You are home- www.agp-internet.com/react- ellenwhite.nl.nu - Themasite Ellen G. White
Eerste Geschriften -  Oneerbiedigheid (29) <> Eerste Geschriften -  Valse herders (30) <> Eerste Geschriften -  Gods gift aan de mens (31)
 

Valse herders     (30)

Mij werd getoond, dat de valse herders dronken waren, maar niet van wijn. Zij waggelen, maar niet van sterke drank. Gods waarheid is verzegeld voor hen, zij kunnen die niet lezen. Wanneer hen gevraagd wordt, wat de zevendedag Sabbat is, of het de ware Sabbat van de Bijbel is of niet, dan laten zij hen het oog op fabels richten. Ik zag dat dit profeten waren zoals de vossen van de woestijn. Zij zijn in de bressen niet opgetreden, zij hebben de muren niet toegemuurd voor het huis Israëls om in de strijd te staan, ten dage des Heren. Wanneer enigen verontrust worden en zij deze valse leraars over de waarheid beginnen te ondervragen, dan volgen zij de gemakkelijkste en beste manier om hun doel te bereiken en de harten van hen, die onderzoeken willen tot rust te brengen. Zij veranderen zelfs hun eigen stelling om hun doel te bereiken. Het licht heeft op veel van deze herders geschenen, maar zij wilden het niet erkennen en hebben hun stelling verscheidene malen veranderd om de waarheid te ontgaan en weg te komen van besluiten, waar zij toe moesten komen, wanneer zij hun vorige stelling waren blijven innemen. De kracht van de waarheid heeft hun fundament verbroken, maar in de plaats van toe te geven, namen zij de toevlucht tot een ander platform, waarmee zijzelf  niet tevreden waren.

 

Ik zag dat vele van deze herders de vroege leringen van God ontkend hadden. Zij hadden de heerlijke waarheden ontkend en verworpen, die zij eens ijverig voorgestaan hadden en zichzelf bedekt met mesmerisme en allerlei dwalingen. Ik zag dat zij dronken waren door dwaling en de kudde op de weg des doods leidden. Vele van de tegenstanders van Gods waarheid bedenken onrecht op hun leger en overdag voeren zij hun boze plannen uit om de waarheid te onderdrukken en iets nieuws uit te brengen om de mensen belang in te boezemen en hun gedachten van de kostbare, hoogst gewichtige waarheid af te trekken.

Ik zag dat de priesters, die hun kudde leiden op de weg des doods, spoedig tot staan gebracht zullen worden in hun vreselijke loopbaan. Gods plagen zijn aan het komen, maar het zal niet voldoende zijn voor de valse herders gemarteld te worden met een of twee van deze plagen. Gods hand zal in die tijd uitgestrekt zijn in toorn en gerechtigheid en Hij zal die niet terugtrekken, voordat Zijn raadslagen volkomen uitgevoerd zijn en de huurling priesters ertoe gebracht zijn te aanbidden aan de voeten van de heiligen en te erkennen, dat God hen heeft liefgehad, omdat zij zich aan de waarheid hebben vastgehouden en Gods geboden bewaard hebben; en totdat de onrechtvaardigen verdaan zijn van de aarde.

 

De verschillende partijen van belijdende Advent gelovigen hebben alle een weinig van de waarheid, maar God heeft al deze waarheden gegeven aan zijn kinderen, die voorbereid worden op de dag des Heren. Hij heeft hun ook waarheden gegeven, die geen van deze partijen kennen en ook niet zullen verstaan. De dingen, die voor hen verzegeld zijn, heeft de Heer geopenbaard aan hen, die zien willen en die klaar zijn om te verstaan. Indien God enig nieuw licht heeft mede te delen, zal Hij het Zijn uitverkorenen en geliefden doen verstaan, zonder dat zij hun verstand laten richten door te luisteren naar hen, die in duisternis en dwaling verkeren.

Mij werd de noodzakelijkheid getoond, dat zij, die geloven dat wij de laatste boodschap van genade hebben, afgezonderd zouden staan van hen, die dagelijks nieuwe dwalingen indrinken. Ik zag, dat noch de jongeren, noch de ouderen hun bijeenkomsten moeten bijwonen, want het is verkeerd hen op die wijze aan te moedigen, terwijl zij dwalingen leren, die een dodelijk gif zijn voor de ziel, leringen leren, die geboden van mensen zijn. De invloed van zulke bijeenkomsten is niet goed. Indien God ons uit zulke duisternis en dwaling getrokken heeft, behoren wij te staan in de vrijheid, waarmee Hij ons vrijgemaakt heeft en ons te verheugen in de waarheid. God neemt het ons kwalijk als wij naar dwaling gaan luisteren, zonder dat wij verplicht zijn te gaan, want tenzij Hij ons zendt naar die bijeenkomsten, waar dwaling moedwillig aan de mensen wordt opgedrongen, zal Hij ons er niet voor bewaren. De engelen geven hun waakzame zorg voor ons op en wij worden overgelaten om door de vijand met vuisten geslagen en door hem en de macht van zijn boze engelen in duisternis gedompeld en verzwakt te worden; en het licht dat rondom ons schijnt, wordt met duisternis besmet.

 

Ik zag dat wij geen tijd hebben te verspillen door naar fabels te luisteren. Onze gedachten moeten niet op die manier worden afgetrokken, maar behoren bezig te zijn met de tegenwoordige waarheid, en naar wijsheid te zoeken, opdat wij een beter verstand mogen verkrijgen over de stelling die wij innemen, dat wij bereid mogen zijn tot verantwoording uit de Schriften, van de hoop die in ons is, met zachtmoedigheid. Terwijl valse leerstellingen en gevaarlijke dwalingen aan ons opgedrongen worden, kunnen onze gedachten zich niet bezighouden met de waarheid, die het huis van Israël moet uitrusten en klaarmaken in de strijd te staan ten dage des Heren. (Eerste Geschriften - E.G.White)