|
HOOFDSTUK 28.
"Om het geboorterecht te verkrijgen, welke reeds van hem was door goddelijke
belofte, nam Jacob zijn toevlucht tot bedrog en hij maaide de oogst hiervan in
zijn broeders haat. Gedurende twintig jaar verbanning werd hijzelf kwaad
berokkend en bedrogen, en was tenlaatste gedwongen te vluchten; en hij maaide
een tweede oogst, als de kwaadaardigheden van zijn eigen karakter gezien werden
in zijn zonen - dit alles is een maar al te juist beeld van de vergeldingen in
het menselijk leven. "Want Ik zal niet altoos twisten noch voor eeuwig toornig
zijn, anders zou de geest voor mijn aangezicht bezwijken, terwijl Ik toch zelf
den levensadem heb gegeven. Om de ongerechtigheid zijner hebzucht was Ik toornig
en sloeg het ( volk ), terwijl Ik mij in toorn verborg, maar het wendde zich af
en ging zijn eigen gekozen weg. Zijn wegen heb Ik gezien, doch Ik zal het
genezen, het leiden en het weer vertroosting schenken, namelijk aan de
treurenden er van .... vrede, vrede voor hem die verre, en voor hem die nabij
is, zegt de Here; en Ik zal hem genezen". Jes. 57 : 16 - 19.
Jacob was niet verpletterd in zijn droefheid. Hij had zich bekeerd. Hij had
gepoogd verzoening te brengen voor het kwaad, dat hij zijn broeder berokkend
had. En als hij met de dood bedreigd werd door de wraak van Esau, zocht hij hulp
bij God ... ".
Education 147. 3 Spir. Gifts 113 - 116 zie hoger.
"God kent het einde vanaf het begin. Hij wist vóór de geboorte van Jacob en Esau
welk karakter zij zouden ontwikkelen. Hij wist, dat het hart van Esau niet
bereid zou zijn tot gehoorzaamheid aan Hem. Hij beantwoordde het beangstigde
gebed van Rebekka en lichtte haar in, dat zij twee kinderen zou hebben, en dat
de oudste de jongere zou dienen. Hij stelde de toekomstige geschiedenis van haar
zoons voor haar, dat zij twee naties zouden worden, de ene groter dan de andere,
en de oudste zou de jongere dienen. De eerstgeborene was begiftigd met speciale
voordelen en speciale privileges, die aan geen andere leden van de familie
toebehoorden. Isaak beminde Esau meer dan Jacob, omdat Esau hem hertevlees
bezorgde. Hij was gevleid met zijn koen, moedige geest, geuit in het jagen op
wilde dieren. Jacob was de lievelingszoon van zijn moeder, omdat hij eerder
geneigd was tot mildheid en berekend om zijn moeder gelukkig te maken. Jacob had
van zijn moeder vernomen, wat God haar aangetoond had, dat "de oudste de jongste
dienstbaar zal wezen" en zijn jong oordeelsvermogen bracht er hem toe te
besluiten, dat deze belofte niet vervuld kon worden, als Esau de voorrechten
bezat, die toekwamen aan de eerstgeborene. En als Esau van het veld kwam, zwak
van de honger, nam Jacob gebruik van deze gelegenheid, om de behoefte van Esau
tot zijn eigen voordeel te wenden, en stelde hem voor hem te voeden met soep,
als hij alle recht op zijn geboorterecht wilde afstaan, en Esau verkocht zijn
geboorterecht aan Jacob. Esau nam twee heidense vrouwen, wat een groot verdriet
berokkende aan Isaak en Rebekka. Niettegenstaande dit beminde Isaak meer Esau
dan Jacob. En als hij dacht, dat hij zou sterven, vroeg hij aan Esau om hem
vlees te bereiden, opdat hij hem kon zegenen voor hij stierf. Esau zegde niet
aan zijn vader, dat hij zijn geboorterecht aan Jacob verkocht had, en dat hij
dit met een eed bevestigd had. Rebekka hoorde de woorden van Isaak en herinnerde
zich de woorden van de Heer, dat "de oudste de jongste dienstbaar zou wezen", en
zij wist, dat Esau zijn geboorterecht lichtzinnig beschouwd had en het aan Jacob
verkocht had. Zij overtuigde Jacob om zijn vader te misleiden, en door bedrog de
zegeningen van zijn vader in ontvangst te nemen, waarvan zij dacht dat zij op
geen andere wijze konden verkregen worden. Jacob wilde eerst dit bedrog niet ten
uitvoer brengen, maar ging tenlaatste akkoord met het plan van zijn moeder. Esau,
een type.
Esau ging de crisis van zijn leven door, zonder het te beseffen. Wat hij aanzag
als een zaak, die amper zijn aandacht waard was, was een handeling, die de
overheersende trekken van zijn karakter openbaarden. Het toonde zijn keuze,
toonde zijn ware waardering voor dat wat heilig was en wat op een heilige wijze
zou moeten bemind worden. Hij verkocht zijn geboorterecht voor een luttele
toegeving om zijn behoefte van het ogenblik te voldoen, en dit bepaalde gans
zijn leven, dat daarop volgde. Voor Esau was een stukje eten meer dan de dienst
van Zijn Meester. Brief 5, 1877.
Esau vertegenwoordigt dezen, die de voorrechten die de hunne zijn niet gesmaakt
hebben, die voor hen gekocht zijn voor een oneindige prijs, maar die hun
geboorterecht verkocht hebben voor enige toegeving aan eetlust of voor een of
andere liefde voor winst. Brief 4, 1898.
Rebekka kende de partijdigheid van Isaak voor Esau en was overtuigd dat
redenering zijn besluiten niet zouden doen veranderen. Inplaats van op God te
vertrouwen, de Beschikker over de gebeurtenissen, openbaarde zij een gebrek aan
geloof door Jacob te overtuigen zijn vader te bedriegen. De handelwijze
van Jacob in dit opzicht werd door God niet goedgekeurd. 156.
157.
Rebekka en Jacob moesten gewacht hebben tot God Zijn plannen verwezenlijkte op
Zijn manier en op Zijn tijd, inplaats van te pogen de voorspelde gebeurtenissen
tot uitwerking te brengen door middel van bedrog. Als Esau de zegeningen van
zijn vader ontvangen zou hebben, die toekwamen aan de eerstgeborene, zou
zijnvoorspoed toch alleen van God kunnen komen zijn; en Hij zou hem gezegend
hebben met voorspoed, of tegenspoed over hem gebracht hebben, naar gelang zijn
handelwijze. Als hij God zou beminnen en eren gelijk de rechtvaardige Abel, dan
zou hij aanvaard worden en gezegend van God. Als hij gelijk de boze Kain geen
erbied voor God zou gehad hebben, noch voor Zijn inzettingen, maar dat hij zijn
eigen verdorven wegen zou volgen, dan zou hij geen zegeningen van God ontvangen
maar hij zou door God verworpen worden zoals Kain. Als Jacobs levenswijze
rechtvaardig zou zijn; als hij God zou beminnen en vrezen, dan zou hij door God
gezegend worden en de zegende hand van God zou over hem zijn, zelfs al verkreeg
hij de zegeningen en privileges niet, die over het algemeen aan de eerstgeborene
gegeven werden.
Rebekka bekeerde zich in bitterheid over de verkeerde raad, die zij aan Jacob
gaf, want het was het middel om haar van hem te scheiden voor altijd. Hij was
verplicht te vluchten voor zijn leven wegens de wraak van Esau, en zijn moeder
zag zijn aangezicht nooit meer. Isaak leefde nog vele jaren, nadat hij de zegen
aan Jacob gegeven had, en was overtuigd wegens de handelwijze van Esau en Jacob,
dat de zegening werkelijk aan Jacob toekwam. Story of Redemption 87 - 89.
VERS 1 - 40.
PP. 179 - 182; 197 - 98; 208. VERS 34.
Berouw houdt spijt in voor de zonde en een zich afwenden van de zonde. Wij
zullen de zonde niet opgeven als wij er zondigheid niet van inzien; zolang wij
niet in het hart er ons van afkeren zal er geen werkelijke verandering zijn in
het leven.
Velen begrijpen de ware aard niet van het berouw. Velen hebben spijt dat zij
gezondigd hebben en maken zelfs een uitwendige hervorming, omdat zij vrezen, dat
hun kwaad doen, lijden als gevolg zal hebben voor hen. Maar dit is geen berouw
zoals het de bijbel opvat. Zij beklagen het lijden meer dan de zonde. Dit was de
droefheid van Esau, als hij zag dat het geboorterecht verloren was voor hem voor
altijd. Steps to Christ 23.
VERS 34 - 38.
"Esau was begerig naar een lievelingsschotel, en offerde zijn geboorterecht op
om toe te geven aan eetlust. Nadat hij zijn wellustige eetlust voldaan had
begreep hij zijn dwaasheid, maar vond geen plaats voor berouw, ofschoon hij deze
zocht met zorgzaamheid en in tranen. Er zijn er velen, die zijn zoals Esau. Hij
vertegenwoordigt dezen, die een speciale waardevolle zegening in hun bereik
hebben, - de onvergankelijke erfenis, en leven dat zo duurzaam is als het leven
van God, De Schepper van het universum, onmetelijk geluk, en het eeuwig gewicht
van de heerlijkheid, - maar die zolang toegegeven hebben aan hun eetlust, passie
en neigingen, dat hun macht om de waarde van de eeuwige dingen te onderscheiden
en te schatten verzwakt is.
Esau had een speciaal sterk verlangen naar een bepaald soort voedsel, en hij had
zolang toegegeven aan zichzelf, dat hij de noodzakelijkheid niet voelde zich van
het bekorend gewenste maal af te wenden. Hij dacht erop zonder een speciale
inspanning te doen om zijn eetlust te bedwingen, totdat de macht van de eetlust
ieder andere beschouwing opzij dreef en hem overheerste, en hij beeldde zich in
dat hij een groot tekort zou hebben, en zelfs de dood zou ondergaan, als hij
deze speciale spijs niet zou hebben. Hoe meer hij erop dacht hoemeer zijn
verlangen ernaar vermeerderde, totdat zijn geboorterecht, dat heilig was, zijn
waarde en heiligheid verloor. Hij dacht, als ik het nu verkoop kan ik het
gemakkelijk terugwinnen.
Hij verkwanselde het voor een begeerde schotel, zichzelf vleiend, dat hij er kon
over beschikken naar believen en er naar verlangen. Maar als hij zocht het terug
te kopen, zelfs met een groot offer van zijn kant, was hij niet meer in staat om
het te doen. Hij had dan bitter berouw over zijn lichtvaardigheid, zijn
dwaasheid, zijn gekheid. Hij overwoog de zaak langs alle kanten.
Hij zocht zorgvuldig en met tranen naar berouw, maar het was alles vruchteloos.
Hij had de zegeningen misprezen, en de Heer nam ze van hem voor altijd weg. Gij
hebt gedacht, dat, als gij de waarheid nu zoudt opofferen en gij verder zoudt
gaan in een open overtreden en ongehoorzamen, gij niet alle beperking zoudt
schenden en gij niet rekbaar zoudt worden, en als gij zoudt misuitkomen in uw
hoop en verwachtingen van werelds gewin gij u opnieuw zoudt kunnen interesseren
in de waarheid en een kandidaat worden voor het eeuwig leven. Maar gij hebt
uzelf hierin bedrogen. Had gij de waarheid moeten opofferen voor aards gewin,
het zou ten koste geweest zijn van het eeuwig leven.
In de parabel van het grote feestmaal, toont onze Heiland, dat velen de wereld
zullen kiezen boven Hemzelf en als resultaat de hemel zullen verliezen
Deze, die verkiezen verontschuldigingen naar voor te brengen en voorgaan met
zondigen en zich aan de wereld aan te passen, zullen overgelaten worden aan hun
afgoden.
VERS 41 - 46.
PP 183, 237, 237.
|
|