"Draagt elkanders lasten en vervult alzo de wet van God. "
Iedere omgang met anderen in het leven vraagt om de oefening van zelíbeheersing, verdraagzaamheid en medeleven. Wij ver- schillen zo enorm van neigingen, gewoonten en opvoeding dat onze manier van het bekijken der dingen uiteen loopt. Wij oordelen verschillend. Ons begrip van waarheid, onze ideeën met betrekking tot levensgewoonten, zijn niet in alle opzichten gelijk. Er zijn geen twee mensen met gelijke ervaringen in alle bijzonderheden. De moeilijkheden van de een zijn niet de moeilijkheden van de ander. De plichten die de een licht vindt, zijn voor een ander vreselijk moeilijk en verwarrend.
_ Zo breekbaar, zo onbekend, zo onderhevig aan misverstand is de menselijke natuur, dat ieder heel zorgvuldig moet zijn in de beoordelmg van een ander. Wij weten weinig van de draagwijdte van onze handelingen op de ervaring van anderen. Wat wij doen of zeggen lijkt ons van weinig belang, maar wanneer onze ogen geopend werden, zouden wij zien dat daarvan de belangrijkste resultaten voor goed of kwaad afliangen.
Consideratie voor Zwaarbelasten
Velen hebben zo weinig lasten te dragen, hun harten hebben zo weimg echte angst gekend, zij hebben zo weinig verschrikking en ellende gevoeld ter wille van anderen, dat zij het werk van iemand die echte lasten draagt, niet begrijpen. Zij zijn daartoe net zo min in staat als een kind de zorgen en het zwoegen van zijn vader kan begrijpen. Het kind moge zich verwonderen over de angsten en verslagenheid van de vader. Zij schijnen hem nodeloos toe. Maar als hij met de jaren ervaring opdoet, wanneer hij zelf lasten te dragen krijgt, zal hij terugzien op zijn vaders leven en datgene begrijpen wat hem eens zo onbelangrijk leek. Bittere ervaring heeft hem kennis gegeven.
Het werk van velen die lasten dragen wordt niet begrepen, hun werk wordt niet gewaardeerd, totdat de dood hen wegneemt. Wanneer anderen de lasten die zo”n persoon heefi neergelegd, op zich nemen en de moeilijkheden die hij had, ervaren, leren zij begrijpen hoe moed en geloof op de proef werden gesteld. Dikwijls worden dan de fouten die zij zo snel beoordeeld hadden, uit het oog verloren. Ervaring leert hen sympathie. God laat toe dat mensen op verantwoordelijke posten geplaatst worden. Wanneer zij dwalen, heeft Hij de macht, hmi fouten te herstellen, of hen te verwijderen. Wij moeten voorzichtig zijn en het oordelen, dat toch Gods werk is, aan Hem overlaten. Het gedrag van David tegenover Saul bevat een les. Op bevel van God was Saul tot koning over Israël gezalfd. Om zijn ongehoorzaamheid had God bepaald dat het koninkrijk van hem genomen zou worden; en toch, hoe meelevend, hoífelijk en verdraagzaain was het gedrag van David tegenover hem! Bij de jacht op Davids leven kwam Saul in de woestijn en ging onbeschennd die spelonk birmen waar David en zijn krijgsmak- kers verborgen lagen. En de mannen van David zeiden tot hem: "Dit is de dag, waarvan de Here tot u gezegd heeft: zie Ik geef uw vijand in uw macht; doe met hem wat gij wilt..." En hij zei tot zijn mannen: "De Here beware mij ervoor, dat ik aan mijn heer, aan de gezalfde des Heren, dit zou doen, dat ik mijn hand aan hem zou slaan, want hij is de gezalfde des Heren." (1) De Heiland zegt ons: "Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt; want met het oordeel, waaimede gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden, en met de maat, waarmede gij meet, zal u gemeten worden." (2) Bedenk dat spoedig uw levensverslag door God beoordeeld wordt. Bedenk dat ook Hij gezegd heeft: "Daarom zijt gij, o mens, wie gij ookzijt, niette verontschuldigen, wanneer gij oordeelt... want gij die oordeelt bedrijft dezelfde d1ngen." (3)
Verdraagzaamheid onder Onrecht
Wij kunnen het ons niet veroorloven ons op te winden over emg werkelijk of venneend onrecht, ons aangedaan. Het eigen-ik rs de vijand die wij het meest moeten vrezen. Geen vorm van ondeugd heeft een meer onheilbrengend effect op het karakter dan de menselijke hartstocht die niet onder beheersing van de Heilige Geest is gebracht. Geen andere overwinning die wij zouden kunnen maken is zo waardevol als de overwirming over onszelf.
Wij moeten ons niet zo snel gekrenkt voelen. Wij moeten niet leven om onze gevoelens te bewaken of onze reputatie, maar om onze ziel te redden. Als wij geïnteresseerd raken in de reddmg van onze zielen, zullen wij ophouden ons te bekommeren om de kleine verschillen die zo dikwijls aan de orde komen in onze omgang met anderen. Wat anderen van ons_mogen denken of ons aandoen, hoefi onze eenheid met Christus, de gemeenschap van de Geest, niet te verstoren. "Want mag dat roemen heten, als gij slagen moet verduren, omdat gij kwaad doet?" Maar als gij goed doet en dan lijden moet verduren, dat is genade bij God." (4)
"Neemt geen wraak. Verwijdert zo veel u kunt alle oorzaken tot misverstand. Vennijdt de schijn van kwaad. Doe alles wat rn uw macht ligt, zonder dat u uw principes opgeeft om anderen gimstrg te stemmen. "Wanneer gij dan uw gave brengt naar het altaar en u daar herimiert, dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave daar, vóór het altaar, en ga eerst heen, verzoen u met uw broeder, kom en offer daama uw gave." (5)
Als ongeduldige woorden tot u gesproken worden, antwoordt nooit op dezelfde toon. Bedenkt dat "een zacht woord de grimmigheid afl<eert." (6) En er is wonderbaarlijke macht in stilte. Iemand antwoorden die kwaad is, maakt dat soms alleen maar emstiger. Maar boosheid, met zwijgen beantwoord in een verdraagzame geest, ebt snel weg.
Houdt onder een stonn van bijtende, beschuldigende woorden de gedachten staande op het woord van God. Houdt in verstand en hart Gods beloften bewaard. Als u slecht behandelt wordt of verkeerd beschuldigd, herhaal dan die kostbare beloften in plaats van boze antwoorden te geven.
"Laat u niet overwimien door het kwade, maar overwin het kwade door het goede." (7)
"Wentel uw weg op de Here, en vertrouw op Hem; en Hij zal het maken. Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het licht, en uw recht als de middag." (8)
"Er is niets bedekt, of het zal geopenbaard worden, en verborgen, of het zal bekend worden." (9)
"Gij deed mensen over ons hoofd rijden, wij zijn door vuur en water gegaan; maar Gij voerdet ons uit in de overvloed." (10)
Wij zijn geneigd naar onze medemens te kijken voor sympathie en verlichting, in plaats van op Jezus te zien. In Zijn genade en getrouwheid laat God dikwijls toe dat degenen in wie wij vertrouwen stellen, ons in de steek laten, zodat wij de dwaasheid ervaren van het op mensen vertrouwen en vlees tot onze arm te stellen. Laten wij volledig, nederig en onzelfzuchtig op God vertrouwen. Hij kent het verdriet dat wij in het diepst van ons wezen voelen, maar dat wij niet kunnen uiten. Wanneer alles donker schijnt en onverklaarbaar, denk dan aan de woorden van Christus: "Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het later verstaan." (11)
Bestudeer de geschiedenis van Jozef en Daniël. De Here voorkwam de intriges van mensen die hen schade wilden berokkenen niet; maar Hij keerde al deze listen ten goede voor Zijn dienaren die te midden van beproevingen en strijd hun geloof en getrouwheid bewaarden.
Zo lang als we op deze wereld zijn, zullen we tegenstand ondervinden. Wij zullen uitgedaagd worden om ons humeur te testen, en als wij dat met de juiste instelling tegemoet treden, worden de christelijke deugden ontwikkeld. Als Christus in ons woont, zullen wij geduldig zijn, vriendelijk en verdraagzaam, opgewekt te midden van narigheden en irritaties. Dag na dag en jaar na jaar zullen wij onszelf overwinnen en groeien in edele heldhaftígheid. Dit is de ons toebedeelde taak; maar die kan niet vervuld worden zonder de hulp van Jezus: resolute besluitvonning, een vast doel, voortdurende waakzaamheid en onophoudelijk gebed. Ieder heeft een persoonlijke strijd te voeren. Zelfs God kan onze karakters niet veredelen of ons nuttig maken, tenzij wij Zijn medewerkers worden. Zij die in worsteling verslappen, verliezen de kracht en de vreugde van de overwinning
Wij behoeven ons verslag van moeilijkheden, beproevingen, verdriet en zorgen niet bij te houden. Al deze dingen staan opgetekend in de boeken en de hemel zal er verder voor zorgen. Terwijl we de onaangename dingen optellen, verdwijnen vele dingen die prettig zijn om aan te denken uit ons geheugen; zoals de genadige vriendelijkheid van God die ons ieder moment omringt; en waarover de engelen zich verwonderen: de liefde waardoor Hij Zijn Zoon gaf om voor ons te sterven. Wanneer u als werkers voor Christus denkt dat u grotere zorgen en beproevingen hebt dan anderen ten deel vallen, bedenk dan dat er voor u een vrede is, die onbekend is aan degenen die deze lasten vermijden. Er is troost en vreugde in de dienst van Christus. Laat de wereld zien dat het leven met Hem geen mislukking is.
Als u zich niet blijhartig en opgewekt voelt, praat dan niet over uw gevoelens. Werp geen schaduw over de levens van anderen. Een koude, zonloze godsdienst trekt nooit zielen tot Christus. Het drijfi ze van Hem weg, in de netten die satan gespannen heeft voor afdwalende voeten. Denk, in plaats van aan ontmoedigingen, aan de kracht waarop u in Christus” naam beslag kunt leggen. Geef uw fantasie greep op de ongeziene dingen. Richt uw gedachten op de bewijzen van de grote liefde van God voor u. Het geloof kan beproevingen doorstaan, verzoekingen weerstaan en u staande houden onder teleurstel- lingen. Jezus leeft als uw Middelaar. Alles wat Hij door Zijn tussenkomst zeker stelt, is het onze. Denkt u niet dat Christus diegenen die geheel voor Hem leven op prijs stelt? Denkt u niet dat Hij degenen opzoekt die, zoals Johannes in de gevangenis, voor zijn zaak in harde en beproevende omstandigheden zijn? God zal niet toelaten dat één van Zijn trouwe werkers alleen gelaten wordt om tegen grote omnacht te worstelen en over- wonnen te worden. Hij bewaart als een kostbaar juweel iedereen wiens leven met Christus in Hem geborgen is. Van zo iemand zegt Hij: "Ik zal u tot een zegelring maken, want u heb Ik uitverkoren." (12)
Spreek dan over de belofien; vertel van Jezus” bereidheid om te zegenen. Hij vergeet ons niet, zelfs niet voor een kort moment. Wanneer wij, niettegenstaande onaangename omstandigheden, vertrouwend in Zijn liefde rusten en ons insluiten met Hem, zal het gevoel van Zijn aanwezigheid ons inspireren met diepe, stille vreugde. Van Zichzelf zei Christus: "Ik doe niets uit Mijzelf; Ik spreek wat de Vader Mij geleerd heeft. En die Mij gezonden heeft is met Mij. Hij heefl; Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd wat Hem behaagt." (13)
De aanwezigheid van de Vader omringde Christus en niets overkwam Hem dan hetgeen de oneindige liefde toeliet tot zegen van de wereld. Hier was Zijn bron van troost, en die is voor ons. Die vervuld is met de Geest van Christus verblijfi in Christus. Wat ook maar tot Hem komt, komt van de Verlosser, die hem omringt met Zijn tegenwoordigheid. Niets kan hem raken, tenzij met toestemming van de Here. Al ons lijden en onze zorgen, al onze verzoekingen en beproevingen, al ons verdriet en treuren, al onze vervolgingen en ontberingen, kortweg, alle dingen werken mede ten goede. Alle ervaringen en omstandigheden zijn Gods werklieden en daardoor wordt het goede tot ons gebracht.
Spreek geen Kwaad
Als wij enig besef hebben van de lankrnoediglreid van God voor ons, zullen wij ook anderen niet veroordelen of beschul- drgen. Hoe verbaasd zouden Zijn medewerkers geweest zijn als zij Jezus na kemris met Hem gemaakt te hebben, een woord van beschuldiging, kritiek of ongeduld hadden horen spreken. Laat ons nooit vergeten, dat wie Hem liefhebben Hem in karakter moeten vertegenwoordigen.
"Hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig en vergeldt geen kwaad met kwaad, of laster met laster, maar zegent mtegendeel, wijl gij hiertoe geroepen zijt, opdat gij zegen zoudt beërven." (14) "Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander een voorbeeld."(l5)
Hoffelijkheid
De Here Jezus vraagt van ons erkenning van de rechten van ieder mens. De sociale rechten van de mens en hun rechten als christenen moeten in aanmerking worden genomen. Allen moeten behandeld worden met verfijning en fijngevoeligheid, als zonen en dochters van God.
Het christendom zal van een man een heer maken en van een vrouw een dame. Christus was holïelíjk, zelfs voor Zijn vervolgers; en Zijn ware volgelingen zullen dezelfde geest tonen. Kijk naar Paulus toen hij voor overheden gebracht werd. Zijn taalgebruik voor Agrippa is een illustratie van zowel hofielijkheid als overtuigende welsprekendheid. Het evangelie moedigt niet de fonnele, gangbare beleefdheid van de wereld aan, maar de hoffelijkheid die uit de goedheid van het hart voortspruit. Het meest zorgvuldige aankweken van de uiterlijke welvoeglrjkheidsnormen in het leven is niet voldoende om alle knbbrgherd, scherpe beoordeling en onbehoorlijke taal buiten te sluiten. Ware verfijning zal nooit getoond worden zolang als het eigen ik als het voomaamste onderwerp wordt beschouwd. Liefde moet in het hart wonen. Een echt christen betrekt zijn motieven uit een hartelijke liefde voor de Meester. Vanuit de wortels van zijn genegenheid voor Christus ontspringt een onzelfzuchtige belangstelling voor zijn broeders. Liefde geefi aan de bezitter hoffelijkheid, welvoeglijkheid en een beschaafd gedrag. Ze verlicht het uiterlijk en verzacht de stem; ze verfijnt en verheft het gehele wezen.
Het Belang van Kleine Dingen
Het leven bestaat in hoofdzaak niet uit grote opofferingen en wonderbaarlijke prestaties, maar uit kleine dingen. Het gebeurt het meest door de kleine dingen die zo weinig aandacht waard lijken, dat groot goed of kwaad in ons leven wordt gebracht. Het komt door onze eigen mislukking om de toets die door kleine dingen tot ons komt te doorstaan, dat gewoonten gevormd worden, het karakter wordt misvomrd; en wanneer de grote beproevingen komen, vinden zij ons onvoorbereid. Slechts door uit principe te handelen bij de testen in het dagelijks leven kurmen wij macht verkrijgen om standvastig en getrouw te blijven in de gevaarlijkste en moeilijkste omstandigheden.
Zelfbeheersing
Wij zijn nooit alleen. Of wij Hem verkiezen of niet, wij hebben een metgezel. Bedenk, dat waar u ook bent, wat u ook doet, God aanwezig is. Niets wat gezegd wordt, of gedaan of gedacht, ontkomt aan Zijn aandacht. Bij ieder woord of daad hebt u een getuige - de heilige, zondehatende God. Denk hier altijd aan vóór u spreekt of handelt. Als christen bent u lid van de koninklijke familie. Een kind van de hemelse Koning. Zeg geen woord, doe geen daad, die oneer brengt op "die goede naam die over u is uitgeroepen." (16)
Bestudeer zorgvuldig het goddelijk-menselijk karakter en vraag steeds: "Wat zou Christus doen als Hij in mijn plaats was?" Dit zou de maatstaf van onze plicht moeten zijn. Plaats uzelf niet nodeloos in het gezelschap van lieden die door hun praktijken uw bedoelingen om goed te doen verzwakken of een smet brengen op uw geweten. Doe onder vreemden, op straat, in vervoer, of in huis niets, dat in het minst met het kwade van doen heeft. Doe elke dag iets ter verbetering, het mooier maken en veredelen van het leven dat Christus met Zijn eigen bloed gekocht heeft.
Handel altijd volgens beginsel, nooit uit impuls. Temper de natuurlijke onstuimigheid van uw aard door zachtheid en bescheidenheid. Sta uzelf geen lichtvaardigheid toe, noch beuzelingen. Laat geen lage moppen over uw lippen komen. Zelfs gedachtennmogen niet toegestaan worden om de vrije teugel te gaan. Zij moeten beheerst worden, gevangen gehouden worden tot gehoorzaamheid aan Christus. Zij moeten gevangen geleid worden onder de gehoorzaamheid van Christus. Dan zullen zij door de genade van Christus rein en zuiver worden. Wij behoeven een voortdurend besef van de veredelende macht van zuivere gedachten. De enige zekerheid voor iedere ziel is zuiver denken. Zoals een man "in zijn hart denkt, zo is hij." (17) De macht tot zelfbeheersing wordt sterker door oefening. Wat eerst moeilijk schijnt, wordt door voortdurend oefenen en herhaling gemakkelijk, tot goede daden en gedachten gewoonte worden. Als wij het willen, kumien wij ons afkeren van alles wat goedkoop en waardeloos is en stijgen tot een hoge standaard; wij kunnen door mensen gerespecteerd worden en geliefd door God.
Aanbevelen; Bemoedigen
Kweek de gewoonte aan, goed van anderen te spreken. Houdt de goede eigenschappen van degenen met wie u omgang hebt in' gedachten en kijk zo min mogelijk naar hun fouten en mislukkmgen. Wanneer u verleid wordt tot klagen over wat iemand gezegd of gedaan heeft, prijs iets in het leven of karakter van die persoon. Kweek dankbaarheid aan. Loof God voor Zijn wonderlijke liefde in het geven van Christus die voor ons stierf. Het loont niet om aan onze grieven te denken. God roept ons op om aan Zijn genade en Zijn omnetelijke liefde te denken, waardoor we geïnspireerd worden tot lofprijzing. Emstige werkers hebben geen tijd om aan fouten van anderen te denken. Wij kunnen ons niet veroorloven te leven van andermans fouten en mislukkingen. Kwaadspreken is een dubbele vloek, die zwaarder valt op de spreker dan op de hoorder. Wie het zaad van meningsverschillen ten twist zaaien, oogsten in hun eigen ziel de dodelijke vruchten. Juist dat zoeken naar het kwaad in anderen ontwikkelt kwaad in degene die daamaar zoekt. Door het overdenken van de fouten van anderen worden we veranderd naar datzelfde beeld. Maar door op Christus te zien, te spreken van Zijn liefde en vohnaakt karakter, worden we naar Zijn beeld veranderd. Door het overdenken van de hoge idealen die Hij ons voorhoudt, worden wij opgeheven in een zuivere en heilige atmosfeer, zelfs in de tegenwoordigheid van God. Wanneer wij daarin verblijven, gaat er van ons een licht uit dat allen die met ons in aanraking komen, verlicht. Zeg, in plaats van anderen te bekritiseren en te veroordelen: "Ik moet mijn eigen zaligheid bewerken. Als ik samenwerk met Hem die mijn ziel wenst te redden, moet ik mijzelf ijverig in het oog houden. Ik moet ieder kwaad uit mijn leven verwijderen. Ik moet elke fout overwinnen. Ik moet een nieuw schepsel in Christus worden. Dan, in plaats van anderen die tegen het kwade strijden te verzwakken, kan ik hun door bemoedigende woorden versterken." Wij zijn te onverschillig voor anderen. Te dikwijls vergeten wij dat onze medewerkers opmontering en kracht nodig hebben. Draag er zorg voor, dat u hen uw belangstelling en sympathie geeft. Steun hen door uw gebeden, en laat hen weten dat u dit doet.
Geduld met de Dwalenden
Niet alleen die voorgeven medewerkers voor Christus te zijn, zijn ware discipelen. Onder hen die Zijn naam dragen en onder Zijn medewerkers geteld worden, zijn sommigen die Hem niet vertegenwoordigen in karakter. Zij worden niet door Zijn beginselen geleid. Deze personen zijn dikwijls oorzaak van verwarring en ontmoediging voor hun medewerkers die nog jong zijn in christelijke ervaring, maar niemand behoefi misleid te worden. Christus heefi ons een volmaakt voorbeeld gegeven. Hij vraagt ons Hem te volgen.
Tot het einde der tijden zal er onkruid tussen de tarwe zijn. Warmeer de dienstknechten van de landman in hun ijver voor zijn eer, toestemming vragen om het onkruid uit te trekken, zegt de meester: "Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken. Laat beide samen opgroeien tot de oogst." (18) ln Zijn genade en lankmoedigheid verdraagt God geduldig de verkeerden en zelfs de booshartigen. Onder Christus” uitverkoren discipelen was Judas, de verrader. Zou het dan oorzaak tot verbazing of ontmoediging zijn als er zich ook nu valshartigen onder Zijn arbeiders bevinden? Als Hij, die de harten leest, de man kon verdragen van wie Hij wist dat die Hem zou verraden, met welk geduld zouden wij dan hen moeten verdragen die fout staan.
En niet allen, zelfs die geheel fout schijnen te staan, zijn als Judas. Petrus, onstuimig, haastig en zelfgenoegzaam, scheen dikwijls meer in het nadeel dan Judas. Hij werd vaker door de Heiland terechtgewezen. Maar wat een leven van dienstbaarheid en zelfopoffering! Welk een getuigenis draagt het voor de macht van Gods genade! Zo ver wij daartoe in staat zijn, moeten wij voor anderen zijn wat Jezus voor Zijn discipelen was toen Hij met hen wandelde en sprak.
Beschouw uzelf als zendelingen, in de eerste plaats onder uw medewerkers. Dikwijls vraagt het veel tijd en werk om een ziel voor Christus te winnen. En wanneer een ziel zich van zonde tot gerechtigheid keert, is er vreugde onder de engelen. Denkt u dat de dienende geesten die over deze zielen waken, blij zijn te zien hoe onverschillig zij behandeld worden door sommigen die zich christenen noemen? Als Jezus met ons zou doen zoals wij elkaar dikwijls doen, wie van ons zou gered kunnen worden?
Bedenk, dat u geen harten kunt lezen. U kent de motieven niet, die leiden tot daden die u verkeerd lijken. Er zijn velen die geen juiste opvoeding genoten hebben; hun karakters zijn verkeerd gegroeid, zij zijn hard en knoestig en schijnen in ieder opzicht verbogen. Maar de genade van Christus kan hen hervormen. Zet ze nooit opzij, drijf ze nooit tot ontmoediging of wanhoop door te zeggen: "Je hebt mij teleurgesteld en ik wil niet proberen om je te helpen." Een paar woorden, haastig en geprikkeld gesproken -juist wat wij denken dat zij verdienen - kunnen de koorden van invloed die hun harten aan de onze gebonden zou hebben, doorsnijden.
Het beheerste leven, de geduldige verdraagzaamheid, een geest die gelijkmoedig blijft onder ergemissen, is altijd het meest afdoende argument en de plechtigste oproep. Als u gelegenheden en voordelen gehad hebt die anderen niet ten deel zijn gevallen, overdenk dit, en weest altijd een wijze, tactvolle, zachtmoedige leraar.
Om in de was (of in de lak) een scherpe afdruk van het zegel te verkrijgen, drukt men het zegel er niet met een haastige, hefiige beweging op; men plaatst het zegel zorgvuldig in de plooibare was en drukt het rustig en stevig neer, tot het in de vonn verhard is. Op gelijke wijze handelt men met menselijke zielen. Aanhoudende christelijke invloed is een geheime macht, en zij hangt af van de standvastigheid van uw uitleving van het karakter van Christus. Help hen die gedwaald hebben, door van uw ervaringen te vertellen. Laat hen zien hoe, toen u emstige fouten maakte, geduld, vriendelijkheid en hulpvaardigheid van de kant van uw medewerkers u hoop en moed gaf.
Tot aan het oordeel zult u nooit de invloed van een vriendelijke, doordachte handelwijze tegenover de dwalende, de onredelijke, de onwaardige te weten komen. Wanneer wij ondankbaarheid en verraad van heilig vertrouwen ontmoeten, worden wij tot ontevredenheid of ontstemming geprikkeld. Dit verwacht de schuldige, hij is erop voorbereid. Maar vriendelijke ver- draagzaamheid wekt verbazing en roept betere impulsen wakker en het verlangen naar een beter leven.
"Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, zíende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen. Verdraagt elkanders moeilijkheden; zo zult gij de wet van Christus vervullen." (19)
Allen die zich kinderen van God noemen, zouden in gedachten moeten houden dat zij als zendelingen in contact met allerlei soorten mensen gebracht zullen worden. Sommigen zijn be- schaafd, anderen ruw, sommigen bescheiden, anderen trots; er zijn godsdienstige en sceptische mensen, ontwikkelden en onwetenden, rijken en armen. Al deze verschillende mensen kunnen niet gelijk behandeld worden; toch hebben allen behoefte aan vriendelijkheid en sympathie. Door wederzijds contact zou onze geest gepolijst en verfijnd moeten worden. Wij zijn van elkaar afliankelijk, nauw verbonden door de banden van menselijke broederschap.
De sociale relaties maken dat het christendom in contact komt met de wereld. Iedere man of vrouw die goddelijk licht heefi ontvangen, moet licht verspreiden op het donkere pad van hen die onbekend zijn met de betere weg. Sociale macht, geheiligd door de Geest van Christus, moet toenemen in het brengen van zielen tot de Heiland. Christus moet niet in het hart worden verborgen als een gekoesterde schat, heilig en zoet, enkel bestemd voor het genot van de bezitter. Wij moeten Christus in ons hebben als een bron van water, ontspringend tot eeuwig leven, ieder verfrissend die met ons in contact komt
Verwijzingen: 1 Sam. 24:5-7. 2. Matth.7:1,2. 3. Rom.2:l. 4. 1 Petr.2:20. 5. Matth.5:23,24. 6. Spr.15:1. 7. Rom.12:21. 8. Ps.37:5,6. 9. Luc.12:2. 10. Ps.66:l2. 11. Joh 13:7. 12. Hag.2:24. 13. J0lr8:28,29. 14. Rom.12:10. 15. 1 Petr.3:9. 16. JaC.2:7. 17. Spr.23:7. 18. Matth.13:29,30 19. Gal.6:1,2.
|