Wanneer ik
hoor van de
verschrikkelijke
rampen die
week in week
uit gebeuren,
vraag ik
mijzelf af:
Wat hebben
deze dingen te
betekenen? De
ergste
onheilen
voltrekken
zich in een
snelle
opeenvolging.
Hoe vaak horen
we van
aardbevingen
en
wervelstormen,
van
verwoesting
door brand en
overstroming,
met een groot
verlies aan
mensenlevens
en
bezittingen!
Ogenschijnlijk
zijn deze
rampen
grillige
uitbarstingen
van
gedesorganiseerde,
ongebreidelde
natuurkrachten,
maar toch kan
daarin Gods
bedoeling
worden
gelezen. Ze
behoren tot de
middelen
waardoor Hij
probeert om
mannen en
vrouwen te
wijzen op het
gevaar waarin
zij verkeren.
De komst van
Christus is
dichter bij
dan toen wij
begonnen te
geloven. De
grote strijd
nadert zijn
einde. De
oordelen Gods
zijn in het
land. Zij
verkondigen
een ernstige
waarschuwing,
zeggende: „Zijt
ook gij
bereid; want
in welke ure
gij het niet
meent, zal de
Zoon des
mensen komen."
Mattheüs
24:44.
Maar er zijn
zo heel velen
in onze
gemeenten die
weinig weten
van de
werkelijke
betekenis van
de waarheid
voor deze
tijd. Ik doe
een beroep op
hen om de
vervulling
van de tekenen
der tijden,
die zo
duidelijk
zeggen dat
het einde
nabij is, niet
gering te
achten. O, hoe
velen die de
zaligheid
hunner ziel
niet hebben
gezocht,
zullen spoedig
de bittere
klacht uiten:
“De oogst is
voorbijgegaan,
de zomer is
ten einde; nog
zijn wij niet
verlost!”
Wij leven in
de slottonelen
van de
geschiedenis
dezer aarde.
De profetie is
zo goed als
vervuld. De
uren der
genade zijn
bijna voorbij.
Wij hebben
geen tijd,
zelfs geen
moment te
verliezen.
Laten we op
wacht niet
slapende
worden
gevonden. Laat
niemand in
zijn hart of
door zijn
werken zeggen:
“Mijn Here
vertoeft te
komen.” Laat
de boodschap
van Christus'
spoedige
wederkomst in
ernstige
waarschuwingswoorden
weerklinken.
Laten we
overal mannen
en vrouwen
overreden dat
ze zich
bekeren om de
komende
gramschap te
ontvluchten.
Laten we er
bij hen op
aandringen dat
ze
onmiddellijk
met hun
voorbereiding
beginnen, want
we weten zo
weinig wat
vóór ons ligt.
Laten
predikanten en
leken -leden
uitgaan in de
rijpende
velden om de
lauwen en
onverschilligen
te zeggen dat
ze de Here
moeten zoeken
zo lang Hij te
vinden is. De
arbeiders
zullen hun
oogst vinden,
waar zij de
vergeten
waarheden van
de Bijbel maar
verkondigen.
Zij zullen
diegenen
vinden die de
waarheid
willen
aannemen en
hun leven
willen wijden
aan het winnen
van zielen
voor Christus.
De Here zal
spoedig komen,
en wij moeten
voorbereid
zijn om Hem in
vrede te
ontmoeten.
Laten we vast
besloten zijn
om alles te
doen wat we
kunnen om de
mensen om ons
heen de
boodschap te
brengen. We
moeten niet
terneergeslagen
maar opgewekt
zijn en steeds
moeten we de
Here Jezus
voor ogen
houden. Hij
zal spoedig
komen en wij
moeten in
alles
voorbereid op
Zijn
verschijning
wachten.
O, hoe
heerlijk zal
het zijn Hem
te zien en te
worden
verwelkomd als
Zijn
verlosten!
Wanneer we de
Koning in Zijn
schoonheid
maar kunnen
zien, zal dat
een eeuwige
zegen voor ons
inhouden. Ik
heb het gevoel
alsof ik
luidkeels
moest
uitroepen: “We
zijn op de
thuisreis!”
Wij naderen de
tijd dat
Christus zal
komen in
kracht en
grote
heerlijkheid
om Zijn
verlosten mee
te nemen naar
hun eeuwig
tehuis….
In het grote
afsluifingswerk
zullen we te
kampen hebben
met
moeilijkheden,
zonder te
weten hoe er
uit te komen;
maar laten we
niet vergeten
dat de drie
grote machten
des hemels aan
het werk zijn,
dat een
goddelijke
hand het
stuurrad
houdt, en dat
God Zijn
beloften zal
nakomen. Hij
zal uit de
wereld een
volk
vergaderen dat
Hem in
gerechtigheid
wil dienen.
Het
scheppingswerk
kan nooit
worden
verklaard door
de wetenschap.
Welke
wetenschap kan
de
verborgenheid
van het leven
verklaren?
De theorie dat
God de stof
niet schiep
toen Hij de
wereld in het
aanzijn riep,
is zonder
grond. In het
scheppen van
onze wereld
was God
helemaal niet
aangewezen op
reeds
bestaande
stof.
Integendeel,
alle dingen,
stoffelijk en
geestelijk,
verschenen
voor de Here
Jehova op Zijn
stem en werden
geschapen naar
Zijn
bedoeling. De
hemelen en al
de heirscharen
daarin, de
aarde en alles
wat ze bevat,
zijn niet
enkel het werk
Zijner handen,
ze kwamen tot
aanzijn door
de adem van
Zijn mond.
„Door het
geloof
verstaan wij,
dat de wereld
door het woord
Gods is
toebereid,
alzo dat de
dingen die men
ziet, niet
geworden zijn
uit dingen die
gezien
worden."
Hebreeën 11 :
3.
(E.G.White,
8.Test.p
252-259 of
Schatk. III,
blz.262-265)