1. Waar is Abram geboren ?
Kanaän
Egypte
Ur der Chaldeeën
2. Hoe heette de vader van Abram ?
Noach
Lot
Terach
3. Waarom ging Abram naar Kanaän ?
Daar was werk genoeg.
God vroeg het aan hem.
Er woonde al familie van hem.
4. Hoe heette de vrouw van Abram ?
Rebekka
Rachel
Saraï
5. Waarom gingen Abram en Sarai naar Egypte ?
Er was hongersnood in Kanaän.
Ze gingen met vakantie.
Daar was veel geld te verdienen.
6. Met wie krijgt Abram in Egypte moeilijkheden ?
met zijn knechten.
met de Farao.
met zijn neef Lot.
7. Ze gaan terug naar Kanaän. Waar gaat Lot wonen ?
In de Jordaanstreek.
aan de kust
in het gebergte.
8. Iemand brengt Abram bericht. Hij zegt: ................
Het gaat goed met Lot.
Lot is gestorven.
Lot is gevangen genomen.
9. Abram heeft geen kinderen. Aan wie vertelt hij zijn zorgen ?
aan God.
aan de buren.
aan de familie.
10. God zegt tegen Abram: .................
Er komt wel een oplossing.
Je nageslacht zal groot zijn.
Laat de mensen maar praten.
11. Saraï blijft onvruchtbaar. Wie wordt Abrams 2e vrouw ?
Hagar
Rachel
Zilpa
12. Abram en Hagar krijgen een zoon. Ze noemen hem .........
Lot
Isaak
Ismaël
13. Abram en Saraï krijgen een nieuwe naam. Welke namen ?
Ibram en Sora
Abraham en Sara
Aram en Soraja
14. God gaat de mensen in Sodom verdelgen. Wat doet Abraham ?
Hij bidt voor die mensen.
Hij waarschuwt die mensen.
Het kan hem niets schelen.
15. Abraham en Sara krijgen eindelijk een zoon. Abraham is dan ......
80 jaar.
90 jaar.
100 jaar.
16. Waar moet Abraham Isaak offeren ?
op de berg Sinaï.
op de berg Karmel.
op de berg Moria.
17. Door het nageslacht van Abraham zullen alle volken ............
in Europa gezegend worden.
op aarde gezegend worden.
in Afrika gezegend worden.
18. Isaak trouwt met .........
Rebekka
Rachel
Bilha
19. 20 jaar later wordt er een tweeling geboren.
Kaïn en Abel
Ruben en Simeon
Esau en Jakob
20. Esau verkoopt aan Jakob ..........
300 schapen.
het eerstgeboorterecht.
150 kamelen.
21. Jakob steelt van Esau ........
een kameelzadel.
de vaderlijke zegen.
20 schapen.
22. Jakob vlucht naar Haran. Daar woont ............
Noach
Laban
Abimelek
23. Onderweg heeft Jakob een droom. Waar ?
in Betel.
in Hebron.
in Jeruzalem.
24. Jakob trouwt met 4 vrouwen en krijgt .........
10 zonen.
12 zonen.
14 zonen.
25. Jakob keert terug naar Kanaän. Hij krijgt een andere naam. Welke ?
Efraïm
Gideon
Israël
|