kunnen niet veel goeds verwachten van een
zwak instrument van God, dat Hij gekozen heeft om Zijn volk in te lichten.
Uw ouderdom kan u niet verontschuldigen van de goddelijke wet te gehoorzamen.
Abraham werd hard getest in zijn oude dag. De woorden van de Heer schenen
vreselijk en niet geschikt voor de geslagen oude mens, toch vroeg hij zich niet
af of het juist was of niet of twijfelde hij eraan te gehoorzamen. Hij had
kunnen pleiten tenvoordele van zijne ouderdom en zwakheid. En dat hij de zoon
niet kon, offeren die de vreugde was van zijn leven. Maar de gehoorzaamheid van
Abraham was zonder gemopper of verwijt. Zijn betrouwen op God was volledig. Het
geloof van Abraham zou voor ons een voorbeeld moeten zijn, toch hoe weinigen
willen met geduld een eenvoudige test of een berisping voor hun zonden
doorstaan, die hun eeuwig welzijn in gevaar brengen. Hoe weinigen ontvangen een
berisping in nederigheid, en trekken er voordeel uit. Gods vraag naar ons
geloof onze dienst, onze genegenheid, zou met een bereidwillig antwoord moeten
tegemoet gegaan worden. Wij zijn oneindige schuldenaars van de Heer en zouden
zonder aarzelen moeten akkoord gaan met de kleinste van Zijn vragen. Om een
verbreker te zijn van Zijn geboden moeten wij niet noodzakelijk op ganse morele
wet trappelen. Als één percent veronachtzaamd wordt, zijn wij overtreders van
zijn heilige wet. Maar als wij trouwe gebodenhouders zouden zijn zouden wij
strikt ieder voorschrift, dat God op ons legt, moeten onderhouden. God liet toe
dat Zijn eigen Zoon ter dood gebracht werd opdat zou geantwoord worden op de
strafbaarheid van de overtreding van de wet; dan hoe zal Hij te werk gaan met
hen, die in het aanzien van al deze klaarblijkelijkheden het aandurven zich te
begeven op het pad van de ongehoorzaamheid, nadat zij het licht ontvangen
hebben? De mens heeft geen recht om zijn gemak of behoeften in deze zaak in te
mengen. God zal voorzien; Hij, die Eliah voedde aan de beek een raaf gebruikend
als boodschapster, zal niet dulden dat Zijn getrouwen tekort hebben aan
voedsel. "Lees Matth. 6:26 en 28.
Waar is het geloof van Gods volk? Waarom zijn zij zo ongelovig en wantrouwig in
Hem die in hun behoeften voorziet, en hen ophoudt door Zijn kracht? De Heer wil
het geloof van Zijn volk op de proef zetten. Hij wil berispingen zenden, die
door leed zullen opgevolgd worden, als deze verwittigingen niet in acht genomen
worden. Hij wil de fatale traagheid breken van de zonde ten koste van wat ook
bij hen, die van hun overeenkomst afgeweken zijn met Hem, en hen wakker
schudden voor een gevoel van verantwoordelijkheid en plicht. Mijn broeder uw
ziel moet verlevendigd worden en uw geloof breder gemaakt. Gij hebt uzelf
zolang verontschuldigd in uw ongehoorzaamheid op een of andere manier dat uw
geweten in slaap gewiegd is om te rusten en op te houden van u te herinneren
aan uw dwalingen. Gij hebt zolang gevolgd hetgeen u het best schikte in verband
met het houden van de Sabbat dat uw geest ongevoelig geworden is aan uw eigen
handel. wijze van ongehoorzaamheid; Gij zijt nu nochtans niet minder
verantwoordelijk, omdat Gij uzelf in deze toestand gebracht hebt. Begin meteen
het goddelijk gebod te onderhouden en vertrouw in God. Verwek Zijn wraak niet,
op dat Hij u niet bezoeke met vreselijke straffen. Keer terug tot Hem vóór het
te laat is, en vind vergiffenis voor uw zonden. Hij is rijk en overvloedig aan
barmhartigheid; Hij zal u Zijn vrede en goedkeuring geven als gij tot Hem komt
met een nederig geloof. 4 Test.for the Church 247-57
Grote zegeningen liggen besloten in het onderhouden van de Sabbat, en God
begeert dat de Sabbatdag voor ons een dag van vreugde zij. Er was vreugde als
de Sabbat ingesteld werd. God keek met voldoening op het werk van Zijn handen .
Alles wat Hij maakte verklaarde Hij "zeer goed". Gen. 1 : 331. Hemel en aarde
waren vervuld met vreugde. "De morgensterren zongen tezamen vroolijk en al de
kinderen Gods juichten. "Job 38 : 7. Ofschoon de zonde in de wereld
binnenkwamen om Zijn volmaakt werk te storen, geeft God ons nog altijd de
Sabbat als een getuigenis dat Iemand, almachtig, onbeperkt in goedheid en
barmhartigheid, alle dingen geschapen heeft. Onze hemelse Vader wenst van door
het onderhouden van de Sabbat onder de mensen de kennis van Hemzelf te
behouden. Hij begeert dat de Sabbat onze geest naar Hem richt als naar een ware
en levende God, en dat door kennis van Hem wij leven en vrede mogen hebben.
Al s de Heer Zijn volk Israël verloste uit Egypte en hen Zijn wet
toevertrouwde, leerde Hij hen dat door het onderhouden van de Sabbat zij
moesten onderscheiden worden van afgodendienaars. Het was dit dat het
onderscheid maakte tussen dezen die de heerschappij van God erkennenden dezen,
die weigeren van Hem als hun Schepper te aanvaarden en als koning. "Lees Ex.
31:17,16.
Als de Sabbat het teken was, dat Israël onderscheidde, als zij uit Egypte
kwamen om binnen te gaan in het aardse Kanaan, zo is hij ook het teken dat nu
Gods volk onderscheidt als zij uit de wereld komen om binnen te gaan in de
hemelse rust. De Sabbat is een teken van verwantschap, die bestaat tussen God
en Zijn volk, een teken dat zij Zijn wet eren. Hij maakt een onderscheid tussen
Zijn getrouwe onderdanen en de overtreders. Vanuit de wolkkolom verklaarde
Christus aangaande de Sabbat : "Lees Ex. 31:13. De Sabbat, die aan de wereld
gegeven geweest is als een teken van God als Schepper is ook een teken van Hem
als heiligmaker. De macht die alle dingen schiep, is de macht, die de ziel
herschept naar Zijn eigen beeld en gelijkenis. Voor hen, die de Sabbat houden
is het een teken van heiligmaking. Ware heiligmaking is harmonie met God,
gelijkheid met Hem in karakter. De heiligmaking wordt verkregen door
gehoorzaamheid aan deze princiepen, die een afschrift zijn van Zijn karakter.
En de Sabbat is het teken van gehoorzaamheid. Hij die met het hart gehoorzaam
is aan het vierde gebod zal de gehele wet onderhouden. Hij wordt geheiligd door
gehoorzaamheid.
Voor ons en voor Israël is de Sabbat gegeven " als een eeuwig verbond". Voor
hen, die de heilige dag,de Sabbat eren is het een teken, dat God hen erkent als
Zijn uitgekozen volk. Het is een belofte dat Hij voor hen zijn verbond zal
vervullen. Iedere ziel, die het teken van Gods bestuur aanvaardt, plaatst
zichzelf onder het goddelijk, eeuwig verbond. Hij hecht zich vast aan de gouden
ketting van gehoorzaamheid, waarvan iedere schakel een belofte is. Het vierde
gebod alleen van alle tien draagt het zegel van de grote Wetgever, de Schepper
van hemel en aarde. Zij, die dit gebod gehoorzamen nemen Zijn naam op zich, en
al de zegeningen die dit inhouden behoren hen toe. Lees Deut.28:9-13.
De Psalmist sprekende door de Heilige Geest zegt
Psalm 95 : 1-7; 100 : 3.
De beloften gegeven aan Israël zijn ook voor Gods volk van nu. Zij zijn de
boodschappen, die de Sabbat ons brengen. 6Test. Church 349-353.
Gans de hemel houdt de Sabbat, maar niet in een lusteloos niets doen. Op deze
dag moet iedere energie van de ziel wakker zijn, want moeten wij niet in
ontmoeting komen met onze God en met Christus onze Redder? Wij kunnen Hem
aanschouwen in het geloof. Hij verlangt iedere ziel te verfrissen en te
zegenen. Iedereen zou moeten voelen, dat hij een deel te doen heeft in het
interessant maken van de Sabbat vergaderingen. Gij moet niet alleen samen komen
in vormelijkheid, maar ons gedachten te wisselen, om relaas te geven van de
dagelijkse bevindingen, tot het uitdrukken van dankbetuigingen, tot het uiten
van uw rechtzinnig verlangen naar goddelijke verlichting, dat Gij moge God
kennen en Jezus Christus, die Hij gezonden heeft. Met elkander gemeenschap
houden nopens Christus zal de ziel sterken tegen de beproevingen in het leven
en tegen de strijd. Denk nooit dat gij christen kunt zijn en dan uzelf
terugtrekken in uzelf. Elkeen is een deel van het grote web van de mensheid, en
de bevinding van elkeen zal grotelijks bepaald worden door de bevinding van
zijn gezellen.
Wij bekomen geen honderdste van de zegeningen die wij zouden kunnen bekomen in
het met elkander bijeenkomen om God te aanbidden. Onze waarnemingsvermogens
moeten verscherpt worden. Vriendschap onder elkander zou ons gelukkig moeten
maken. Uit zulk een hoop, zoals wij hebben, waarom is ons hart niet brandend
van liefde voor God? Wij moeten naar iedere religieuze vergaderingen en
opgewekte geest meedragen, bewust, dat God en Zijn engelen daar zijn,
medewerkend met alle ware aanbidders.
Als gij de plaats van aanbidding binnentreedt, vraag aan de Heer dat Hij alle
kwaad uit uw hart wegneemt. Breng naar Zijn huis alleen dat wat Hij kan
zegenen.
Kniel voor God neder in Zijn tempel, en wijdt Hem toe wat van Hem is, wat Hij
gekocht heeft met het bloed van Christus. Bidt voor de spreker of de leider van
de vergadering. Bidt, dat grote zegening kan komen door deze, die het woord des
levens moet voorhouden. Streef er ernstig naar van vaste hand te leggen op de
zegening voor u bestemd.
God wil allen zegenen, die zich zelf voor Zijn dienst voorbereiden. Zij zullen
verstaan wat het betekent van de verzekering te hebben van de Geest, omdat zij
Christus ontvangen hebben door geloof.
De plaats van aanbidding kan zeer bescheiden zijn, maar zij wordt niet te min
door God herkend. Voor hen, die God aanbidden in de geest en in waarheid en in
de schoonheid van heiligheid zal zij zijn als de poort van de hemel. Het
gezelschap van gelovigen mag klein zijn in getal, maar in Gods oog zijn ze zeer
duurbaar. Door het zwaard van de waarheid zijn zij genomen geweest als ruwe
stenen vanuit de groef van de wereld en zijn in de werkplaats van God gebracht
om gehouwen en geslepen te worden. Maar zelfs in hun ruwe toestand zijn zij
kostbaar in Gods oog. De bijl, de hamer, en de beitel van beproevingen zijn in
de hand van Iemand die handig is; zij worden gebruikt, niet om te vernietigen,
maar om de volmaaktheid uit te werken van iedere ziel. Als kostbare stenen,
gepolierd naar de gelijkenis van een paleis, worden wij door God bestemd om een
plaats te vinden in de hemelse tempel.
Gods beschikken en gunstverleningen voor ons zijn zonder grenzen. De troon van
genade zelf is de hoogste aantrekking omdat hij ingenomen is door Iemand, die
ons toelaat van Hem onze Vader te noemen. Maar God achte de princiepen van
verlossing niet volledig als Hij er alleen Zijn liefde aan verleend. Door Zijn
beschikking heeft Hij aan Zijn altaar een advocaat geplaatst, gekleed niet onze
natuur. Als onze tussenpersoon, is Zijn dienstwerk bestemd om ons in te leiden
bij God als Zijn Zonen en dochters. Christus komt voor ons tussen ten behoeve
van dezen, die Hem ontvangen hebben. Aan hen geeft Hij macht, door de kracht
van Zijn verdiensten, van leden te worden van de koninklijke familie, kinderen
van de hemelse Koning. En de Vader toonde Zijn eeuwige liefde voor Christus,
die ons rangoen betaalde met Zijn bloed, door Christus' vrienden als Zijn
vrienden te verwelkomen en te ontvangen. Hij is voldaan met de volbrachte
verzoening. llij is verheerlijkt door de menswording, het leven, de dood en het
middelaarschap van Zijn Zoon, 6 Test. Church 362-63.
Het is ons werk van de wet van God groot te maken en te verheffen. De waarheid
van Gods heilig woord moet openbaar gemaakt worden. Wij moeten de Schriften
houden als een levensregel. In alle bescheidenheid, in de geest van gratie, en
in de liefde van God moeten wij de mens wijzen op het feit, dat de Heer God de
Schepper is van hemel en aarde, en dat de zevende dag de Sabbat is van de Heer.
In de naam van God moeten wij voorwaarts gaan, door Zijn banier open te vouwen,
en Zijn woord te verkondigen, Als de overheden ons bevelen dit werk niet te
doen, als zij ons verbieden van de geboden van God en het geloof van Jezus te
verkondigen, dan zal het noodzakelijk zijn van te zeggen zoals de apostels :
"Oordeelt gij of het recht is voor God, u lieden meer te hooren dan God; want
wij kunnen niet laten te spreken, hetgeen wij gezien en gehoord hebben. "Hand.
4 : 19, 20. De waarheid moet voorgedragen worden in de macht van de Heilige
Geest. Dit alleen kan onze woorden tot uitwerking brengen. Alleen door de macht
van de Geest zal overwinning behaald worden. De menselijke tussenpersoon moet
bewerkt worden door de Geest van God. De werkers moeten behouden worden door de
macht van God door geloof in redding. Zij moeten goddelijke wijsheid hebben,
dat niets mag geuit worden, dat mensen zou aanzetten onze weg af te sluiten.
Door het inprenten van geestelijk waarheid moeten wij een volk voorbereiden die
in staat zullen zijn in zachtmoedigheid en vreze een reden te geven voorhun
geloof voor de hoogste gezaghebbers van de wereld.
Wij moetende waarheid voorleggen in haar eenvoud, praktische godsdienst
voorstaan en wij zullen dit doen in de geest van Christus. 6 Test. Church.
395-96.
Nu als nooit tevoren, moeten wij het gevaar zien van door onwaakzaamheid
afgeleid te worden van trouw aan Gods geboden. Wij moeten realiseren, dat God
ons een besliste boodschap van waarschuwing gegeven heeft voor de wereld, zoals
Hij aan Noah gaf voor de vloed. Dat ons volk oplet van het belang van de Sabbat
te verminderen om aldus zich te kunnen aaneen schakelen met de ongelovigen. Dat
zij zich onthouden van af te wijken van de princiepen van ons geloof, door het
te laten uitschijnen dat het niet verkeerd is van gelijkvormig te worden aan de
wereld. Dat zij schrik hebben van de raad op te volgen van gelijk welk mens,
wat ook zijn positie mag zijn, die werkt tegen dat wat God verwezenlijkt heeft
om Zijn volk afgescheiden te houden van de wereld.
De Heer zet Zijn volk op de proef om te zien wie getrouw zal zijn aan de
princiepen van waarheid. Ons werk is van aan de wereld de eerst, tweede, en
derde engelenboodschap te verkondigen. In het volbrengen van onze taak moeten
wij de vijand niet verachten noch vrezen. Onszelf te binden door kontakten met
hen, die niet van ons geloof zijn ligt niet in de bedoeling van God. Wij moeten
deze, die weigeren van trouw te zijn aan God behandelen met vriendelijkheid en
beleefdheid, maar nooit mogen wij ons met hen verenigen in raad in verband met
de vitale belangen van Zijn werk. Ons vertrouwen op God plaatsend, moeten wij
steeds voorwaarts gaan, Zijn werk doende met onzelfzuchtigheid, in nederige
afhankelijkheid van Hem, ons aan Zijn voorzienigheid toevertrouwend en ook
alles wat ons heden en toekomst aangaat, het begin van ons vertrouwen vast
houdend tot het einde toe, er aan denkend dat wij de zegeningen van de hemel
ontvangen, niet omdat wij het waardig zijn maar omdat Christus waardig is en
omdat wij Zijn overvloedige genade aanvaard hebben door geloof in Christus.
Ik bid dat mijn broeders zich mogen vergewissen dat de derde engelenboodschap
meer betekent voor ons en dat het onderhouden van de ware Sabbat een teken moet
zijn dat deze onderscheidt die God dienen van dezen die Hem niet dienen. Dat
deze die in slaap gegaan zijn en onverschillig geworden zijn ontwaken. Wij zijn
geroepen om heilig te zijn en wij zouden zorgvuldig moeten vermijden van de
indruk te geven, dat het van weinig gevolg is of wij nu wel of niet de
specifieke hoofdpunten van ons geloof behouden. Op ons rust de plechtige
verplichting van een meer uitgesproken standpunt in te nemen voor de waarheid
en de gerechtigheid dan wij vroeger ingenomen hebben. De scheidslijn tussen
hen, die de geboden van God onderhouden en deze, die het niet doen, moet
openbaar worden met ontegensprekelijke klaarheid. Wij moeten gewetensvol God
eren, met ijver alle middels gebruikend om verbondsrelatie met Hem te houden,
opdat wij Zijn zegeningen mogen ontvangen die zo belangrijk zijn voor het volk
dat zo streng zal beproefd worden. De indruk geven dat ons geloof, onze
godsdienst niet een overheersende macht is in ons leven is dan onteren wij God.
Aldus keren wij ons af van Zijn geboden, die voor ons leven betekenen,
ontkennend dat Hij onze God is en dat wij Zijn volk zijn. 7.Test. Church.
107-109.
De publicaties die vanuit onze uitgevershuizen komen moeten een volk
voorbereiden om God te ontmoeten. Doorheen de wereld moeten zij hetzelfde werk
doen als Johannes de Doper voor het Joodse volk. Door verrassende boodschappen
van waarschuwing, maakte Gods profeet de mens wakker uit zijn wereldse droom.
Door hem riep God het achteruitgaand Israël ter bekering. Door zijn
voorstelling van de waarheid toonde hij algemene dwalingen aan. In
tegenstelling met de valse theorieën van zijn tijd, stond de waarheid in zijn
onderwijs als een eeuwige zekerheid. "Bekeert u, want het koninkrijk der
hemelen is nabij gekomen" was Johannes' bood schap . Matth.3:2. Dezelfde
boodschap moet aan de wereld van nu gegeven worden door onze publikaties. De
profetie, die de zending van Johannes beschreef, tekent ons werk uit :"Bereid
de weg des Heren, maakt Zijne paden recht" Vers 3. Zoals Johannes de weg
bereidde voor de eerst komst, zo moeten wij de weg bereiden voor de tweede
komst van de Heer. Onze uitgerijen moeten de eisen van God vertrapte wet
verheffen. Voor de wereld uitkomend als hervormers, moeten zij aantonen dat de
wet van God de grondslag is van alle blijvende hervorming. In klare duidelijke
lijnen moeten wij de noodzaak voorstellen van gehoorzaamheid aan al Zijn
geboden. Gedreven door de liefde van Christus, moeten zij samenwerken met Hem
in het heropbouwen van de oude woeste plaatsen. De grondvesten optrekkend van
vele generaties. Wij moeten als herstellers optreden van de bres, herstellers
van het pad om op te gaan. Door hun getuigenis moet de Sabbat van het vierde
gebod staan als een getuigenis, een bestendige herinnering aan God, om er
aandacht op te trekken en om op te wekken tot onderzoek , opdat de geest van de
mens kan gericht worden naar zijn Schepper. 7.Test. Church. 138-39.
Volgens het vierde gebod moet de Sabbat gewijd worden aan rust en religieuze
aanbidding. Alle gewone werkzaamheden moeten opgeheven worden, maar werken van
barmhartigheid en weldadigheid zijn in akkoord met het doel van de Heer. Zij
moeten niet begrensd zijn door tijd of plaats. De bedrukte te helpen de
bedroefden te troosten, is een werk van liefde dat de heilige dag van God eert.
Welfare Ministry 77. Vers 9.
De godsdienst die gij belijdt maakt het zowel uw plicht van op de zes werkdagen
te werken als van op de Sabbat de kerk te bezoeken. Gij zijt niet ijverig in
het werk. Gij laat uren, dagen en zelfs weken voorbij gaan zonder iets te doen.
Het beste sermoen dat gij zoudt kunnen preken aan de wereld zou zijn van een
besliste hervorming in uw leven toe te passen, en te voorzien in de behoeften
van uw familie. De 'apostel zegt: "Doch zoo iemand de zijnen er voornamelijke
zijne huisgenoten niet verzorgt, die heeft het geloof verloren en is erger dan
een ongelovige" 1.Tim.5:8. Test. 5: 179. - Lees Joh.1:45.
Maar Nathanael had een vooroordeel tegen de Nazarener. Door de invloed van vals
onderwijs, ontstond ongeloof in zijn hart, en hij vroeg : "Kan uit Nazareth
iets goeds zijn? Vers 47. Filippus poogde niet te strijden tegen zijn
vooroordeel en ongeloof.
Hij zegde "Kom en zie. Dit was wijs: want van zodra Nathanael Jezus zag, was
hij overtuigd dat Filippus gelijk had. Zijn ongeloof was verdwenen, en geloof,
stevig en sterk, en blijvend, namen bezit van zijn ziel, Jezus prees het
vertrouwend geloof van Nathanael.
Er zijn er velen in dezelfde toestand als Nathanael. Zij hebben een vooroordeel
en zijn ongelovig omdat zij nooit in contact gekomen zijn met de speciale
waarheden voor deze laatste dagen of met het volk, die ze voorhoudei, en zij
moeten maar eens tegenwoordig zijn op een vergadering vol van de Geest van
Christus om hun ongeloof weg te gooien. Het heeft geen belang waar wij het
hoofd moeten aan bieden, welke tegenkanting, wij ontmoeten welk een inspanning
er gedaan wordt om zielen van de waarheid van hemelse oorsprong af te trekken,
wij moeten ruchtbaarheid geven aan ons geloof, opdat eerlijke zielen mogen zien
en horen en overtuigd zijn voor zichzelf. Ons werk bestaat erin van te zeggen,
zoals Filipus : "Kom en zie".
Wij hebben geen leer, die wij wensen te verbergen. Voor deze, die opgevoed zijn
in het houden van de eerste dag van de week als heilige dag, is het moeilijkst
aan te nemen punt van ons geloof de Sabbat van het vierde gebod. Maar verklaart
Gods woord niet dat de zevende dag de Sabbat is van de Heer? Het is waar, dat
het geen gemakkelijk iets is van te veranderen van de eerste op de zevende dag.
Het vraagt een kruis. Het staat in strijd met de voorschriften en gewoonten van
mensen. Geleerde mensen hebben het volk tradities onderwezen, tot zij vol zijn
van ongeloof en vooroordeel. Toch moeten wij zeggen tot dit volk: "Kom en zie".
God vraagt dat wij de waarheid zouden verkondigen om daardoor de dwaling te
laten ontdekken. Test. 6 : 37, 38.
Het visioen, dat Christus voorstelt aan Johannes, voorstellend de geboden van
God en het geloof van Jezus, moet aan alle naties met kracht verkondigd worden.
De kerken, die Babylon voorstellen, worden voorgesteld als zijnde gevallen van
hun geestelijke staat om een vervolgende macht te worden tegen dezen die de
geboden van God houden en de getuigenis van Jezus hebben. Aan Johannes wordt
deze vervolgende macht voorgesteld als hebbende hoorne van een lam, maar die
spreekt gelijk de draak....
Als wij het einde van de tijden naderen, zal er een steeds grotere uiterlijke
parade zijn van heidense macht; heidense godheden zullen hun voortreffelijke
macht openbaren en zullen een schouwspel uitmaken vóór de steden van de wereld
en dit uitzicht van de dingen heeft zich nu reeds beginnen te vervullen. Door
een verscheidenheid van beelden, stelt de Heer Jezus aan Johannes het boze
karakter voor en de verleidende invloed van hen, die uitgemunt hebben in het
vervolgen van Gods volk. Allen moeten wijsheid hebben om het geheim van de
ongerechtigheid zorgvuldig te onderzoeken, dat naar voor komt op zo een
merkwaardige wijze in de liquidatie van de wereldgeschiedenis. In de tijd
waarin wij leven, heeft de Heer Zijn volk geroepen om hen een boodschap te
laten geven. Hij heeft hen aangesteld om de boosheid van de man van de zonde,
bloot te leggen, die van de zondagswet een uitdrukkelijke macht gemaakt heeft,
die gedacht heeft van tijden en wetten te veranderen, en van het volk van God
te onderdrukken, dat vast besloten is van Hem te eren door de enige ware Sabbat
te houden, de Sabbat van de schepping, als heilig voor de Heer. De gevaren van
de laatste dagen zijn op ons, en in ons werk moeten wij het volk waarschuwen
nopens het gevaar waarin zij verkeren. Gedoog niet dat de plechtige taferelen,
die de profeten openbaren onaangeroerd blijven. Als ons volk maar half wakker
waren, als zij zich de dichte nabijheid van de gebeurtenis afgeschilderd in de
openbaring realiseerden, dan zou er een hervorming in de kerk plaats grijpen,
en vele meer zouden in de boodschap geloven. Wij hebben geen tijd te verliezen.
God roept ons om te waken op de zielen waar voor wij moeten afrekenen. Breng
nieuwe princiepen naar voor, en leg nadruk op de klaar snijdende waarheid. Het
zal als een zwaard zijn dat beide wegen vaneen snijdt. Maar wees niet te vlug
klaar om een tegenstrijdige houding aan te nemen. Er zullen tijden komen dat
wij zullen moeten stil blijven en wachten op de redding van God. Laat Daniel
spreken, laat de Openbaring spreken, en zeggen wat de waarheid is. Maar welke
deel van de waarheid ook moge aangetoond worden, verhef Jezus als het
middelpunt van alle hoop.... Test. Min. 117-18.
Als het volk van God de gevaren van de laatste dagen ziet naderen, houdt Satan
ernstig, beraadslagingen met zijn engelen om het meest succesvolle plan te
ontplooien om het geloof van Gods volk te ondermijnen. Hij ziet dat de algemene
kerken reeds ingedommeld zijn door zijn verleidende macht. Door aangename
wijsgerigheden en leugenachtige wonders kan hij voortgaan met hen onder zijn
macht te behouden. Daarom beveelt hij aan zijn engelen van hun listen te
spannen speciaal voor hen die uitzien naar de tweede komst van Christus en die
pogen al de geboden van God te houden. De grote verleider zegt : "Wij moeten
dezen bewaken die de aandacht van het volk op de Sabbat van Jehova vestigen;
zij zullen velen ertoe brengen om de eisen van de wet te onderscheiden; en
hetzelfde licht dat de ware Sabbat openbaart,legt ook het dienstwerk van
Christus open in het hemelse heilig dom, en toont dat het laatst werk dat moet
gedaan worden voor de redding van de mens nu voorwaarts gaat. Houdt de geest
van het volk in de duisternis, tot dat dit werk beëindigd is, en wij zullen
zeker zijn van de wereld en ook van de kerk. "De Sabbat is de grote kwestie die
zal beslissen over het lot van de zielen. Wij moeten de Sabbat van onze
schepping (zondag) verheffen. Wij liggen aan de grondslag dat hij aanvaard werd
zowel door wereldlingen als door kerkleden; nu moeten wij de kerk ertoe brengen
van zich te verenigen met de wereld in het onderhouden ervan. Wij moeten werken
door tekenen en wonders om hun ogen te verblinden voor de waarheid, en hen
ertoe leiden om de redelijkheid en de vreze God opzij te leggen om de gewoonten
en de traditie te volgen.
"Ik zal algemene bedienaars beïnvloeden om de aandacht van het publiek af te
wenden van de geboden van God. Dat wat de schrift verklaart als zijnde een
volmaakte wet van vrijheid zal voorgesteld worden als een juk van slavernij.
Het volk aanvaardt de uitleg van hun bedienaars nopens de bijbel en gaan zelf
geen opzoekingen doen. Daarom, door te werken door de bedienaars, kan ik het
volk in bedwang houden zoals ik het wens.
"Maar ons voornaamste doel is van deze sekte van Sabbathouders tot zwijgen te
brengen. Wij moeten algemene verontwaardiging verwekken tegen hen. Wij zullen
grote mannen en wereldse wijze mensen naar onze kant trekken, en deze die gezag
hebben ertoe leiden om ons doel ten uitvoer te brengen. Dan zal de Sabbat, die
ik vooropgezet heb, opgelegd worden door de strengste en nauwkeurigste wetten.
Deze, die ze veronachtzamen zullen uitgedreven worden uit de steden en de
dorpen, en honger lijden en gebrek. Als wij eens de macht hebben, zullen wij
tonen wat wij kunnen doen met hen, die niet willen afwijken van hun trouw aan
God. Wij hebben er de Roomse kerk toe gebracht om opsluiting, marteling en dood
te leggen op hen, die weigerden tot haar dekreten over te gaan. En nu dat wij
de protestantse kerken en de wereld in harmonie brengen met deze rechter arm
van onze kracht, zullen wij ten laatste een wet hebben, die allen zal ter dood
brengen die zich niet aan onze autoriteit zullen onderwerpen. Als de dood de
straf zal zijn voor het overtreden van onze Sabbat, zullen er velen, die nu
staan bij de geboden houders overgaan naar onze kant.
"Maar vóór wij tot deze uiterste maatregelen zullen over gaan, moeten wij al
onze wijsheid en subtiliteit aanwerven, om hen te verleiden en hun te
verstrikken, die de ware Sabbat eren. Wij kunnen velen van Christus afscheiden
door wereldsgezindheid, lust en hovaardij. Zij kunnen zichzelf veilig achten
omdat zij de waarheid geloven, maar toegeven aan eetlust of aan lagere passies,
wat hun oordeel zal verwarren en het onderscheidingsvermogen zal teniet doen,
zal hun val veroorzaken.
"Ga en maak de bezitters van land en geld dronken met de zorgen voor hun leven.
Stel de wereld aan hen voor in haar meest aantrekkelijke kant, opdat zij hun
schatten mogen opstapelen hier en hun begeerte zetten op de aardse dingen. Wij
moeten het uiterste in het werk stellen om te voorkomen, dat zij, die in Gods
zaak werken middels verkrijgen die zij tegen ons gebruiken. Hoe meer middels
zij verkrijgen, hoe meer zij ons koninkrijk zullen beschadigen door onderdanen
van ons af te nemen. Maak dat zij meer zorgen hebben voor geld dan voor de
opbouw van Christus' koninkrijk en de verspreiding van de waarheid, die wij
haten, en wij moeten dan geen schrik hebben voor hun invloed; want wij weten
dat iedere zelfzuchtig en hebzuchtig mens onder ons macht zal vallen, en ten
laatste van Gods volk zal afgescheiden worden.
Door hen, die een vorm van godsvrucht hebben maar die er de kracht niet van
kennen, kunnen wij velen winnen, die ons anders schade zouden berokkenen. Zij,
die het plezier meer liefhebben dan God, zullen onze meest effectieve
medewerkers zijn. Deze onder hen die bekwaam zijn en intelligent zullen als
lokaas dienen om anderen in onze strikken te vangen. Velen zullen geen schrik
hebben van onder hun invloed te komen, daar zij hetzelfde geloof belijden. Wij
zullen er hen toe leiden te besluiten dat de eisen van Christus niet zo strikt
zijn dan zij eens geloofden, en dat door gelijkvormigheid met de wereld zij een
grotere invloed zouden uitoefenen op wereldlingen. Aldus zullen zij zich van
Christus afscheiden; dan zullen zij geen kracht hebben om onze macht te
weerstaan, en eerlang zullen zij gereed zijn om te lachen met hun vroegere
ijver en godsvrucht.
"Tot de grote slag zal geslagen zijn moeten onze inspanningen tegen de Sabbat
houders onvermoeid zijn. Wij moeten tegenwoordig zijn op al hun vergaderingen.
In hun grote vergaderingen speciaal zal onze zaak het meest te lijden hebben,
en wij moeten een grote waakzaamheid aan de dag leggen, en al onze verleidende
kunsten gebruiken om te voorkomen dat de zielen de waarheid horen en ervan
onder de indruk te komen. " Ik wil op het terrein mannen hebben als mijn
agenten, die valse leerlingen gemengd met juist genoeg waarheid verkondigen om
zielen te misleiden. Ik wil er ook hebben die niet vast staan in hun geloof en
die twijfel verspreiden in verband met de boodschappen van waarschuwing van de
Geest aan Zijn kerk.
Moest het volk deze vermaningen van God leren en geloven, dan is er weinig kans
dat wij hen overwinnen. Maar als wij kunnen hun aandacht afwenden van deze
waarschuwingen, dan zullen zij onwetend blijven van onze macht en kunde, en wij
zullen hen in onze rangen zeker zijn ten laatste. God zal niet toelaten dat
Zijn woorden ongestraft gering geschat worden. Als wij zielen kunnen verleiden
voor een tijd, dan zal Gods barmhartigheid teruggetrokken worden en Hij zal ze
opgeven aan ons volledig toezicht.
"Wij moeten afleiding en verdeeldheid zaaien. Wij moeten hun angst voor hun
eigen ziel vernietigen, en hen ertoe brengen te kritiseren, te oordelen, en
elkander te beschuldigen, en zelfzucht en vijandschap lief te hebben. Voor deze
zonden, verbande God ons uit Zijn tegenwoordigheid; en al wie ons voorbeeld
volgt zal het zelfde lot ondergaan. Test. Min 472-75.
Vers 10-11.
Het gehele hoofdstuk 18 van de Openbaring toont aan dat Babylon dat gevallen is
de kerken zijn, die de waarschuwingsboodschappen niet willen aanvaarden van de
eerste, tweede en derde engel. Zij weigerden de waarheid en aanvaarden een
leugen. Zij weigerden de boodschappen van waarheid. Zie 2.Thess.2:1-12. De
boodschap van Openb. 18 is volledig en klaar bepaald. "Lees vers 3 " Eenieder
die dit hoofdstuk leest hoeft niet bedrogen uit te komen.
Hou zou Satan jubelen moest hij een boodschap hebben; die kon verspreid worden,
dat het enige volk, dat God gemaakt heeft als de vertegenwoordigers van Zijn
wet, juist deze zijn op wien deze boodschap toe te passen is. De wijn van
Babylon bestaat in het verheffen van de valse en onechte Sabbat boven de Sabbat
die de Heer Jehova gezegend en geheiligd heeft voor het gebruik van de mens;
Zij bestaat er ook in van de onsterfelijkheid van de ziel aan te nemen, Deze
verwante ketterijen en het verwerpen van de waarheid, maakt van de kerk
Babylon. Koningen, kooplieden, heersers en religieuze leiders zijn allen in een
verdorven harmonie verbonden. 2 Sel. Mess. 68.
Vers 12.
Kinderen , die opgevoed zijn zoals het moet, die er van houden van nuttig te
zijn, van vader en moeder te helpen, zullen een kennis van juist bijbelideeën
verspreiden aan allen met wie zij omgaan. Adventist home 36.
De beste manier om kinderen op te voeden tot eerbied voor hun vader en moeder
is van hen de gelegenheid te geven van de vader te zien vriendelijke attenties
hebben voor de moeder en hoe de moeder eerbied en respect heeft voor de vader.
Het is door liefde te aanschouwen in de ouders dat de kinderen er toe gebracht
worden te gehoorzamen aan het vijfde gebod en de waarschuwing in acht te nemen:
"Eert uwe vader en uwe moeder". want dit is juist. Idem 198-99.
In de kindertijd en de jeugd kunt gij een bevinding hebben in de dienst van
God. Doe de dingen waarvan ge weet dat ze juist zijn. Wees gehoorzaam aan uw
ouders. Luister naar hun raad; want als zij God beminnen en vrezen. zal op hen
de verantwoordelijkheid gelegd worden van opvoeding, disciplinering, en
training van uw ziel voor het eeuwig leven. Aanvaard dankbaar de hulp die zij u
willen verschaffen,, en maak hun hart gelukkig door u gewillig te onderwerpen
aan hetgeen zij u voorleggen uit hun wijzer oordeel, Op deze wijze zult gij uw
ouders eren, God verheerlijken, en een zegen worden voor hen, met wie gij
omgaat.
Strijdt de strijd, kinderen; herinner u dat iedere zegepraal u plaatst boven de
vijand. Idem 298-99.
De jeugd beslist nu over haar eeuwig lot, en ik wil u oproepen van het gebod in
acht te nemen, waaraan God zulk een belofte gehecht heeft:"Opdat uw dagen
verlengd worden in net land dat u den Heere, Uw God geeft". "Kinderen, wenst
gij eeuwig leven? Dan eert uw ouders. Kwetst hen niet en wondt hun hart niet en
wees de oorzaak niet dat zij slapeloze nachten doorbrengen in angst en
droefheid om uw geval. Als gij gezondigd hebt door geen liefde en
gehoorzaamheid te geven aan uw ouders, begin nu met het verleden goed te maken.
Gij moogt geen andere wending nemen; want het betekent voor u het verlies van
het eeuwig leven. Idem 301-302.
De verplichting die op de kinderen rust van hun ouders te eren is van kracht
voor gans het leven. Als de oudere zwak en oud zijn, zal de genegenheid en
aandacht van de kinderen voor hen in verhouding zijn van de nood van vader en
moeder. Edel, beslist zullen de kinderen hun handelwijze aldus regelen, zelfs
al vergt het van hen zelfopoffering, dat iedere gedachte van angst of
verlegenheid kan weggenomen worden uit de geest van de ouders.... Kinderen
moeten zo opgevoed worden dat zij hun vader en moeder tederlijk beminnen en
verzorgen. Zorgt voor hen, kinderen, gij zelf; want geen andere hand kan zulke
kleine handelingen doen voor hen van vriendelijkheid met de aanvaarding zoals
gij ze kunt doen voor hen. Neemt elke gelegenheid te baat om zaden van
vriendelijkheid te vergaderen. Onze verplichtingen voor onze ouders houden
nooit op. Onze liefde voor hen, en de hunne voor ons, is niet te meten door
jaren of afstand, en onze verantwoordelijkheid kan nooit opzij gezet worden.
Laat de kinderen zich zorgvuldig herinneren, dat de oude ouders maar weinig
vreugde en gemak hebben. Wat kan er groter droefheid aan hun hart veroorzaken
dan een openbare verwaarlozing van de kant van hun kinderen? Welk een zonde kan
er lelijker zijn voor kinderen dan droefheid te veroorzaken aan een oude
hulpeloze moeder en vader? Als de kinderen tot volwassenheid gekomen zijn,
denken sommigen dat hun plicht volbracht is als ze een verblijfplaats bezorgen
aan hun ouders. Als zij hun voeding en inwonen geven, geven ze hen geen liefde
of genegenheid In de oude leeftijd van hun ouders, als deze verlangen naar
uitdrukking van liefde en sympathie, zijn er kinderen, die harteloos hun ouders
beroven van hun genegenheid. Er is geen tijd waarop de kinderen mogen hun
eerbied en liefde weerhouden van hun vader en moeder. Zolang de ouders leven
zou het moeten een vreugde zijn voor de kinderen van ze te eren en te
eerbiedigen. Zij zouden moeten alle aangenaamheid en zonneschijn in hun leven
van de oude ouders brengen , voorzover zij dit kunnen. Zij zullen hun pad naar
het graf verzachten. Er is geen beter aanbeveling in deze wereld dan dat een
kind zijn ouders geëerd heeft, geen beter relaas in de boeken van de hemel dan
dat hij zijn vader en moeder bemind heeft.
Kan het mogelijk zijn dat kinderen zo dood zijn voor de noden van hun ouders,
dat zij niet gewillig alle oorzaken van droefheid wegnemen die zij kunnen,
wakend over hen met onvermoeibare zorg en toewijding? Kan het mogelijk zijn dat
het hen geen genot is van de laatste dagen van hun ouders tot de beste te
maken? Hoe kunnen zonen of dochters toelaten dat hun ouders door vreemde handen
verzorgd worden? Zelfs al ware de moeder een ongelovige en onaangenaam, zal het
kind niet ontslagen worden van zijn plicht die God hem gegeven heeft van te
zorgen voor de ouders.
Als de ouders het toelaten aan hun kinderen van oneerbiedig te zijn in hun
kindertijd, hen toelaten van korzelig en zelfs hard te spreken, zal er een
vreselijke oogst gemaaid worden in hun latere dagen. Als ouders er in ontbreken
van stipte en volmaakte gehoorzaamheid te eisen van hun kinderen, falen ze erin
van de juiste grondslag te leggen van hun karakter. Zij bereiden hun kinderen
tot het onteren van hun ouders, als zij oud zullen zijn. en van droefheid aan
hun hart te veroorzaken, als zij het graf naderen, tenzij de genade van God hun
hart verandert en het karakter van hun kinderen transformeert.
Iemand zegde van haar moeder : "Ik heb altijd mijn moeder gehaat en ook zij
mij.' Deze woorden staan opgetekend in de register van de hemel om geopend te
worden en geopenbaard ten dage van het oordeel als eenieder zal beloond worden
naar zijn werken.
Als kinderen denken dat zij met strengheid behandeld geweest zijn in hun
kindertijd, zal het hen helpen om in genade te groeien en in de kennis van
Christus, zal het hen het beeld van Christus laten weerspiegelen, als zij een
geest van wederwraak koesteren tegen hun ouders, speciaal als zij oud zijn en
zwak? Zal de hulpeloosheid van hun ouders niet pleiten om de liefde van de
kinderen? Zal de nood van de oude vader en moeder de edele gevoelens van het
hart niet oproepen, en door de genade van Christus, zullen de ouders niet
behandeld worden met lieve aandacht en eerbied door hun kinderen? Oh, laat het
hart niet hard worden als staal tegen vader en moeder! Hoe kan een dochter, die
zich christen noemt, de haat dulden tegen haar moeder, speciaal als deze ziek
is en oud? Laat zachtheid en liefde, de zoetste vrucht van Christelijk leven,
een plaats vinden in het hart van kinderen voor hun ouders.
Speciaal vreselijk is de gedachte van een kind, dat zich in haat keert tegen
haar moeder, die oud en zwak geworden is, waar deze gebrekkigheid gekomen is
van een gesteldheid gepaard gaande met de tweede kindertijd. Hoe geduldig, hoe
teder zouden kinderen met zulk een moeder moeten omgaan! Tedere woorden die de
geest niet prikkelen zouden moeten gesproken worden! Een ware christen zal
nooit onvriendelijk zijn, nooit onder geen enkele omstandigheid zal hij
zorgeloos zijn voor zijn vader en moeder, maar zal het gebod onderhouden :"Eert
uw vader en uw moeder. "Voor het grouwe haar zult gij opstaan, en gij zult het
aangezicht des ouden vereeren. "Lev.19:32. Kinderen laat uw ouders, gebrekkig
en niet in staat van voor zichzelf te zorgen hun laatste dagen gevuld zien met
tevredenheid, vrede en liefde. Voor de zaak van Christus laat hen naar het graf
gaan van u alleen woorden van vriendelijkheid ontvangen hebbend. Gij begeert
dat de Heer u bemint en medelijden heeft, en u vergeeft en dat Hij u troost in
uw ziekte, en zult gij anderen niet behandelen als gij wenst dat gij zelf
behandeld wordt? De gedachten dat de kinderen bedienaars geweest zijn voor hun
ouders om voor hen te zorgen in hun oude dag is een gedachte van voldoening
voor gans het leven. En zal speciaal troost brengen als zijzelf nood hebben aan
genegenheid en liefde. Deze, wiens hart vervuld is met liefde, zal het als een
voorrecht beschouwen van de weg te verzachten naar het graf van hun ouders,
werkelijk een niet te schatten voorrecht! Zij zullen zich verheugen, dat zij
een deel hebben in het brengen van gemakkelijkheid en vrede in de laatste dagen
van hun geliefde ouders. Anders te handelen, van geen zorg te besteden aan de
hulpeloze ouders door de zonen en dochters, zal de ziel vervullen met wroeging,
de dagen met spijt, als onze harten niet waarachtig verhard en koud geworden
zijn als steen. Adventist Home 360-364.
De kinderen, als ze nog zeer jong zijn moeten geleerd worden te schrijven,
cijfers te begrijpen en hun eigen verantwoordelijkheid op te nemen. Zij kunnen
in deze kennis stap voor stap vooruitgaan. Maar voor wat ook, zouden zij moeten
geleerd worden, dat de vreze Gods het begin van de wijsheid is. Zij moeten lijn
per lijn, voorschrift per voorschrift, hier een beetje en daar een beetje
onderwezen worden , maar het enige wat de onderwijzer in het oog moet hebben
moet zijn van de kinderen God te leren kennen, en Jezus Christus, die Hij
gezonde heeft. Leer aan de jeugd dat zonde in elk opzicht bepaald wordt in de
Schriften als zijnde een overtreding van de wet. 1 Joh. 3 : 4. Leer hen in
eenvoudige taal dat zij hun ouders moeten gehoorzaam zijn en hun hart aan God
moeten geven. Jezus Christus wacht om hen aan te nemen en hen te zegenen, als
zij maar tot hem willen komen en Hem vergiffenis vragen voor al hun
overtredingen en om hun zonden weg te nemen. En als zij vergiffenis vragen over
al hun zonden dan moeten zij geloven dat Hij vergiffenis schenkt.
God wenst dat ieder kind van jonge leeftijd dat het Zijn kind wordt dat in Zijn
familie aangenomen wordt. Hoe jong ze ook mogen zijn kunnen de jonge mensen
leden zijn van het huishouden van het geloof en een zeer kostbare bevinding
hebben. Zij kunnen een hart hebben dat teder is en gereed om de indrukken te
ontvangen die duurzaam kunnen zijn. Counsels Par. and Teach. 168-69.
Als een bloedverwante van het gezelschap had Maria hulp geboden in de
schikkingen van het feest, en nu sprak zij tot Jezus, zeggende : "Zij heb en
geen wijn" Met deze woorden wilde zij suggeren dat Hij in hun nood zou
voorzien. Maar Jezus antwoordde : "Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijne ure
is nog niet gekomen. " Dit antwoord, kort zoals het ons schijnt, drukt geen
koudheid of onbeleefdheid uit. De manier waarop Hij zich tot Zijn moeder wendt,
was in overeenstemming met de oosterse gewoonten. Iedere handeling van
Christus' aards leven was in harmonie met de voorschriften, die Hijzelf gegeven
had. "Eer uwen vader en uwe moeder". Op het kruis in de laatste daad van
tederheid tegenover Zijn moeder, richt Jezus zich opnieuw op de zelfde wijze
tot haar, als Hij haar toevertrouwt aan de zorgen van de welbeminde apostel. Op
het bruiloftsfeest en op het kruis, interpreteert de liefde, uitgedrukt in de
toon en de blik en de manier van doen, Zijn woorden.
Bij het bezoek aan de tempel en zijn jongenstijd, als het mysterie van Zijn
levensloop zich voor Hem openvouwde, zegde Christus aan Maria : "Wist gij niet,
dat Ik moet zijn in de dingen mijns Vaders? "Luc.2 : 49. Deze woorden vormden
de grondtoon van Zijn gehele leven en dienstwerk, Alles werd nog onuitgemaakt
gehouden nopens Zijn werk, het grote werk van verlossing, dat hij kwam
vervullen in de wereld. Nu herhaalde Hij de les. Er was gevaar dat Maria haar
verwantschap met Jezus zou beschouwen alsof het haar een speciaal recht zou
geven, vooral van Hem in zeker opzicht te leiden in Zijn zending. Dertig jaar
lang was Hij voor haar een beminende en gehoorzame zoon geweest, en Zijn liefde
was nu onveranderd; maar nu moest Hij Zijn vaders werk in acht nemen. Als Zoon
van de Allerhoogste, en Redder van de wereld, mochten geen aardse handen Hem
afhouden van Zijn zending, of Zijn gedragslijn beïnvloeden. Hij moest vrij zijn
om de wil van God te doen. Deze les is ook voor ons. De eisen van God nemen de
overhand op de banden van menselijke relatie. Geen aardse aantrekking mag ons
afwenden van het pad waarin Hij wenst, dat wij wandelen.
De enige hoop van verlossing voor het gevallen mensdom ligt in Christus; Maria
kon slechts heil vinden in het Lam van God. In zichzelf bezat zij geen
verdiensten. Haar verwantschap met Jezus plaatst haar in geen andere
geestelijke relatie tot Hem dan deze met gelijk welk andere menselijke ziel.
Dit wordt aangetoond in de woorden van de Heiland. Hij maakt het duidelijk,
welk onderscheid er is tussen Zijn relaties met haar als de Mensenzoon en als
de Zoon van God. De verwantschap die Hij heeft met haar plaatst haar op geen
gelijke voet met Hem. De woorden "Mijn uur is nog niet gekomen, " wijst op het
feit, dat iedere gebeurtenis in het leven van Christus zich volbracht in
vervulling van het plan, dat bestaan heeft van de dagen van eeuwigheid. V66r
Hij naar de aarde kwam, lag het plan voor Hem, volmaakt in al zijn onderdelen.
Maar als Hij tussen de mensen wandelde werd Hij geleid, stap voor stap door de
wil van de Vader. Hij aarzelde niet van te handelen als de bepaalde tijd
aangebroken was. Met dezelfde onderwerping wachtte Hij tot de tijd gekomen was.
Door te zeggen aan Maria dat Zijn uur nog niet gekomen was, antwoordde Jezus op
gedachten, die door haar niet uitgesproken waren; naar de verwachting waar zij
samen met haar volk op wachtte. Zij hoopte dat Hij zich zou openbaren als
Messias, en de troon nemen van Israël. Maar de tijd was nog niet gekomen. Niet
als een koning, maar als "een Man van Smarten, en verzocht in krankheid, "Jes.
53 : 3 . had Jezus het lot van de mensheid aanvaard. Maar ofschoon Maria geen
juist beeld had van de zending van Christus, betrouwde zij volledig op Hem. Het
was dit geloof dat Jezus beantwoordde. Het was om Maria's geloof te erkennen,
en het geloof van de discipelen te sterken, dat het eerste mirakel werd
volbracht. Niet in het minst verstoord om de woorden van Jezus, zegde Maria tot
dezen, die de tafel opdienden : "Zoo wat Hij u lieden zal zeggen doet dat ".
Joh. 2 : 5. Zo deed zij wat zij kon om de weg te bereiden voor het werk van
Christus Desire of Ages 147-48.
In deze dagen van gevaar en verderf, zijn de jonge mensen blootgesteld aan vele
beproevingen en bekoringen. Velen varen een gevaarlijke haven tegemoet. Zij
hebben een piloot nodig; maar zij versmaden van de zo nodige hulp te
aanvaarden, voelend dat zij bekwaam zijn om hun eigen bootje te besturen, en
vergewissen zich niet dat het op het punt staat van een rots te ontmoeten, die
hen schipbreuk doet lijden in hun geloof en hun geluk. Zij zijn bezig met het
onderwerp van verkeren en trouwen, en hun voornaamst gedacht is van hun eigen
weg te volgen. In deze, de meest importante periode van hun leven, hebben zij
een niet dwalende raadgever nodig, en een onfeilbare leider. Deze zullen zij
vinden in het woord van God. Tenzij zij dappere studenten zijn in dat woord,
zullen zij grove fouten maken, die hun geluk zullen schenden en dat van
anderen, zowel voor het heden als voor het toekomstig leven.
Er is een neiging bij velen van zenuwachtig te zijn en koppig. Zij hebben de
wijze raad van het woord van God niet onderhouden; zij hebben geen strijd
gevoerd met hun eigen zelf, en kostbare overwinningen behaald; en hun trots, en
onbeteugelde wil heeft hen van het pad van plicht en gehoorzaamheid afgedreven.
Kijk terug naar uw leven in het verleden, jonge vrienden, en beschouw getrouw
uw richting, die gij gevolgd hebt in het licht van het Woord. Hebt gij deze
gewetensvolle in achtneming van de verplichtingen jegens uw ouders , welke de
bijbel aanraadt, lief gehad? Hebt gij uw moeder met zachtheid en liefde
behandeld, die - voor u gezorgd heeft van kindsbeen af? Hebt gij rekening
gehouden met haar wensen, of hebt gij pijn en verdriet aan haar hart
veroorzaakt door uw eigen begeerten uit te werken? Heeft de waarheid die gij
belijdt, uw hart geheiligd, en uw wil verzacht en onderworpen? Indien niet,
hebt gij dringend werk te doen om het verleden goed te maken. De bijbel toont
een perfecte standaard van karakter aan. Dit gewijde boek, ingegeven door God,
en geschreven door heilige mannen, is een volmaakte leider onder alle
omstandigheden van ons leven. Het brengt ons de plicht zowel van jong als van
oud. Als het ons de leiding geeft zal zijn onderwijs de ziel opwaarts leiden.
Het zal de geest verheffen, het karakter verbeteren, en vrede geven en vreugde
aan het hart. Maar vele jongeren hebben gekozen hun eigen raadgever te zijn en
hebben hun geval in eigen handen genomen. Deze moeten grondiger de
onderrichtingen van de bijbel bestuderen. Op ieder bladzijde zullen zij hun
plicht tegenover hun ouders en broeders in het geloof geopenbaard vinden. Het
vijfde gebod schrijft : Eer uwen vader en uwe moeder, opdat uwe dagen verlengd
worden in het land, dat u de Heere, uw God geeft." Ex.20:12. En wij lezen nog
:"Kinderen zijt uwen ouders gehoorzaam in den Heere, want dit is recht. " Een
van de tekens dat wij in het einde der tijden leven is dat de kinderen
ongehoorzaam zijn aan hun ouders, ondankbaar en onheilig. Het ,'oord van God
vloeit over van voorschriften en raadgevingen die respect vragen voor de
ouders. Het drukt op het hart van de jongeren de Heilige plicht van dezen te
beminnen en lief te hebben, die hen geleid hebben doorheen hunne kindertijd, en
jeugd, tot de volwassenheid van vrouwen en mannen, en die nu voor een groot
deel afhankelijk zijn van hen voor vrede en geluk. De Bijbel geeft geen
onzekere klank nopens dit onderwerp; nooit, is haar onderwijs meer verwaarloosd
geweest. Fundamentais to Chr. Education 100-102.
Een ander kwaad, waartegen de Hervorming een lange en verbeten strijd voerde
was de instelling van de orders van bedelmonniken. Deze monniken zwierven rond
in Engeland, en wierpen een vloek op de grootheid en de bloei van het land.
Industrie, opvoeding, moraal, alles onderging de vernielende invloed. Het leven
van ijdelheid en schooien was niet alleen een zware uitputting van de inkomsten
van het volk, maar was de oorzaak, dat het nuttig werk veracht werd. De jeugd
was gedemoraliseerd en verdorven.
Onder de invloed van de monniken waren velen ertoe geleid van binnen te gaan in
een klooster en zichzelf toe te wijden aan het monniken leven, en dit niet
alleen zonder de toelating van hun ouders, maar zonder dat zij het wisten en
tegen hun wil in. Een van de eerste kerkvaders van de Roomse kerk, de eisen van
het kloosterleven plaatsend boven de verplichtingen van kinderlijke liefde en
plicht, had verklaard : "Niet tegenstaande uw vader en uw moeder wenend en
klagend voor uw deur liggen, en uw moeder haar schoot toont, waaruit gij
geboren zijt en de borst, die u voedde, zie dat gij hen onder de voet trapt, en
voorwaarts gaat naar Christus. " Door deze "monsterachtige onmenselijkheid,
"zoals het Luther nadien noemde, "meer gelijkend op een wolf en een tijger dan
op een christen en op een mens, "werden de kinderen van hun ouders weg
gestolen. Aldus maakten de pauselijke leiders gelijk de Farizeeërs het gebod
van God zonder uitwerking door hun tradities. De huizen werden leeg gemaakt en
ouders werden geroofd van het gezelschap van hun zonen en dochters; Zelfs
studenten van de universiteit werden bedrogen door valse voorstellingen van de
monniken en verleid hun kloosterorden te vervoegen. Velen beklaagden zich
nadien deze stap, ziende dat zij een vloek gelegd hadden op hun eigen leven en
droefheid aangedaan hadden aan hun ouders; maar eens in hun strikken was het
onmogelijk er uit te geraken en hun vrijheid te verkrijgen. Vele ouders, de
invloed van de monniken vrezend weigerden van hun zonen naar de universiteit te
zenden. Het aantal van de studenten verminderde zeer, in de grote studiecentra.
De scholen verkwijnden en onkunde overheerste. The Great Controversy 82-83.
De zogezegde cultuur, die de jeugd niet eerbiedig maakt voor hun ouders, die
hun gaven niet weet te waarderen, hun fouten niet kan verdragen, en die niet
behulpzaam is in hun noden; die hen niet attent en teder maakt, en mild en
behulpzaam voor de jongeren, de ouden en de minderbedeelden, en beleefd
tegenover allen, is een mislukking. Education 241.
De ouders hebben recht aan een graad van liefde en respect, die aan niemand op
dezelfde wijze moet gegeven worden.. Het vijfde gebod vraagt aan de kinders
niet alleen respect, onderwerping, en gehoorzaamheid aan hun ouders maar ook
van hun liefde en tederheid te geven, van hun zorgen te verlichten, hun
reputatie hoog te houden, en hen bij te staan en te ondersteunen in hun oude
dag. My life to Day 278.
Er zijn vele kinderen, die belijden de waarheid te kennen, die de eer niet
schenken aan hun ouders en de genegenheid, die hen toekomt, die maar weinig
liefde schenken aan hun ouders, en hen niet eren door toe te geven aan hun
wensen of door te zoeken hen van hun kommer te bevrijden. Vele, die belijden
christenen te zijn weten niet wat het betekent "eert uwen vader en uwe moeder,
"en als gevolg daarvan ook niet begrijpen wat het wil zeggen :"opdat uw dagen
verlengd v,orden in het land, dat u de Heere, uw God geeft. "
Onze jeugd belijdt van bij dezen te behoren, die de geboden Gods onderhouden,
en toch velen onder hen verwaarlozen en breken het vijfde gebod; en de rijke
zegeningen beloofd aan hen, die dit voorschrift onderhouden, en hun vader en
moeder eren, kunnen niet tot vervulling komen voor hen. Tenzij zij zich bekeren
van hun fout, en hun praktijk en karakter veranderen door de genade van
Christus, zullen zij nooit binnengaan op de nieuwe aarde, waarop zij eeuwig
kunnen leven. Deze, die hun ouders niet respecteren en lief hebben zullen God
ook niet respecteren en eren. Deze, die de test niet kunnen ondergaan, die hun
God-vrezende ouders niet eren, gehoorzamen niet aan God, en daarom kunnen zij
in het land van belofte niet binnengaan. De jeugd beslist nu over hun eigen
lot, en ik wil u oproepen van het gebod in acht te nemen, waar God bijgevoegd
heeft als belofte !' Opdat u uwe dagen verlengd worden in het land, dat u de
Heere, uw God geeft. " Kinderen, verlangt gij eeuwig leven? Dan respekteer en
eer uw ouders Als gij gezondigd hebt door geen liefde en gehoorzaamheid te
geven aan hen, begin nu met het verleden goed te maken. Gij kunt geen andere
richting inslaan; want het zou voor u verlies betekenen van het eeuwig leven.
De Hartdoorgronder weet welke uw houding is tegenover uw ouders; want Hij weegt
het moreel karakter in de weegschaal van het hemelse heiligdom. O, belijdt uw
verwaarlozing van uw ouders, belijdt uw onverschilligheid jegens hen, en uw
veronachtzaming van Gods heilige wet....
De harten van uw ouders hebben zich in tedere genegenheid aan u gegeven, en
kunt gij hun liefde vergelden met koude ondankbaarheid? Zij beminnen uw ziel,
zij wensen uw redding; maar hebt gij niet dikwijls hun raad in de lucht gegooid
en uw eigen wil gedaan? Hebt gij uw eigen onafhankelijk oordeel gevolgd, als
gij wist dat zulk een koppige handelwijze de goedkeuring van God niet kon
wegdragen? Vele vaders en moeders zijn met een gebroken hart in het graf
gedaald wegens de ondankbaarheid, het gebrek aan respect, vanwege hun kinderen.
Het is Satan, die de kinderen bekoort om een richting van zonde en
ongehoorzaamheid te volgen; en dan als hij het toegelaten wordt zal hij het
leven van de kinderen nemen terwijl zij nog in zonde verkeren, om hen af te
snijden van alle hoop op redding, en, als met een zwaard, de harten van de
God-vrezende ouders te doorboren, die onder een droefheid zullen gebukt gaan,
die nooit kan getroost worden, omdat de kinderen op het einde van hun leven
onbekeerd en opstandig waren tegen God....
Kinderen, en jeugd, ik smeek u, voor de zaak van Christus, van in het licht te
wandelen. Onderwerp uw wil aan de wil van God. Messages to Young people.
331-34.
Satans vijandschap tegen Gods wet heeft er hem toe geleid van oorlog te voeren
tegen ieder voorschrift van de decaloog. Bij het grote principe van liefde en
trouw aan God, de Vader van allen, is het princiep van liefde en gehoorzaamheid
van de kinders aan hun ouders dicht verbonden. Verachting van ouderlijke
autoriteit zal spoedig leiden tot minachting van het gezag van God. Vandaar de
inspanning van de Satan om de verplichtingen van het vijfde gebod te
minimaliseren. De princiepen, die verbonden waren aan dit voorschrift van de
wet was weinig in acht genomen door de heidense volkeren. In vele naties werden
de ouders verlaten of ter dood gebracht, van zo dra zij niet meer voor zichzelf
konden zorgen. In de familie werd de moeder met weinig eerbied behandeld, en na
de dood van haar echtgenoot moest zij zich onderwerpen aan haar oudste zoon.
Gehoorzaamheid van kinderen aan de ouders werd ingesteld door Mozes; maar als
de Israëlieten zich van de Heer afkeerden, werd het vijfde gebod en ook de
andere niet meer in acht genomen. Patr. Prophets 337.
Als gij zoekt van het leven en karakter van Christus te weerspiegelen, zult gij
trouw zijn en gehoorzaam aan uw ouders. Gij zult hen uw liefde openbaren door
gewillige gehoorzaamheid.
Niemand kan waarlijk goed en groot zijn, die niet geleerd heeft van zijn wil te
onderwerpen, eerst aan zijn ouders en dan aan God, en van te gehoorzamen met
bereidvaardigheid. Deze, die leren te gehoorzamen zijn de enige die zullen
geschikt zijn om te bevelen.
Door de lessen van gehoorzaamheid te leren, eren de kinderen niet alleen hun
ouders en verlichten ze de lasten van hun leven, maar zij zijn aangenaam aan
Iemand, hoger in gezag. "Eer uw vader en uwe moeder" is een positief bevel.
Kinderen, die hun ouders met oneerbied behandelen, en hun wensen niet in acht
nemen, onteren piet alleen hen, maar breken de wet van God. Hoe vroeger de wil
onderworpen wordt aan deze van de ouders, en hoe vollediger de onderwerping is,
hoe gemakkelijker zal het zijn van toe te geven aan de eisen van God. En
niemand kan hopen op de liefde en de zegeningen van God, die geen
gehoorzaamheid geleerd heeft aan Zijn geboden. Hij kan ook geen weerstand
bieden aan de bekoringen.
Het leven van Christus was gekenmerkt door beslistheid, toch was Hij altijd
eerbiedig en gehoorzaam.
Hij was de volmaakte patroon voor gans de jeugd. Altijd toonde Hij inachtneming
en eerbied voor de ouden. De religie van Christus zal nooit geen enkel kind
ertoe leiden van ruw of onhoffelijk te zijn. De onbegrensde ogen van God kunnen
het hart doorgronden, en ieder karakter-gebrek lezen. Hij schat de jeugd niet n
aar hun uiterlijk voorkomen, maar naar de goedheid die zij bezitten in het
hart, die alleen kan bekomen worden door waakzaamheid en gebed.... Hij bemerkt
hun omgang met hun ouders en hun familiekring. Als zij eerbiedig, zacht genegen
en waarlijk beleefd zijn.... worden hun karakters in de hemel aanzien als
waardevol. Sons and Daughters of God 130.
Wees gehoorzaam aan uw ouders. Luister naar hun raad, want als zij God beminnen
en vrezen, zal op hen de verantwoordelijkheid gelegd worden van opvoeding,
disciplinering, en training van uw ziel voor het eeuwig leven. Aanvaard
dankbaar de hulp die zij u willen verschaffen, en maak hun hart gelukkig door
gewillige onderwerping aan de voorschriften van hun wijs oordeel. Op deze
manier zult gij uw ouders eren, God verheerlijken, en een zegen worden voor
deze, waarmede gij omgaat. Idem 256.
In deze laatste dagen worden de kinderen zo opgemerkt wegens hun
ongehoorzaamheid en oneerbiedigheid zodat God het speciaal opgetekend heeft, en
het wordt een teken dat het einde naderend is. Het toont aan dat Satan bijna
volle overmacht heeft op de geest van de jeugd.1.Test. Church 217.
Lees Efeze 6:1-3. Gij kinderen,
zijt uwen ouders gehoorzaam in den Heere; want dat is recht. Eer uwen vader en
moeder hetwelk het eerste gebod is met een belofte, opdat het u wel ga en dat
gij lang leeft op de nieuwe aarde.
In staat Col.3:20. "Gij kinderen, zijt uwen ouders gehoorzaam in alles, want
dat is den Heer wel behagelijk. "Kinderen die hun ouders onteren en
ongehoorzaam zijn en hunne raad en onderrichtingen miskennen, kunnen geen deel
hebben in de vernieuwde aarde. De gereinigde nieuwe aarde zal geen plaats zijn
voor opstandige, ongehoorzame ., ondankbare zonen en dochters. Tenzij deze
gehoorzaamheid en onderwerping hier leren, zullen zij het nooit elders leren.
De vrede van de verlosten zou verstoord zijn door ongehoorzame ongeregelde en
ononderworpen kinderen. Geen gebodenverbreker kan het koninkrijk van de hemel
erven. Dat de kinderen het vijfde gebod lezen van de decaloog, dat door God van
op de Sinai gesproken werd en met Zijn eigen vinger geschreven werd op steen. 1
Test. Church 497-98.
Wij koesteren de tederste gevoelens voor u, met al uw fouten en dwalingen; en
als wij de vrijheid zullen nemen om u uw fouten mede te delen, dan nemen wij
ons voor van u te helpen in alles wat wij kunnen.
Mij werd getoond dat gij deze liefde voor uw ouders niet bezit, die gij zoudt
moeten hebben. Het kwaad in uw natuur wordt gebruikt op een zeer onnatuurlijke
wijze. Gij zijt niet teder en eerbiedig voor uw ouders. Wat ook hun fouten
mogen zijn, gij hebt geen verontschuldiging voor uw handelwijze... Gij zijt
zeer ongevoelig en oneerbiedig geweest. De engelen wendden hun aangezicht van u
af met deze woorden : "Dat wat gij zaait zult gij ook oogsten". Als de tijd
zich nog voortzet zult gij van uw kinderen dezelfde behandeling ontvangen, die
uw ouders van u te verduren gehad hebben. Gij hebt het niet ingestudeerd hoe
gij het best uw ouders kunt gelukkig maken, en dan hebt gij uw wensen en
plezier daarvoor niet opgeofferd. Hun dagen opdeze aarde zijn meestal kort en
zullen vol zorgen en moeilijkheden zijn zelfs als gij al doet wat gij kunt om
hun weg naar het graf te verzachten. 2.Test. Church 80. Vers 13-17.
Deze, die het aantal van hun kinders laten stijgen, terwijl als zij de rede
raadplegen, zij moesten weten dat fysische en mentale zwakheid hun erfenis zal
zijn, zijn overtreders van de laatste zes voorschriften van Gods wet, die de
plicht van de mens tegenover zijn naaste aanduiden. Zij hebben hun deel in het
doen stijgen van het degenereren van het ras, en in het doen lager zinken van
de gemeenschap, en aldus benadeligen zij hun naaste. Als God zoveel kommer
heeft om de rechten van de naaste, heeft Hij geen zorg nog in veel groter mate
voor meer heilige relaties? Als er geen zwaluw neervalt zonder Zijn weet, zal
Hij onbedachtzaam zijn over de kinderen geboren in de wereld, fysisch en
mentaal ziek, in een meerdere of mindere mate lijdend, gans hun leven lang? Zal
Hij de ouders niet ter verantwoording roepen, aan wien Hij redeneringsvermogens
gegeven heeft, omdat zij deze hogere faculteiten in de achtergrond gezet
hebben, en slaven geworden zijn van hun passies, wanneer, als resultaat,
generaties het merk van hun fysische en morele en mentale tekortkomingen moeten
ondergaan? Daarbij hebben zij niets dan armoede te geven aan hun
beklagenswaardige kroost. Zij kunnen hen niet opvoeden, en velen zien er de
noodzakelijkheid niet van in, noch zouden zij, als zij het wel zagen, de tijd
er niet voor vinden om hen te trainen en te onderrichten, en zoveel mogelijke
de ellende door erfenis op hen gebracht te verlichten. Ouders moeten hun
familie niet meer laten aangroeien dan zij zien dat zij voldoende voor hun
kinderen kunnen zorgen en ze opvoeden. De kinderen in onze generatie lijden ook
meer of minder met hun ouders tengevolge van de overtreding van de wetten van
gezondheid...
Het is de plicht van man e n vrouw van met redenering te handelen in verband
met hun werkzaamheden. Zij moeten hun energieën niet nutteloos uitputten, omdat
zij hierdoor niet alleen lijden op zichzelf brengen maar ook op hen, die zij
liefhebben. Waarom wil men zo hard werken ?Onmatigheid in eten en drinken en de
begeerte naar weelde hebben geleid naar onmatigheid in het werken. De begeerte
van de mens om eigendom te bezitten is in zichzelf niet slecht, als zij in hun
inspanningen om deze te bekomen Godniet vergeten, en de laatste zes geboden van
de wet niet overtreden, die de plichten voorschrijven tegenover de naaste en
als zij in geen positie geplaatst worden waarin het hun onmogelijk is om God te
verheerlijken in hun lichaam ziel en geest, die Hem toebehoren. Als zij in hun
haast om rijk te worden zich overspannen,en de wetten van hun wezen overtreden
plaatsen ze zich in een toestand, waarop zij aan God geen volmaakte dienst
kunnen geven, en volgen een richting van zonde. Eigendommen die aldus verkregen
worden zijn ten koste van een enorm offer. 2 Sel.Messages 424.
De laatste zes geboden specificeren de plichten van de mens jegens zijn naaste.
Hier zijn de plechtige plichten voorgesteld, die iedere dag overtreden worden
door dezen, die belijden de wet te onderhouden. Deze, die verlicht geweest zijn
door de genade van God, die aangenomen geweest zijn in de koninklijke familie,
moeten niet altijd kinderen blijven in het werk van God. Als zij wijs ingaan op
de genade hun gegeven, zal hun capaciteit aangroeien en hun kennis uitgebreider
worden en zij zullen begiftigd worden met een steeds grotere maat van
goddelijke kracht. Door ernstige, wel geleide inspanningen aan de dag te leggen
om hun naaste een kennis van de waarheid bij te brengen, zullen zij sterk
worden in de Heer; en wegens het volbrengen van gerechtigheid op de wereld,
zullen zij een beloning van eeuwig leven ontvangen in het koninkrijk van de
hemel. Dit is het voorrecht van de zusters. En als wij zien hoe zij Gods tijd
en geld gebruiken in onnuttige tooi, in de kleding kunnen wij niet anders dan
hen waarschuwen dat zij niet alleen de vier eerste maar ook de zes laatst
geboden overtreden. Zij maken God niet het hoogste voorwerp van hun aanbidding,
noch beminnen zij hun naaste als hunzelven. Christus is ons voorbeeld. Wij
moeten bestendig de patroon voor ons houden en het oneindige offer, dat gemaakt
geweest is om ons te verlossen uit de slavernij van de zonde. Als wij onszelf
veroordeeld zien, wanneer wij in de spiegel kijken, laten wij ons niet verder
wagen in de overtreding, maar recht in het oog zien en onze klederen wassen in
het bloed van het Lam opdat zij mogen vlekkeloos zijn. Laten wij roepen als
David : "Ontdek mijne oogen, dat ik aanschouwe de wonderen van uwe wet.
"Ps.119:18. Deze aan wie God tijd en zegeningen gegeven heeft, die laadden
kunnen een weldaad zijn voor de mensheid, maar die deze giften nodeloos
verprutst hebben voor zichzelf en hun kinders, zullen een te vrezen rekenschap
moeten zeven voor de balie van God. "Want zie de dag komt, brandende als een
oven; dan zullen alle hoogmoedigen en al wie goddeloosheid doet, een stoppel
zijn, en de toekomstige dag zal ze in vlam zetten; zegt de Heere der
heirscharen, die hun noch wortel noch tak laten zal. "Mal. 4 :1. De ongelovige
wereld zal spoedig op iets anders te denken hebben dan op hun dracht en
voorkomen; en als hun gedachten zullen afgetrokken worden van deze dingen door
ellende en nood, zullen zij niets hebben om zich naar te wenden. Zij zijn geen
gevangenen van de hoop en daarom kunnen ze zich niet richten naar de Sterke.
Hun hart zal vergaan van wroeging en vrees. Zij hebben God hun toevlucht niet
gemaakt, en Hij zal hun niet tot troost zijn. Hij zal lachen met hun ramp en
spotten met hun vrees.
Zij die behoren tot de Sabbathouders die toegegeven hebben aan de invloed van
de wereld moeten getest worden. De gevaren van de laatste dagen zijn over ons
gekomen, en een beproeving staat voor het belijdende volk van God, welke velen
niet voorzien hebben. De waarachtigheid van hun geloof zal op de proef gezet
worden. Velen hebben zich verenigd met de wereld in pronk en ijdelheid en in
het zoeken van plezier, hunzelf vleiend dat zij dit konden doen en toch
christen blijven. Maar het is deze toegeving, die hen van Christus scheidt en
van hen kinderen van de wereld maakt. Christus heeft ons zulk geen voorbeeld
gegeven. Dezen alleen die zichzelf beheersen, en een leven van soberheid ,
leven, van nederigheid en heiligheid, zijn ware volgelingen van Jezus; en deze
kunnen het gezelschap van de wereld beminners niet genieten. 4.Test. Church
632-33.
Vers 13.
"Zoo wie ten onrechte op zijnen broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door
het gericht; "Matth. 5 :22.
"Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; Gij zult niet wreken, noch toorn
behouden tegen de kinderen uws volks; maar gij zult uw naaste liefhebben als
uzelven. " Lev.19:17,18. Dit zegde de Heere door Mozes. De waarheden die
Christus voorstelde waren dezelfde die door de profeten onderwezen geweest
waren, maar zij waren verduisterd geworden door de hardheid van hart en de
liefde voor de zonde. De woorden van de Heiland openbaarden aan de toehoorders
het feit, dat, terwijl zij anderen veroordeelden als overtreders, zij evenzeer
schuldig waren; want zij hadden boosaardigheid en haat lief. Over de zee,
vanuit de plaats, waar zij verzameld waren was het land van Basan, een eenzame
streek, wier rotsen en beboste heuvels lang een uitgekozen plaats was voor
misdaad van alle aard. Verhalen van roof en moord, daar begaan waren fris in de
geest van het volk, en velen waren ijverig om de kwaaddoeners te melden. Ter
zelve tijde' waren zijzelf vol passie en twistziek. Zij gaven toe aan de
bitterste haat tegen hun Romeinse onderdrukkers en voelden zich vrij van alle
andere volkeren te haten en te misprijzen, en zelfs hun landgenoot die niet
alles deed naar hun zin. In dit alles overtraden zij de wet, die zegt: "Gij
zult niet doden. " De geest van haat en weerwraak heeft zijn oorsprong in
Satan, en het leidde hem ertoe van de Zoon van God ter dood te brengen. Die
boosaardigheid af onvriendelijkheid liefheeft bemint dezelfde geest, en zijn
vruchten zullen ter dood leiden. In de gedachten van wraak ligt de kwade daad
begrepen, als de plant in het zaad. "Een iegelijk die zijnen broeder haat, is
een doodslager, en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in
zich blijvende. " 1.Joh.3:15. "En wie tot zijn broeder zegt Raka, die zal
strafbaar zijn door den grooten raad. "Matth.5:22. In het geven van Zijn Zoon
voor onze verlossing, heeft God getoond hoe hoog de waarde is die Hij toekent
aan iedere mensenziel, en Hij geeft aan geen enkel mens de vrijheid van
verachtelijk te spreken over anderen. Wij zullen fouten en zwakheden zien
rondom ons, maar God eist iedere ziel op als Zijn eigendom Hem toebehorend door
schepping en dubbel van Hem als gekocht door het kostbaar bloed van Christus.
Allen zijn geschapen naar Zijn beeld, en zelfs de meest gedegradeerde moeten
met respect en tederheid behandeld worden. God zal ons rekenschap vragen voor
ieder woord gesproken in minachten van een ziel voor dewelke Christus Zijn
leven gaf. " Want wie onderscheidt u ? En wat hebt gij, dat gij niet hebt
ontvangen? En zoo gij het ook ontvangen hebt, wat roemt gij, alsof gij het niet
ontvangen hebt?" 1.Cor.4:7.
"Wie zijt gij, die eens anders huisknecht oordeelt? Hij staat of hij valt
zijnen eigen heer; doch hij zal vastgesteld worden, want God is machtig hem
vast te stellen. "Rom.14:4. "Maar wie zegt gij dwaas, die zal strafbaar zijn
door het helse vuur" Matth. 5 : 22. In het oud testament is het woord "dwaas"
gebruikt om te betekenen een afvallige of iemand die zichzelf overgegeven heeft
aan boosheid. Jezus zegt dat wie zijn broeder zal oordelen als een afvallige of
een verachter van God toont dat hijzelf van dezelfde veroordeling waardig is.
Christus zelf, als hij in strijd was met Satan over het lichaam van Mozes,
"durfde geen oordeel van lastering tegen hem voortbrengen, maar zeide " de
Heere bestraffen u!" Judas 9. Had Hij dat moeten doen dan zou Hij zich op het
terrein van Satan geplaatst hebben, want beschuldiging is het wapen van Satan.
Hij wordt in de Schrift genoemd : "De beschuldiger van onze broeders" Op 12 :
10. Jezus zal gene van Satans wapens gebruiken. Hij bood hem het hoofd met de
woorden " De Heere bestraffe u ".
Zijn voorbeeld is voor ons. Als wij in strijd gewikkeld worden met de vijanden
van Christus, zullen wij niets zeggen in een geest van vergelding of wat maar
de schijn kan geven van een scheldende beschuldiging. Hij die als een
spreekbuis van God dient, zal geen woorden uiten, die zelfs de Majesteit van de
hemel niet zou gebruiken, als Hij in strijd is met Satan. Wij moeten het werk
van oordelen en veroordelen aan God laten. The Mount of Blessing 55-58.
Satan was een moordenaar vanaf het begin. Joh. 8:44. ; en van zodra hij macht
verworven had over het mensenras, wakkerde hij hen niet alleen aan van elkander
te haten en te vermoorden, maar, stoutmoediger, om het gezag van God te
ondermijnen, maakt hij de overtreding van het zesde gebod als een deel van hun
religie. Door het verdorven begrip over goddelijke eigenschappen, werden
heidense naties geleid van te geloven dat het noodzakelijk was om de gunst van
de godheden te verzekeren, dat zij menselijke offers brachten; en de
verschrikkelijkste wreedheden zijn begaan geweest onder verscheiden vormen van
afgoderij. Hun kinders moesten door het vuur gaan voor de afgod. Als een ervan
ongedeerd uitkwam geloofden zij dat hun offers aanvaard waren; deze werd
aanzien als speciaal begunstigd door dz godheid, en werd beladen met voordelen,
en altijd in hoog aanzien gehouden; en hoe groot zijn misdaden mochten wezen
hij werd nooit gestraft. Als er een verbrand uit kwam, dan was zijn lot
verzegeld; er werd geloofd dat de wraak van de goden alleen kon gestild worden
door het leven te geven van het slachtoffer, en hij werd als offer opgedragen.
In tijden van grote afval kwamen deze abominaties ook voor bij de Israelieten.
Patr. Prophets 337.
Vers 13-18.
"Doch wilt gij het leven ingaan, onderhoud de geboden. " Math.19:27. Het
karakter van God is uitgedrukt in Zijn wet; en om in harmonie te zijn met God,
moeten de princiepen van Zijn wet de bron zijn van iedere handeling. Christus
vermindert de eisen van de wet niet. In een onmiskenbare taal stelt Hij de
gehoorzaamheid aan de wet voor als de voorwaarde voor eeuwig leven,dezelfde
voorwaarde die aan Adam gevraagd werd vóór zijn val. De Heer wenst nu niet
minder van de ziel dan Hij verwachtte in het Paradijs, volmaakte
gehoorzaamheid, onbevlekte gerechtigheid. De eisen onder het verbond van genade
zijn even breed als de eisen gesteld in Eden: harmonie met Gods wet, die
heilig, juist en goed is.
Op de woorden"Houd de geboden",antwoordde de jonge man: "Welke?" Hij
veronderstelde dat sommige ceremoniële wetten bedoeld werden, maar Christus
sprak van de wet gegeven op de Sinai. Hij vermeldde enkele voorschriften van de
tweede tafel van de decaloog, en somde ze dan allen op in het voorschrift: "Gij
zult uw naaste beminnen als uzelf. "
De jonge man antwoordde zonder twijfelen: Al deze dingen heb ik onderhouden van
mijn jonkheid af : wat ontbreekt mij nog? " Zijn opvatting over de wet was
uiterlijk en oppervlakkig. Beoordeeld van menselijk standpunt, had hij een
vlekkeloos karakter. Voor een groot gedeelte was zijn uiterlijk leven vrij van
schuld. Hij dacht dat zijn gehoorzaamheid zonder gebrek was, toch had hij een
geheime vrees, dat alles niet juist was tussen God en zijn ziel! Hierom de
vraag "Wat ontbreek ik nog?"
Jezus zeide tot hem;" Zo gij wilt volmaakt zijn, ga heen, verkoop wat gij hebt
en geef het den armen, en gij zult eenen schat hebben in den hemel; en kom
herwaarts, volg Mij. " "Als nu de jongeling dat woord hoorde, ging hij bedroefd
weg want hij had vele goederen. "
Die zichzelf liefheeft is een overtreder, van de wet. Dit wilde Jezus openbaren
aan de jongeling, en Hij gaf hem een criterium, die de zelfzucht van zijn hart
moest openbaren. Hij toonde hem de kwellende vlek in zijn karakter. De jonge
man begeerde geen verdere verlichting. Hij had een idool bemind in zijn hart;
De wereld was zijn God. Hij beleed de geboden te hebben onderhouden, maar hij
was onbekend met de princiepen die het leven en de geest ervan uitmaken. Hij
bezat geen ware liefde tot God en de mens. Dit gebrek was het gebrek aan alles,
wat hem loon de hoedanigheid schenken om het Koninkrijk binnen te gaan. In deze
eigenliefde en werelds gewin was hij niet in harmonie met de princiepen van de
hemel. ... Hij moest eerst de voorwaarde van discipelschap aanvaarden: Hij
moest zich zonder voorbehoud aan God geven....Christ Object Lessons 390-93.
Vers 14.
Een groep van Farizeeërs en schriftgeleerde naderden Hem, met hen een met
schrik geslagen vrouw nedesleurend die zij met een harde en schrille stem
beschuldigden van het zevende gebod te hebben overtreden. Haar in de
tegenwoordigheid van Jezus gebracht hebbend, zegden zij tot Hem met een
schijnheilig vertoon van respect : "Mozes heeft ons in de wet geboden, dat
dezulken gesteenigd zullen worden :Gij dan, wat zegt Gij ?"Joh.8:5. hun
voorgewende eerbied bedekte een diep liggende samenzwering om Hem tot de
ondergang te brengen. Zij haddan deze gelegenheid gretig aangegrepen om zeker
te zijn van Zijn veroordeling, denkend dat wat ook Zijn beslissing moge wezen,
zij gelegenheid zouden vinden om Hem te beschuldigen. Indien Hij de vrouw zou
kwijtschelden, zou Hij beschuldigd worden van de wet van Mozes te minachten.
Indien hij haar de dood waardig zou achten zou hij kunnen beschuldigd worden
door de Romeinen als iemand, die het gezag, dat alleen hen toekwam, aan Zich
toekende. Jezus keek voor een ogenblik op dit schouwspel: liet bevende
slachtoffer in haar schaamte, de hoogwaardigheidsbekleders met aangezichten
hard als van steen, beroofd van elk menselijk medelijden. Zijn geest van
onbevlekte reinheid schrok terug voor dit schouwspel. Wel wist Hij met welk
doel dit geval naar Hem gebracht werd. [lij las de harten, en kende het
karakter en de levensgeschiedenis van eenieder die in Zijn tegenwoordigheid
was. Deze zogezegde beschermers van het recht hadden zelf hun slachtoffer tot
zonde geleid, opdat zij een strik zouden kunnen leggen voor Jezus. Geen teken
gevend, dat Hij hun vraag gehoord had, bukte Hij zich, en Zijn ogen op de grond
gevestigd houdend, begon Hij in het stof te schrijven. Ongeduldig om Zijn
uitstel en schijnbare onverschilligheid, drongen de beschuldigers nader, de
zaal, aan Zijn aandacht opdringend. Maar als hun ogen, deze van Jezus volgend,
vielen op de grond aan Zijn voeten, veranderde hun uitdrukking. Daar,
geschreven voor hen, stonden de schuldige geheimen van hun eigen leven. liet
volk naar hen ziende, zag de plotse verandering van hun uitdrukking, en drong
naar voor om te zien wat zij aan liet bekijken waren met zulk een verwondering
en schaamte. Mei al hun belijdenissen van eerbied voor de wet, veronachtzaamden
deze rabbi’s, door de schuld op de vrouw te leggen, de bepalingen van deze
zelfde wet. liet was de plicht van de echtgenoot van tegen haar op te treden,
en de schuldige partijen moesten ook gestraft worden. liet optreden van de
beschuldigers was in het geheel niet toegelaten. Jezus niettemin vatte hen op
hun eigen grond. De wet specificeerde dat bij het straffen door steniging, de
getuigen de eerste moesten een steen werpen. Nu zich oprichtend en zijn ogen
gevestigd houdend op de samenspannende ouderlingen, zegde Jezus : "Die van u
lieden zonder zonde is, werpe het eerst den steen op haar. " Joh. 8:7. En Hij
bukte zich opnieuw en ging verder niet schrijven op de grond. Hij had de wet
van Mozes niet opzij gezet noch opgetreden tegen het gezag van Rome. De
beschuldigers waren verslagen. Nu, hun klederen van voorgegeven heiligheid van
hen afgerukt, stonden zij, schuldig en veroordeeld, in de tegenwoordigheid van
de Oneindige Reine. Zij beefden daar hun verdoken ongerechtigheid zou kunnen
opengelegd worden aan de menigte; en een voor een, met gebogen hoofd en
nederziende ogen, trokken ze zich terug, hun slachtoffer bij de medelijden
hebbende Heiland achter latend.
Jezus stond op en ziende op de vrouw zeide Hij :"Vrouw, waar zijn deze
uwe,beschuldigers? Heeft u niemand veroordeeld, Ik u ook niet : ga heen en
zondig niet meer". De vrouw had voor Jezus gestaan ineengekrompen van de vrees.
Zijn woorden : "Die van u lieden zonder zonde is, werpe het eerst den steen op
haar" waren tot haar gekomen als een doodvonnis. Zij durfde haar niet op te
richten naar de Heiland`s aangezicht, maar stilzwijgend wachtte zij haar
verdoeming af. Verwonderd zag zij haar beschuldigers voortgaan sprakeloos en
verward; dan vielen deze woorden van hoop in haar : "Zoo veroordeel Ik u ook
niet : ga heen en zondig niet meer". Haar hart smolt weg, en zij wierp haar
voor de voeten van Christus, haar dankbare liefde uitsnikkend, en met bittere
tranen haar zonden belijdend. Dit was voor haar het begin van een nieuw leven,
een leven van reinheid en vrede, gewijd aan de dienst van God. In het verheffen
van deze gevallen ziel, deed Jezus een groter mirakel dan in het genezen van de
ziekste mens op fysisch gebied. Hij genas de geestelijke ziekte, die de eeuwige
dood ondergaat. Deze berouwvolle vrouw werd een van zijn standvastigste
volgelingen. Met zelf op offerende liefde en godsvrucht betaalde zij zijn
vergevende barmhartigheid.
In deze daad van vergeving schenken aan deze vrouw en door haar aan te moedigen
een beter leven te lijden, komt Christus' karakter naar voor als in de
schoonheid van volmaakte gerechtigheid. Ofschoon Hij geen zonde verzacht, noch
het gevoel van schuld vermindert, zoekt Hij niet van te veroordelen, maar van
te redden. De wereld heeft voor deze dwalende vrouw alleen verachting en spot.
Maar Jezus spreekt woorden van opbeuring en hoop. De Zondeloze heeft medelijden
met de zwakte van de zondaar, en reikt haar Zijn helpende hand. Terwijl de
hypocriete farizeeërs haar aanklagen, vraagt Jezus haar: "Ga en zondig niet
meer." Hij is geen volgeling van Christus, die, met afgekeerde ogen, zich
afwendt van de dwalende, hem ongehinderd latende voortgaan met zijn naar
beneden dolende weg te volgen. Deze die de eerste zijn om anderen te
beschuldigen, en ijverig om hen voor het oordeel te brengen, zijn dikwijls in
hun eigen leven meer schuldig dan zij. De mens haat de zondaar, terwijl zij de
zonde koesteren. Christus haat de zonde, maar bemint de zondaar. Dit moet de
geest zijn van allen, die Hem vol - gen. Christelijke liefde is traag in het
afkeuren vlug om berouw te ontdekken, gereed om te vergeven, om aan te
moedigen, om de dolende op het pad van heiligheid te brengen, en om zijn voeten
erop te plaatsen. Desire of Ages 460-62.
De Joden gingen prat op hun moraliteit en keken met afschuw op de sensuele
praktijken van de heidenen. De tegenwoordigheid van de Romeinse officieren die
het keizerlijk bevel in Palestina gebracht had, was een bestendige aanval op
het volk, want met deze vreemdelingen was een vloed van heidense gewoonten,
lust en losbandigheid binnengekomen. In Capernaum, kwelden Romeinse officiëren
met hun geestige minnaressen de stad met hun paraden en wandeltochten en
dikwijls brak het geluid van brasserijen de stilte van het meer als hun
plezierboten over het stille water gleden. Het volk verwachtte van Jezus een
strenge aanklacht te horen tegen deze klasse, maar hoe verwonderd waren zij als
zij naar woorden luisterden, die het kwaad van hun eigen hart blootlegde! Als
de gedachte van kwaad bemind wordt, zelfs in het geheim, zegde Jezus, toont het
aan dat de zonde steeds in het hart heerst, De ziel is steeds in de gal van
bitterheid en in de band van ongerechtigheid. Hij die plezier vindt in het
aanschouwen van taferelen van onzuiverheid, die toegeeft aan kwade gedachten,
aan het wellustige kijken, kan in de openbare zonde, met haar druk van schaamte
en hartbrekende droefheid, de ware natuur van het kwaad aanschouwen, die
verscholen gebleven is in de kamers van de ziel. Het ogenblik van bekoring,
waaronder iemand, wat kan gebeuren, in zware zonde valt, verwekt het kwaad niet
dat dan geopenbaard wordt, maar ontwikkelt en manifesteert dat wat gedekt en
latent in het hart was. Een mens "gelijk hij bedacht heeft in zijne ziel, alzo
zal hij het u zeggen", want uit het hart " zijn de uitgangen des levens. "
Spr.23:7 ; 4:23. The Mount of Blessing 59, 60.
Wat kan er verwacht worden van de komende generaties? Duizenden zijn beroofd
van princiepen. Deze, dragen aan hun nakomelingen hun eigen verderfelijke
passies over . Welk een erfenis ! Duizenden slepen hun ongeregeld leven verder,
hun familieleden besmettend, en hun lage passies vereeuwigend door ze over te
zetten op hun kinderen. Zij nemen de verantwoordelijkheid van op hen de stempel
te leggen van hun eigen karakter.
Ik kom terug op de christenen. Als allen, die belijden te gehoorzamen aan de
wet van God vrij waren van ongerechtigheid, dan zou mijn ziel getroost zijn;
maar ze zijn het niet. Zelfs zijn er, die belijden al de geboden van God te
onderhouden die schuldig zijn aan de zonde van overspel. Wat kan ik zeggen om
hun benevelde sensibiliteiten wakker te roepen? Morele princiepen, strikt
uitgewerkt, worden de enige bescherming van de ziel. Als er een tijd is, waarop
het dieet van het meest eenvoudige aard zal zijn is het nu. Er zou geen vlees
mogen gegeven worden aan de kinderen. De invloed ervan verwekt en versterkt de
lagere passie, en heeft een neiging om de morele krachten te doden. Granen en
fruit bereid vrij van vetten en zo natuurlijk mogelijk zou moeten het voedsel
zijn, dat op de tafel komt van allen, die beweren zich voor te bereiden voor de
opneming naar de hemel. Hoe minder korstachtig het dieet, hoe gemakkelijker de
passies kunnen onder controle gehouden worden. Er mag geen rekening gehouden
worden met toegeving aan de smaak zonder te letten op fysische, intellectuele
en morele gezondheid.
Toegeven aan lagere passies zal velen leiden om hun ogen toe te doen voor het
licht; want zij vrezen dat zij zonde zouden zien die zij niet willen nalaten.
Allen kunnen zien of zij willen. Als zij duisternis kiezen eerder dan licht,
dan zal hun misdadigheid niet de kleinste zijn. Waarom lezen mannen en vrouwen
niet en worden verstandiger nopens de dingen, die zo beslist hun fysisch, en
intellectuele en morele kracht aantasten? God heeft u een woonplaats gegeven om
voor te zorgen, en in de beste conditie te behouden tot Zijn dienst en glorie.
Uw lichaam behoort u niet toe. "Of weet gij niet, dat u lieder lichaam een
tempel is des heiligen Geestes, die in u is, dien gij van God hebt, en dat gij
van uzelf niet zijt? Want gij zijt duur gekocht ; zoo verheerlijkt den God in
uw lichaam en in uwen geest, welke Gods zijn. Weet gij niet dat gij Gods tempel
zijt en de Geest Gods in ulieden woont? Zoo iemand den tempel Gods schendt,
dien zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt. "1.Cor
6:19-20. en 3:16-17. 2.Test. Church 352-53.
Het woord van God stelt ons tenvolle de waarheid voor, dat onze fysische natuur
in strijd zal gebracht worden met de geestelijke. De apostel legt ons op van af
te zien van vleselijke lusten,die oorlog voeren tegen de ziel. Iedere verdorven
eetlust wordt een strijdende lust. Eetlust toegegeven ten koste van fysische
kracht veroorzaakt ziekte van de ziel. De lust, waarvan de apostel spreekt, is
niet beperkt bij de overtreding van het zevende gebod, maar ieder toegeving van
de smaak, die de fysische kracht vermindert is een strijdende lust. De apostel
verklaart, dat hij die speciale overwinningen wil behalen en die hogere
capaciteiten wil bereiken in gerechtigheid moet "matig zijn in alle dingen".
Matigheid bij eten en drinken aan onze tafel, zowel als oefening van matigheid
in ieder ander opzicht, is essentieel als wij willen overwinnen als Christus
overwon. God heeft ons licht gegeven, niet om onverschillig te behandelen, maar
om voor ons een leiding te geven en een hulp.
Gij moet zelf beheersing ontwikkelen. De les, die gij hebt moeten leren in uw
jeugd moet nu onder de knie gebracht worden. Disciplineer uzelf om aan uzelf te
sterven, om uw wil in onderwerping te brengen aan de wil van Christus. Een
diepten volledige bekering is noodzakelijk, of gij, mijn broeder zult het
eeuwig leven missen. 4.Test. 215.
Satan gebruikt mannen en vrouwen als agenten om tot zonde te leiden en om deze
aantrekkelijk te maken. Deze agenten leidt hij zo getrouw op om de zonde zo te
vermommen, dat hij met meer succes de zielen kan tot verval brengen en Christus
beroven van Zijn glorie. Satan is de grote vijand van God en van de mens. Hij
verandert zich door zijn agenten in de vorm van een engel de lichts. In de
Schriften wordt hij een vernietiger genoemd, een beschuldiger van de broeders,
een bedrieger, een leugenaar, een folteraar, en een moordenaar. Satan heeft er
velen in zijn dienst, maar heeft het meest succes als hij belijdende christenen
kan gebruiken voor zijn satanisch werk. En hoe meer invloedrijker, hoe hoger
hun positie, hoe meer kennis zij belijden te hebben van God, en van Zijnen
dienst, met hoe meer resultaat hij hen kan gebruiken. Al wie tot zonde verleidt
is zijn agent. Toen ik tegenwoordig was op een campmeeting in het Oosten, werd
ik de Vrijdag voorgesteld aan een man, die een tent waarnam met verschillende
vrouwen en kinderen. Die nacht was ik niet in staat te slapen; mijn ziel was
diep bekommerd. Als ik pleitte met God gedurende de nacht werd in mijn geest
een visioen duidelijk terug opgewekt, dat ik jaren tevoren gehad heb ten tijde,
dat de levenswijze van Nathan Fuller berispt werd? Dan werden mij drie mannen
getoond, die ik zou ontmoeten, die dezelfde richting van ongerechtigheid
volgden terwijl ze godsvrucht belijden. Deze man was een van de drie. Als ik
mijn getuigenis aflegde in de morgenvergadering, rustte de Heilige Geest op
mij; maar ik maakte geen gewag van individuele gevallen. Later op de dag voelde
ik klaar mijn verplichting en gaf mijn getuigenis, wijzend naar Zijn geval als
meest kenmerkend.
Door zijn handelwijze ging deze man volstrekt in tegenstrijd met de
richtlijnen, van de apostel. "Onthoudt u van alle schijn des kwaads.
"Thess.5:22. Hij verbrak het zevende gebod, terwijl hij beleed het vierde te
onderhouden. Door zijn verleiding had hij een groep vrouwen rond hem, die hem
volgden van plaats tot plaats, zoals een getrouwe echtgenoot haar man zou
volgen.
Als volk werden wij als apart aanzien. Onze positie en ons geloof onderscheidt
ons van iedere andere denominatie. Als wij in ons leven en karakter niet beter
zijn dan wereldlingen, dan zullen zij de vinger van spot op ons richten en
zeggen, "Dit zijn zevende dag adventisten.”
"Wij hebben hier een voorbeeld van het volk, dat de zevende dag als Zondag
houdt. " Het merkteken dat passend is voor zulke dingen, is geplaatst op allen,
die gewetenvol de zevende dag houden O! Hoeveel beter zou het zijn, dat zulke
geen enkele aanspraak maakten dat zij de waarheid gehoorzamen. Ik voelde mij
gedwongen deze man te berispen in de naam van de Heer en te vragen aan de
vrouwen, die hem begeleidden van zich van hem af te scheiden en hun misplaatst
vertrouwen terug te trekken, want ongeluk en verval waren op het pad, waar zij
op gegaan waren. Het grootboek van de hemel getuigt van deze man: een
bedrieger," die in huizen insluipen en nemen de vrouwen gevangen." Hoeveel
zielen hij zal vernietigen meet zijn satanische sofisterij zal het oordeel
alleen veropenbaren. Zulke mannen moeten terecht gewezen en tegengegaan worden,
onmiddellijk, opdat zij geen voortdurend verwijt kunnen leggen op de zaak. -
Als wij het einde van de geschiedenis van de wereld naderen, vermeerderen de
gevaren rondom ons. Een louter belijdenis van godsvrucht zal niet volstaan. Er
moet een levende verbinding zijn met God, opdat wij geestelijk inzicht mogen
hebben om de boosheid te onderscheiden, die op een zo kunstige wijze en op een
geheime manier in ons midden binnengebracht wordt door hen, die ons geloof
belijden. De grootste zonden worden binnengebracht door hen, die belijden
geheiligd te zijn, en die beweren dat zij niet kunnen zondigen. Toch velen van
hen zondigen dagelijks en zijn verdorven in hun hart en in hun leven. Zij zijn
zelfvoldaan en zelfgerechtigd, van hun eigen des standaard makend van
gerechtigheid en volkomen falend in het bereiken van de standaard van de
bijbel. Niettegenstaande hun hoge beweringen, zijn ze vreemdelingen voor het
verbond van belofte. Het is in grote barmhartigheid, dat God hun perversiteit
verdraagt en dat zij niet als belemmeringen afgesneden worden van de grond,
maar nog steeds in de mogelijkheid blijven om vergiffenis te ontvangen. Er
wordt bestendig te veel betrouwd op de verdraagzaamheid van God, misbruik gemak
van Zijn barmhartigheid. David in zijn tijd dacht dat de mensen de grenzen van
Gods verdraagzaamheid misbruikt had den, en dat Hij moest tussenkomen om Zijn
eer te verdedigen en om ongerechtigheid tegen te houden. De Heer is geen
onderrichter van leerstellingen, die de tempel van God bevuilen. Er is schaars
nog een straal van hoop voor hem; hij heeft zichzelf bedrogen en anderen
bekoord zolang dat Satan bijna volledig toezicht heeft over zijn geest en
lichaam. Als zijn kleed van gerechtigheid dat hij belijdt te hebben van hem kon
afgetrokken worden en zijn lage doe einden en gedachten konden blootgelegd
worden, zodat hij niet kan voortgaan met anderen op het pad van de hel te
leiden zal het alles zijn wat wij nog kunnen verwachten.
Hij haatte eerst de waarschuwingen van God, en dan bood hij ze weerstand omdat
zij zijn eigen boze handelwijze bloot legden in het licht van de wet van God.
Het is een van de ergste gevolgen van de verblindende invloed van de zonde, die
maanden en jaren voortduren en er is geen ontwaken tot bekering. Met een vaste
volharding heeft hij zijn afzinkende richting gevolgd. Hij heeft geen bittere
gevoelens van berouw, noch schrik van de wraak van de hemel. Als hij door
leugens en bedrog zijn zonden kan bedekken, zodat zij niet opgemerkt worden is
hij tevreden. Alle gevoel voor recht en verkeerdheid is dood in hem. Een oogst
ligt voor hen waarvan hij zal afgeschrikt zijn om hem te oogsten.
De slechtste trek in zijn geval ligt hierin dat al zijn satanisch werk gedaan
is onder het voorwendsel van een vertegenwoordiger van Christus te zijn. Een
zondaar getooid als een engel des lichts kan onberekenbaar schade berokkenen;
Duistere en te vrezen plannen worden vrij willig gemaakt om man en vrouw van
elkander te scheiden. De apostel zegt : "Want van dezen zijn het, die in de
huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden beladen zijn
en door menigerlei begeerlijk heden gedreven worden. " 2 Tim.3:6. Deze
losbandige karakters dringen ook binnen in eervolle families, en door hun
verleidende streken en intriges leiden ze de gewetensvolle af. Te verwerpen
ketterijen worden aangenomen als waarheid,en de walgelijkst zonden worden
bedreven als daden van gerechtigheid, want het geweten wordt verward en
verdwaasd.
Deze man neemt de ongewone leerstelling aan, dat de zevende dag de Sabbat van
de Heer is, om aan zijn religieuze bevindingen een schijn van eerlijkheid te
geven. Onze zienswijzen zijn klaar bepaald geweest in onze publicaties, maar,
dit erbuiten gelaten, hij vermengt met de waarheid zijn eigen bezoedelende
ketterijen en poogt anderen te doen geloven, dat God hem nieuw licht gegeven
heeft op de bijbel. Door te belijden dat hij een groot licht heeft nopens de
sabbat van het vierde gebod en aanverwante waarheden, geeft hij aan hen, die
niets kwaads vermoeden een schijn van werkelijk geleid te worden door God. Maar
als hij eens het vertrouwen gewonnen heeft begint hij zijn Satanisch werk van
het uit mekaar halen van de Schrift uit haar ware betekenis door te pogen aan
te tonen, dat overspel, veroordeeld in de wet van God niet betekent wat er in
het algemeen door verstaan wordt. Hij poogt werkelijk van gevoelige vrouwen te
doen geloven dat het geen overtreding is voor God voor vrouwen van ontrouw te
zijn aan hun huwelijksbelofte. Hij neemt zelfs niet aan dat hierdoor het
zevende gebod overtreden wordt. Satan verheugt zich van zondaars te zien
binnenkomen als belijdende Sabbathouders, terwijl zij toelaten dat hun geest en
hun gevoelens beheerst worden door hem, hen gebruikend om ook anderen te
bedriegen en te verderven. In deze gedegenereerde tijd zullen er velen gevonden
worden, die zo verblind zijn voor de zondigheid van de zonde, dat zij een
ongebonden leven kiezen omdat het overeenkomt met de natuurlijke en perverse
neiging van hun hart. Verdorven mensen denken dat het gemakkelijker is van de
Schriften verkeerd te interpreteren om hen te steunen in hun ongerechtigheid
dan hun verderf en hun zonde op te geven en rein te zijn van hart en leven. Er
zijn meer mensen van deze soort dan velen zich inbeelden, en zij zullen zich
vermenigvuldigen, als wij het einde der tijden naderen. Tenzij zij geworteld en
gegrondvest zijn in de waarheid van de Bijbel, en een levende verbinding hebben
met God, zullen er velen verdwaasd worden en verleid. Ongeziene gevaren komen
op ons pad. Onze enige veiligheid ligt in bestendige waakzaamheid en bidden.
Hoe dichter wij bij Jezus leven, hoe meer wij Zijn rein en heilig karakter
zullen deelachtig worden; en hoe meer weerzinwekkend ons de zonde zal zijn, hoe
meer verheven en begerenswaardig de reinheid en de glans van Christus ons zal
worden.
Om zijn verdorven leven te dekken en zijn zonden schadeloos te laten schijnen,
zal deze man voorbeelden aanhalen uit de bijbelverhalen, waar goede mannen
gevallen zijn onder bekoring. Paulus rekende af met zulke mannen in zijn dagen,
en de kerk is ermede bezocht geweest in alle tijden. Terwijl riep Paulus de
ouderlingen bijeen en waarschuwde hen in verband met wat zij zouden tegenkomen
: "Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die
de kudde niet sparen; en uit uzelven zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde
dingen, om de discipelen af te trekken achter zich. Daarom waakt, en gedenkt,
dat ik drie jaren lang nacht en dag niet opgehouden heb eeniegelijk met tranen
te vermanen." Hand 20 : 29.
Hij die de waarheid in ongerechtigheid huldigt, die zijn geloof erin verklaart,
maar die haar iedere dag wondt door zijn inconsequent leven, geeft zichzelf
over aan de dienst van Satan en leidt andere zielen tot verlies. Deze klasse
houdt gemeenschap met de gevallen engelen en worden door hen geholpen om
heerschappij te voeren over de geest. Als de betoverende macht van Satan een
persoon beheerst, wordt God vergeten, en de mens, die vervuld is met verdorven
doeleinden, wordt geprezen. Geheime ongebondenheid wordt gepraktiseerd door
deze verleidende zielen als deugd. Dit is een soort van toverij. De vraag van
de apostel aan de Galaten wordt wel gesteld : "Wie heeft betoverd, dat gij der
waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn den welken Jezus Christus voor de oogen te
voren geschilderd is geweest, onder u gekruisigd zijnde? "Gal. 3 : 1. Er is
altijd een betoverende kracht geweest in ketterij en in losbandigheid. De geest
is zo misleid, dat hij niet met verstand kan redeneren, en een illusie leidt
hem bestendig af van de reinheid. Het geestelijk doorzicht wordt verdoezeld, en
personen, die vooraf van een onbevlekte moraliteit waren worden verward onder
de verleidende sofisterij van deze agenten van Satan, die belijden van
boodschappers te zijn van het licht. Het is deze verleiding, die aan deze
agenten macht geeft. Moesten zij stoutmoedig naar voor komen en hun beweringen
openlijk naar voor brengen zij zouden zonder een ogenblik te aarzelen verworpen
worden; maar zij werken eerst om sympathie te winnen en verzekeren vertrouwen
in hen als heilige, zelf-opofferende mannen van God, Zich uitgevend als Zijn
speciale boodschappers, beginnen zij dan hun kunstig werk van het aftrekken van
zielen van het pad van juistheid door te pogen van de wet van God zonder
uitwerking te maken. Als de bedienaars aldus voordeel halen uit het vertrouwen
van het volk, dat op hen geplaatst is, maken zij zichzelf zoveel schuldiger als
hun beroep hoger staat dan van een gewone zondaar. Op de dag van God als de
Grootboek van de Hemel zal geopend worden, zullen er veel namen van bedienaars
in gevonden worden, die uitgekomen zijn als rein van hart en leven en die
beleden van vertrouwd te zijn met het evangelie van Christus, maar die voordeel
getrokken hebben uit hun positie om zielen te verleiden om de wet van God te
overtreden. Als een man of een vrouw onder de verdorven macht van Satan vallen,
is het meestal onmogelijk van hen terug te halen uit de verschrikkelijke listen
van Satan, zodat zij opnieuw reine gedachten zullen hebben en een klaar begrip
over de eisen, die God stelt. Zonde werd voor hen verwarde geest, door de
bedienaar heilig gemaakt en ze wordt nimmer aanzien in het weerzinwekkend licht
zoals God er op ziet. Als de morele standaard gedaald is in de geest van de
mens, wordt hun oordeelsvermogen verdorven, en zij zien de zonde als
gerechtigheid en gerechtigheid als zonde. Door om te gaan met dezen, wiens
neigingen en gewoonten niet zuiver zijn, worden anderen gelijk zij. Hun
ondervinden en hun princiepen worden meestal onbewust aangenomen.
Als het gezelschap van mensen, met een onreine geest en losse gewoonten,
gekozen wordt boven dat van deugdzame en reine, is dit een zekere aanduiding,
dat de goestingen en neigingen met elkander overeen komen, dat een laag moreel
peil bereikt is. Dit peil wordt door deze bedrogen en verdwaasde zielen, een
hoge en heilige verfijndheid van geest genoemd; een spirituele harmonie. Maar
de apostel noemt het "de geestelijke boosheden in de lucht", waartegen wij een
energieke oorlog moeten voeren. Ef. 6 : 12.
Als de bedrieger zijn werk van verleiding begint, ontmoet hij dikwijls verschil
van manier van de dingen te ondervinden en verschil van gewoonten; maar door
grote aanspraken op godsvrucht te maken, bekomt hij het vertrouwen en als dit
gebeurd is, wordt zijn slimme, bedriegende macht uitgeoefend , zijn eigen
manier om zijn listen uit te voeren. Door het gezelschap te ondergaan van deze
gevaarlijke elementen, worden de vrouwen gewoon van de atmosfeer van onreinheid
in te ademen, en, meestal ongevoelig, worden zij doordrongen met dezelfde
geest. Hun identiteit is verloren. Zij worden de schaduw van hun verleider.
Mannen, die belijden van nieuw licht te hebben en beweren van hervormers te
zijn, zullen veel invloed hebben over een zekere klasse, die overtuigd zijn van
ketterijen, die in deze eeuw bestaan en die niet voldaan zijn met de spirituele
conditie van de kerken. Met een waar, eerlijk hart, begeren deze een
verandering te zien tot verbetering, een opgaan naar een hogere standaard, Als
de getrouwe dienaren van God de waarheid puur en onvervalst wilden voorleggen
aan deze soort mensen, dan zouden zij haar willen aanvaarden, en ze zouden
zichzelf reinigen door eraan te gehoorzamen. Maar Satan, die altijd wakend is,
volgt het spoor van deze onderzoekende zielen. Iemand, die zich uitgeeft voor
een hoogstaande hervormer komt tot hen, zoals Satan kwam naar Christus, vermomd
als een engel des lichts, en trekt hen steeds verder van het pad af van
gerechtigheid.
Het ongeluk en de degradatie, die volgen na het toegeven aan losbandigheid
kunnen niet naar waarde geschat worden. De wereld is bevuild door haar
inwoners. Zij hebben ongeveer de beker van ongerechtigheid gevuld; maar wat de
grootste vergelding zal brengen, is het praktiseren van ongerechtigheid onder
het mom van godsvrucht. De verlosser van de wereld veracht nooit geen ware
bekering, hoe groot ook de schuld moge wezen; maar Hij slingert brandende
aanklachten tegen Farizeeërs en hypocrieten. Er is meer hoop voor openbare
zondaars dan voor deze soort. "En daarom (het niet aannemen van de liefde voor
de waarheid) zal God hun zenden eene kracht der dwaling, dat zij de leugen
zouden geloven; opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet
geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.
"2.Thess. 2:11,12. Deze man, en dezen, die zich door hem laten verleiden ,
beminnen de waarheid niet, maar hebben plezier in de ongerechtigheid. En welk
een groter bedrog kan over hen komen, dan dat er niets onbehagelijks zou zijn
voor God in los te leven en in overspel ? De bijbel bevat vele waarschuwingen
tegen deze zonde. Paulus schrijft naar Titus : "Over dezen, die belijden, dat
zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alsof zij gruwelijk
zijn en ongehoorzaam en tot alle goed werk ongeschikt. "En daar zijn ook
valsche profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valsche leeraars
zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den
Heere, die hen gekocht heeft, verloodch enende, en een haastig verderf over
zichzelven brengende; en velen zullen hunne verderfennissen navolgen, door
welke de weg der waarheid zal gelasterd worden; "2.Petr.2:1-2.
Deze, waarnaar hier verwezen wordt zijn niet zij, die openlijk verklaren dat
zij geen geloof in Christus hebben, maar zij, die belijden de waarheid te
geloven en door hun slecht karakter een verwijt zijn voor de waarheid, de
oorzaak zijnde dat er kwaad over gesproken wordt.
"En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, van u eene koopmanschap
maken; over welke het oordeel van over lang niet ledig is, en hun verderf
sluimert niet. "Maar dezen, (als onredelijke dieren, die de natuur volgen , en
voortgebracht zijn, om gevangen en gedood te worden) dewijl zij lasteren
hetgeen zij niet verstaan, zullen in hun verdorvenheid verdorven worden, en
zullen verkrijgen, het loon der ongerechtigheid, als die de dagelijksche weelde
hun vermaak achten, zijnde vlekken en smetten, en zijn weelderig in hunne
bedriegerijen, als zij in de maaltijden met u zijn; hebbende de oogen vol
overspel en die niet ophouden van zondigen; verlokkende de onvaste zielen,
hebbende het hart, geoefende in gierigheid, kinderen der vervloeking; die den
rechten weg verlaten hebbende, zijn verdwaald, en volgen den weg van Bileam,
den zoon Beors, die het loon der ongerechtigheid liefgehad heeft;"Dezen zijn
waterloze fonteinen, wolken van eenen draaiwind gedreven, den welken de
donkerheid der duisternis in der eeuwigheid bewaard wordt. Want zij, zeer
opgeblazen ijdelheid sprekende", trots gaand op hun licht, hun kennis en hun
liefde voor de waarheid, "verlokken door begeerlijkheid des vleesches en door
ontuchtgheden degenen, die waarlijk ontvloden waren van degenen, die in dwaling
wandelen. " 2.Petr.2:3-18. In deze eeuw van verderf als onze tegenstander de
duivel, als een briesende leeuw rondwandelt, zoekend wie hij zal verslinden ,
zie ik de noodzakelijkheid van mijn stem te verheffen in waarschuwing :" Waakt
in bidt op dat gij niet in verzoeking komt." Math.26:41.
Deze, die briljante capaciteiten bezitten zijn talrijk, die hen op een boze
wijze wijden aan de dienst van Satan.
Welke waarschuwing kan ik geven aan het volk, dat beweert uit de wereld
getreden te zijn, en zijn werken van duisternis achtergelaten te hebben ?Aan
een volk, van wien God de vertegenwoordigers van Zijn wet gemaakt heeft, maar
die, gelijk de pretentieuze vijgenboom, pronkt met zijn schijnbaar bloeiende
takken an het gezicht van de Almachtige, maar toch geen vruchten voortbrengt
tot de glorie van God? Velen van hen houden van onzuivere gedachten, onheilige
imaginaties, ongeheiligde begeerten, en lage passies. God haat de vruchten van
zulke bomen. Engelen, rein en heilig kijken op de handelwijze van zulk danigen
met afschrik, terwijl Satan jubelt. O dat mannen en vrouwen mochten overwegen
wat er te winnen is met de wet te overtreden! Onder alle omstandigheden is
overtreding een oneer voor God en een vloek voor de mens. Wij moeten het zo
zien, hoe schoon ook haar mom is, en door wie ook bedreven Geest.
En de vrucht van de Geest is liefde,vreugde,vrede,verdraagzaamheid,
vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. Geen talent of
welsprekendheid, noch zelfs studie van de bijbel, kan de liefde tot God of
gelijkvormigheid aan Christus voortbrengen. Niets dan Goddelijke macht kan het
menselijke hart en karakter regenereren en de ziel doordrenken met de liefde
van Christus, die zich altijd uitdrukt in de liefde voor dezen, voor wie Hij
stierf. Fud. Chr. Ed. 237-41.
Als afgezant van Christus smeek ik u die tegenwoordige waarheid belijdt van
dadelijk elke nadering van onzuiverheid hoog op te nemen, en van het gezelschap
te vluchten van dezen, die een onzuivere suggestie ademen. Verafschuw deze
bevlekkende zonden met de meest intense haat. Vlucht dezen, die willen, zelfs
in de gesprekken, de geest laten lopen naar zulk een kanaal ; " waar het hart
vol van is loopt de mond van over". Als deze,die deze bezoedelende zonden
praktiseren, steeds aangroeien in de wereld en zich in onze kerken willen
binnen dringen, waarschuw ik u van geen plaats voor hen te laten. Keer u van de
verleider af. Ofschoon een belijdende volgeling van Christus, is hij Satan in
de vorm van een mens ; Hij heeft het kleed van de hemel geleend, opdat hij des
te beter zijn meester zou kunnen dienen. Gij moogt geen ogenblik plaats geven
aan een onreine, hemelijke suggestie ; want zelfs dit zal de ziel bestempelen,
als onrein water het kanaal bevuilt waardoor het vloeit.
Kies armoede, verwijt, scheiding van vrienden, of enig ander lijden dan de ziel
te bevuilen met zonde. Dood voor oneer of overtreding van Gods wet zou moeten
het motto zijn van iedere Christen. Als een volk dat belijdt van hervormers te
zijn, als een schat bewarend de plechtigste en reinigende waarheden van Gods
woord moeten wij de standaard hoger heffen dan het tot nu het geval is. Met
zonde en zondaars moet onmiddellijk in de kerk afgerekend worden, opdat anderen
niet zouden besmet worden. Waarheid en reinheid vergen dat wij grondiger werk
maken om het kamp van Achan te reinigen. Laat deze, die in verantwoordelijke
positie zijn de zonde in hun broeder niet verdragen. Toon hem dat hij ofwel
zijn zonden moet achterlaten of de kerk verlaten.
Als de individuele leden van de kerk zullen handelen als ware volgelingen van
de zachte en ootmoedige Heiland, dan zal er minder bedekking en
verontschuldiging van zonde zijn. Allen zullen handelen als in de
tegenwoordigheid van God. Zij zullen zich vergewissen, dat Zijn Alziende Oog
altijd op hen is, en dat de geheimste gedachte door Hem gekend is. Het
karakter, de beweegreden, de begeerten en de doeleinden, zijn zo klaar als het
licht van de zon voor het oog van de Almachtige. Maar weinigen dragen dit in
het hoofd. Verreweg het grootste gedeelte realiseren zich niet welk een
verschrikkelijke afrekening moet gegeven worden aan de balie van God door al de
overtreders van Zijn wet.
Kunt gij, die belijdt zulk een groot licht ontvangen te hebben, tevreden zijn
met een laag pijl ? O, hoe ernstig en bestendig zouden wij moeten zoeken naar
de tegenwoordigheid van God en naar een realisatie van de plechtige waarheid
dat het einde van alle dingen nabij is en dat de Rechter van gans de aarde aan
de deur staat ! Hoe kunt u Zijn juiste en heilige eisen veronachtzamen ? Hoe
kunt gij overtreden in het aangezicht van Jehova ? Hoe kunt gij onheilige
gedachten liefhebben en lage passies in het volle zicht van de reine engelen en
van de Verlosser, die Zichzelf gaf voor u, opdat Hij moge verlossen van alle
ongerechtigheid en reinigen voor Zichzelf een volk, ijverig voor goede werken ?
Als gij de zaak bekijkt in het licht van het kruis van Golgota, zal de zonde u
niet te min schijnen, te gevaarlijk, om er aan toe te geven, als wij staan aan
de grenzen van de eeuwige wereld ?
Ik spreek tot ons volk. Als gij dicht bij Jezus gaat en zoekt van uw belijdenis
te versieren met een wel geordend leven en een goddelijke conversatie, zal uw
voet afgehouden worden van op verboden paden te gaan. Als gij slechts wilde
waken in gebed als gij alles wildet doen alsof gij in de onmiddellijke
tegenwoordigheid waart van God,dan zoudt gij bevrijd zijn van toegeven aan
bekoring,en gij zoudt kunnen hopen van rein behouden te blijven, zonder spot,
en onbevlekt tot het laatste. Als gij het begin van uw geloof sterk houdt tot
het einde, zullen uw wegen in God bevestigd worden ; en wat de genade begonnen
heeft, zal de heerlijkheid bekronen in het koninkrijk van onze God. De vruchten
van de Geest zijn : " liefde, vreugde, geduld, vriendelijkheid, goedheid,
geloof, zachtheid,matigheid : tegen deze dingen is er geen wet." Als Christus
in ons is, zullen wij het vlees kruisigen samen met de gevoelens en lusten.
5.Test. Church 141-148.
Lees Spreuken 11:7-10.
De kinderen van Set, aangetrokken door de schoonheid van de dochters van Kain`s
nakomelingen, mishaagden de Heer,door met hen te trouwen. Vele aanbidders van
God werden tot zonde aangetrokken door de bekoringen die nu bestendig voor hen
waren, en zij lieten hun specifiek heilig karakter achter. Zich vermengend met
de verdorven mensen, werden zij gelijk aan hen in geest en in daad; de
beperkingen opgelegd door het zevende gebod werden geminacht," En zij namen
zich vrouwen uit allen, die zij verkoren hadden." De kinderen van Set" zijn den
weg van Kain ingegaan " Judas 11 ; zij vestigden hun geest op wereldse
voorspoed en vergenoegen en verwaarloosden de geboden van God. De mens heeft
het niet goed gedacht van God in erkentenis te houden, zoo heeft God hen
overgegeven in eenen verkeerden zin Rom.1:28. " Maar zij zijn verijdeld
geworden in hunne overleggingen " Vers. 21. ( uit het Engels vertaald : God gaf
hen een geest beroofd van oordeel ). De zonde verspreidde zich over de aarde
als een dodelijke melaatsheid. Patr. Pr. 81-82.
(In de tijd van Abraham). Polygamie was zo verspreid, dat ze opgehouden had van
aanzien te worden als een zonde, maar het was niet minder een overtreding van
de wet van God, en was fataal voor de heiligheid en de vrede van de
familierelaties. Abrahams huwelijk met Hagar liep uit op kwaad, niet alleen
voor zijn eigen familie, maar voor de volgende generaties." Idem 145.
Lees 1 Cor 10 : 11,12.
Satan kent wel het materiaal waarmede hij omgaat in het menselijk hart. Hij
kent - want hij heeft dit bestudeerd gedurende duizenden jaren met
duivelachtige intensiteit - de punten die het gemakkelijkst aan te vallen zijn
in ieders karakter ; en door opeenvolgende generaties heeft hij gewerkt om de
sterkste mensen te overtroeven, prinsen van Israël,door dezelfde bekoringen,
die zo succesrijk waren te Baalpeor.
Door de eeuwen heen zijn er wrakken van karakters. die gestrand zijn op de
rotsen van sensuele toegevingen.
Als wij het einde der tijden naderen, als het volk van God op de grens staat
van het hemelse Kanaan, zal Satan, zoals van ouds, zijn inspanningen
verdubbelen om hen te beletten van het goede land binnen te gaan. Hij legt zijn
listen voor iedere ziel. Het is niet de onwetende en de ongecultiveerde alleen
die op de hoede moet zijn ; hij zal zijn bekoringen voorbereiden voor dezen,die
de hoogste posities bekleden, in de heiligste dienst ; als hij hen ertoe kan
brengen van hun ziel te bezoedelen, kan hij er door hen velen ten val brengen.
En hij gebruikt dezelfde middels die hij voor duizenden jaren gebruikt heeft.
Door wereldse vriendschap, door de charme van de schoonheid, door plezier
zoeken, vrolijkheid, feesten of door de wijnbeker, leidt hij hen tot het
overtreden van het zevende gebod.
Satan verleidde Israël tot losbandigheid voor hij hen leidde naar afgoderij.
Deze die Gods beeld willen onteren en Zijn tempel bevuilen in hun eigen persoon
zullen niet terugdeinzen voor iedere oneer aan God,die aan de begeerte van hun
verdorven hart toegeeft. Sensuele toegevingen verzwakken de geest en verlagen
de ziel. De morele en intellectuele machten zijn verdoezeld en verlamd door
toegeving aan dierlijke neigingen ; en het is onmogelijk voor de slaaf van
passies.van de heilige verplichtingen van de wet van God te realiseren, van de
verzoening naar waarde te schatten, of van een ware waarde te hechten aan de
ziel. Goedheid, reinheid en waarheid, eerbied voor God, en liefde voor heilige
dingen - al deze heilige affecties en edele begeerten, die de mens met de
hemelse wereld verbindt - worden verteerd in het vuur van de lust. De ziel
wordt een zwart gemaakte en verlaten woestenij, de woonplaats van kwade
geesten, en eene bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte ". Op. 18 :
2.
Wezens gevormd naar het beeld van God worden naar beneden gehaald tot op het
niveau van redelozen.
Het was door de omgang met afgodendienaars en door zich te verenigen met hen in
hun feestelijkheden,dat de Hebreeuwen geleid werden de wet te overtreden en
Gods oordeel op de natie te trekken. Zo is het ook nu dat Satan, door de
volgelingen van Christus te verenigen met de goddelozen en gemeenschap te nemen
aan hun amusement, het meest succesrijk is in het verleiden van hen tot zonde.
" Daarom gaat uit het midden van hen en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt
niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen." 2.Cor.6:17. God vraagt
nu van Zijn volk een even grote afscheiding van de wereld, in gewoonten,
gebruiken en princiepen, als Hij vergde van de Israël van ouds. Als zij getrouw
de onderrichtingen van Zijn Woord volgen, zal deze onderscheiding bestaan ; het
kan niet anders. De waarschuwingen gegeven aan de Hebreeuwen tegen het zich
versmelten met de heidenen, waren niet meer rechtstreeks en uitdrukkelijker dan
deze die de Christenen verbieden van gelijk te worden aan de geest en gewoonten
van de goddelozen. Christus spreekt tot ons " Hebt de wereld niet lief, noch
hetgeen in de wereld is : zoo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders
is niet in hem." 1.Joh.1:15.
"Overspelers en overspeelsters, weet gij niet, dat de vriendschap der wereld
eene vijandschap Gods is ? Zoo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die
wordt een vijand Gods gesteld." Jac.4:4.
De volgelingen van Christus moeten zich afscheiden van de zondaars, hun
gezelschap zoekend alleen als er gelegenheid bestaat om hen goed te doen. Wij
kunnen niet beslist genoeg zijn als het gaat om het schuwen van het gezelschap
van dezen, die een invloed uitoefenen om ons van God af te trekken. Als wij
bidden : " Leid ons niet in bekoring ", moeten wij verzoeking schuwen, zo ver
als het mogelijk is. Het was, als de Israëlieten in een toestand waren van
uitwendig gemak en veiligheid, dat zij in zonde geleid werden. Zij hielden God
niet altijd voor ogen, zij verwaarloosden het gebed en gaven toe aan een geest
van zelfvertrouwen. Gemakkelijkheid en zelftoegeving laten de citadel van de
ziel onbewaakt en verlagende gedachten vinden ingang. Het waren de verraders
binnen de muren, die de standvastigen van princiep overwonnen en Israël
overleverden in de handen van Satan. Het is aldus,dat Satan de val van de
zielen ziet te verwezenlijken. Een lang voorbereidingswerk, onbekend aan de
wereld, speelt zich af in de ziel, voor aleer de zonde bedreven wordt. De ziel
gaat niet ineens over van reinheid en heiligheid naar verdorvenheid, corruptie
en misdaad. Het vraagt tijd, om dezen, die gemaakt zijn naar Gods beeld en
gelijkenis, om te vormen tot het redeloze of het satanische. Het is door te
aanschouwen, dat wij veranderd worden. Door toe te geven aan onreine gedachten
kan de mens zijn geest aldus opvoeden, dat de zonde, die hij vooraf
verafschuwde, als aangenaam zal schijnen voor hem.
Satan zet alles in het werk om misdaad en verlagende ondeugd algemeen te maken.
Wij kunnen in de straten van onze steden niet wandelen zonder flikkerende
bekendmakingen van misdaden te zien, die voorgesteld zijn in novellen of die in
het theater zullen opgevoerd worden. De geest wordt opgevoed om vertrouwd te
worden met de zonde. De manier van handelen van de lagen en de gemenen wordt
aan het volk voorgesteld in de dagbladen en alles, wat de passie kan opwekken,
wordt tot hen gebracht in ophitsende verhalen. Zij lezen en horen te veel van
verlagende misdaad, die de gewetens,die vroeger zouden teruggedeinsd hebben
voor zulke voorstellingen,nu verhard maakt, zodat zij zich overgeven aan zulke
dingen met begerige belangstelling. Veel algemeen beoefende amusementen in de
wereld van heden, zelfs bij hen die beweren christen te zijn, streven naar
hetzelfde doel als van de heidenen. En er zijn er maar weinig ervan, die de
Satan niet ten nutte brengt om zielen te vernietigen. Door het drama heeft hij
in alle tijden gewerkt om passies op te wekken en de ondeugd te verheerlijken.
De opera met haar fascinerend spel en verwilderende muziek,de maskerade,de
dans,de kaarttafel,dit alles gebruikt Satan om de slagboom van de princiepen af
te breken en de deur te openen voor sensuele toegevingen. In iedere
vergadering, waar trots gekoesterd wordt, of aan eetlust toegegeven wordt, waar
men geleid wordt om God te vergeten en het zicht te verliezen op de eeuwige
dingen,daar bindt Satan zijn ketting rond de ziel. " Behoed uw hart boven al
wat te bewaren is," is de raad van de wijze man," want daaruit zijn de
uitgangen des levens." Spr.4:23. " Want gelijk hij bedacht heeft in zijne ziel,
alzoo zal hij tot u zeggen." Het hart moet vernieuwd worden door de goddelijke
genade, of het zal nutteloos zijn van reinheid van leven te zoeken. Hij, die
poogt een edel en deugdzaam karakter op te bouwen, onafhankelijk van de genade
van Christus, bouwt zijn huis op het verschuivende zand. In de hevige stormen
van bekoring zal het zeker vergaan. Het gebed van David zou de smeking moeten
zijn van eenieder : " Schep mij een rein hart o God ! en vernieuw in het
binnenste van mij eenen vasten geest ." Ps.51:12. En deelnemers geworden zijnde
van de eeuwige gave, moeten wij gaan tot volmaaktheid, zijnde " in de kracht
Gods bewaard door het geloof." 1.Petr.1:5.
Nu hebben wij een werk te doen om bekoring tegen te gaan. Zij, die niet willen
vallen als een prooi van Satans beramingen,moeten de toegangen van de ziel goed
bewaken. Zij moeten vermijden van te lezen,te zien,te horen, alles wat onreine
gedachten kan suggereren. De geest moet er niet toe gebracht worden van rond te
dwalen op ieder onderwerp, dat de tegenstander van zielen kan opwekken.
" Daarom opschortende de lendenen uws verstands", zegt de apostel, " en nuchter
zijnde, wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden,die tevoren in uwe
onwetendheid waren, maar gelijk Hij die u in uwe onwetendheid geroepen
heeft,heilig is,zoo wordt ook gij heilig in uwen wandel." 1.Petr.1:13-15.
Paulus zegt : " Al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig
is, al wat wel luidt, zoo daar lof is Meedenkt dat." Fil.4:8.
Dit zal ernstig gebed vragen en ononderbroken waakzaamheid. Wij moeten geholpen
worden door de blijvende invloed van de Heilige Geest, die de geest opwaarts
zal trekken, en er hem gewoon aan zal maken van bezig te zijn met reine en
heilige dingen. Wij moeten ijverige studie maken in het woord van God. "
Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden ? Als hij dat houdt naar uw
woord. " Ik heb uwe rede ", zegt de psalmist," in mijn hart verborgen, opdat ik
tegen U niet zondigen zou. " Ps.119:9-11. Israëls zonde te Beth-peor bracht de
oordelen van God op de natie, en ofschoon dezelfde zonden nu niet onmiddellijk
gestraft worden, zullen zij toch zekerlijk vergelding krijgen. " Zoo iemand den
tempel Gods schendt, dien zal God schenden." 1.Cor.3:17.
De natuur heeft verschrikkelijke straffen gelegd op deze misdaden : straffen
die vroeg of laat op iedere overtreder zullen vallen. Het zijn deze zonden,
meer dan gelijk welke andere, die de vreselijke degeneratie van ons ras
veroorzaakt hebben en de last van de ziekte en ellende, waardoor de wereld
vervloekt is. De mens moge erin slagen om zijn zonden te bedekken voor zijn
naaste, maar hij zal niettemin zekerlijk het resultaat ervan ondergaan in
lijden, ziekte, imbeciliteit, of dood. En aan gene zijde van dit leven staat
het tribunaal van het oordeel, met zijn uitspraak van eeuwige straf. " die
zulke dingen doen,het Koninkrijk Gods niet zullen beërven." Gal. 5 : 21. maar
met Satan en de boze engelen hun deel zullen hebben in dezen poel van vuur die
" de tweede dood is". Openb.20:14.
" Want de lippen der vreemde vrouw druppen honingzeem, en haar gehemelte is
gladder dan olie ; maar het laatste van haar is bitter als alsem, scherp als
een tweesnijdend zwaard." Spr.5:3,4.
Maak uw weg verre van haar, en nader niet tot de deur van haar huis, opdat gij
anderen uwen eer niet geeft, en uwe jaren den wreede ; opdat de vreemden zich
niet verzadigen van uw vermogen, en al uw smartelijke arbeid niet kome in het
huis des onbekenden, en gij in uw laatste brult, als uw vleesch en uw lijf
verteerd is," "Want haar huis helt naar den dood ," "allen, die tot haar
ingaan, zullen niet wederkomen." Spr.2. 18-19. " Hare genoden zijn in de
diepten der hel ." Spr. 9 : 18. Patr. Prophets 457-61.
De waarheid wordt veel gepredikt, maar er zijn er weinigen geheiligd door de
waarheid. Godsvrucht en gerechtigheid zijn niet in het praktische leven
ingevoerd, en de Heer is onteerd; en, geen vitale verbinding hebbend met God,
heeft de arme weke menselijke natuur geen kracht om weerstand te bieden aan de
bekoring en zal er nooit hebben tot de bekerende macht van God hand legt op de
ziel. Wij naderen het oordeel, en deze, die de boodschap van waarschuwing aan
de wereld brengen, moeten reine handen hebben en zuivere harten. Zij moeten een
levende verbinding hebben met God. De gedachten moeten rein en heilig zijn, de
ziel onbevlekt., het lichaam, ziel en geest een reine offerande voor God, of
Hij zal ze niet aanvaarden.
De laatste pijnlijke ontwikkelingen van het kwaad zijn een van de grootste
klaarblijkelijkheden die wij hebben, dat het einde van alle dingen dicht nabij
is. Satan, gelijk een briesende leeuw, gaat overal rond zoekende wie hij kan
verslinden ; en als man en vrouw, onder het blazende licht, dat nu schijnt in
deze gevaarlijke tijden, zullen bevonden worden als ontuchtigen, heb ik schrik
dat God hen zal scheiden van het werk voor altijd. De jeugd wordt wegens
wangedragingen van betrekkelijk licht karakter behandeld met strengheid ; maar
als mannen en vrouwen met grotere ondervinding, die als voorbeelden van
godsvrucht beschouwd geweest zijn, geopenbaard worden in hun waar karakter, -
ongeheiligd, onheilig, onrein van gedachten, verlaagd in hun gedrag - dan is
het tijd voor zulkdanigen dat zij aangepakt worden op een besliste wijze. De
grote verdraagzaamheid die jegens hen beoefend geweest is heeft alleen, voor
zover mijn kennis zich uitstrekt,de invloed gehad,dat zij hun ontucht en
overspel als een lichte zaak beschouwd hebben en al hun aanspraak heeft
bewezen, gelijk de morgendauw te zijn, als de zon erop schijnt. Van zo haast ze
in bekoring gebracht worden, openbaren zij hun morele - fouten - dat zij geen
deelnemers zijn van de goddelijke natuur, noch hebben zij het verderf geschuwd
dat in de wereld is door lust; maar dat zij aards zijn, sensueel en
duivels.Satan vindt in hen iets dat hij kan uitwerken, tot een merkwaardige
ongerechtigheid, en hij neemt de gelegenheid te baat, en het resultaat is, dat
deze, die zich schaapherders van de kudde noemen vleselijk ingesteld zijn,de
schapen,die aan hun zorg toevertrouwd werden, leidend tot losbandigheid en
geilheid, wiens reinheid, eerbaarheid en deugd zij strikt hadden moeten hoeden.
De engelen des hemels zien dit aan met schaamte en droefheid en walg. Hoe
kunnen de reine engelen dienst doen bij zulke mensen ? Hoe kunnen zij het
hemelse licht brengen in de vergaderingen waar zulke bedienaars de wet van God
verdedigen, maar deze wet breken, als er maar een gunstige gelegenheid zich
voordoet , een leugen uitlevend, een slinkse richting volgend, in het geheim
werkend, hun bezoedelde gedachten voedend en hun passies opwekkend,en dan
voordeeltrekkend uit vrouwen en mannen, die bekoord worden gelijk zij zelf, om
alle slagbomen te breken en hun lichamen te bezoedelen en hun ziel te
verontreinigen ? Hoe kunnen zij zoiets doen ? Hoe kunnen zij enige vrees voor
God voor ogen hebben ? Hoe kunnen zij enige liefde voor God in hun ziel hebben
? Van welke waarde is hun geloof in de waarheid ? Reinig het kamp van deze
morele corruptie, als het gaat om de meest hoogstaande personen. God laat niet
met Zich spotten. Ontucht heerst in onze rangen, ik weet het,want er werd mij
getoond dat ze haar pollutie zal versterken en uitbreiden. Er is veel dat wij
nooit zullen weten ; maar dat wat geopenbaard is maakt de kerk verantwoordelijk
en schuldig tenzij zij een besliste inspanning doet om het kwaad uit te roeien.
Reinig het kamp,want er is een vervloekt iets in haar.
"Ik zal voortaan niet meer met wieden zijn tenzij gij den ban uit het midden
van u verdelgt. Sta op, heilig het volk, en zeg : Daar is een ban in het midden
van u , Israël ; gij zult niet kunnen bestaan voor het aangezicht uwer
vijanden, totdat gij den ban wegdoet uit het midden van u." Josua 7 : 13. Deze
dingen zijn geschreven voor ons nut, op wien het einde van de wereld zal komen.
Ik ken geen werkelijke reden van hoop voor deze,die als schaapherders gestaan
hebben voor de kudde, en die jaren door de barmhartige Gods verdragen geweest
zijn, hen volgend met berisping, met waarschuwing, met smekingen, maar die hun
slechte wegen verborgen gehouden hebben en erin voort gegaan zijn, aldus de
wetten van God uitdagend door ontucht te bedrijven. Wij kunnen hen achterlaten
om hun eigen redding uit te werken met vrees en beven, na alles wat voor hen
gedaan werd tot hervorming ; maar aan hen in geen geval de hoede geven over de
zielen. Valse Schaapherders! Oo, hoe kan het mogelijk zijn dat een mens, die in
dit werk ingeschakeld geweest is sedert een lange tijd zijn wegen zo kan
verderven voor de Heer, na grote bevindingen en speciaal licht ?
Hij die op komst is zegt :" En zie ik kom haastiglijk en mijn loon is met Mij,
om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn." Openb.22:12.
Iedere goede daad, volbracht door het volk van God, als vrucht van hun geloof,
zal haar beloning hebben, die ermede overeenkomt. Als de ene ster verschilt van
de andere ster in glorie, zo zullen de gelovigen hun verschillende sferen
toegekend worden in het toekomstige leven. Zal de man, die niet met God
wandelde, zoals Enoch dit deed,maar die langs de zijde van Satan wandelde,
luisterend naar zijn voorstellen,gehoorzamend aan zijn ingevingen, zijn eigen
ziel in gevaar brengend, en de zielen van anderen, waarvoor Christus stierf,om
zijn vleselijk hart te voldoen, toegevend aan de zonde in zijn voorbeeld - zal
zulk een man bij de overwinnaars gevonden worden?
Als een mens sterft, sterft zijn invloed niet met hem ; maar leeft voort, zich
vermenigvuldigend. De invloed van de mens die goed en rein was en heilig
leefde, leeft voort na zijn dood, gelijk de glans van de dalende zon, die haar
glans nog laat schijnen dwars over de hemel, de bergtoppen beschijnend lang
nadat de zon is ondergegaan achter de heuvel. Zo zullen de werken van de reine
en heilige en goede hun licht nog weerkaatsen als zij niet meer leven om zelf
te spreken en te handelen. Hun werken, hun woorden, hun voorbeeld zal altijd
leven. " De rechtvaardige zal in eeuwige gedachtenis zijn ." Ps.112:6. Maar in
welk een tegenstelling hiermede is het leven van deze, die aards , sensueel en
duivels zijn! Er werd toegegeven aan de sensuele genoegens. In het licht van
het oordeel zal de mens verschijnen zoals hij is, het hemelse kleed afgerukt.
Hij staat voor de anderen zoals hij is in het zicht van een heilige God. Dat
ieder van ons ernstig bedenke,of de werken,die ons volgen,het zachte licht van
de hemel zullen zijn of de schaduwen van duisternis, en of de erfenis, die wij
achterlaten er een van zegeningen of van vervloeking zal zijn.
Ieder voorbijgaand uur van de huidige tijd modelleert ons toekomstig leven. De
ogenblikken doorgebracht in zorgeloosheid, in zelfgenot,alsof
waardeloos,beslissen over ons eeuwig lot. De woorden die wij heden uitspreken
zullen voort klinken in de echo als er geen tijd meer zal bestaan. De daden die
wij nu verrichten worden overgebracht op de boeken des hemels, juist zoals de
trekken door de artiest overgebracht worden op de gepolijste plaat. Zij zullen
ons lot voor eeuwig bepalen, tot zegen of eeuwig verlies en folterende
wroeging. Het karakter kan niet veranderd worden als Christus komt, of juist op
het ogenblik dat een mens op het punt is van te sterven. Karakteropbouw moet
plaats grijpen in dit leven. Wij vrezen dat de zelftoegevende karakters te laat
tot bekering zullen komen. Een beetje vastberadenheid, een weinig tranen,
zullen nooit een schuldig verleden omkeren noch de overtredingen uitwissen uit
de boeken van de hemel, noch de vrijwillig bedreven en gekende zonden van
deze,die het kostbare licht van de waarheid gekend hebben, uitwissen,ofschoon
zij de Schrift aan anderen kunnen uitleggen,terwijl zonde en ongerechtigheid
opgedronken worden gelijk gestolen water. Alsof ze geschreven werden met een
ijzeren pen, zullen zij teruggevonden worden ingegrift in de rots voor altijd.
Ik zou mijn broeders in alarm willen brengen moest ik kunnen. Ik zou hun willen
aanmanen met pen en stem. Leef in de Heer,wandel met Goden laat ze uw
eigenzinnig zondig hart verbeteren. Laat de omvormende genade van Christus u
rein, trouw, heilig en minzaam maken als de reine witte lelie, die haar kelk
opent aan de rand van het meer. Plaats uw genegenheid en liefde over op Hem die
stierf voor u op het kruis van Cavalerie. Oefen uw lippen om Hem te prijzen, en
om uw gebeden te offeren als heilige wierook. Ik vraag opnieuw, hoe kan iemand,
die de kostbare en plechtige boodschap voor deze tijd heeft, toegeven aan
onreine gedachten en onheilige daden , als hij weet, dat Hij die nooit slaapt
en sluimert iedere actie ziet en iedere gedachte van de geest leest ? O, het is
omdat er ongerechtigheid heerst onder Gods belijdend volk, dat Hij zo weinig
kan doen voor hen.
De waarheid, als zij in het hart ontvangen wordt, heiligt deze die ontvangt ;
afgezonderd van het leven en de praktijk, is zij dood en onbruikbaar voor deze,
die ze ontvangt. Hoe kunt gij, o,hoe kunt gij uw Verlosser bedroeven ? Hoe kunt
gij Hem onteren voor Zijn engelen en voor mensen ? Hoe kunt gij de Heilige
Geest bedroeven ? Hoe kunt ge de Heer van heerlijkheid opnieuw kruisigen, en
Hem tot open schande brengen ? Hoe kunt u gelegenheid geven aan Satan en zijn
engelen om te jubelen en te triomferen over deze, die beweren trouwe onderdanen
te zijn van Christus ?
Alle ontuchtigen zullen buiten de Stad van God zijn. Reeds zijn Gods engelen
aan het werk in oordeel, en de Geest van God trekt zich van de aarde terug
trapsgewijze. De triomf van de kerk is zeer dichtbij ,het loon dat gegeven zal
worden is nagenoeg in ons bereik en toch is er ongerechtigheid gevonden onder
deze, die beweren de volle gloed van het hemelse licht te bezitten.
Hij die Zijn kerk voorzit en heerst over de naties is bezig met het laatste
werk te volbrengen dat in de wereld moet volbracht worden. Hij geeft opdracht
aan Zijn engelen om Zijn oordelen uit te voeren. Dat de bedienaars wakker
worden, dat zij zich in de situatie plaatsen. Het werk van het oordeel begint
met het heiligdom. " En zie zes mannen kwamen van den weg der hooge poort, die
gekeerd is naar het Noorden, en elk een met zijn verpletterend wapen in zijn
hand ; en een man in het midden van hen was met linnen bekleed, en een
schrijversinktkoker was aan zijne lendenen ; en zij kwamen in, en stonden bij
het koperen altaar. Lees Ezechiel 9 " 2 tot 7.
Het bevel luidt :"doodt ouden, jongelingen en maagden, en kinderkens,en
vrouwen, tot verdervens toe, maar genaakt aan niemand, op de welken het teeken
is, en begint van mijn heiligdom. En zij begonnen van de oude mannen die voor
het huis waren ". De Heer zegt :" Ik zal hunnen weg op hun hoofd geven ." Het
woord zal spoedig gesproken worden :"Gaat heen en giet de zeven fiolen van den
toorn Gods uit op de aarde." Openb.16:1. " En ik hoorde de engel der wateren
zeggen : Gij zijt rechtvaardig Heere, die is en die was, en die zijn zal, dat
gij dit geoordeeld hebt." Openb.16:5.
Deze hemelse wezens bij het uitvoeren van het mandaat van God stellen geen
vragen, maar doen zoals Hij gezegd heeft. Jehova der heirscharen, de Heer God
Almachtig, de Rechtvaardige, de Ware en de Heilige, heeft hen hun werk gegeven
om te doen. Met onwankelbare getrouwheid gaan zij voort, gekleed in puur wit
linnen,hun borst omgord met gouden gordels. En als hun taak volbracht is, als
de laatste fiool van Gods gramschap uitgegoten is, keren zij terug en leggen
hun geledigde fiolen aan de voeten van de Heer. En de daarop volgende
gebeurtenis wordt verhaald : " En na dezen hoorde ik als eene groote stem eener
groote schare in den hemel, zeggende : Halleluja ! de zaligheid en de
heerlijkheid en de eer en de kracht zij den Heere, onzen God." Openb.19:1. Zij
zingen het lied van Mozes en het lied van het Lam. Wij moeten ons dicht houden
bij onze grote Leider, of wij zullen verbijsterd worden en het zicht verliezen
op de Voorzienigheid die de kerk en de wereld voorzit, en heerst over ieder
individu. Er zullen diepe mysteries zijn in de handelwijze van God. Wij kunnen
de voetstappen van God verliezen en onze eigen verbijstering volgen en zeggen :
uw mening is niet gekend ; maar als het hart trouw is aan God zal alles tot
klaarheid gebracht worden.
Er is een dag,die juist op het punt is van op ons los te breken, als Gods
geheimenissen zullen gezien worden, en dat al Zijn wegen zullen gewroken worden
; als rechtvaardigheid, barmhartigheid en liefde de attributen zullen zijn van
de troon. Als de aardse strijd beëindigd is en de Heiligen allen verzameld
zijn, zal ons eerste thema de zang van Mozes zijn, de dienaar van God. Het
tweede thema zal het lied van het Lam zijn, de zang van genade en verlossing.
Dit gezang zal luider, schoner en in sublimeer melodieën klinken en herklinken
door de hemelse hoven. Zo wordt de zang van Gods voorzienigheid gezongen, de
verschillende bedelingen bijeen brengend, want alles wordt nu gezien zonder een
bedekking op het wettige,het profetische en het evangelie. De geschiedenis van
de kerk op de aarde en de verloste kerk in de hemel,alles schaart zich rond het
kruis van Cavalerie. Dit is het thema, dit is het lied - Christus alles en in
allen - in lofzangen van prijzen weergalmend door de hemel van duizenden en
tienduizenden maal tienduizenden en een ontelbare schare van het verloste heir.
Allen verenigen zich in dit gezang van Mozes en van het Lam. Het is een nieuw
gezang want voordien was het nooit gezongen in de hemel.
En terug vraag ik mij af - in het zicht van de openbaring van Johannes op het
eiland Patmos, die van het eerste hoofdstuk tot net einde van net laatste,licht
is,groot, aan ons geopenbaard door Christus, die Johannes koos als kanaal door
wien dit licht in de wereld moest schijnen - voor ons met zulke
wonderbare,plechtige waarheden geopenbaard, met zulke grote waarden ontvouwd
voor ons in de gebeurtenissen die moeten geschieden juist voor de tweede komst
van Christus in de wolken van de hemel met macht en grote glorie , - hoe kunnen
deze, die beweren wonderbare dingen te ontdekken in de wet van God, gevonden
worden op de lijst van de onreinen, van de ontuchtigen en de echtbrekers,
bestendig de waarheid ontwijkend, en in het geheim ongerechtigheid uitwerkend ?
Denkt gij dat zij hun wegen kunnen verbergen voor de Heer ? Dat God niet ziet ?
Dat God zeen kennis neemt ?
Beltsazar, terwijl hij bezig was met zijn heiligschennend feest te houden,was
niet gewaar dat hij gasten had, die niet uitgenodigd waren. De God van de hemel
hoorde de prijzingen, die gelegd werden op vaten van goud en zilver. Hij zag de
ontwijding van dat wat toegewijd geweest was aan Hem door heilige wijding,
gebruikt voor profane en losbandige doeleinden. Het is een waarheid die ieder
van ons zou moeten doen wenen, dat deze, die in de laatste dagen leven, op wien
het einde van alle dingen zal komen, veel schuldiger zijn dan het Beltsazar
was. Dit is mogelijk op verschillende manieren. Als men op zich de belofte van
toewijding genomen heeft, om al zijn krachten aan de heilige dienst van God te
wijden ; als men de positie inneemt van bijbeluitlegger, en de plechtige
opdracht gekregen heeft ; als God en engelen genoemd worden als getuigen bij de
plechtige toewijding van ziel, lichaam en geest aan Gods dienst - zullen dan
deze mannen, die bedienen in een uiterst heilige dienst hun door God gegeven
machten ontwijden tot onheilige doeleinden ? Zal het gewijde vat,dat God moet
gebruiken voor een hoog en heilig werk,weggesleurd worden van zijn verheven,
leidende sfeer om dienstbaar te zijn aan lage lusten ? Is deze afgodendienst
niet van de meest vernederende soort ? De lippen die een zondig menselijk wezen
loven en aanbidden, uitdrukkingen gebruikend van wondervolle tederheid en
vleierij, die alleen aan God toekomen - de machten door God gegeven in
plechtige toewijding,toegepast op een hoer ; want iedere vrouw, die zich het
hof laat maken van een andere man dan de hare, die wil luisteren naar zijn
avances en wiens oren gevleid zullen zijn met overvloedige woorden van
genegenheid, van aanbidding, van liefkozingen, is een overspeelster en een
hoer.
Er bestaat geen groter ongeluk dan de aanbidder te worden van een valse god.
Niemand is in zulk een ellendige duisternis dan hij die de weg tot de hemel
verloren heeft. Het schijnt dat een dwaze vooringenomenheid op hem is, want hij
heeft een valse god. De aanbidding van een menselijk, gevallen en verdorven
wezen van de aarde te richten op het enige ware voorwerp van aanbidding schijnt
een hopeloze taak te zijn. Er zijn in onze tijd voortdurende herhalingen van
het feest van Beltsazar en van de aanbidding door Beltsazar; en de zonde van
Beltsazar wordt herhaald als het hart, dat God vraagt dat het aan Hem gegeven
wordt in reine en heilige toewijding, van Hem afgekeerd wordt om een menselijk
wezen en er voor woorden van prijzen en aanbidding te uiten, die alleen aan de
Heer God van de hemel toebehoren. Als de genegenheden, die God vraagt dat zij
op Hem gelegd worden, op aardse voorwerpen gericht worden, een vrouw, een man,
of enig aards ding - wordt God vervangen door het voorwerp, dat de gevoelens en
genegenheden in boeien legt en de machten, die plechtig aan God gewijd
waren,worden aan een menselijk wezen toegekend, dat met zonde bevlekt is.
Mannen en vrouwen, die eens het beeld van God droegen, maar die verloren zijn
door ongehoorzaamheid en zonde, wil Hij terug herstellen door ze deelnemers te
maken van de goddelijke natuur, hebbende het verderf ontkomen, die in de wereld
is door lust. En als mannen en vrouwen hun door God gegeven machten gebruiken
voor onheilige doeleinden , om dienst te doen voor de lust, is God onteerd en
de daders zijn verloren. Als men ingenomen is door man- en vrouwenaanbidding,
herinner u dat dezelfde getuige tegenwoordig is als op het feest van Beltsazar.
Ter dier gelegenheid als in het midden van hun feestvreugde, als God vergeten
was,als de vleselijke lusten ontvlamd waren, kwam een huivering van angst door
iedere ziel. De beker, die geprezen en verafgood geweest was door de koning
viel uit zijn ontzenuwd hand en in de taal van de geest van God " veranderde
zich de glans des konings, en zijne gedachten verschrikten hem, en de banden
zijner lendenen werden los, en zijne knieën stieten tegen elkander aan." Een
mysterieus bloedeloos hand werd gezien die letters schreef op de muur. Deze
mysterieuze vingers die toebehoorden aan en geleid werden door een ongeziene
macht, schreven tenvolle de geheimzinnige letters, die onbegrijpelijk waren
voor de met vrees bevangen vierders. Een licht 'als een bliksem volgde op het
vormen van iedere letter en toefde daar een weinig er levende letters van
makend met een ontzagwekkende en vreselijke betekenis voor allen, die erop
keken. "mene, mène, tekel, upharsin ". Hun onwetendheid nopens deze letters die
op de muur geschreven stonden, daar staande omringd met flikkerend licht,
verwekte schrik in hun zondig hart. Hun geweten dat wakker geroepen werd,
interpreteerde deze letters als een aanklacht tegen hen.Vermoedens,vrees en
alarm kwamen over de koning en de prinsen.
Beltsazar, bevreesd door de voorstelling van Gods macht,die aantoont dat er een
getuige was, ofschoon zij het niet wisten,had grote gelegenheid gehad om de
werken van de levende God, Zijn macht en de mogelijkheid tot het volbrengen van
Zijn wil, te kennen.
Hij was bevoorrecht geweest met groot licht. Nebukadnezar, zijn grootvader, was
verwittigd geweest nopens het gevaar van God te vergeten en zichzelf te
verheerlijken. Beltsazar wist dat hij verbannen geweest was uit de gemeenschap
van de mensen en kende zijn associatie met de beesten van het veld; en deze
feiten, die voor hem een les hadden moeten zijn,veronachtzaamde hij, alsof dit
alles nooit voorgevallen was, en hij ging verder met de zonden te bedrijven van
zijn grootvader. Hij durfde het aan van de boosheden te bedrijven, die Gods
oordeel over Nebukadnezar bracht. Hij werd veroordeeld, niet alleen omdat hij
zelf kwaad deed, maar ook omdat hij zich de gelegenheden en geschiktheden om
recht te zijn niet te baat genomen had. God zal niemand bij het oordeel
veroordelen omdat zij eerlijk een leugen geloofd hebben of bewust dwaling
gevoed hebben, maar het zal zijn omdat zij de gelegenheden, om zich met de
waarheid vertrouwd te maken, verwaarloosd hebben. De ontrouwe zal veroordeeld
worden, niet omdat hij een ontrouwe was,maar omdat hij geen voordeel getrokken
heeft uit de middels die God in zijn bereik gebracht heeft om hem in staat te
stellen van een Christen te worden.
Zo zal het bevonden worden in het oordeel. Gods berispingen zijn tenvolle geuit
geweest tegen mannen en vrouwen, die gezondigd hebben door hun lichaam te
bezoedelen en hun ziel te verontreinigen door een lichtzinnig leven. Zij hebben
de waarschuwing van anderen, die in dezelfde omstandigheden geweest zijn, die
overwonnen geweest zijn door de bekoorder, en zij weten dat de mistevredenheid
van God op hen rust.
Zij hebben het voorbeeld van Jozef en Daniel, die God vreesden. Als Jozef
bekoord werd, keek hij opwaarts naar de hemel, en hij realiseerde zich dat Gods
oog op hem was, en hij riep uit : " Hoe kan ik deze grote boosheid doen en
zondigen tegen God ? " Hij wees ook op de plicht die hij had tegenover zijn
meester,die hem tenvolle betrouwde als een reden tegen het bedrijven van deze
zonde. God heeft licht laten schijnen op aller pad.
Berispingen,waarschuwingen,omzichtigheid zijn gegeven aan individuen in
dezelfde omstandigheden, en God heeft veroordeling uitgesproken over de zonde
in al haar vormen. De zonde van losbandigheid wordt tenvolle berispt en
veroordeeld. Mannen en vrouwen zullen geoordeeld worden volgens het licht dat
God hen gegeven heeft. Lessen, die verwaarloosd gewee st zijn worden vreselijke
oordelen. De waarschuwing van God, verwaarloosd, naar dewelke de mens de rug
toekeert om zijn eigen keuze te volgen, zal geen praktische lessen verschaffen
tot onderrichting. Deze waarschuwingen zullen hun veroordeling uitmaken in het
oordeel. De enige veiligheid voor eenieder is van iedere les, die aan een ander
gegeven is voor zich tot een praktische verantwoording te brengen. Als de
boodschap gegeven is, de begint de individuele plicht.
God roept allen,die zich beschouwen als geroepen om als vertegenwoordigers de
waarheid te verkondigen aan de wereld, van in alle plaatsen te tonen, aan hoog
geplaatsten en meer nederigen, in het publieke leven en in de zijpaden van het
private leven, dat zij in verbinding zijn met God,dat Christelijkheid een edel
werk gedaan heeft voor hen, dat zij heiliger, gelukkiger zijn dan deze die hun
band aan de geboden van God niet bekennen. God vraagt niets minder van eenieder
van Zijn volgelingen,dan dat zij het karakter van Christus openbaren aan de
wereld in hun individueel leven, en dat zij getuigenis geven door voorbeeld dat
het niet nutteloos is dat Christus geleden heeft en gestorven is, dat het beeld
van God zou mogen hersteld worden in hen door Zijn verlossende genade.
God wordt voorgesteld als wegende alle mensen,hun woorden,hun daden,hun
beweegredenen,dat wat hun karakter bepaalt. " De Heere is een God der
wetenschappen, en Zijne daden zijn recht gedaan. " 1.Sam.2:3.
"De gemeene lieden zijn ijdelheid, de groote lieden zijn leugen ; in de
weegschaal opgeworpen zouden zij tezamen lichter zijn dan de ijdelheid."
Ps.62:10.
"Den gang der rechtvaardigen weegt Gij recht." Jes.25:7.
"Alle wegen des mans zijn zuiver in zijn ogen, maar de Heere weegt de geesten."
Spr.16: 2.
Belangrijke lessen worden ons voorgelegd in deze Schriftuurteksten. Er is geen
gedachte of beweegreden in het hart waar God niet mede bekend is. Hij ziet
alles zo klaar alsof het geschreven stond in levende letters, en Hij weegt de
individuele beweegredenen en handelingen. Dat onze bedienaars en werkers zich
vergewissen dat het geen groeiend licht is dat zij nodig hebben van op de
predikstoel, maar veel meer van het licht dat Zij reeds gekregen hebben, uit te
leven. De plechtige waarheid vandaag prediken aan het volk, en dan in de
afschuwelijkste praktijken vervallen morgen, of een kronkelpad volgen de
volgende week, zal niet beantwoorden. De Doorzoeker van het hart, de Ene, die
karakters afweegt, zal iedere verkeerde handeling blootleggen op Zijn groot
tribunaal. " Gij weet mijn zitten en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijne
gedachten. Gij omringt mijn gaan en mijn liggen, en Gij zijt al mijne wegen
gewend." Ps.139:1-3. Nu beschouw dit. Er is een getuige voor al uwe geheime
handelingen, die gij nooit zoudt volbrengen in de tegenwoordigheid van mensen.
Maar omdat God niet gezien wordt door het menselijk oog, doet gij voor Hem
dingen, die een abominatie zijn in Zijn ogen, alsof Hij er geen kennis van zou
hebben. Nu lees de eisen van God,die gesteld worden voor iedere man en vrouw :"
Gij zult den Heere,uwen God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uwe
ziel en uit geheel uwe kracht en uit geheel uw verstand, en uwen naaste als
uzelven." Lucas. 10:27.
Hij zal geen atoom vrij geven van Zijn eisen ; Hij aanvaardt geen halve
aanbidding, als het hart voor de helft gegeven wordt aan enig idool. God eist
voor zich gans het hart, gans de geest. Gij wordt niet toegelaten, dat uw geest
geconcentreerd wordt op enig ander voorwerp dan op God.
De eisen van God worden gelegd in de ene schaal van de weegschaal en het
karakter van de mens in de andere schaal ; en door de wegschaal van het hemelse
heiligdom wordt het lot van de mens vastgesteld voor alle eeuwigheid. Kijk hier
naar, gij, die zorgeloos geleefd hebt en de zonde als licht beschouwd hebt.
Gedurende jaren zijt gij verder gegaan zonder een gevoel van
verantwoordelijkheid voor God - jaren van toegeven aan uzelf in een verkeerde
richting. Beschouw het volmaakte onveranderlijke karakter van de wet,wiens
eisen gij in uw woorden verdedigd hebt. De wet eist volmaakte en onwankelbare
gehoorzaamheid in niets afwijkend. In de laatste schaal wordt ook de zonde,de
dwaasheid,het bedrog,de onreine gedachten, de onheilige daden gelegd ; en het
doorwegen of het te licht zijn van het gewicht bepaalt de striem en het wee van
de individuen ; en het opschrift op de schaal van velen luidt als volgt : " Gij
zijt in de weegschaal gewogen en gij zijt te licht bevonden ". Zullen deze,voor
wien deze letters zullen komen,hun eigen persoonlijk geval beschouwen,en het
oordeel niet laten vallen op iemand anders, maar hun eigen karakter beschouwen
in het licht van Gods wet ? Is uw karakter omgevormd ? Is de duisternis
verwisseld voor licht, de liefde voor de zonde voor de liefde voor heiligheid
en reinheid ? Zijt gij bekeerd geworden ? Gij, die u geëngageerd hebt om
anderen de waarheid te leren ? Is er in u een volkomen radicale verandering ?
Hebt gij Christus in uw karakter geweven ? Gij moet niet in onwetendheid zijn
nopens dit feit. Is de zon van Gerechtigheid opgerezen en schijnt Hij in uw
ziel ? Indien wel, dan weet gij het ; en indien gij het niet weet of gij
bekeerd zijt of niet, predik niets anders in de predikstoel dan dit tot gij
werkelijk bekeerd zijt. Hoe kunt gij zielen tot de fontein van leven leiden,
waar gij zelf niet van gedronken hebt ? Zijt gij een onechte of een werkelijke
zoon van God ? Dient gij God, of dient gij idolen ? Zijt gij omgevormd door de
Geest van God, of zijt gij nog dood in uw overtredingen en zonden ? Zonen van
God te zijn betekent meer dan velen van dromen, want zij zijn niet bekeerd
geworden. Mensen zijn in de weegschaal gewogen en te licht bevonden, als zij
voortleven in de praktijk van gelijk welke zonde. Het is het voorrecht van
iedere zoon van God van een ware Christen te zijn ogenblik na ogenblik dan
heeft hij gans de hemel aangeworven aan zijne kant. Hij heeft Christus blijvend
in zijn hart door het geloof. Een ziel verenigd met Christus, Zijn vlees etend
en Zijn bloed drinkend, in het aanvaarden en in het leven van ieder woord, dat
uit de mond van God komt, zal strijd voeren tegen alle overtredingen, iedere
nadering van zonde. Hij wordt iedere dag meer gelijk een schitterend en
schijnend licht, en hij wordt meer en meer overwinnend. Hij gaat voort van
kracht tot kracht, maar niet van zwakheid tot zwakheid. Dat niemand zijn ziel
hieromtrent misleide. Als gij trots, zelfwaardering, en liefde voor suprematie
koestert alsook voor ijdele glorie, onheilige ambitie, murmurering,
mistevredenheid, bitterheid, kwaad spreken, liegen, bedrog, lastertaal, dan
hebt gij Christus niet blijvend in uw hart, en het wordt klaarblijkelijk dat
gij het karakter en de geest van Satan hebt, niet van Jezus Christus, die zacht
en nederig was van hart. Gij moet een christelijk karakter hebben,dat zal stand
houden. Gij moet goede intenties hebben, goede impulsen,gij moet de waarheid
verstaanbaar kunnen spreken, of gij zijt niet gereed voor het Koninkrijk van de
hemel. Uw karakter heeft in zich laag materiaal,dat de waarde van goud
vernielt. Gij hebt de standaard niet bereikt. De stempel van het goddelijke is
niet op u. De vuren van de oven zullen u verslinden, omdat gij waardeloos zijt,
nagemaakt goud. Er moet volledige bekering zijn bij dezen, die beweren de
waarheid te geloven, of zij zullen vallen op de dag van beproeving. Gods volk
moet een hoge standaard bereiken. Zij moeten een heilige natie,een specifiek
volk zijn, een uitgelezen natie en verkoren generatie-ijverig tot goed werk.
Christus is niet voor u gestorven opdat gij de goestingen, en gewoontepassies
van de wereld zoudt hebben. Het is moeilijk om een onderscheid te zien tussen
deze, die God dienen en Hem niet dienen, omdat er zo weinig verschil is in
karakter tussen de gelovigen en de ongelovigen. Gij kunt God niet dienen en
Belial.
De zonen van God behoren tot een andere natie - het rijk van reinheid en
heiligheid. Zij zijn de edeldom van de hemel. Het kenteken van God is op hen.
Dit is zo evident en gewaarwordbaar,dat de vijandschap van de wereld opgewekt
wordt tegen hen wegens het kontrast. Ik roep eenieder op, die beweert een zoon
van God te zijn deze grote waarheid nooit te vergeten, dat wij de Geest van God
in ons nodig hebben om de hemel te bereiken, en het werk van Christus zonder
ons,opdat wij mogen een eigendomsrecht hebben voor het eeuwig leven. Deze, die
zo een overmachtige,dwepende liefde hebben voor menselijke voorwerpen, mannen
of vrouwen, hebben een afgod,die zij aanbidden,hun gevoelen van het hart eraan
wijdend. Een van de karakteristieken van de zonen van God is dat hun gedachten,
hun conversatie, hun sympathieën, hun overvloeiende liefde en genegenheid gans
in de hemel zijn. Welke is de overtreffende toon van uw gevoelens, uw
goestingen en uw geneigdheden ? Waarheen vloeit de voornaamste stroom van uw
sympathieën, uw genegenheden, uw affecties, uw gesprekken,uw begeerten henén?
Niemand komt de portalen van heerlijkheid binnen tenzij zijn hart derwaarts
voert. Dan laat de vraag gesteld worden. Houdt uw geest zich bezig met aardse
dingen ? Zijn uw gedachten rein ? Ademt gij de atmosfeer van de hemel ? Of
draagt gij met u het miasma mede van bevuiling ? Bemint uw hart of aanbidt het
een vrouw, die gij het recht niet hebt te beminnen ? Waar is uw hart ? Waar is
uw schat ? Waar is uw God ? Hebt gij uw klederen van uw karakter wit gewassen
in het bloed van het Lam ; of bevlekt gij uw klederen van uw karakter met
morele bevuiling ? Dat de bedienaars van het evangelie dit elk voor zichzelf
toepassen. Gij zijt gezegend met een begrip voor de Schriften, maar is uw oog
gericht op God ? Dient gij ernstig en toegewijd God met reinheid en schoonheid
van heiligheid ? Vraagt u rechtzinnig af, ben ik een kind van God of ben ik het
niet ?
"Gij zijt het licht van de wereld ". Welk een indruk gaf de houding van Daniel
op Darius ! Daniel leefde een rein en heilig leven. God was de eerste in alles.
Als eens reële Christelijkheid in het hart heerst, zal het geopenbaard worden
in het karakter. Allen zullen daar kennis van nemen,dat zij met Jezus geweest
zijn. De onverdeelde genegenheid moet aan God gegeven worden.
Er is een grondige hervorming nodig in onze kerken. De bekerende macht van God
moet in alle kerken binnen komen. Zoek de Heer met meer ernst, doe uw zonden
weg, en verblijf in Jeruzalem tot gij met de macht van boven gezegend wordt.
Dat God u afzondere voor het werk. Reinig uw zielen door gehoorzaamheid aan de
waarheid. Geloof zonder werken is dood. Stel de dag van voorbereiding niet uit.
Sluimer niet in een toestand van onvoorbereidheid, geen olie hebbend in uw
kruiken met uw lampen. Laat niemand zijn veiligheid voor de eeuwigheid afhangen
van een twijfelachtigheid. Laat de vraag niet blijven in een gevaarlijke
onzekerheid. Vraag uzelf ernstig af, ben ik bij de geredde, of bij de niet
geredde ? Zal ik stand houden of geen stand houden ? Hij alleen, die reine
handen heeft en een rein hart zal stand houden in die dag. Dezelfde engel, die
Sodom bezocht, roept de noot van waarschuwing : " Behoud u om uws levens wil."
Gen. 19:17.
De bekers van Gods wraak kunnen niet uitgestort worden om de bozen te
vernietigen en hun werken, zolang het volk van God niet geoordeeld is, en de
gevallen van de levenden zowel als van de doden beslist zijn. En even nadat de
heiligen verzegeld zijn met het zegel van de levende God, zullen Zijn
uitverkorenen persoonlijk beproefd worden. Persoonlijk leed zal hen overvallen
; maar de oven zal gans goed bewaakt worden door een oog, dat niet zal toelaten
dat het goud zal verteerd worden. Het onuitwisbaar merk van God is op hen. God
kan pleiten dat zijn eigen naam daar geschreven is. De Heer heeft hen
ingesloten. Hun bestemming staat erop geschreven - " God,nieuw Jerusalem ". Zij
zijn Gods eigendom en Zijn bezit.
Zal deze regel geplaatst worden op de onreinen van geest, de ontuchtigen, de
echtbrekers,de man die de vrouw begeert van zijne naaste ? Laat uw ziel de
vraag beantwoorden : beantwoordt mijn karakter aan hoedanigheden, die
essentieel zijn, opdat ik een paspoort moge ontvangen voor de woningen die
Christus voorbereid heeft voor dezen,die ervoor geschikt zijn ? Heiligheid moet
in uw karakter geweven zijn. God heeft mij aangetoond dat in de dagen dat de
tekenen des tijds vervuld worden rondom ons, als wij als het ware de tred van
het heir van de hemel horen,die hun werk volbrengen,er mannen met
intelligentie, mannen met verantwoordelijke posities, rot timmerhout in hun
karakteropbouw zullen plaatsen,materiaal, dat brandbaar is op de dag van God en
dat zal laten beslist worden dat zij ongeschikt zijn voor de woningen boven.
Zij hebben geweigerd van de vuile klederen af te leggen ; zij hebben er zich
aan vast gehecht alsof zij van kostbare waarde waren. Zij zullen de hemel
missen en een eeuwigheid van zegen, door hun schuld.
Testimonies to Ministers and gospelworkers. 426-443, 446.
VERS 15.
Sommigen hebben de hulp gestolen, die anderen door hun inspanningen opgebracht
hebben en gebruikt voor hun eigen werk. Ieder intrigerend beramen, iedere
invloed aangewend om te pogen hulp te gebruiken die anderen aangemonsterd
hebben en tot ontwikkeling gebracht hebben is niets minder dan waarlijk stelen.
Cousels on Health.283-84.
" Zoo gij iemands zonden vergeeft, dien worden ze vergeven ; zoo gij iemands
zonden houdt, dien zijn zij gehouden." Joh. 20-23.
Christus geeft hier geen recht aan niemand om een oordeel te vellen over
anderen. In het sermoen op de berg verbood Hij dat. Het is het voorrecht van
God. Maar aan de kerk in haar georganiseerde bevoegdheid geeft Hij een
verantwoordelijkheid tegenover de individuele leden. Jegens deze, die in zonde
vallen, heeft de kerk een plicht van te waarschuwen, te onderrichten en indien
mogelijk te herstellen. " wederleg, bestraf, vermaan, in alle lankmoedigheid en
leer." zegt de Heer. 2.Tim.4:2. Reken getrouw af met kwaaddoenerij. Waarschuw
iedere ziel, die in gevaar is. Laat niemand zichzelf bedriegen. Noem de zonde
bij haar ware naam. Verklaar wat God gezegd heeft nopens leugen, Sabbatbreken,
stelen, afgoderij, en ieder ander kwaad. " Die zulke dingen doen, het
Koninkrijk Gods niet zullen beërven." Als zij in hun zonde volhouden, is het
oordeel, dat gij vanuit Gods woord verklaard hebt over hen uitgesproken in de
hemel. Door de zonde te kiezen,onteren zij Christus ; de kerk moet tonen dat
zij hun daden niet toelaat, of zij onteert zelfhaar Heer. Zij moet zeggen van
de zonde,wat God erover zegt. Zij moet ze behandelen zoals God het zegt, en
haar actie is bekrachtigd in de hemel. Hij die het gezag van de kerk misprijst,
misprijst het gezag van Christus zelf.
Maar er is nog een helderder zijde aan het beeld.
"Zoo gij iemands zonden houdt, dien zijn zij gehouden." Joh.20:23.
Laat deze gedachte als de voornaamste beschouwd worden. Bij het werken voor de
dwalende, laat ieders oog op Christus gericht zijn. Dat de schaapherders een
tedere zorg hebben voor de kudde van de weide van de Heer. Dat zij aan de
dwalende van de vergevende barmhartigheid van de Heer spreken. Dat zij de
zondaar aanmoedigen tot bekering, en in Hem geloven,die kan vergeven. Laat hen
verklaren op het gezag van Gods woord. " Indien wij onze zonden belijden, Hij
is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van
alle ongerechtigheid." 2.Joh.1:9.
Allen die zich bekeren hebben de zekerheid :"Hij zal zich weder ontfermen, Hij
zal onze ongerechtigheden dempen, ja, Gij zult al hunne zonden in de diepten
der zee werpen. " Micha 7:19. Dat de bekering van de zondaar door de kerk
aanvaard wordt met dankbaar hart. Laat de bekerende geleid worden van de
duisternis van het ongeloof, naar het licht van het geloof en gerechtigheid.
Dat zijn bevende hand geplaatst wordt in de beminnende hand van Jezus. Zulk een
vergeving is goedgekeurd in de hemel. Alleen in deze zin heeft de kerk macht om
de zondaar te ontslaan. Vergiffenis van zonde kan alleen bekomen worden door de
verdiensten van Christus. Aan geen mens, aan geen menselijke instelling is de
macht gegeven om de zondaar te bevrijden van zijn schuld. Christus legt zijn
discipelen op van de vergiffenis van zonden te prediken in Zijn naam onder alle
naties : maar zij zelf waren niet met macht bedeeld om een vlek van zonde weg
te nemen. De naam van Jezus is de enige " want er is ook onder den hemel geen
andere naam, die onder de menschen gegeven is, door welken wij moeten zalig
worden." Hand.4:12. Desire of Ages. 806.
In iedere zakenverhandeling zal een Christen zijn dat, wat hij wenst dat zijn
broeders denken dat hij is.
Zijn handelwijze wordt geleid door ten grondslag liggende princiepen. Hij
intrigeert niet; daarom heeft hij niets te bedekken,niets verkeerd uit te
leggen. Hij kan bekritiseerd worden,hij kan getest worden,maar zijn onbuigzame
onomkoopbaarheid zal schijnen lijk fijn goud. Hij is een zegen voor allen,die
met hem verbonden zijn,want zijn woord is betrouwbaar. Hij is een man die geen
voordeel zal trekken uit zijn naaste. Hij is een vriend en een weldoener voor
allen, en zijn naaste stelt vertrouwen in zijn raad... Een waar eerlijk man zal
nooit voordeel trekken uit de zwakheid of de onbekwaamheid om zijn eigen zak te
vullen. Hij aanvaardt een behoorlijk equivalent voor wat hij verkoopt. Als er
gebreken zijn in het te verkopen artikel, dan zegt hij dit ronduit aan zijn
broeder of naaste, ofschoon hij door dit te doen tegen zijn eigen geldelijke
profijt ingaat.
In al de onderdelen van het leven, behoudt hij de striktste princiepen van
eerlijkheid. Deze zijn niet de princiepen,die de wereld beheersen, want Satan,
de bedrieger, de leugenaar, en de onderdrukker is meester, en zijn onderdanen
volgen hem en werken zijn doeleinden uit. Maar een Christen dient een andere
meester, en hun daden moeten in God gewrocht worden, zonder rekening te houden
met eigen gewin. Afwijking van perfecte eerlijkheid in zaken kan als iets
lichts beschouwd worden, maar onze Heiland zag het niet aldus. Een mens kan
geen aangenaam uiterlijk hebben, hij kan onvolkomen zijn in vele opzichten,
maar als hij een reputatie heeft van recht door zee gaande oprechtheid, zal hij
gerespecteerd worden.… Een mens, die standvastig de waarheid vasthoudt, zal het
vertrouwen winnen van allen. Niet alleen zullen zijn broeders in het geloof hem
vertrouwen, maar de ongelovigen zullen zich verplicht zien van hem te aanzien
als een man van eer. My life to day. 330.
Zowel private als openbare zonden worden begrepen in dit gebod. Het achtste
gebod veroordeelt het stelen van mensen het doen aan slavenhandel, en verbiedt
oorlogen van verovering. Het veroordeelt diefstal en roof. Het vraagt strikte
onkreukbaarheid in de kleinste details van het zakenleven. Het verbiedt
overdrijving in de handel, en vraagt het betalen van billijke schulden of
lonen. Het verklaart dat iedere poging om voordeel te trekken uit de
onwetendheid, zwakheid,of ongeluk van een ander, opgeschreven staat als bedrog
in de boeken van de hemel. Het achtste gebod moet de ziel barricaderen, en de
mens insluiten, opdat hij geen verkeerde inbreuk zou maken, welke zijn
eigenliefde en begeerte naar winst zou maken op de rechten van zijn naaste. Het
verbiedt elke soort van oneerlijkheid,onrechtvaardigheid, of bedrog, hoe ook
algemeen heersend, hoe ook verbloemd door aanneembare voorwendsels.
"Gij zult niet stelen ", was geschreven door de vinger van God op de stenen
tafels en toch hoeveel slinks stelen van gevoelens wordt in de praktijk gezet
en verontschuldigd. Een bedrieglijke verkering wordt in stand gehouden, private
betrekkingen worden onderhouden, totdat de gevoelens van iemand, die onervaren
is en niet weet waarheen deze dingen kunnen leiden, in een zekere mate
afgetrokken worden van de ouders en geplaatst op hem, die door zijn
levenswandel bewijst dat hij niet waardig is van haar liefde. De bijbel
veroordeelt elke soort van oneerlijkheid.
Spelen met harten is een misdaad van geen kleine belangrijkheid in het oog van
een heilige God.
Juist zoals wij omgaan met onze naaste in geringe oneerlijkheid of in meer
gewaagd bedrog, zo zullen wij ook met God omgaan. De mensen die voortgaan met
een oneerlijke handelwijze zullen hun princiepen uitwerken totdat zij hun eigen
ziel beet nemen en de hemel en het eeuwig leven missen.
Zolang hemel en aarde voortgaan te bestaan, zullen de princiepen van Gods wet
in stand blijven, een bron van zegening, verfrissende stromen op de aarde
verspreidend.
Sons and Daughters of God. 63.
VERS 16.
Maar God haat huichelarij en leugen. Ananias en Saffira bedrogen God in hun
omgang met Hem. Zij belogen de Heilige Geest en hun zonde werd bezocht met een
verschrikkelijk oordeel. Als Ananias kwam met zijn offerande, zegde Petrus "
Lees Hand. 5 : 3-4-5.
Niet alleen aan de eerste kerk maar aan alle volgende generaties werd dit
voorbeeld van Gods haat voor hebzucht,bedrog en huichelarij gegeven als een
teken van gevaar. Het was hebzucht, die Annanias en Saffira eerst geliefkoosd
hadden, begeerte voor een deel voor zichzelf te behouden, welke zij aan de Heer
beloofd hadden, leidde hen tot valsheid en schijnheiligheid.
God laat de verkondiging van het evangelie afhangen van het werk en de gaven
van Zijn volk. Vrijwillige gaven en tienden maken het inkomen uit van het werk
van de Heer. Van hetgeen aan de mens toevertrouwd wordt, vraagt God een zeker
deel : het tiende. Hij laat ieder vrij of zij meer of minder dan dat willen
geven. Maar als het hart gedreven wordt door de invloed van de Heilige Geest en
een belofte gedaan wordt om een zekere hoeveelheid te geven, heeft deze, die de
belofte gedaan heeft, geen recht meer op het toegewijde deel. Beloften van deze
aard van mensen, zouden aanzien worden als bindend, zijn deze niet meer
bindend, die aan God gedaan zijn ? Zijn de beloften onderzocht in het
gerechtshof van het geweten minder bindend dan geschreven verdragen van mensen
?
Als het goddelijke licht in het hart schijnt met een ongewone klaarheid en
macht, laat de gewone zelfzucht haar greep los en er is een geschiktheid om te
geven voor de zaak van God. Maar niemand moet denken dat hij zal toegelaten
worden om de beloften te vervullen, die hij dan gemaakt heeft, zonder een
protest van de kant van de duivel. Het staat hem niet goed aan dat het
koninkrijk van de Verlosser op de aarde opgebouwd wordt. Hij brengt naar voor,
dat de belofte die gemaakt geweest is, te groot is, dat er mag verminderd
worden om de gelegenheid te geven om eigendommen aan te schaffen of om de
begeerten van hun familie te voldoen. Het is God, die de mens zegent met
eigendom, en Hij doet dit opdat zij in staat zouden zijn om te geven voor de
vooruitgang van Zijn werk. Hij zendt zonneschijn en regen. Hij zorgt dat alles
groeit. Hij geeft gezondheid en handigheid om middels te verschaffen. Al onze
zegeningen komen van Zijn milde hand. Wederkerig wil Hij dat de mens
dankbaarheid toont door een deel aan Hem terug te geven in tienden, in
offeranden, in dankoffers, in vrijwillige offeranden en zonde-offers. Moesten
de middels binnenkomen in de schatkist in overeenstemming met dit vooropgezet
goddelijk plan een tiende van al de inkomsten en daar` bij vrijwillige offers,
dan zou er overvloed zijn voor de vooruitgang van het werk van de Heer. Maar de
harten van de mensen worden verhard door zelfzucht, en gelijk Ananias en
Saffira, zijn zij bekoord om een deel van de prijs achter te houden, terwijl
zij beweren Gods eis te voldoen. Velen verspillen geld in zelfvoldoening.
Mannen en vrouwen raadplegen hun goestingen,terwijl zij aan God meestal
onwillig een karig toegemeten offer brengen. Zij vergeten dat God eens een
strikte rekening zal vragen van Zijn eigen goed, dat gebruikt geweest is, en
dat Hij niet meer het aalmoes, dat zij in de schatkist geven zal aanvaarden dan
Hij het offer van Ananias en Saffira aannam. Uit deze strenge straf toegepast
op deze meinedigen, wil God ons leren hoe hevig Zijn haat is en Zijn minachting
voor alle veinzerij en bedrog. Bewerende alles te geven, logen Ananias en
Saffira voor de Heilige Geest en , als resultaat, verloren zij hun leven en het
toekomstig leven. Dezelfde God die hen dan strafte, veroordeelt nu ook alle
leugen. Liegende lippen zijn een abominatie voor Hem. Hij verklaart dat er in
de Heilige Stad " niet inkomen zal iets,dat ontreinigt en gruwelijkheid doet en
leugen spreekt." Openb.21:27.
Laat het spreken van de waarheid vast gehouden worden zonder de hand te lossen
of onzekere greep. Dat het een deel worde van ons leven. Zijn woord niet houden
met de waarheid, en ontveinzend om zijn eigen zelfzuchtig plan te volgen,
betekent schipbreuk van het geloof. " Staat dan uwe 'enden omgord hebbende met
de waarheid. " Ef.6:14.
Hij die onwaarheden uit, verkoopt zijn ziel aan een goedkope prijs. Zijn
leugens mogen hem schijnen te dienen in noodtoestanden ; hij mag denken dat hij
voordelen haalt voor zijn zaken, die hij niet zou kunnen winnen al recht
handelend ; maar hij komt tenlaatste terecht waar hij niemand kan betrouwen.
Hij is zelf een vervalser, hij heeft ook geen vertrouwen in de woorden van
anderen.
In het geval van Ananias en Saffira werd de zonde tegen God spoedig gestraft.
Dezelfde zonde werd dikwijls herhaald in de latere tijd van de geschiedenis van
de kerk en wordt door velen bedreven in onze tijd. Maar ofschoon ze niet zal
bezocht worden met de onmiddellijke zichtbare openbaring van Gods
mistevredenheid, is ze niet minder hatelijk in Zijn zicht nu als in de tijd van
de apostelen. De waarschuwing is gegeven geweest; God heeft klaar Zijn afschrik
voor de zonde geopenbaard; en allen die zich overgeven aan huichelarij en
hebzucht mogen er zeker van zijn dat zij hun ziel vernietigen. Acts of the
Apostels. 76.
De Christen moet in zijn zakenleven aan de wereld de manier voorstellen, waarop
de Heer zakenondernemingen zou besturen. Bij iedere onderhandeling moet hij het
duidelijk maken dat God zijn leermeester is. "De Here een heiligheid," Jer.2:3,
zou geschreven moeten staan op de dagboeken en grootboeken, op akten, op
kwitanties, en wisselbrieven. Deze, die belijden volgelingen te zijn van
Christus, en die op een onrechtvaardige manier te werk gaan, geven een verkeerd
getuigenis van het heilig, rechtvaardig en barmhartig karakter van God. Iedere
bekeerde ziel zal, zoals Zacheüs, bemerken, dat Christus het hart is
binnengegaan, doordat de onrechtvaardige praktijken die zijn leven kenmerkten
weggedaan worden. Zoals de oppertollenaar, zal hij zijn rechtzinnigheid
bewijzen door zijn schuld te betalen. De Heer zegt : "Geeft de goddelooze het
pand weder, betaalt hij het geroofde, wandelt hij in de inzettingen des levens,
zodat hij geen onrecht doet... al zijn zonden, die hij gezondigd heeft, zullen
hem niet toegerekend worden ; hij zal zekerlijk leven." Ez.33:15,16. Als wij
anderen benadeeld hebben door een onjuiste zakentransactie, als wij overdreven
prijzen gerekend hebben in handel, of enig mens bedrogen hebben, zelfs al was
het in het kader van de wet, wij moeten onze verkeerdheden belijden, en
schadeloosstelling doen voor zover het in onze mogelijkheid ligt. Het is juist
dat wij niet alleen teruggeven, wat wij genomen hebben, maar alles wat het zou
opgebracht hebben, als het juist en wijs zou gebruikt geweest zijn gedurende de
tijd dat het in ons bezit was. De Heer zei tegen Zacheüs: "Op deze dag is heil
gekomen in dit huis." Lees hierover Luc. 19 : 1-10.
Niet alleen was Zacheus zelf gezegend maar gans zijn huis. Christus ging naar
zijn huis om hem lessen van waarheid te geven, en om zijn huisgezin te
onderrichten in de dingen van het koninkrijk. Zij waren uitgesloten geweest uit
de Synagogen door het misprijzen van de Rabbi’s en de aanbidders ; maar nu
waren ze het uitgelezen huisgezin van gans Jericho, ontvingen zij in hun eigen
huis de goddelijke Onderwijzer, en zij hoorden voor zichzelf de woorden van
leven.
Met is, als Christus als persoonlijke Heiland ontvangen wordt, dat redding komt
voor de ziel. Zacheus had Jezus ontvangen, niet alleen als een voorbijgaande
gast in zijn huis, maar als Iemand die verblijft in de zielentempel. De
schriftgeleerden en de Farizeeërs beschuldigden hem als zondaar, zij mopperden
tegen Christus, omdat Hij zijn gast werd, maar de Heer herkende hem als een
zoon van Abraham. Want " degenen, die uit het geloof zijn, zijn kinderen
Abrahams. " Gal. 3 : 7. Desire of Ages. 556.
Bij iedere gelegenheid als er een vervolging plaats grijpt, beslissen deze, die
er getuige van zijn ofwel voor Christus of tegen Hem. Deze,die sympathie
betuigen voor dezen, die ten onrechte veroordeeld worden, openbaren hun
aanhankelijkheid aan Christus. Anderen zijn beledigd omdat de princiepen van
waarheid onmiddellijk tegen hun praktijken ingaan. Velen struikelen en
vallen,afvallig wordend van het geloof,dat ze eens beleden hebben. Deze, die
afvallig worden in de tijd van beproeving, om hun eigen veiligheid te
verzekeren, geven slechte getuigenis, en verraden hun broeders. Christus heeft
ons hiervoor gewaarschuwd, opdat wij niet zouden verwonderd zijn over de
onnatuurlijke wrede richting van dezen,die het licht verwerpen. Desire of Ages.
630.
Velen, die de grond bewerken,hebben geen voldoende opbrengst,wegens hun
verwaarlozing. Valse getuigenissen worden dikwijls gegeven door het land te
veroordelen, dat, indien het op de juiste manier bewerkt werd, zijn opbrengst
zou geven. De bekrompen plannen, de kleine kracht die ingezet wordt, de te
geringe studie voor het bekomen van de beste methode, roept luid om hervorming.
Ministry of Healing 193.
Niemand kan prat gaan op zijn eigen waarheidsliefde, want tenzij hij overwint,
weet hij niet wat waarheidsliefde is. Niemand kan de kracht van zijn
waarheidslievendheid en eerlijkheid kennen, tenzij hij de hevige vuurproef van
bekoring doorgemaakt heeft om middels te bekomen in twijfelachtige wegen. Hij
wiens hart gevuld is met de liefde van God laat geen zelfverheffing toe of
oneerlijkheid in zijn leven. Hij " opnieuw geboren " uit de Geest, openbaart
Christus in Zijn dagelijks leven. Hij is rechtschapen in alles wat hij
onderneemt. Hij doet geen listig, sluw,tersluiks werk . De goede vruchten, die
verschijnen in zijn leven, getuigen voor de toestand van zijn hart. My life to
Day. 331.
Het negende gebod vraagt van ons een onschendbare inachtneming van de juiste
waarheid in iedere verklaring door dewelke het karakter van onze naaste kan
aangetast worden. De tong, die zo weinig onder het toezicht van de mens
gebracht is,moet gebreideld worden door sterke, gewetensvolle princiepen,door
de wet van de liefde jegens God en de mens.
Alles wat Christenen doen, zou moeten zo doorschijnend zijn als het zonnelicht.
Waarheid is van God ; leugen is in ieder van zijn myriaden vormen van Satan...
Wij kunnen de waarheid niet spreken,tenzij onze geest bestendig door Hem geleid
wordt, die waarheid is. Sons and Daughters.64.
Wij moeten pogen van goed te denken van andere mensen tot wij verplicht zijn
van anders te denken. Wij mogen niet spoedig slechte relazen aannemen. Zij zijn
dikwijls het resultaat van jaloersheid of misverstand, of zij kunnen voortkomen
uit overdrijving of een gedeeltelijke bedekking van de feiten. Als een broeder
verkeerd loopt, is het dan het ogenblik van zich aan hem te interesseren. Gaat
naar hem, bidt met hem en voor hem, de oneindige prijs herinnerend die Christus
voor zijn verlossing gegeven heeft. Op deze wijze kunt gij zielen redden van de
dood, en een menigte zonden wegbergen.
Een blik, een woord, zelfs een intonatie van de stem, kan van belang zijn voor
een leugen, in sommige harten zinkend gelijk een puntige pijl, een
ongeneselijke wonde achter latend. Aldus kan een twijfel een verwijt gebracht
worden op iemand, door wie God een goed werk zou laten verrichten, en zijn
invloed is beneveld, zijn bruikbaarheid te niet gedaan. Bij sommige soorten van
dieren, als een van hun soortgenoten gewond is en valt,wordt hij onmiddellijk
door zijn naasten aan stukken getrokken. Aan dezelfde vreselijke geest wordt
toegegeven door mannen en vrouwen, die zich christenen noemen. Zij openbaren
een Farizeïsche ijver om anderen te stenigen minder schuldig dan zijzelf. Er
zijn er anderen, die wijzen op de fouten en gebreken van anderen om de aandacht
af te trekken van zich zelf, of om aanzien te worden als hebbende grote ijver
voor God en de Kerk. 5.Test. 58-59.
Als wij Christus representeren zullen wij Zijn dienst aantrekkelijk laten
voorkomen, zoals hij werkelijk is. Christenen, die duisternis en droefheid op
hun ziel laden, en die murmureren en klagen, geven aan anderen een valse
voorstelling van God en het christelijk leven. Zij geven de indruk dat God niet
tevreden is als Zijn kinderen gelukkig zijn, en hierin geven ze valse
getuigenis tegen onze hemelse Vader. Steps to Christ. 116.
Lees ook Joh. 14:15.
De tien geboden, Gij zult en Gij zult niet, zijn de tien beloften, ons
verzekerd als wij gehoorzaamheid schenken aan de wet, die het universum
regeert. " Indien gij mij liefhebt, zoo bewaart mijne geboden." Hier is de kern
en het wezen van de wet van God. De voorwaarden van redding van iedere zoon en
dochter van Adam zijn hier uitgestippeld. MS 41.1896.
De tien heilige voorschriften, uitgesproken van op de Sinai door Christus waren
de openbaring van het karakter van God, en maken het feit bekend aan de wereld
dat Hij rechtspraak heeft over de ganse menselijke erfenis. Deze wet van de
tien voorschriften van de grootste liefde, die aan de mens kan voorgesteld
worden is de stem van God uit de hemel sprekend tot de ziel in belofte :" Doe
dit en gij zult niet onder de heerschappij en het toezicht van Satan komen. "
Er is niets negatiefs in deze wet, ofschoon dit moge schijnen. Het is DOE en
leef. Brief 89. 1898.
Lees ook Rom.12:1; 2.Petr.1:4.
In de tien geboden heeft God de wetten van Zijn koninkrijk nedergelegd. Iedere
overtreding van de wetten van de natuur is een overtreding van de wet van God.
De Heer heeft Zijn heilige wetten gegeven om een muur te vormen rond Zijn
geschapen wezens,en deze,die zich willen onthouden van de schending van eetlust
en passie zullen deelnemers worden van de goddelijke natuur. Hun
begripsvermogens zullen klaar zijn. Zij zullen weten hoe zij iedere fakulteit
in de gezondheid kunnen beschermen, opdat ze aan God moge opgedragen worden in
Zijn dienst. De Heer kan hen gebruiken want zij verstaan de woorden van de
grote apostel : " Rom 12:1,2.
Lees Spr. 4 : 20-22.
De liefde van Jezus in de ziel zal alle haat en zelfzucht en jaloersheid uit
het hart verdrijven ; want de wet van de Heer is volmaakt de ziel bekerend. Er
is gezondheid in de gehoorzaamheid aan de wet van God. De gevoelens van deze,
die gehoorzamen,worden naar God getrokken. Ziende op de Heer Jezus, kunnen zij
elkander aanwakkeren en dienen. De liefde van Christus wordt in hun hart
uitgespreid , en er is geen onverschil en strijd onder elkander. MS 152.1901.
De oude Joodse kerk was het hoogst begunstigde volk van God, uit Egypte gevoerd
en herkend als Zijn eigen specifieke schat. De vele en uitzonderlijk grote
beloften aan hen als Zijn volk waren de hoop en het vertrouwen van de Joodse
kerk. Hierin geloofden zij en wisten hun redding zeker. Geen ander volk beleed
van bestuurd te zijn door de wetten van God. Redemption : of de eerste komst
van Christus. Blz. 35.
Afgodendienaars zijn veroordeeld door het Woord van God. Hun dwaasheid bestaat
hierin dat zij op zichzelf betrouwen om gered te zijn, van neder te buigen voor
de werken van hun eigen handen. God beschouwt als afgodendienaars, deze, die in
hun eigen wijsheid vertrouwen, in hun eigen beramingen, voor succes afhangend
van hun eigen rijkdom en macht, strevend van zichzelf te versterken door
verbinding met mensen, die de wereld groot noemt, maar die de bindende eisen
van Gods wet niet kennen. RH Maart 1906.
Zijn wij aanbidders van Jehova of van Baal ? Van de levende God, of van idolen
? Er moeten geen uitwendige altaren zichtbaar zijn, er moet geen beeld zijn
waarop het oog kan rusten,toch kunnen wij aan afgoderij doen. Het is even
gemakkelijk van een idool te maken van geliefde ideeën of voorwerpen als van
goden in hout of in steen te maken. Duizenden hebben een valse opvatting van
God en van Zijn kenmerken. Zij dienen evenveel een valse god als waren zij
dienaren van Baal. Idem 1908.
Satan verwezenlijkte de val van de mens, en sedertdien is het zijn werk geweest
van het beeld van God in de mens uit te wissen, en van op het menselijke hart
zijn eigen beeld te slaan. De suprematie bezittend en de schuld, eist hij
suprematie voor zichzelf, en oefent over zijn onderdanen de macht van
koninklijkheid uit. Hij kan God van Zijn troon niet wegjagen, maar door het
systeem van afgoderij,plant hij zijn eigen troon tussen de hemel en de aarde,
tussen God en de menselijke aanbidder. Idem 1895.
VERS 8-11.
Lees ook Gen.2:9,16,17 ; Ex.16:29.
Iedere mens wordt in beproeving gebracht, zoals Adam en Eva in Eden. Zoals de
boom van kennis van goed en kwaad in de hemel geplaatst werd in het midden van
de hof van Eden, zo wordt het Sabbatsgebod in het midden van de decaloog
geplaatst. Er was een beperking opgelegd in verband met de vrucht van de boom
van kennis " gij zult daar niet van eten... opdat gij niet sterft ." Gen. 3 :
3.
VERS 1.
De instrukties, die aan Mozes gegeven werden met hun scherpe en strenge
omlijningen, moeten bestudeerd en gehoorzaamd worden door het volk van God
heden ten dage. Brief 259,1903.
Mozes, de zichtbare leider van de Israelieten was toegelaten in de geheime raad
van de Allerhoogste. Aan het volk werd bewijs gegeven dat Mozes werkelijk met
God geweest was, van Hem instrukties ontvangend voor hen gegeven. Idem.
Het verbond, dat God met Zijn volk maakte op de Sinai moet voor ons een
bescherming en een verdediging zijn. Dit verbond heeft evenveel kracht nu als
het had toen de Heer het maakte met het oude Israel. SW ; Maart 1904.
Dit is het verbond dat Gods volk moet maken in de laatste dagen met Hem. Lees
ook Ex.19:7,8 ; Jes.56:5.
Of zij door God zullen aanvaard zijn hangt af van de getrouwe vervulling van de
voorwaarden van hun overeenkomst met God. God omvat in Zijn verbond allen die
Hem willen gehoorzamen. Aan allen, die gerechtigheid en oordeel willen doen,
hun handen afhoudend van het doen van kwaad, is de belofte gegeven : " Ik zal
ook in mijn huis en binnen mijne muren eene plaats en eenen naam geven, beter
dan der zonen en dan der dochteren ; eenen eeuwigen naam zal Ik eenieder van
hen geven, die niet uitgeroeid zal worden." R. H. Juni 23 1904.
VERS 1-17.
Lees ook : Neh. 9 : 6-15.
Als de wet uitgesproken werd, stond de Heer, de Schepper van hemel en aarde,
aan de zijde van Zijn Zoon, omhuld in het vuur en de rook op de berg. Het was
hier niet dat de wet voor het eerst gegeven werd ; maar er werd gezegd dat de
kinderen van Israël, wiens ideeën verward gekomen waren door hun associatie met
de afgodendienaars in Egypte, de voorschriften van de wet moesten in
herinnering gebracht worden en moesten leren begrijpen wat ware aanbidding van
Jehova was. ST. Okt. 1896.
Adam en Eva, bij hun schepping, kenden de wet van God. Hij was in hun hart
geprent, en zij verstonden zijn eisen. MS. 99. 1902.
De wet van God bestond vóór de schepping van de mens, anders zou Adam niet
kunnen gezondigd hebben. Na de overtreding van Adam waren de princiepen van de
wet niet veranderd, maar werden definitief aangepast en uitgedrukt om de mens
tegemoet te komen in zijn gevallen toestand. Christus in beraadslaging met de
Vader, stelde het systeem in van offeranden ; dat de dood, inplaats van
onmiddellijk de overtreder te bezoeken, overgeplaatst zou worden op een
slachtoffer dat het grote perfecte offer van de Zoon van God zou voorstellen.
ST.Maart 14. 1878
Tengevolge van het feit, dat de wet bestendig overtreden werd,werd de morele
wet herhaald in grootse majesteit op de Sinai. Christus gaf ook aan Mozes
religieuze voorschriften, die het dagelijks leven moesten besturen. Deze
statuten werden uitdrukkelijk gegeven om de tien geboden te beschermen. Zij
waren geen schaduwachtige typen die moesten weggedaan worden met de dood van
Christus. Zij waren bindend voor alle mensen van alle tijden, zolang de tijd
zal bestaan. Deze geboden werden opgelegd door de morele wet, en zij legden
klaar, vast en zeker, deze wet uit. Idem April 1875.
De Heer heeft een zegen gelegd op hen, die de geboden van God houden (zie
Jes.58:13,14).
Zullen wij standvastig staan als Gods specifiek volk, of zullen wij op Gods wet
trappelen en zeggen dat hij niet bindend is? God kon zowel Zichzelf afgeschaft
hebben. In iedere specificatie van de wet ligt het karakter van God MS.12.1894.
God heeft Zijn wet gegeven voor de regeling van het gedrag van naties, van
families, en van individuen. Er is geen enkele werker van boosheid, ofschoon
zijn daad de lichtste en de meest geheime is, die ontsnapt aan de veroordeling
van de wet. MS. 58.1897.
Onze plicht van gehoorzaam te zijn aan deze wet is de opdracht van de laatste
boodschap van barmhartigheid aan de wereld. Gods wet is niet iets nieuws. Het
is geen geschapen heiligheid, maar het is de heiligheid, die bekend gemaakt
wordt. Het is een code van princiepen die barmhartigheid, goedheid en liefde
uitdrukken. Hij stelt aan de mensheid het karakter van God voor, en bepaalt
volledig de ganse plicht van de mens. Idem. 88.1897.
Van de Sabbat zegt God : " gij zult hem niet ontwijden, maar hem heilig
houden...."
Zoals de boom van kennis de test was voor Adams gehoorzaamheid, zo zal het
vierde gebod de test zijn,die God gegeven heeft om de getrouwheid van Zijn volk
op de proef te zetten. De bevinding van Adam moet een waarschuwing zijn voor
ons zolang er tijd zal overblijven. Zij waarschuwt ons niet van enige
verzekering uit de mond van mensen of engelen te ontvangen, die één jota of
titel van de heilige wet van God kunnen verminderen of afbreuk aan doen. RH.
1898.
VERS 14.
Alle valse aanbidding is spiritueel overspel. Het tweede gebod,dat valse
aanbidding verbiedt, is ook een bevel tot aanbidding van God, en van Hem alleen
te dienen. De Heer is een jaloerse God, Hij wil niet bespot worden. Hij heeft
gesproken nopens de manier, waarop Hij moet aanbeden worden. Hij haat afgoderij
want de invloed ervan is verdervend. Het verlaagt de geest, en leidt tot
sensualiteit en tot alle soort van zonde. MS. 126,1901.
VERS 16.
Lees ook Gal. 6 : 7.
Laster beslaat meer grond dan wij veronderstellen. Het gebod : " Gij zult geen
valsche getuigenis spreken" betekent veel meer dan wij realizeren. Valse
getuigenis is altijd opnieuw geboren in lichtzinnig gepraat zelfs nopens de
werkers, die God gezonden heeft. De zaden van afgunst, van kwaad denken,
ontkiemen en brengen een oogst voort naar zijn soort, die geoogst zal worden
door deze, die het zaad gezaaid heeft. " Wat een mens ook zaait zal hij
oogsten."
Brief 9. 1892.
De verplichting door dewelke iemands woord verbonden is - als het hem niet
verbindt van een slechte daad te volbrengen - moet heilig gehouden worden. 'een
inachtneming van winst, of wraak, of eigenbelang kan in geen geval de
onschendbaarheid van een eed of verbinding beïnvloeden. " Valsche lippen zijn
den Heere een gruwel, maar die getrouw handelen, zijn Zijn welgevallen."
Spr.12:22.
Hij, die " zal klimmen op den berg des Heeren en staan in de plaats zijner
heiligheid " is hij " die gezworen heeft tot zijn eigen schade, evenwel
verandert hij niet ". Ps.24:3; 15:3. Lees in dit verband de geschiedenis
verhaald in Josua, hoofdstuk 9-10.
In zakenonderhandelingen, worden leugens geuit en toegepast door Gods
belijdende volk, dat Zijn afkeuring oproept en verwijt brengt over Zijn zaak.
De minste afwijking van waarheidsliefde en juistheid is een overtreding van de
wet van God. Bestendige toegeving aan zonde maakt de persoon gewoon van kwaad
te doen, maar vermindert het verzwarend karakter van de zonde niet... Deze, die
Zijn eisen in dit leven miskennen, zouden Zijn gezag niet respekteren moesten
zij in de hemel zijn. 4.Test. Church 311-12.
VERS 17
Om het heiligschennend werk te voltooien, besloot Rome om het tweede gebod van
de wet van God uit te schakelen,dat verbiedt beelden te aanbidden, en verdeelde
het tiende gebod in tweeën om het getal van tien te behouden. Great Controversy
52.
( In de tijd voor de zondvloed ). Die de vrouw of de bezittingen van zijn
gebuur begeerde, nam deze met geweld, en de mens verheugde zich in zijn daden
van geweld. Patr. Pr. 92.
De dodelijke zonde,die leidde tot Achans val,was geworteld in begeerlijkheid,
van alle zonden een van de meest verspreide en het lichtst in acht genomen.
Terwijl alle andere zonden opgespoord worden en gestraft, hoe zeldzaam zal de
overtreding van het tiende gebod berispt worden. De grootheid van deze zonde en
haar verschrikkelijke gevolgen, zijn als les te halen uit de geschiedenis van
Achan. Josua 7:10-26.
Als de kerk in moeilijkheden is, als koudheid en spirituele achteruitgang
bestaat, gelegenheid gevend aan de vijand van Gods kerk om te zegevieren, dan,
inplaats van de handen te vouwen, te kreunen over de lamentabele toestand,dat
de leden zich afvragen of er geen Achan in het kamp is. Idem 496-96.
Hij die in gehoorzaamheid aan de wet van God belet van toe te geven aan zelfs
een zondige begeerte naar wat aan anderen toebehoort, zal niet schuldig zijn
aan een handeling van kwaad jegens zijn naaste. Sons and Daughters 65.
VERS 18
Gij wilt strijden met Satan en zijn heir zonder wapen, en gij zijt zwaar gewond
geworden , en gij zijt ongevoelig voor uw wonden. Ik vrees grotelijks dat de
donders en bliksems van de Sinai zullen falen om u te bewegen. Gij zit in
Satans gemakkelijke zetel en ziet uw te vrezen toestand niet, en maakt geen
inspanning om te ontsnappen. Als gij niet opstaat en uzelf bevrijdt van de
listen van Satan,moet gij vergaan. De broeders en zusters willen u redden, maar
ik zag dat zij niet konden. Gij moet iets doen ; gij moet een wanhopige poging
doen, of gij zijt verloren. Ik zag dat deze, die onder de betoverende kracht
van het spiritisme zijn,het niet weten. Gij zijt betoverd geworden en
gehypnotiseerd, toch weet gij het niet en daarom doet gij geen de minste
inspanning om tot het licht te komen. 1.Test. Church 429.
157.