"Blijf in Mij, en Ik in u. "
Wij behoeven steeds een nieuwe openbaring van Christus, een dagelijkse ervaring, die in overeenstemming is met Zijn leer. Hoge en heilige mogelijkheden liggen bimien ons bereik. Gods doel voor ons is een voortdurende vooruitgang in kennis en deugd. Zijn wet is de echo van Zijn eigen stem, die allen uitnodigt: "Komt hoger op, weest heilig, steeds heiligen" Iedere dag kminen wij vorderingen maken in de vervolmaking van het christelijke karakter.
Zij die betrokken zijn bij de dienst voor de Meester hebben een veel hogere, diepere en bredere ervaring nodig dan velen ooit hadden gedacht. Velen die reeds lid zijn van Gods grote gezm, weten weinig van wat het betekent Zijn heerlijkheid te aanschouwen en veranderd te worden van heerlijkheid tot heerlijkheid. Velen hebben een vage opvatting van de uitne- mendheid van Christus en hun hart is ontroerd van vreugde. Zij verlangen naar een voller, dieper besef van de liefde van de Heiland. Laat hen elk verlangen koesteren dat de ziel naar God heeft. De Heilige Geest werkt met wie bewerkt wil worden. Hij vonnt hen die gevonnd willen worden, modelleert hen die gemodelleerd willen worden. Oefen u in geestelijk denken en heilige gemeenschap. U hebt nog maar de eerste stralen gezien van het vroege gloren van Zijn heerlijkheid. Als u voortgaat de Here te kemien, zult u ervaren dat "het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag." (1)
De Vreugde des Heren
"Dit heb Ik tot u gesproken," zei Christus, "opdat Mijn blijdschap in u zij en uw blijdschap vervuld worde." (2) Christus zag het resultaat van Zijn zending altijd voor Zich. Zijn aards leven, zo vol moeite en zelfopoffering, werd opgevrolijkt door de gedachte dat al dit werk niet voor niets zou zijn. Door Zijn leven te geven voor het leven van de mens, zou Hij in de mensheid het beeld van God herstellen. Hij wil ons uit het stof opheffen en ons karakter hervonnen naar het patroon van Zijn eigen karakter en het verfraaien met Zijn eigen heerlijkheid.
Christus zag het resultaat van Zijn moeitevol lijden en was voldaan. Hij overzag de uitgestrektheid van de eeuwigheid en zag het geluk van hen die door Zijn vemedering vergiffenis en het eeuwige leven zouden krijgen. Hij werd om onze overtre- dingen doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden. Hij hoorde het juichen van de verlosten. Hij hoorde de viijgekochten het lied van Mozes en het lied van het Lam zingen, ofschoon de zonden der wereld zwaar op Zijn onschuldige ziel zouden drukken, ofschoon de schaduw van een onuitsprekelijk wee op Hem rustte, toch om de vreugde, welke vóór Hem lag, heeft Hij dit alles op Zich genomen, zonder de schande te achten.
Deze vreugde moeten al Zijn volgelingen delen. Hoe groot en heerlijk het hiemamaals ook is, ons loon is niet helemaal gereserveerd voor de tijd van de uiteindelijke verlossing. Zelfs hier moeten wij door het geloof in de vreugde van de Verlosser delen. Zoals Mozes moeten wij doorzetten, ziende op de Onzienlijke.
Wij hebben een strij dende kerk. Nu worden wij geconfronteerd met een wereld in duistemis, bijna geheel overgegeven aan afgodendienst. Maar de dag komt, waarop de strijd gestreden zal zijn en de overwimiing behaald. De wil van God moet op de aarde geschieden zoals in de hemel. De geredden onder de mensen zullen geen andere wet kemien dan de wet van de hemel. Allen zullen een gelukkige, verenigde familie zijn, bekleed met de klederen van lof en dankzegging - het kleed van Christus” gerechtigheid. De gehele natuur in haar weergaloze lieflijkheid zal God haar hulde bieden in lofprijzing en aanbidding. De wereld zal baden in het licht van de hemel. Het licht van de maan zal zijn als het licht van de zon, en het licht van de zon zal zevenvoudig toenemen. De jaren zullen in blijdschap verstrijken. Over dit tafereel zullen de morgensterren tezamen zingen en de zonen Gods zullen juichen van vreugde, terwijl God en Christus Zich zullen verenigen in de verkondiging: "Er zal geen zonde meer zijn, noch dood zal er meer zijn." Deze visioenen van de toekomende heerlijkheid die ons geschilderd zijn door de hand van God, zouden Zijn kinderen dierbaar moeten zijn.
Sta op de drempel van de eeuwigheid en hoor het liefelijke welkom dat hen bereid wordt, die in dit leven met Christus hebben samengewerkt en het als een voorrecht en eer hebben beschouwd om in Zijn dienst te lijden. Met de engelen werpen zij hun kronen aan de voeten van de Verlosser, terwijl zij uitroepen: "Waardig is het Lam dat geslacht werd, om te ontvangen, de macht, en de rijkdom en de wijsheid, en de sterkte en de eer, en de heerlijkheid en de lof. Hem die op de troon is gezeten en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in eeuwigheden." (3)
Daar begroeten de geredden hen, die hen op de verheven Verlosser gewezen hebben. Zij verenigen zich in lofprijzingen voor Hem die stierf, opdat de mens dat leven zou bezitten dat zich meet naar het leven van God. De strijd is voorbij. Alle verwarring en twist is beëindigd. Overwinningsliederen vervullen de hemelen als de geredden rondom de troon van God staan. Allen nemen de vreugdevolle melodie over: "Waardig, waardig is het Lam dat geslacht werd, en ons verzoend heeft met God." Daama zag ik en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stam en taal en natie stond voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen.
En zij riepen met luide stem en zeiden: "De zaligheid is van onze God, die op de troon gezeten is en van het Laml" (4) ._ "Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking, en zij hebben hun gewaden gewassen, en die wit gemaakt in het bloed van het Lam. Daarom zijn zij voor de troon van God en vereren Hem dag en nacht in Zijn tempel; en Hij, die _op de troon gezeten is, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbromien des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen." (5) "En de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbij gegaan." (6) .
Wij moeten dit visioen van ongeziene dingen altijd voor ogen houden. Hierdoor zullen wij in staat zijn de juiste waarde van de eeuwige en tijdelijke dingen te schatten. Dit zal ons kracht geven om anderen te beïnvloeden voor een hoger leven.
Op de Berg met God
"Kom op tot Mij op de Berg," gebiedt God ons. Voordat Mozes Gods instrument kon zijn om Israël te bevrijden, werden hem veertig jaren van gemeenschap met Hem toegewezen in de eenzaamheid van de bergen. Vóór het brengen van Gods boodschap aan de Farao, sprak hij met de engel in het brandende braambos. Vóór het ontvangen van Gods wet als vertegenwoor- diger van Zijn volk, werd hij de berg op geroepen en aanschouwde Gods heerlijkheid. Vóórdat hij rechtsprak over de afgodendie- naars, werd hij in een rotsspleet verborgen en God zei: "lk zal de naam des Heren voor u uitroepen." (7) "Barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw... maar houdt de schuldige zeker niet onschuldig." (8) Vóór hij zijn leven met zijn lasten voor Israël neerlegde, riep God hem naar de top van de berg Pisga en toonde hem de heerlijkheid van het beloofde land.
Vóór de discipelen aan hun zending begormen, werden zij door Jezus de berg op geroepen. Vóór de macht en heerlijkheid van Pinksteren kwam de nacht van gemeenschap met de Verlosser, de vergadering op de berg in Galilea, het afscheids- tafereel op de Olijfberg met de beloften van de engel, en de dagen van gebed en gemeenschap in de bovenzaal.
Jezus placht zich in de voorbereiding voor een grote beproeving of een belangnjk werk terug te trekken in de eenzaamheid van de bergen en de nacht in gebed met Zijn Vader door te brengen. Er ging een nacht van gebed vooraf aan de uitzending van de apostelen en aan de Bergrede, aan de verheerlijking, aan de verschrikkmg van de rechtszaal en het kniis en de heerlijkheid van de opstanding.
Het Voorrecht van het Gebed
Ook wij moeten vastgestelde tijden hebben voor meditatie en' gebed en voor het ontvangen van geestelijke vemieuwing. Wij waarderen de kracht en uitwerking van het gebed niet zoals het behoort. Gebed en geloof zullen doen wat geen macht op aarde tot stand kan brengen. Wij worden maar zelden in alle opzichten tweemaal in dezelfde positie geplaatst. Wij hebben voortdurend nieuwe omstandigheden en nieuwe problemen te doorstaan en daarbij is voorgaande ervaring geen voldoende gids. Wij moeten steeds nieuw licht van God ontvangen. Christus is altijd bezig nieuwe boodschappen te sturen naar hen die naar Zijn stem luisteren. In de nacht van verschrikking in Gethsémane hoorden de slapende discipelen de stem van Jezus niet. Zij hadden een vaag besef van de aanwezigheid van de engel, maar misten de kracht en de heerlijkheid van het tafereel. Door hun slaperigheid en gevoelloosheid misten zij volledig de belevenis die hun zielen zou hebben voorbereid voor de verschrikkelijke tonelen die voor hen lagen. Zo is het ook vandaag de dag dat juist die mensen, die goddelijke aanwijzing zo nodig hebben, dikwijls in gebreke blijven die te ontvangen, omdat zij zich niet met de hemel in verbinding stellen.
De verleidingen waaraan wij dagelijks blootgesteld zijn, maken het gebed tot een noodzaak. Gevaren omringen ons overal. Wie anderen willen redden van ondeugd en ondergang zijn bijzonder blootgesteld aan verleidingen. Omdat zij voortdurend in contact met het kwaad staan, hebben zij een vaste greep op God nodig, teneinde niet zelf verstrikt te raken. Het zijn korte en besliste stappen die van hoge, heilige grond naar lagere niveaus leiden. In een kort besluit kan iemands toestand voor altijd bepaald worden. Een gebrek dat niet overwomien wordt, laat de ziel onbeschennd. Een verkeerde gewoonte, niet fenn weerstaan, zal veranderen in een stalen keten die de gehele persoon bindt. De reden waarom zovelen aan zichzelf lijken te zijn overgelaten in tijden van verzoeking, is dat zij zich de Here niet altijd voor ogen houden. Wamieer wij toelaten dat onze verbinding met God verbroken wordt, is onze beschemring verdwenen. Niet alleen onze goede bedoelingen en goede plannen zullen ons in staat stellen het kwade te weerstaan. Wij moeten mannen en vrouwen van gebed zijn. Uw smekingen moeten niet vaag, zo nu en dan eens en ongeregeld zijn, maar emstig, volhardend en onophoudelijk. Het is niet altijd nodig om op de knieën te gaan om te bidden. Kweek de gewoonte aan met uw Verlosser te praten als u alleen bent, wanneer u wandelt als u het dnik hebt met uw dagelijks werk. Houdt uw hart opgeheven in voortdurende, stille smeking om hulp, om licht en kracht, om kemiis. Laat iedere ademtocht een gebed zijn.
Als werkers voor God moeten wij de mensen bereiken waar zij zijn, omringd door duisternis, in het kwade verzonken en doordrerikt met ondeugd. Maar wanneer we onze aandacht gevestigd houden op Hem, die ons een zon en schild is, zal het kwaad dat ons omringt, niet één smet op ons kleed werpen. Als wij werken om zielen te redden die gereed zijn om verloren te gaan, zullen wij niet te schande gemaakt worden als we op God ons vertrouwen stellen. Christus in het hart en Christus in het leven, dat is onze veiligheid. De atmosfeer van Zijn aanwezigheid vult de ziel met een afl<eer van alles wat kwaad is. Onze geest kan zo met Hem vereenzelvigd zijn, dat wij in gedachten en streven één met Hem zijn.
Het was door geloof en gebed dat Jakob, eerst een man met zwakheden en zondige neigingen, een vorst van God werd. Op die wijze kunt u mannen en vrouwen worden met een hoog doel, een nobel leven, mannen en vrouwen, die niet door enige bedenkingen van de waarheid, het recht en de gerechtigheid worden afgetrokken. Allen gaan gebukt onder de druk van dringende zorgen, lasten en plichten, maar hoe moeilijker uw omstandigheden zijn en hoe zwaarder uw lasten, hoe meer u Christus nodig hebt.
Het is een emstige misvatting om de openbare dienst van God te verwaarlozen. Zij die zieken moeten verzorgen zijn dikwijls niet in de gelegenheid van dit voorrecht gebruik te maken, maar zij moeten er zorg voor dragen niet nodeloos diensten in het huis van God te missen.
In de verpleging van zieken hangt het succes, meer dan in wereldse zaken, af van de geestelijke instelling en de zelfop- oífering waarmee het werk gedaan wordt. Zij, die verantwoor- delijkheden dragen moeten zich daar plaatsen, waar zij de diepe invloed van de Geest Gods ervaren. U zou een veel groter verlangen dan anderen moeten hebben naar de hulp van de Heilige Geest en naar de kemiis van God, daar uw vertrou- wenspositie grotere verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Niets in ons werk is meer nodig dan de praktische resultaten van de gemeenschap met God. Wij moeten in ons dagelijks leven tonen dat wij vrede en rust hebben in de Verlosser. Zijn vrede in het hart zal van ons gezicht afstralen. Het zal aan de stem een overtuigende kracht geven. Omgang met God zal het karakter en het leven veredelen. Mensen zullen waarnemen, zoals ook bij de eerste discipelen, dat wij met Jezus geweest zijn. Dit zal aan de werker een kracht geven zoals niets anders kan doen. Hij mag niet van deze kracht verstoken blijven. Wij moeten een tweevoudig leven leven - een leven van denken en handelen, van stil gebed en emstig werken. De kfëtßht, Ofiïffalïgen door omgang met God, verenigd met emstige mspanning om de geest te trainen tot aandacht en zorgdragen, bereidt 0118 V001' op de dagelijkse plichten en houdt vrede m de geest onder alle omstandigheden, hoe uitputtend ook.
De Goddelijke Raadsman
Velen denken, dat wamieer zij in moeilijkheden zijn, zij zich tot een aardse vriend moeten wenden om raad en bijstand. Onder moeilijke omstandigheden vervult ongeloof hun harten en de weg schijnt duister. En al die tijd staat_de machtige Raadsman der eeuwen naast hen en nodigt hen uit vertrouwen in Hem te stellen. Jezus de grote Lastendrager zegt: "Komt allen tot Mij, en Ik zal u rust geven." Zullen we ons dan van Hem aflceren en tot mensen gaan, die even afliankelijk zijn van God als wijzelf?
U moge de gebreken in uw karakter voelen, en de tekorten van uw vermogens. Maar al had u ook het grootste mtellect dat ooit een mens was geschonken, het zou niet voldoende zijn voor uw werk. "Zonder Mij kunt gij niets doen," zei onze Heer en Verlosser. Het resultaat van alles wat we doen, rust in Gods handen. Wat zich ook mag voordoen, leg beslag op Hem, mei standvastig, volhardend veitrouwen.
Begin eik contact dat u legt, of dat in zaken, in de vrijetijd of in de huwelijksband is, met emstig, nederig gebed. Zo zult u tonen dat u God eert, en God zal u eren. Bidt wanneer u wankehnoedig bent. En als u ontmoedigd bent, sluit dan de lippen stevig voor de mensen, werp geen schaduw op het pad van anderen, maar vertel alles aan_Jezus. Strek uw handen uit naar Zijn hulp. Leg in uw zwakheid beslag op Zijn oneindige kracht. Vraag om nederigheid, wijsheid, moed, versterking van uw geloof, zodat u licht kunt zien in Gods licht, en verheug u in Zijn liefde.
Toewijding; Vertrouwen
Wanneer wij nederig en berouwvol zijn, staan wij daar waar God Zich aan ons kan en wil openbaren. Hij vindt het prettig wanneer wij op voorbije genoten genade en zegeningen wijzen als reden voor grotere zegeningen om ons te schenken. Hij wil meer dan de verwachtingen vervullen van hen die op Hem vertrouwen. De Here Jezus weet precies wat Zijn kinderen nodig hebben, hoeveel goddelijke kracht wij zullen vragen ten zegen van de mensheid; en Hij schenkt ons alles wat wij zullen aanwenden in de zegen voor anderen en om onze ziel te verrijken. Wij moeten minder vertrouwen hebben in wat wij zelf kunnen doen en meer vertrouwen in wat de Here kan doen voor en door ons. U bent niet in uw eigen werk bezig; u bent in het werk van God. Onderwerp uw wil en weg aan Hem. Maak geen enkel voorbehoud, tref geen enkele schikking met uzelf, weet wat het is om vrij te zijn in Christus.
Het alleen maar beluisteren van toespraken op de Sabbat en het doorlezen van de Bijbel of de vers voor vers verklaring zal ons of de mensen die ons horen geen goed doen, tenzij wij de waarheden van de Bijbel in onze persoonlijke ervaring verweven. Het verstand, de wil en de genegenheden moeten overgegeven worden aan de beheersing van het woord van God. Dan zullen, door de werking van de Heilige Geest, de voorschriften van het woord de beginselen van ons leven worden.
Wanneer u de Here vraagt u te helpen, eert u de Verlosser door te geloven dat u Zijn zegen zult ontvangen. Alle kracht, alle wijsheid staan tot uw beschikking. Wij hebben er alleen maar om te vragen.
Wandel steeds in het licht van God. Overdenk dag en nacht Zijn karakter. Dan zult u Zijn schoonheid zien en zich in Zijn goedheid verheugen. Uw hart zal gloeien door het voelen van Zijn liefde. U zult opgeheven worden, als gedragen door eeuwige armen. Met de kracht en het licht dat God mededeelt, kunt u meer begrijpen en meer tot stand brengen dan u ooit voor mogelijk hebt gehouden.
"Blijf in Mij."
Christus gebiedt ons: "Blijf in Mij, gelijk Ik u.. Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij met aan de wijnswk biilft, zoo ook gij niet, indien gij in Mijn niet blijft (9) Wi in Mij blijft gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen. Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wit en het zal u geworden. Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vurcht; draagt en gij zult Mijn discipelen zijn.
Gelijk de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook Ik u liefgehad. Blijfi in Mijn liefde..." _ "Gij hebt niet MU, maal' Ik heb U U1'fgek°Zen en u aangešvezen opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in Mijn naam." (10)
"Zie Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar Mijn stem lioort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij." (ll)
"Wie overwint, die zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam geschreven, welke niemand weet dan die hem Oontvangt
"Wie overwint... Ik zal hem de morgenster geven en Ik zal op hem schrijven de naam Mijns Gods,... en Ik zal op hem Mijn nieuwe naam schrijven." (14)
"Dit Ene Doe Ik."
Wie zijn vertrouwen in Gods' stelt, zal'met_l°aulus kunnen zeggen: "Ik vennag alle dingen in Hem, die Mij kracht geeft. Welke fouten of mislukkingen er ook geweest mogen zijn in het verleden, wij mogeninet Gods hulp er bovenuit groeien. Met de apostel mogen wij zeggen
"Maar één ding doe ik, vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus." (15)
Verwijzingen
1. Spr.4:l8. 2. Joh. 15:11 3. Openb.7:9,1O. 4. Openb.7;14-17. 5. Openb.5:12,13. 6. Openb.21:4. 7. Ex.33:19. 8. Ex.34:6,7. 9. Joh.15:4. 10. J0h.15:4-16. 11. Openb.3:20. 12. Openb.2:17. 13. 0penb.2:28. 14. Openb.3:12. 15. Fi1íp.3:13,14
|