Wij weten dat een persoonlijke ontmoeting niet heeft plaatsgevonden tussen de Heer en Paulus tijdens Zijn openbaar leven.
Paulus schrijft daarover in zijn brieven.
Hij was een geestelijke schrijver. Dat zouden alle gelovigen moeten zijn door onze levenshouding naar buiten toe. En het kan best.
In 1 korintiers hoofdstuk 15, begint Paulus de gelovigen te verzekeren dat het evangelie door hem verkondigd, in staat is, hen, te behouden voor het eeuwig leven, tenzij, het van harte is aangenomen.
Daarom blijft het belangrijk dat wij, het Woord met een gevoelig hart ontvangen, een hart dat de invloeden van het Woord hartelijk wil ontvangen.
De kern van zijn boodschap mag ook de kern van ons geloof zijn, namelijk, dat de Heer Jezus, gestorven, begraven en verrezen is.
Als christenen zijn wij dankbaar dat wij ongetwijfeld blijven geloven in een levende Heiland.
Door het geloof in Zijn verrijzenis uit het graf zullen wij, die volhardend hierin geloven, opstaan uit het graf met een onvergankelijk lichaam, bij Zijn wederkomst.
Wij moeten werkelijk heel dankbaar zijn, en blijven, dat wij, niet heel veel, maar alles betekenen voor onze Heiland.
Daarom, verzoeken wij aan de Heilige Geest ons hart, zo gericht te houden op Gods liefde voor de mensheid, dat wij bereid zijn, onze harten aan Hem te geven.
In de Heer Jezus, hebben wij ons bestaan.
Als de blijde boodschap ons dagelijks bezielt, zijn wij, dank zij Gods goedertierenheid, voor altijd gereed.
Gods liefde en barmhartigheid zijn grenzeloos.
Amen
|