De laatste
Crisis
Wij leven in
de tijd van
het einde.
De snel in
vervulling
gaande
tekenen der
tijden
verkondigen
dat de komst
van Christus
zeer nabij
is. De tijd
waarin wij
leven, is
ernstig en
belangrijk.
De Geest van
God wordt
langzaam
maar zeker
van de aarde
weggenomen.
Plagen en
oordelen
vallen reeds
op hen die
de genade
Gods
verachten.
De rampen te
land en ter
zee, de
onzekere
toestand in
de
maatschappij,
de
oorlogsgeruchten,
zijn
onheilspellend.
Ze
voorzeggen
komende
gebeurtenissen
van de
grootste
betekenis.
De
handlangers
van de boze
verzamelen
en
versterken
hun
krachten. Ze
versterken
zich voor de
laatste
grote
crisis. In
onze wereld
zullen zich
spoedig
grote
veranderingen
voltrekken
en de
laatste
gebeurtenissen
zullen
snelle
gebeurtenissen
zijn.
De toestand
in de wereld
laat zien
dat ons
zware tijden
te wachten
staan. De
kranten
staan vol
berichten
over een
verschrikkelijke
oorlog in de
nabije
toekomst.
Brutale
roofovervallen
zijn aan de
orde van de
dag.
Stakingen
zijn
algemeen.
Diefstal en
moord
gebeuren
overal. Van
de duivel
bezeten
mensen
benemen
mannen,
vrouwen en
kleine
kinderen het
leven. De
mensen zijn
behept met
alle
mogelijke
ondeugden en
op alle
gebied
overheerst
het kwaad.
De vijand is
er in
geslaagd de
gerechtigheid
geweld aan
te doen en
de harten
der mensen
te vullen
met het
verlangen
naar
zelfzuchtig
gewin. “De
gerechtigheid
staat van
verre; want
de waarheid
struikelt op
de straat,
en wat recht
is, kan er
niet
ingaan.”
Jesaja
59:14.
In de grote
steden leven
massa's
mensen in
armoede en
ellende
bijna zonder
voedsel,
dekking en
kleding,
terwijl in
dezelfde
steden
mensen wonen
die meer
hebben dan
hun hart kan
begeren, die
in weelde
leven, hun
geld
besteden aan
rijk
ingerichte
huizen, aan
opschik, of
nog erger,
aan de
bevrediging
van
zinnelijke
lusten,
alcohol en
nog andere
dingen die
de vermogens
van de
hersenen
vernielen,
de geest
verstoren en
de ziel doen
ontaarden.
De kreten
van een
hongerlijdende
mensheid
stijgen op
tot God,
terwijl aan
de andere
kant door
verdrukking
en afpersing
geweldige
fortuinen
worden
opeengehoopt.
EEN TONEEL
VAN
VERWOESTING
Toen ik op
een keer in
New York
was, kreeg
ik in een
nachtelijk
visioen te
zien hoe
gebouwen
verdieping
na
verdieping
oprezen ten
hemel. Van
deze
gebouwen
werd
gegarandeerd
dat ze
brandvrij
waren en ze
werden
opgetrokken
ter
verheerlijking
van hun
eigenaars en
bouwers.
Hoger en
steeds hoger
rezen deze
gebouwen op
en het
duurste
materiaal
werd ervoor
gebruikt. De
eigenaars
van die
gebouwen
vroegen zich
niet af:
„Hoe kunnen
wij God het
best
verheerlijken?"
Aan de Here
dachten ze
helemaal
niet.
Ik dacht:
„Konden toch
degenen die
hun geld
daarin
steken, hun
weg zien
zoals God
die ziet! Ze
doen
machtige
gebouwen
verrijzen,
maar hoe
dwaas zijn
hun plannen
en
overleggingen
in het oog
van de
Heerser over
het heelal.
Ze
onderzoeken
niet met al
de kracht
van hun hart
en verstand
hoe ze God
kunnen
verheerlijken.
Ze hebben
dit, wat
toch de
eerste
plicht van
de mensen
moet zijn,
geheel uit
het oog
verloren."
Terwijl deze
hemelhoge
gebouwen
werden
opgetrokken,
verheugden
de eigenaars
zich in een
eerzuchtige
hovaardij
dat ze geld
hadden om
het eigen -
ik te
bevredigen
en dat ze de
naijver van
hun buren
konden
opwekken.
Veel van het
geld dat ze
daarin
hadden
gestoken,
was
verkregen
door
afpersing,
door de
armen uit te
mergelen. Ze
vergaten,
dat in de
hemel
aantekening
wordt
gehouden van
elke
zakelijke
transactie;
daar wordt
elke
onrechtvaardige
handeling,
elke
bedrieglijke
daad
opgetekend.
De tijd komt
dat mensen
in hun
bedrog en
verwatenheid
een grens
zullen
bereiken
waar God hen
niet
overheen zal
laten gaan,
en dan
zullen ze
ervaren dat
ook aan de
verdraagzaamheid
van Jehova
een einde
komt.
Het toneel
dat
vervolgens
aan mijn
geest
voorbijging
was een
brandalarm.
Mensen keken
naar die
grote
gebouwen
die
verondersteld
werden
brandvrij te
zijn en
zeiden: ,,Ze
zijn
volkomen
veilig."
Maar die
gebouwen
werden door
het vuur
vernietigd
als waren ze
van pek
gemaakt. De
brandweer
kon niets
doen om de
algehele
vernietiging
te
voorkomen.
De
brandweermannen
konden de
spuiten niet
laten
werken.
(Denk aan 11
september
2001!)
Mij is
gezegd, dal
wanneer de
tijd des
Heren komt
en er geen
verandering
is gekomen
in de harten
van trotse,
eerzuchtige
menselijke
wezens, ze
zullen
ervaren dat
de hand die
krachtig was
om te
redden,
krachtig zal
zijn om te
vernietigen.
Geen aardse
macht kan de
hand van God
weerhouden.
Geen
materiaal
kan gebruikt
worden bij
het
optrekken
van gebouwen
dat ze voor
vernietiging
zal bewaren
wanneer Gods
bestemde
tijd komt om
de mensen te
vergelden
vanwege hun
minachting
voor Zijn
wet en
vanwege hun
zelfzuchtige
eerzucht.
DE WARE
OORZAKEN
WORDEN NIET
BEGREPEN
Zelfs onder
opvoeders en
staatslieden
zijn er niet
velen die de
oorzaken
begrijpen
welke ten
grondslag
liggen aan
de
tegenwoordige
toestand van
de
maatschappij.
Zij die de
regering in
handen
hebben, zijn
niet in
staat om het
probleem van
zedelijk
verderf,
armoede,
pauperisme
en
toenemende
misdaad op
te lossen.
Tevergeefs
ploeteren ze
om de handel
in het
algemeen op
een hechter
basis te
stellen.
Indien de
mensen meer
aandacht
zouden
schenken aan
de leer van
Gods Woord,
dan zouden
ze een
oplossing
vinden voor
de problemen
die hen nu
verbijsteren.
De Bijbel
geeft een
beschrijving
van de
wereld vlak
vóór de
wederkomst
van
Christus.
Van de
mensen die
door roof en
afpersing
grote
rijkdommen
hebben
vergaard,
staat
geschreven:
„Gij hebt
schatten
vergaderd in
de laatste
dagen. Zie,
het loon der
werklieden
die uw
landen
gemaaid
hebben, dat
door u
verkort is,
roept, en
het geschrei
dergenen die
geoogst
hebben, is
gekomen tot
in de oren
van de Here
Zebaoth. Gij
hebt
weelderig
geleefd op
de aarde en
wellusten
gevolgd, gij
hebt uw
harten
gevoed als
op een dag
der
slachting.
Gij hebt
veroordeeld,
gij hebt
gedood de
rechtvaardige,
en hij
wederstaal u
niet."
Jacobus
5:3-6.
Maar wie
leest de
waarschuwingen
die gegeven
worden door
de snel in
vervulling
gaande
tekenen der
tijden?
Welke indruk
maakt dat op
wereldlingen?
Welke
verandering
wordt er in
hun houding
gezien? Niet
meer dan
gezien werd
in de
houding van
de
wereldbewoners
ten tijde
van Noach,
Geheel
opgaande in
wereldse
zaken en
genoenens
“bemerkten
ze het niet,
totdat de
zondvloed
kwam en hen
allen
wegnam”.
Mattheüs 24
: 39. Ze
kregen
waarschuwingen
die van de
hemel
kwamen, maar
ze weigerden
er naar te
luisteren.
En heden
gaat de
wereld
haastig haar
eeuwige
ondergang
tegemoet,
absoluut
onverschillig
tegenover de
waarschuwende
stem Gods.
DE DAG DES
HEREN IS
NABIJ
De wereld is
vol onrust
door de
oorlogsgeest.
De profetie
van hel
elfde
hoofdstuk
van Daniël
is bijna tot
haar gehele
vervulling
gekomen.
Spoedig
zullen de
tonelen der
benauwdheid
waarvan in
de
profetieën
gesproken
wordt,
plaats
vinden.
„Zie, de
Here maakt
het land (N.V.:
de aarde)
ledig en Hij
maakt het
woest; en
Hij keert
zijn
gestaltenis
om, en Hij
verstrooit
zijn
inwoners....
Want zij
overtreden
de wetten,
zij
veranderen
de
inzetting,
zij
vernietigen
het eeuwig
verbond.
Daarom
verteert de
vloek hel
land, en die
daarin
wonen,
zullen
verwoest
worden....
De vreugde
der trommels
rust, het
geluid der
vrolijk
huppelenden
houdt op, de
vreugde der
harp rust."
Jesaja
24:1-8.
„Ach die
dag! want de
dag des
Heren is
nabij en zal
als een
verwoesting
komen van de
Almachtige
….. De
granen zijn
onder hun
kluiten
verrot, de
schathuizen
zijn
verwoest, de
schuren zijn
afgebroken,
want het
koren is
verdord. O,
hoe zucht
het vee! de
runderkudden
zijn
bedwelmd,
want zij
hebben geen
weide; ook
zijn de
schaapskudden
verwoest."
”De wijnslok
is verdord,
de vijgeboom
is flauw, de
granaalappelboom,
ook de
palmboom en
appelboom;
alle bomen
des velds
zijn
verdord, ja,
de
vrolijkheid
is verdord
van de
mensenkinderen."
Joel
1:15-18, 12.
“Mijn hart
maakt getier
in mij, ik
kan niet
zwijgen,
want gij,
rnijn ziel,
hoort het
geluid der
bazuin en
het
krijgsgeschrei.
Breuk op
breuk wordt
er
uitgeroepen,
want het
ganse land
is
verwoest.”Jeremia
4:19,20.
“k zag het
land aan, en
zie, het was
woest en
ledig; ook
naar de
hemel, en
zijn licht
was er niet.
Ik zag de
bergen aan,
en zie, zij
beefden en
al de
heuvelen
schudden.
Ik zag, en
zie, er was
geen mens,
en alle
vogelen des
hemels waren
weggevlogen.
Ik zag, en
zie, het
vruchtbare
land was een
woestijn, en
al zijn
steden waren
afgebroken."
Verzen
23-26.
„O wee! want
die dag is
zo groot dat
te er zijns
gelijke niet
geweest is;
en het is
een lijd van
benauwdheid
voor Jacob;
nochtans zal
hij daaruit
verlost
worden."
Jeremia
30:7.
ENKELE
GETROUWEN
Niet allen
in deze
wereld
hebben tegen
God de zijde
van de
vijand
gekozen.
Niet allen
zijn ontrouw
geworden. Er
zijn enkele
getrouwen
die God
gehoorzaam
blijven;
want
Johannes
schrijft:
„Hier zijn
ze die de
geboden Gods
bewaren en
het geloof
van Jezus."
Openbaring
14:12.
Spoedig zal
de strijd op
zijn hevigst
ontbranden
tussen
degenen die
God dienen
en degenen
die Hem niet
dienen.
Weldra zal
alles wat
geschokt kan
worden,
geschokt
worden,
opdat die
dingen,
welke niet
bewogen
kunnen
worden,
zullen
blijven.
Satan is een
ijverige
Bijbelonderzoeker.
Hij weet dat
zijn tijd
kort is en
hij probeert
op elk punt
tegen het
werk des
Heren op
deze aarde
in te gaan.
Het is
onmogelijk
enig
denkbeeld te
geven van de
belevenis
van Gods
volk, dat
leven zal op
aarde,
wanneer
hemelse
heerlijkheid
zal
samengaan
met een
herhaling
van de
vervolgingen
uit het
verleden.
Zij zullen
wandelen in
het licht
dat
afstraalt
van de troon
Gods. Door
middel van
de engelen
zal er een
aanhoudende
verbinding
zijn tussen
hemel en
aarde.
En Satan,
omringd door
boze engelen
en bewerende
God te zijn,
zal tal van
wonderen
doen om,
indien
mogelijk,
zelfs de
uitverkorenen
te
misleiden.
Het volk
Gods zal
zijn
veiligheid
niet vinden
in het doen
van
wonderen,
want Satan
zal de
wonderen die
gedaan
worden,
nadoen.
Gods
beproefd en
getoetst
volk zal
zijn kracht
vinden in
het teken
waarvan
gesproken
wordt in
Exodus
31:12-18.
Hun basis
moet zijn
het levende
woord; „Er
staat
geschreven."
Dit is het
enige
fundament,
waarop ze
veilig
kunnen
staan. Wie
hun verbond
met God
hebben
verbroken,
zullen in
die dag
zonder God
en zonder
hoop staan.
Zij, die God
aanbidden,
zullen
bijzonder
gekenmerkt
worden door
hun
standpunt
ten opzichte
van het
vierde
gebod, omdat
dit het
teken is van
Gods
scheppende
macht en het
getuigenis
van Zijn
aanspraak op
de eerbied
en het
eerbetoon
van de mens.
De
goddelozen
zullen
gekenmerkt
worden door
hun pogingen
om het
gedenkteken
van de
Schepper
neer te
halen en de
inzetting
van Rome te
verheerlijken,
in het
verloop van
de strijd
zal het
gehele
Christendom
verdeeld
worden in
twee grote
groepen, zij
die de
geboden Gods
bewaren en
hel geloof
van Jezus,
en zij die
het beest en
zijn beeld
aanbidden
en zijn
merkteken
ontvangen.
Hoewel kerk
en staat hun
kracht
zullen
verenigen om
allen
„kleinen en
groten, en
rijken en
armen, en
vrijen en
dienstknechten"
te dwingen
het
merkteken
van het
beest te
aanvaarden,
zo zal
nochtans het
volk Gods
dat niet
aanvaarden.
Openbaring
13:16.
De Ziener
van Patrnos
zag „hen die
de
overwinning
hadden van
het beest en
van zijn
beeld, en
van zijn
merkteken en
van het
getal van
zijn naam,
welke
stonden aan
de glazen
zee,
hebbende de
citers
Gods", en
zij zongen
het gezang
van Mozes en
van het Lam.
Openbaring
15 : 2.
Zware
beproevingen
en
verdrukkingen
staan het
volk Gods te
wachten. De
oorlogsgeest
zweept de
volken op
van het ene
einde der
aarde tot
het andere.
Maar te
midden van
de tijd der
benauwdheid
die te komen
staat — een
tijd der
benauwdheid
zoals niet
geweest is
sinds er een
volk bestaan
heeft — zal
Gods
uitverkoren
volk
onbewogen
staan. Satan
en zijn
heirscharen
kunnen hen
niet
vernietigen,
want
engelen,
uitmuntende
in kracht,
zullen hen
beschermen.
De
oordelen
Gods.
De Here
onttrekt aan
de aarde
Zijn
breidelende
kracht en
spoedig zal
er dood en
vernieling,
toenemende
misdaad, en
wreedheden
zijn
tegenover
de rijken
die zich zo
boven de
armen
verheven
hebben. Wie
zonder Gods
bescherming
staan,
zullen, in
welke plaats
of positie
zij zich ook
bevinden,
geen
veiligheid
vinden.
Menselijke
werktuigen
worden
opgeleid en
gebruiken
hun
vindingrijke
kracht om
hun
machtigste
mechanisme
in werking
te stellen
ten einde te
wonden en te
doden —
(1904,
8.Test. blz.
50.)
Spoedig
zullen onder
de volken
zich zware
moeilijkheden
voordoen —
een tijd der
benauwdheid
die zal
duren tot
Jezus komt.
Als nooit te
voren moeten
we ons
aaneensluiten
en Hem
dienen Die
Zijn troon
in de
hemelen
heeft
toebereid en
Wiens
Koninkrijk
heerst over
allen. God
heeft Zijn
volk niet
verlaten en
onze kracht
ligt daarin
dat wij Hem
niet
verlaten.
De oordelen
Gods zijn in
het land. De
oorlogen en
oorlogsgeruchten,
de
vernietiging
door brand
en
overstroming,
zeggen
duidelijk
dat de tijd
der
benauwdheid,
die, tot het
einde komt,
steeds
zwaarder zal
worden, zeer
dicht nabij
is. — (Review
and Herald,
24 nov.
1904).
Een
uitverkoren
geslacht.
Gods Woord
tot Zijn
volk luidt:
„Gaat uit
het midden
van hen en
scheidt u
af.... en
raakt niet
aan hetgeen
onrein is,
en Ik zal
ulieden
aannemen. En
Ik zal u tot
een Vader
zijn, en gij
zult Mij tof
zonen en
dochteren
zijn."
„Gij zijt
een
uitverkoren
geslacht,
een
koninklijk
priesterdom,
een heilig
volk, een
verkregen
volk, opdat
gij zoudt
verkondigen
de deugden
Desgenen Die
u uit de
duisternis
geroepen
heeft tot
Zijn
wonderbaar
licht.” 2
Corinthiërs
6:17, 18:1
Petrus 2:9.
Gods volk
moet zich
kenmerken
als een volk
dat Hem
trouw en van
ganser harte
dient, geen
eer voor
zichzelf
opeist, en
gedenkt dat
het zich
door een
plechtig
verbond
verbonden
heeft om de
Here en Hem
alleen te
dienen.
“De Here
sprak tot
Mozes,
zeggende:
Gij nu,
spreek tot
de kinderen
Israëls,
zeggende:
Gij zult
evenwel Mijn
Sabbatten
onderhouden;
want dit is
een teken
tussen Mij
en tussen
ulieden, bij
uw
geslachten,
opdat men
wete dat ik
de Here ben
Die u
heilig:
Onderhoudt
dan de
Sabbat,
dewijl hij
ulieden
heilig is;
wie hem
ontheiligt
zal
zekerlijk
gedood
worden; want
een ieder
die daarop
enig werk
doet, die
ziel zal
uitgeroeid
worden uit
het midden
harer
volken. Zes
dagen zal
men hei werk
doen, doch
op de
zevende dag
is de Sabbat
der rust,
een
heiligheid
des Heren;
wie op de
Sabbatdag
arbeid doet,
zal
zekerlijk
gedood
worden. Dat
dan de
kinderen
Israëls de
Sabbat
houden, de
Sabbat
onderhoudende
in hun
geslachten,
tot een
eeuwig
verbond. Hij
zal tussen
Mij en
tussen de
kinderen
Israëls een
teken in
eeuwigheid
zijn,
dewijls de
Here in zes
dagen de
hemel en de
aarde
gemaakt en
op de
zevende dag
gerust en
Zich
verkwikt
heeft."
Exodus
31:12-17.
Kenmerken
deze woorden
ons niet als
het volk dat
naar God
genoemd is?
en zeggen ze
ons niet dat
zo lang als
de tijd
duurt wij de
geheiligde,
kerkelijke
onderscheiding
die ons
gegeven is,
moeten
eerbiedigen?
De kinderen
Israëls
moesten de
Sabbat
onderhouden
in hun
geslachten
“tot een
eeuwig
verbond”. De
Sabbat heeft
van zijn
betekenis
niets
verloren.
Hij is nog
steeds het
teken tussen
God en Zijn
volk en dat
zal hij
blijven in
alle
eeuwigheid.
(E.G.White -
9.Test.
p.11-18 of
Schatk. III,
blz.288-296)