14-07-2004 "Hoor mij stem, Oh Heer"
Psalm 64
Er zijn heel wat psalmen die mij bezonder dicht aan het hart gaan. David en de andere psalmnisten konden heel goed hun persoonlijk relatie verwoorden in gedicht met melodie. Net zoals getuigenissen van mensen altijd mooi en interessant zijn om te beluisteren. In de Engelstalige vertaling (CEV) staat boven de psalm "Celebrate because of the Lord".
Las gisteravond een studie van over het belang van dankbetoon tonen aan God - niet zo zeer voor de onverklaarbare en wonderbaarlijke zaken - maar juist voor het gewone, het halen van de metro, een veilige treinrit, vriendelijke collega's, het betere eten in de kantine dan op andere momenten in de week. Voor die vertraging met de trein, zodat je een andere weg nam, zodat je de ene oude kennis van jaren terug weer eens tegenkwam. Er is zoveel om dankbaar voor te zijn. Zoveel om tegen God te kunnen zeggen, voordat de dag echt begint, "Dank U".
14 juli 2004
De Isrealieten die met Mozes vanuit Egypte gingen naar het beloofde land in Kanaan, morden en klaagden een groot deel van de reis. Zoveel dat men niet eens doorhad welke wonderen God deed onderweg (vuurkolom, tien geboden, kwakels, manna....) Soms kijken wij (en zelfs ik) alleen naar alle problemen en zorgen om ons een, dat alleen het meest spectaculaire wonder van God ons doet wakker schudden. Maar als je het rustig aan doet (moet doen!), dan merk je die 'kleine dagelijkse onopvallende toch heel wat beteken. vandaag een minuut of wat gekeken hoe een mus 20 meter over de rails zat huppelen net als het een trein was. Genoten van de regen, ja óók in deze wat natte zomer. Genoten van de bewolking de voor de zon dreef, maar gelukkig ook weer plaats maakte voor de zon. Genieten van al hetgeen God gemaakt heeft. Ik zou kunnen klagen omdat die mus, wellicht een vertraging zou kunnen veroorzaken, ik zou kunnen klagen voor het slechte weer, ik zou kunnen klagen en klagen, voor duizend-en-een problemen, zorgen.
Maar waarom zou je.. "Celebrate because of the Lord"
Psalm 64
2 Mijn God, luister naar mij,
u klaag ik mijn nood.
Vijanden jagen me angst aan,
bescherm mijn leven,
3 bewaar mij voor hun gekonkel en hun laster.
Verberg me voor die misdadigers.
4 Hun tong is scherp als een zwaard,
als pijlen zijn hun kwetsende woorden.
5 En ze richten op eerlijke mensen
vanuit een hinderlaag;
plotseling blijk je getroffen.
Ze hebben nergens ontzag voor.
6 Ze hitsen elkaar op,
in het geheim zetten ze hun strikken.
Ze menen dat niemand het ziet.
7 Ze broeden op misdaad,
ze zeggen:
‘Dit is een goed plan,
wij staan voor niets.’
8 Maar God richt op hen zijn pijlen
en plotseling blijken zij zelf gewond.
9 Hun scherpe tong bracht hen ten val,
iedereen ziet het
en schudt verbijsterd het hoofd.
10 Nu hebben alle mensen ontzag voor God,
ze vertellen wat hij gedaan heeft,
beseffen hoe hij te werk gaat.
11 De rechtvaardigen zijn blij,
want bij de Heer zijn ze veilig;
wie oprecht zijn,
prijzen zich gelukkig.