"De opening van Uw woorden geefi licht, de onverstandigen wijsheid gevende."
De gehele Bijbel is een openbaring van de heerlijkheid Gods in Christus. Ontvangen, geloofd en gehoorzaamd, is ze het grote middel tot verandering van het karakter ten goede. Het Woord is de grote prikkel, de dwingende kracht, die de lichamelijke, mentale en geestelijke vermogens opwekt en het leven in rechte banen leidt.
De reden waarom de jeugd en zelfs volwassenen zo gemak- kelijk in verzoeking en tot zonde worden gebracht, is dat zij het woord van God niet bestuderen en overdenken, zoals noodzakelijk is. Het gebrek aan ferme, vastbesloten wilskracht, die kenbaar is in leven en karakter, zijn het resultaat van het verwaarlozen van de heilige aanwijzingen van Gods woord. Zij richten hun geest niet door emstig pogen op datgene wat tot zuivere, heilige gedachten zou inspireren, en wenden zich daan/an af tot wat onzuiver en onwaar is. Er zijn maar weinigen die het goede deel verkiezen, die aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria deed, om van de goddelijke Leraarte leren. Weinigen bergen Zijn kostbare woorden in hun hart en brengen ze in hun leven in praktijk.
Als de waarheden uit de Bijbel aanvaard worden, zullen zij de geest en de ziel opheffen. Als het woord van God naar waarde geschat werd, zouden jongeren en ouderen een innerlijke rechtschapenheid bezitten, vaste principes, die hen in staat zouden stellen om verzoeking te weerstaan. Laat mannen de kostbare zaken uit de Heilige Schriften ondeiwijzen en daarover schrijven. Laat het denken, de aanleg, de neigingen, de scherpe oefening van het verstand, gegeven worden aan de studie van de gedachten Gods. Bestudeer geen filosoñe van menselijke gissingen, maar bestiideer de ñlosofie van Hem die de waarheid is. Geen andere literatuur kan daarmee in waarde wedijveren. De geest die aards is, vindt geen vreugde in het overdenken van Gods woord, maar voor de geest die door de Heilige Geest vemieuwd is, schijnt goddelijk en hemels licht uit de heilige bladzijden. Wat voor de aards ingestelde geest een verlaten woestijn was, wordt voor het geestelijk ingestelde verstand een land van levende stromen. De kemiis van God, zoals die in Zijn woord geopenbaard wordt, is de kennis die aan onze kinderen doorgegeven moet worden. Vanaf het eerste begin van het denken moeten zij bekend worden gemaakt met de naam en het leven van Jezus. Hun eerste lessen moeten hen leren dat God hun Vader is. De eerste oefening zou die van liefdevolle gehoorzaamheid moeten zijn. Lees hen het woord van God eerbiedig en teder voor, en herhaal het voor hen, in delen die geschikt zijn voor hun begrip en aangepast aan het wekken van hun belangstelling. En bovenal, leer hen Gods liefde die in Christus geopenbaard is, en de grote les: "Indien God ons zó heefi liefgehad, behoren wij ook elkander lief te hebben." (l) Zorg dat de jeugd het woord Gods tot voedsel maakt voor geest en ziel. Zorg dat het kruis van Christus de wetenschap wordt van alle opvoeding, het middelpunt van alle leer en alle studie. Zorg dat het in de dagelijkse ervaring van het leven in praktijk gebracht wordt. Op die manier zal de Verlosser een dagelijkse kameraad en vriend voor de jeugd worden. Iedere gedachten zal gevangen en geleid worden tot gehoorzaamheid aan Christus. Met de apostel Paulus zullen zij in staat zijn te zeggen: "Maar ik moge ervoor bewaard blijven te roemen anders dan in het kruis van de Here Jezus Christus, door wie de wereld mij gekruisigd is en ik der wereld." (2)
Een Experimentele Kennis
Zo zullen zij door geloof tot experimentele kemiis van God komen. Zij hebben voor zichzelf de werkelijkheid van Zijn woord bewezen gezien. Zij weten en hebben gesmaakt dat de Here goed is. De geliefde apostel Johannes had door eigen ervaring die kennis gekregen. Hij kon getuigen: "Hetgeen was van den beginne, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen en onze handen getast hebben van het woord des levens - het leven toch is geopenbaarden wij hebben gezien en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons geopenbaard is - hetgeen wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij ook u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben. En ónze gemeen- schap met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus." (3) Zo kan iedereen door eigen ervaring bezegelen dat "God waarachtig is." (4) Hij kan getuigenis geven van dat wat hij zelf gehoord en gezien heeft en gevoeld van de kracht van Christus. Hij kan getuigen.
"Ik had hulp nodig en ik vond het in Jezus. In iedere nood werd voorzien, de honger van mijn ziel werd gestild. De Bijbel is voor mij een openbaring van Christus. Ik geloof in Jezus omdat Hij de goddelijke Verlosser voor mij is. Ikgeloof in de Bijbel omdat dit de stem van God is voor mijn ziel."
Een Hulp in de Studie van de Natuur
Wie een kemiis van God en Zijn woord verkrijgt door persoonlijke ervaring, is bereid om zich bezig te houden met de studie van de natuurwetenschappen. Van Christus staat geschreven: "In Hem was het leven; en het leven was het licht der mensen." (5) Vóór de intrede van de zonde waren Adam en Eva omgeven door een helder en prachtig licht, het licht van God. Dat licht verlichtte alles wat zij benaderden. Er was niets dat hun waameming van het karakter of de werken van God verduisterde. Maar toen zij bezweken voor de verzoeker, verliet het licht hen. Doordat zij de klederen der heiligheid verloren, verloren zij het licht dat de natuur had verlicht. Zij konden het niet langer duidelijk waamemen. Zij konden het karakter van God in Zijn werken niet meer onderscheiden. Zo kan de mens van nu ook niet uit zichzelf duidelijk de lessen in de natuur waamemen. Tenzij geleid door de goddelijke wijsheid, vereeit hij de natuur en de natuuiwetten boven de God van de natuur. Dat is de oorzaak van het feit dat menselijke ideeën omtrent de natuurwetenschappen zo dikwijls in strijd zijn met de leer van Gods woord. Maar voor hen die het licht des levens van Christus ontvangen, wordt de natuur weer verlicht. In het licht dat van het kruis schijnt, kunnen wij de leer van de natuur zeer juist verklaren.
Wie een kennis van God en Zijn woord door persoonlijke ervaring heeft, heeft een gevestigd geloof in de goddelijkheid van de Heilige schriften. Hij heelt ondervonden dat Gods woord waarheid is, en hij weet dat de waarheid zichzelf nooit kan tegenspreken. Hij toetst de Bijbel niet aan menselijke ideeën van wetenschap; hij brengt deze ideeën naar de onfeilbare maatstaf. Hij weet dat in de ware wetenschap niets kan zijn dat tegengesteld is aan de leer van het Woord; waar beiden dezelfde Auteur hebben, zal een correct verstaan van beiden bewijzen dat zij met elkaar in hannonie zijn. Wat ook in de zogenaamde wetenschap het getuigenis van Gods woord tegen- spreekt, is slechts een menselijke gissing.
Voor zo”n student zal wetenschappelijk onderzoek een wijd veld openen voor gedachten en infonnatie. Als hij de dingen in de natuur overdenkt, komen nieuwe opvattingen van de waarheid tot hem. Het boek van de natuur en het geschreven Woord werpen een nieuw licht op elkander. Beiden maken hem beter met God bekend door hem Gods karakter beter duidelijk te maken, alsmede de wetten waardoor Hij werkt.
De Ervaring van de Psalmist
De ervaring van de Psalmist is de ervaring die allen mogen verknjgen door het ontvangen van Gods woord door de natuur en door openbanng. Hij zegt: "Want Gij Here, hebt mij verheugd door Uw' daden, over de werken Uwer handen zal ik jubelen. (6)
"Here, hemelhoog is Uw goedertierenheid, Uw trouw reikt tot aan de wolken, Uw gerechtigheid is als de bergen Gods, Uw gericht is een geweldige watervloed. Hoe kostelijk is Uw goedertierenheid, o God! Daarom schuilen de mensenkinderen in de schaduw uwer vleugelen " (7)
"Gij drenkt hen met de stroom van Uw liefelijkheden. Want bij U is de bron des levens, in Uw licht zien wij het licht." (8)
"Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des Heren gaan. Welzalig zij, die Zijn getuigenissen bewaren, die Hem van ganser harten zoeken. Waarmede zal de jongeling zijn pad rem bewaren? Als hij dat houdt naar Uw woord." (9)
"Ik zoek U met mijn ganse hart, Laat mij niet van Uw geboden afdwalen. Ik berg Uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige." (10)
"Dan zal ik wandelen op ruime baan, want ik zoek Uw bevelen." (ll)
"Ontdek mijn ogen, opdat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet."
"Jw getuigenissen zijn mijn verlustiging, zij zijn mijn raadslieden." "De wet van Uw mond is mij beter dan duizenden stukken goud en zilver." "Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn overdenking de ganse dag." "Wonderbaar zijn Uw getuigenissen, daarom bewaart ze mijn ziel." (12)
"Uw inzettingen zijn mij tot snarenspel in het huis van mijn vreemdelingschap." "Uw woord is geheel gelouterd, Uw knecht heefi het lief." "Heel Uw woord is de waarheid Al Uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig." "Mijn ziel leve en love U, mogen Uw verordeningen mij helpen." (13)
"Zij, die Uw wet liefliebben, hebben grote vrede, er is voor hen geen struikelblok. "Op Uw heil hoop ik, o, Here, en Uw geboden doe ik. Mijn ziel onderhoudt Uw getuigenissen, ik heb ze hartelijk lief." (14)
"Het openen van Uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandige inzicht." (15)
Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden, want het is altoos bij mij. Ik ben verstandiger dan al mijn leenneesters, want Uw getuigenissen zijn mij tot overdenking. Ik heb meer mzicht dan de ouden, want ik bewaar Uw bevelen." "Uit Uw bevelen heb ik inzicht ontvangen; daarom haat ik elk leugenpad." "Uw getuigenissen heb ik voor altoos ten erve ontvangen, want zij zijn de blijdschap mijns harten." (16)
Duidelijker Openbaringen van God
Het is ons voorrecht om hoger en steeds hoger te reiken voor duidelijker openbaringen van Gods karakter. Toen Mozes bad: "Ik smeek U, doe mij toch Uw heerlijkheid zien," (17) vermaande God hem niet, maar vervulde zijn gebed. Hij zei tot Mozes: "Ik zal Mijn luister aan u doen voorbijgaan en de naam des Heren voor u uitroepen." (18)
Het is de zonde die ons denken verduistert en onze opmer- kingsgave benevelt. Als de zonde uit onze harten weggewassen wordt, zal het licht van de kennis van Gods heerlijkheid in het aangezicht van Jezus Christus Zijn woord verlichten, en wij zullen weerkaatst in de natuur Hem meer en meer zien als "barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw." (19)
In Zijn licht zullen wij het licht zien, totdat verstand en hart en ziel vemieuwd zijn naar het beeld van Zijn Heiligheid. Voor wie zo beslag leggen op de goddelijke verzekeringen van Gods woord, zijn er wonderbare mogelijkheden. Voor hen liggen uitgebreide velden waarheid, rijke bronnen van macht. Heerlijke dingen zullen geopenbaard worden. Voorrechten en plichten die zij zelfs niet in de Bijbel vennoed hadden, zullen kenbaar gemaakt worden. Allen die in het pad van nederige gehoorzaamheid wandelen en aan Zijn doel beantwoorden, zullen meer en meer het woord van God leren kemien.
Laat de student de Bijbel als zijn gids nemen en stevig staande blijven voor het beginsel, en hij kan tot iedere bereikbare hoogte streven. Al de filosofieën van menselijke aard hebben geleid tot verwarring en schaamte als God niet erkend werd als alles in allen. Maar het onschatbare geloof, door God geïnspireerd, deelt kracht en adeldom van karakter mee. Wanneer Zijn goedheid, Zijn genade en Zijn liefde overdacht worden, zal de waarheid klaarder en steeds klaarder worden begrepen en de wens naar zuiverheid van hart en klaarheid van denken zal hoger en heiliger worden. De ziel die in de pure atmosfeer van een heilig denken verkeert, wordt veranderd in de omgang met God door de studie van Zijn woord. Waarheid is zo groot, zo verreikend, zo diep, zo breed, dat het eigen ik uit het oog wordt verloren. Het hart wordt verzacht en onderworpen in nederigheid, vriendelijkheid en liefde.
En de natuurlijke vermogens worden vergroot door heilige gehoorzaamheid. De studie in het Woord des levens verheft en veredelt het denken. Als de studenten net als Daniël hoorders en daders van het woord van God zijn, kunnen zij net als hij vorderingen maken in alle takken van geleerdheid. Zuiver van denken, zullen zij sterk van geest worden. Alle verstandelijke vermogens zullen worden opgewekt. Zij mogen zichzelf zo opvoeden en beheersen, dat allen in hun invloedssfeer zullen zien wat een mens kan zijn en wat hij kan doen wanneer hij in verbinding staat met de God van wijsheid en kracht.
Opvoeding in het Eeuwige leven
Ons levenswerk hier is een voorbereiding voor het eeuwige leven. De vonning die hier begonnen is, zal in dit leven niet voltooid worden; zij zal voorgezet worden tot in alle eeuwigheid - steeds toenemend, nooit voltooid. Meer en meer volledig zullen de wijsheid en de liefde van God in het verlossingsplan geopenbaard worden. De Verlosser zal, terwijl Hij Zijn kinderen naar de bromien van het levende water leidt, rijke voorraden van kemiis meedelen. En dag aan dag zullen de wonderwerken Gods, de bewijzen van Zijn macht in de schepping en het onderhoud van het universum voor de geest geopend worden in nieuwe schoonheid. In het licht dat van de troon schijnt, zullen geheimen verdwijnen, en de ziel vervuld worden met verbazing bij de eenvoud van de dingen, die daarvóór niet begrepen werden.
Nu zien wij in een spiegel, in een duistere rede; maar dan van aangezicht tot aangezicht; wij kennen nu gedeeltelijk; maar dan zullen wij kermen zoals wij gekend zijn.
Verwijzingen: 1. 1 Joh.4:l1. 2. Gal.6:14. 3. 1 Joh.l:1-3 4. Joh.3:33. 5. Joh.1:4. 6. Ps.92:5. 7. Ps.36:6-8 8. Ps.36:9-10. 9. Ps.ll9:1,2,9. 10. Ps.1l9:10,11. 11. Ps. 119245. 12. Ps.1l9: 18,24,72,97,129. 13. Ps.119:54,140, 160,175. 14. Ps.119:l65-167 15. Ps. 119:130. 16. Ps.119:98-100, 104,111, 17. Ex.33:18. 18. Ex:33:19. 19. Ex.34:6.
|